Aan de orde is de behandeling van de wetsvoorstellen:
Opneming in de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer
1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf,
de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet inzake de wisselkantoren,
de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en
de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, van bepalingen betreffende
handhaving door middel van een dwangsom of een bestuurlijke boete en van bepalingen
betreffende de rechtsgang (25821);
Wijziging van
de Wet op de jeugdhulpverlening (financiële verantwoording) (26341);
Wijziging van de Postwet en enige andere wetten
in verband met richtlijn nr. 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels
voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap
en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PbEG 1998, L 15), en een
aantal wetstechnische wijzigingen (26363);
Wijziging
van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een bijzondere
regeling voor beleggingsgoud (26467);
Aanpassing
van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende oneerlijke
bedingen in consumentenovereenkomsten (26470);
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs met het oog op
afschaffing van de einddatum voor indiening van aanvragen tot bekostiging
van nevenvestigingen in verband met bijzondere omstandigheden, alsmede enige
vooral technische aanpassingen (afschaffing einddatum aanvraag nevenvestigingen;
technische aanpassingen) (26555).
Deze wetsvoorstellen worden zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
De aanwezige leden van de fracties van de SGP, RPF/GPV en GroenLinks wordt
conform artikel 121 van het Reglement van orde aantekening verleend, dat zij
geacht willen worden, zich niet met wetsvoorstel 26363 te hebben kunnen verenigen.