Vragen van de leden Visser en Aukjede Vries (beiden VVD) aan Staatssecretaris van Economische Zaken over het artikel «Stop met vissen in de Waddenzee» (ingezonden 21 april 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 4 juni 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Stop met vissen in de Waddenzee»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het artikel en het interview met hoogleraar Olff?

Antwoord 2

Zoals gemeld in mijn brief van 2 oktober 2014 (Kamerstuk 29 684, nr. 115) heeft de visstand in de Waddenzee mijn voortdurende aandacht. Ik heb daarbij ook aangegeven welke acties en maatregelen ik ga treffen. De beschrijvingen van trends in vispopulaties van een aantal soorten in de Waddenzee zijn inmiddels opgeleverd. Dit laat in algemene zin een achteruitgang zien sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw, maar de oorzaken hiervan zijn nog onduidelijk. Via de ontwikkeling van een visstrategie moet er meer zicht komen op de benodigde (trilaterale) onderzoeken om de kennislacunes op te vullen en welke maatregelen op het schaalniveau van de Waddenzee mogelijk zijn die bijdragen aan behoud en verbetering van de visfauna in de Waddenzee.

Vraag 3

Wat vindt u van de uitspraak van de heer Olff dat er geen visserij meer mogelijk zou mogen zijn in de Waddenzee? Past deze visie in het «Programma naar een Rijke Waddenzee»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik vind dat een duurzame visserij past in de Waddenzee. Binnen het Programma naar een Rijke Waddenzee willen het Rijk, de regio, de Coalitie Wadden Natuurlijk samen met vissers, maar ook met recreanten en andere gebruikers in het gebied, een impuls geven aan natuurherstel in de Waddenzee.

Ik heb u de afgelopen tijd geïnformeerd over de stand van zaken in het kader van het mosselconvenant (Kamerstuk 29 684, nr. 116 en 29 675, nr. 179) en de verduurzaming van de garnalenvisserij (Kamerstuk 29 684 nr. 117). Op deze manier werk ik aan een passende manier van de visserij in de Waddenzee.

Vraag 4

Deelt u de mening dat vissers in het Waddengebied juist van toegevoegde waarde kunnen zijn voor een rijke Waddenzee?

Antwoord 4

Ja. Daarom zet ik me in kader van het voorzitterschap van de Trilaterale Waddenzee Conferentie er voor in om samen met vissers tot goede afspraken te komen voor de verdere verduurzaming, transitie van de sectoren en natuurherstel en -ambitie in internationaal verband, om te komen tot een Rijke Waddenzee


X Noot
1

Volkskrant, 16 april 2015

Naar boven