Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1733

Vragen van het lid Heerts (PvdA) aan de minister van Justitie over de ergernis van hoofdcommissaris Welten over het feit dat er in de regio Amsterdam-Amstelland 1700 veroordeelden vrij zouden rondlopen. (Ingezonden 8 januari 2009)

1

Kent u de nieuwjaarstoespraak van de heer Welten, hoofdcommissaris van de regio Amsterdam-Amstelland?1

2

Is het waar dat er in de regio Amsterdam-Amstelland circa 1700 veroordeelden die nog een vrijheidsstraf moeten ondergaan, vrij rondlopen? Zo nee, hoeveel veroordeelden betreft het dan wel? Hoeveel van deze veroordeelden onttrekken zich aan hun straf? Tegen hoeveel van deze veroordeelden zijn door het CJIB arrestatiebevelen uitgevaardigd? Hoeveel van deze veroordeelden zijn in afwachting van een oproep van het CJIB om een vrijheidsstraf te ondergaan?

3

Waarom lopen er naar schatting 1700 veroordeelden vrij rond in afwachting van hun vrijheidsstraf? Hoeveel van deze veroordeelden zijn bij verstek veroordeeld? Hoeveel van deze veroordeelden zijn na hun veroordeling vrijgelaten in afwachting van hun gevangenisstraf?

4

Hoe is de situatie in andere politieregio’s als het gaat om het aantal veroordeelden dat nog in afwachting is van een vrijheidsstraf?

5

Deelt u de ergernis van de heer Welten over het feit dat er nog vele veroordeelden vrij rondlopen? Zo ja, wat kunt u hiertegen ondernemen? Zo nee, waarom niet?

6

In hoeverre is het door de heer Welten gestelde dat «er een groot risico bestaat» dat veroordeelden die nog in afwachting zijn van hun gevangenisstraf «zich opnieuw schuldig aan strafbare feiten maken», waar? Zijn er cijfers bekend van recidive onder deze groep?

7

Is het waar dat, zoals de heer Welten stelt, het gebruikmaken van www.veroordeeldengezocht.nl juridisch «tot op de hoogste niveaus» is afgestemd? Zo ja, met wie is dit afgestemd? Is het bijvoorbeeld ook afgestemd met College Bescherming Persoonsgegevens?

8

Wat is de juridische basis voor het plaatsen van berichten op genoemde website?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Albayrak (Justitie) (ontvangen 3 maart 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1313

1

Ja.

2, 3 en 4

Het aantal van 1700 ontraceerbare veroordeelden, dat door de heer Welten is genoemd in zijn nieuwjaarstoespraak, betreft een selectie van voor zwaardere misdrijven veroordeelden die door de regiopolitie Amsterdam-Amstelland is gemaakt. Hoeveel veroordeelden die nog een vrijheidsstraf moeten ondergaan, er in de politieregio Amsterdam of in enige andere regio zijn is niet precies te zeggen omdat de verblijfplaats van de veroordeelden in deze zaken veelal niet bekend is.

Het landelijke opsporingsregister (OPS) bevat, zoals ik u tijdens de behandeling van de begroting van mijn departement vorig jaar al meldde, gegevens van ruim 50.000 veroordeelden die een vrijheidsstraf moeten ondergaan. Het gaat om principale vrijheidsstraffen en het gaat met name om vervangende hechtenis, vanwege het niet betalen van een geldboete. Het overgrote deel van die vrijheidsstraffen (91%) is korter dan drie maanden.

Het CJIB maakt voor principale vrijheidsstraffen, vervangende hechtenis ter zake van geldboetes, taakstraffen en schadevergoedingsmaatregelen alle arrestatiebevelen. Die worden vervolgens aan de regionale politiekorpsen gezonden. De veroordeelden waarvan de gegevens zich in het OPS bevinden, zijn in drie categorieën onder te verdelen:

– veroordeelden die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland hebben;

– veroordeelden die zijn vertrokken naar het buitenland;

– veroordeelden met een bekend GBA-adres, die na drie pogingen van de politie niet zijn aangetroffen op het adres van inschrijving.

Ik kan u niet zeggen hoeveel van de 1700 ontraceerbare veroordeelden er bij verstek zijn veroordeeld of hoeveel van deze veroordeelden na hun veroordeling vrijgelaten zijn in afwachting van hun gevangenisstraf.

5

Het is ontoelaatbaar dat mensen een door de rechter opgelegde straf niet ondergaan. De politie controleert dan ook geregeld of zij mensen tegenkomt die een straf hebben uitstaan. Dat doet de politie door langs te gaan op het laatst bekende adres waar iemand staat ingeschreven en ook bij controles. Toch blijft een deel buiten schot. Het is daarom dat ik tijdens de begrotingsbehandeling van mijn departement heb aangekondigd uw Kamer binnenkort een brief te sturen waarin ik maatregelen aankondig waarmee de executie verscherpt wordt.

6

Over het aantal veroordeelden, dat zich – in afwachting van hun gevangenisstraf – opnieuw schuldig maakt aan strafbare feiten, zijn mij geen gegevens bekend.

7

Ja, de internetsite www.veroordeeldengezocht.nl is tot stand gekomen na overleg tussen de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, het Openbaar Ministerie te Amsterdam en het College van procureurs-generaal.

Het College van procureurs-generaal heeft momenteel een nieuwe Aanwijzing opsporingsberichtgeving in voorbereiding, die onder meer regels en een kader biedt voor plaatsing van onherroepelijk veroordeelden op het Internet. Deze Aanwijzing, waarover het College Bescherming Persoonsgegevens advies heeft uitgebracht, zal vermoedelijk op 1 maart 2009 in werking treden. De internetsite www.veroordeeldengezocht.nl voldoet aan de vereisten van deze vernieuwde Aanwijzing opsporingsberichtgeving.

8

Het plaatsen van berichten op genoemde website is een vorm van opsporingsberichtgeving. Het gebruik van dergelijke berichtgeving dient in het geval van de onderhavige website om de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen mogelijk te maken. Dat is op grond van art. 553 Sv een taak van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft de politie nodig voor het uitvoeren van deze taak. De politie kan dat op basis van art. 2 Politiewet.

De wijze waarop het Openbaar Ministerie aan zijn taak invulling geeft, is geregeld in de Aanwijzing opsporingsberichtgeving (Scr. 16 november 2004, nr. 221/pag. 9). In die aanwijzing wordt het toetsingskader voor de afweging tussen het belang van het gebruik van opsporingsberichtgeving en het belang van de bescherming van de privacy van betrokkenen uiteengezet.

In praktijk betekent dat, dat alleen de zwaarste gevallen, waarbij het meeste risico voor de samenleving te duchten is, op de site worden geplaatst. Iedere plaatsing wordt door een officier van Justitie beoordeeld. Deze toetst bijvoorbeeld of alles is gedaan om de veroordeelde aan te houden en of het een ernstig feit is (mogelijkheid tot 8 jaar gevangenisstraf of meer).

Het College van procureurs-generaal heeft – in het licht van de wens de werkwijze uit Amsterdam in de toekomst landelijk te gaan toepassen –, mede aan de hand van de ervaringen opgedaan in Amsterdam, deze Aanwijzing aangepast en meer toegespitst op deze specifieke manier van opsporingsberichtgeving.


XNoot
1

 Nieuwjaarstoespraak Bernard Welten, 5 januari 2009.

Naar boven