3 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU L 315) (32376), Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU L 315) (32376),

en over:

  • - de motie-Smaling c.s. over het multimodaal willen aanbesteden van het openbaar vervoer door de stadsregio Amsterdam (32376, letter E).

(Zie vergadering van 17 april 2012.)

De voorzitter:

Ik begrijp dat de minister van Infrastructuur en Milieu in aantocht is, maar nog niet is gearriveerd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik begrijp dat er een misverstand is over het tijdstip. Ik stel daarom voor, de stemmingen over het wetsvoorstel en de motie aan te houden tot 8 mei a.s.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. Uitstel van stemming als de minister dat vraagt is te begrijpen, maar enige argumentatie zou toch op zijn plaats zijn.

De voorzitter:

Omdat de minister er niet is, stel ik voor om de stemming over dit wetsvoorstel aan te houden tot 8 mei. Als de minister dan uitleg wil geven, graag, maar dan graag op tijd.

De heer Kox (SP):

Zou het dan niet logisch zijn om gewoon te stemmen? Er is geen toelichting. De uitleg is heel duidelijk. Deze wet wordt nu verworpen in de nieuwe politieke context. Ik vind het een beetje merkwaardig om dan uitstel te vragen. De normale procedure is dat de minister de wet terugtrekt, maar niet dat de stemming over de wet wordt aangehouden om te voorkomen dat dit huis tegenstemt.

De voorzitter:

Als de minister laat weten dat zij een verzoek heeft aan de Kamer over dit wetsvoorstel, vind ik het netjes om haar daartoe de gelegenheid te geven. Vervolgens kan de Kamer beslissen of er wel of niet wordt gestemd. Maar omdat de minister er nu niet is en ik eerlijk gezegd geen zin heb om te wachten totdat zij er is, is mijn voorstel om de stemming aan te houden tot 8 mei.

De heer Kox (SP):

Ik vind dat de minister het fatsoen zou moeten hebben gehad om ons daarover een brief met inhoud te schrijven. Je kunt een wetsvoorstel aanhouden als het nog in behandeling is. De behandeling van het wetsvoorstel is afgerond; wij zouden alleen stemmen.

De voorzitter:

Wij kunnen dat alsnog vragen tegen de achtste mei, als u dat goedvindt. Ik kom graag tegemoet aan de heer Kox. Wij zullen de minister vragen om een schriftelijke toelichting te geven op haar wens.

Ik kijk even naar de heer Smaling. Wij zullen zijn motie ook maar even laten staan.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven