Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk (Herzieningswet adviesstelsel) (24232).

(Zie vergadering van 1 november 1995.)

In stemming komt het amendement-Koekkoek (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2 t/m 7 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

De heer Koekkoek (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De CDA-fractie betreurt de verwerping van het amendement, omdat het als achtergrond had de medewerking van de Staten-Generaal bij de instelling van alle vaste colleges van advies, veilig te stellen. De CDA-fractie blijft hechten aan een ruime uitleg van artikel 79 van de Grondwet. Wij willen evenwel de voortgang van de herziening van het adviesstelsel niet belemmeren en zullen daarom voor het wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven