3 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels inzake de normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector) ( 32600 ).

(Zie vergadering van 6 november 2012.)

De voorzitter:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat zich verontschuldigen. In zijn plaats is hier aanwezig de minister van Veiligheid en Justitie, die ik van harte welkom heet.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Huijbregts-Schiedon (VVD):

Voorzitter. Het wetsvoorstel op stuk nr. 32600 kent een langjarige en zorgvuldige voorbereiding door verschillende kabinetten. Zonder de volksvertegenwoordiging dat recht te willen ontzeggen, stelt de VVD-fractie vast dat de amendering door de Tweede Kamer een zodanige wissel heeft getrokken op die zorgvuldigheid dat deze Kamer daarover voorlichting aan de Raad van State heeft menen te moeten vragen. Met zorg stelt mijn fractie vast dat zelfs de regering een reparatiewet noodzakelijk vindt om dit voorstel nog enigszins in lijn met de beoogde zorgvuldigheid te brengen. De uitgebreide behandeling en de discussie met de regering, met dank aan alle drie ministers die dit dossier behandelden, hebben mijn fractie ten slotte toch nog over de aarzeling met betrekking tot de finale kwaliteit van dit wetsvoorstel heen geholpen, waardoor wij het, zij het op de grens van toelaatbaarheid, zullen steunen.

De heer Engels (D66):

Voorzitter. Mijn fractie heeft vorige week blijk gegeven van grote aarzelingen over de als gevolg van de amendering door de Tweede Kamer behoorlijk opgerekte strekking van de wet. Wij waren bovendien nogal verrast door het nieuwe regeerakkoord, waarin ook een passage over dit onderwerp is opgenomen. Wij hebben vorige week van de minister twee dingen goed begrepen. Ten eerste dat hij in verband met het nieuwe regeerakkoord heel zorgvuldig en goed de tijd neemt om te kijken wat een volgend wetsvoorstel zou kunnen zijn en ten tweede dat hij de heel substantiële toezegging heeft gedaan aan mijn fractie om die ook comfort te bieden; dat is tegenwoordig de nieuwe term. Op grond van die twee argumenten heb ik mijn fractie kunnen overtuigen om nu voor dit wetsvoorstel te stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven