Vragen van de leden Gesthuizen en Van Bommel (beiden SP) aan de ministers van Buitenlandse
Zaken en van Veiligheid en Justitie over de aanschaf van 500 Google Apps-accounts
door het ministerie van Buitenlandse Zaken (ingezonden 11 november 2011).
Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van
Veiligheid en Justitie (ontvangen 19 maart 2012).
Vraag 1
Klopt het bericht dat het ministerie van Buitenlandse Zaken, zonder pilot, 500 Google
Apps-accounts aanschaft om mailcommunicatie in geval van calamiteiten te garanderen,
zoals vermeld staat in het artikel «Buitenlandse Zaken kiest Gmail als terugvaloptie»?1
Vraag 2
Welke ministeries maken er ook gebruik van Google Apps-accounts? Wat zijn de ervaringen
van deze ministeries?
Antwoord 2
Momenteel maakt geen ander ministerie gebruik van Google Apps-accounts.
Vraag 3
Welke overwegingen heeft u doen besluiten om te kiezen voor dit specifieke systeem?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Indien calamiteiten zich voordoen dient in elk geval de normale, niet-gerubriceerde,
e-mailcommunicatie van Buitenlandse Zaken met de Nederlandse vertegenwoordigingen
in het buitenland door te kunnen gaan. Als back-up systeem is daarvoor indertijd Google
Apps gekozen, omdat deze door Google geleverde dienst op Open Standaarden is gebaseerd,
relatief goedkoop is, wereldwijd een hoge toegankelijkheid, beschikbaarheid en capaciteit
garandeert en een minimale beheerlast vraagt van de ICT-organisatie.
Vraag 4
Welke alternatieve systemen heeft u nog meer onderzocht? Op welke grond zijn deze
systemen minder goed bevonden dan het Google Apps-accounts systeem? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 4
In 2009 waren er geen prijstechnisch verantwoorde Europese e-mail clouddiensten met
wereldwijde dekking en zakelijke beschikbaarheidsgaranties.
Vraag 5
Bent u bekend met de risico’s voor de privacy en veiligheid bij het gebruik van clouddiensten
zoals eerder zijn gemeld door de AIVD?2 Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om de privacy en veiligheid te waarborgen?
Antwoord 5
Ja. Conform vigerende regels voor het verwerken van privacygevoelige en andere vertrouwelijke
informatie, mogen gebruikers geen privacygevoelige of andere vertrouwelijke informatie
delen via Google Apps-accounts.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat ondanks het rapport van de AIVD, waarin zij beschrijft dat het
gebruik van clouddiensten (zoals die van Google) eenvoudig toegankelijk zijn voor
buitenlandse geheime diensten en opsporingsinstanties, het gebruik van Google Apps-accounts
geen risico vormt voor de privacy en veiligheid van mensen?
Antwoord 6
Ja, zie het antwoord op vraag 5.
Voor de mate van garantie voor beveiliging van clouddiensten verwijs ik tevens naar
de beantwoording van de Kamervragen 2011Z151833 gesteld door lid Gesthuizen (SP), 2011Z151244 gesteld door lid Schouw (D66) en 2011Z152415 gesteld door lid Elissen (PVV) door de minister van Veiligheid en Justitie.
Vraag 7
Klopt het bericht dat er ook Nederlandse ambassades gebruik maken van Google Apps-accounts?
Zo ja, welke ambassades betreft dit? Op welke manier is zowel de privacy als de veiligheid
gewaarborgd?
Antwoord 7
Google Apps accounts kunnen worden ingezet als back-up voor communicatie met de Nederlandse
vertegenwoordigingen in het buitenland. Voor borging van privacy en vertrouwelijke
informatie verwijs ik naar het antwoord op de vragen 5 en 6.
Vraag 8
Zijn uw ministeries of zijn andere ministeries zich eveneens (op aanvullende wijze)
concreet aan het voorbereiden op een noodtoestand die het gevolg is van een overstroming?
Zo ja, op welke wijze?
Antwoord 8
Alle ministeries werken aan een goede voorbereiding op verstoring van ICT en elektriciteit
(ongeacht de oorzaak) door het opstellen van continuïteitsplannen. In deze plannen wordenweerbaarheid
maatregelen opgenomen om de continuïteit van de kritieke processen van de ministeries
te borgen.
Hierover zal in het voorjaar van 2012 aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd in
de Voortgangsbrief Nationale Veiligheid.
X Noot
2Kwetsbaarheidsanalyse spionage, AIVD, 1 april 2010.
X Noot
3Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3515.
X Noot
4Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3514.
X Noot
5Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3516 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3681.