Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de al maar weer terugkerende berichten dat er vele veroordeelde criminelen nog steeds vrij rond lopen (ingezonden 3 september 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 september 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 85.

Vraag 1

Kent u de uitzending «Zeker 15 000 veroordeelden lopen vrij rond»?1

Vraag 2

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over veroordeelde criminelen die nog niet in de gevangenis zitten?2 Herinnert u zich ook de eerdere vragen over het feit dat er alleen al in de regio Amsterdam Amstelland 1700 veroordeelden vrij zouden rondlopen?3

Antwoord op vragen 1 en 2

Ja,

Vraag 3, 4 en 5

Bevat de uitzending feitelijke informatie die afwijkt van die u al op 29 maart 2012. in uw antwoorden hebt gegeven? Zo ja, welke informatie betreft dit?

Hoeveel veroordeelde criminelen lopen er op dit moment vrij rond? Kunt u garanderen dat zij geen gevaar voor de samenleving opleveren? Zo ja, hoe dan? Zo nee, wat vindt u daar nu zelf van?

Zijn de cijfers, die u in uw antwoorden van 29 maart 2012 gaf, veranderd? Zo ja, kunt u de tabellen met cijfers ten aanzien van het aantal criminelen dat vrij rondloopt actualiseren evenals de cijfers over het aantal criminelen dat vanwege verjaring nooit meer een straf zal ondergaan?

Antwoord op vragen 3, 4 en 5

Op dit moment zijn er ongeveer 15 000 personen4 die zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf en deze straf nog moeten ondergaan5. Deze personen ondergaan hun straf doordat zij gearresteerd worden, doordat zij zich zelf melden bij de gevangenis, de zogenaamde zelfmelders, of doordat zij momenteel gedetineerd zijn en aansluitend nog een openstaande straf moeten uitzitten.

Een deel van deze personen maakt zich bewust onvindbaar voor politie en justitie. Dit wil echter niet zeggen dat zij hun straf ontlopen. Deze personen staan geregistreerd in het Opsporingsregister (OPS) en afhankelijk van de hoogte van hun straf internationaal gesignaleerd (vrijheidsstraf meer dan 120 dagen). Daarnaast richt het Team Executie Strafvonnissen (TES) zich actief op het opsporen van personen met een opgelegde vrijheidsstraf van 300 dagen en meer. Om personen alsnog op te sporen, is het mogelijk hen bepaalde sociale zekerheidsrechten te ontzeggen. Tevens kan het paspoort worden onthouden of vervallen verklaard worden6.

De cijfers die in de nieuwsuitzending van RTL zijn genoemd, verschillen met mijn eerdere antwoord7 op uw vragen, omdat het in beide gevallen gaat om een momentopname8. Daarnaast gaat de uitzending in op het aantal personen met een vrijheidsstraf en heb ik in mijn antwoord het aantal lopende zaken (een persoon kan meerdere zaken op zijn naam hebben staan) ten aanzien van vrijheidsstraffen aangegeven9.

Uit recente gegevens blijkt dat op peildatum 1 september 2012 in totaal 55 937 zaken10 in het opsporingsregister stonden, daarvan is in 13 447 zaken een vrijheidsstraf opgelegd. In dit jaar zijn tot nu toe11 1 093 vrijheidsstraffen verjaard.

Vraag 6

Kunt u inmiddels wel aangeven hoeveel van de vrij rondlopende criminelen tijdens hun vrijheid opnieuw strafbare feiten hebben gepleegd?

Antwoord op vraag 6

Nee, zoals ik eerder in mijn antwoord op uw vragen over veroordeelde criminelen die nog niet in de gevangenis zitten heb aangegeven12, biedt de Recidivemonitor van het WODC geen inzicht in het aantal veroordeelden dat in afwachting van hun gevangenisstraf opnieuw recidiveert.

Vraag 7 en 10

Deelt u de mening dat het feit dat u niet in staat blijkt te zijn veroordeelde criminelen hun straf te laten ondergaan, een teken is dat op dit punt de rechtstaat faalt? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de doelen van vrijheidsstraffen, waaronder een preventief afschrikkende werking, bescherming van de maatschappij, het kunnen heropvoeden van gestraften en vergelding, worden ondermijnd als criminelen hun opgelegde straf niet hoeven te ondergaan? Zo nee, is dan een gebrek aan vertrouwen in het nut van straffen een reden om veroordeelde criminelen dan maar niet hun straf te laten ondergaan?

Antwoord op vragen 7 en 10

Ik acht het van groot belang dat de door de rechter opgelegde straffen ook daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd. Door een eenmaal opgelegde straf ook snel en zeker uit te voeren, neemt de geloofwaardigheid van het strafrechtsysteem toe. Zowel in de ogen van de maatschappij en de slachtoffers, als in de ogen van de daders. Zoals in antwoord op vragen 11 en 12 uiteen wordt gezet, werk ik hard aan het sneller en zekerder ten uitvoerleggen van straffen.

Vraag 8 en 9

Deelt u de mening dat zwaardere maximumstraffen weinig nut hebben als die niet worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat ook minimumstraffen van geen enkel nut zijn als die niet worden uitgevoerd? Zo ja, wat zegt dat over die straffen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 8 en 9

Mijn uitgangspunt is dat een veroordeelde elke straf die hem wordt opgelegd moet ondergaan, onafhankelijk van het wel of niet invoeren van minimumstraffen of het verhogen van de maximumstraffen.

Vraag 11 en 12

Wat is de stand van zaken van programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) dat u in oktober 2011 aankondigde? Wat is er concreet bereikt anders dan het maken van plannen, afspraken dan wel beleid?

Deelt u de mening dat het feit dat het al jarenlang bekend is dat er zelfs veroordeelde zware criminelen vrij rondlopen en het daarvan afgeleide feit dat u vanuit de politiek meerdere malen tot actie bent aangezet, op zijn minst een teken zijn dat u te weinig hebt gedaan om dit probleem substantieel te reduceren? Zo ja, welke consequentie trekt u daaruit ten aanzien van uw eigen functioneren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 11 en 12

Om het aantal veroordeelden dat vrij rond loopt te beperken zijn concrete maatregelen genomen. Er zijn zogenaamde «Pakze-teams» bij de korpsen ingezet en er is vorig jaar gestart met het opschonen van het statische deel van het opsporingsregister (langer dan 3 jaar in OPS). Daarnaast zijn er maatregelen genomen gericht op de onthouding van bepaalde sociale zekerheidsrechten aan OPS-gesignaleerden en op een betere toepassing van de mogelijkheden die de Paspoortwet biedt.

Er worden ook extra maatregelen genomen. Het administratieve proces, zoals het betekenen van vonnissen13 wordt verbeterd, zodat een groter aantal zaken onherroepelijk wordt en sneller met de tenuitvoerlegging van een straf kan worden gestart. Daarnaast wordt een Administratie- en Informatiecentrum in de Executieketen ingericht bij het CJIB, zodat op persoonsniveau meer zicht is op het aantal openstaande straffen.

Het programma USB zet, zoals recentelijk in de brief over de Versterking van de prestaties in de strafrechtketen is aangekondigd14, in op een forse versterking van de praktijk van de tenuitvoerlegging om de prestaties te verbeteren. Door de betrokken organisaties is al veel werk verzet, zo zijn de noodzakelijke veranderingen binnen alle betrokken organisaties in gang gezet en is door het WODC een monitorinstrument ontwikkeld. De komende tijd wordt toegewerkt naar een nieuwe taak- en verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken partners in de uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen. De te nemen maatregelen in de tenuitvoerlegging vergen enige tijd, maar leiden op langere termijn tot een structurele verbetering.

Vraag 13

Kent u het bericht «Teeven verlengt verhuur gevangenis Tilburg aan België met een jaar»?15

Antwoord op vraag 13

Ja,

Vraag 14

Waarom sluit u Belgen op in Nederlandse gevangenissen terwijl er nog 15 000 veroordeelde Nederlandse criminelen vrij rond lopen?

Antwoord op vraag 14

Het WODC raamt het aantal benodigde celplaatsen op grond van meerjarige in-, door- en uitstroomgegevens van de gehele strafrechtsketen. Op basis hiervan wordt de totale behoefte aan capaciteit voor het gevangeniswezen bepaald. Op grond van de raming van het WODC is geconcludeerd dat Nederland het komende jaar over voldoende celcapaciteit beschikt, zodat de verhuur van de penitentiaire inrichting Tilburg aan België met een jaar kan worden verlengd.

Vraag 15

Deelt u de mening dat dit duidt of een verkeerde prioriteitstelling of in ieder geval op weinig begrip zal stuiten bij de Nederlandse bevolking? Zo ja, waarop zijn uw prioriteiten ten aanzien van het laten uitvoeren van vrijheidsstraffen precies gebaseerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 15

In deze kabinetsperiode is juist prioriteit gegeven aan de tenuitvoerlegging van opgelegde straffen. Daarom is gestart met het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB). Dit programma richt zich op het in samenhang doorvoeren van verbeteringen in de uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen, waaronder het bevorderen van het sneller ten uitvoerleggen van straffen en het voorkomen van uitval. Op deze wijze worden alle beschikbare middelen in samenhang ingezet om er voor te zorgen dat veroordeelden (alsnog) hun straf ondergaan.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Helder (PVV), ingezonden 3 september 2012 (vraagnummer 2012Z15537)


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2027

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1733

X Noot
4

Het betreft hier jeugdigen en volwassenen (peildatum 1 september 2012).

X Noot
5

Dit zijn personen die niet in voorlopige hechtenis hebben gezeten danwel waarvan de voorlopige hechtenis is geschorst of beëindigd voordat hun veroordeling onherroepelijk is geworden en die nog een straf(restant) moeten ondergaan.

X Noot
6

Op grond van artikel 18 van de Paspoortwet.

X Noot
7

Antwoord vraag 2 van Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2027

X Noot
8

De cijfers in de nieuwsuitzending van RTL hebben betrekking op begin januari 2012, mijn eerdere antwoorden hebben betrekking op het jaar 2010.

X Noot
9

In de uitzending gaat het om volwassenen en jeugdigen en in het eerdere antwoord betrof het alleen zaken gerelateerd aan volwassenen.

X Noot
10

Dit betreft veroordelingen van jeugdigen en volwassen voor: vrijheidsstraffen, omgezette taakstraffen, boetevonnissen, ontnemingsmaatregelen en schadevergoedingsmaatregelen.

X Noot
11

Het betreft hier een momentopname op peildatum 1 september 2012

X Noot
12

Antwoord vraag 7 van Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2027

X Noot
13

Betekenen is een juridisch noodzakelijke stap om iemand te informeren over een gerechtelijke mededeling.

X Noot
14

Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 29 279, nr. 147

Naar boven