Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken (24172), en over:

- de motie-Van Rey c.s. over eventuele meeropbrengsten aan overdrachtsbelasting (24172, nr. 15).

(Zie vergadering van 12 september 1995.)

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de Unie 55+, de CD, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Rey c.s. (stuk nr. 18, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 18 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel II, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Rey c.s. (stuk nr. 18, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel IV, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Rey c.s. (stuk nr. 18, II), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de groep-Nijpels, de CD, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Rey c.s. (stuk nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel V, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Rey c.s. (stuk nr. 19), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel VI en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie steunt de staatssecretaris waar het gaat om het bestrijden van BTW-constructies. Door de gekozen maatvoering is echter sprake van een dusdanige vorm van overkill in het wetsvoorstel dat wij deze aanpak niet de juiste vinden. Wij hebben dat ook gemerkt door het verwerpen van het amendement-Reitsma. Er is dus een kamermeerderheid die de lijn van de staatssecretaris deelt.

Ten tweede bevat het wetsvoorstel toch nog een bepaalde mate van terugwerkende kracht. Onze fractie is daar geen voorstander van. Alles afwegende, vindt zij dat de terugwerkende kracht eruit had gemoeten. Dat was mogelijk met het amendement, maar dat is verworpen.

Ten derde is de staatssecretaris op voorstel van de VVD-fractie gekomen met een nieuwe belasting. Onze fractie steunt die belasting niet. De staatssecretaris was niet bereid om het wetsvoorstel te splitsen. Wij voelen ons dus genoodzaakt om tegen het wetsvoorstel te stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Rey c.s. (24172, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het AOV, de Unie 55+, de CD, het CDA, de VVD, D66, de SGP, de RPF, het GPV, de groep-Nijpels en het lid Hendriks voor voorzitterde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven