Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bestrijding van de eikenprocessierups (ingezonden 12 mei 2010).

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 15 juli 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2595.

Vraag 1

Is het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups, sinds mijn vragen in augustus 2004 over chaos bij de bestrijding van deze rups, toegenomen en kunt u uiteenzetten welke inspanningen u hebt ondernomen om deze verspreiding tegen te gaan?1

Antwoord 1

Ja, het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups in Nederland is de afgelopen jaren toegenomen. Deze uitbreiding is niet tegen te houden, net zo min als de klimaatverandering die haar veroorzaakt. Ook buurlanden België en Duitsland (Nordrhein Westfahlen) hebben hiermee te maken en signaleren een toename van de verspreiding en een lokale toename van de aantallen.

Omdat het wegnemen van de oorzaak van de verspreiding niet mogelijk is, is het zaak om de problematiek van de eikenprocessierups beheersbaar te maken. Zoals mijn voorganger en ik eerder hebben aangegeven2, is het nemen van passende maatregelen de verantwoordelijkheid van de betreffende terreineigenaar c.q. -beheerder.

Terreineigenaren en beheerders zoals gemeenten en andere instanties, worden ondersteund door de kennis en expertise van de Plantenziektenkundige Dienst. Gemeenten kunnen burgers voorlichten over de aanwezigheid van de eikenprocessierups in hun gemeente en de risico’s daarvan.

Om deze kennis en expertise beter te ontsluiten, heb ik in 2007 bij de Plantenziektenkundige Dienst een Aanspreekpunt Eikenprocessierups ingesteld. Daarnaast is onder voorzitterschap van de Plantenziektenkundige Dienst in 2007 een landelijke expertgroep eikenprocessierups opgericht om kennis uit te wisselen over beheersing en bestrijding en om als onafhankelijk adviesorgaan te fungeren voor instanties met vragen. Leden van de expertgroep stellen gezamenlijk met de Plantenziektenkundige Dienst de Leidraad Update beheersing eikenprocessierups op. De kennis wordt voor het publiek en instanties ontsloten door middel van een website www.minlnv.nl\eikenprocessierups.

Vraag 2

Wat is uw oordeel over een proef om de eikenprocessierups te bestrijden door parasitering?

Antwoord 2

Gezien de nadelen van de huidige bestrijdingsmaatregelen met biologische middelen, chemische middelen en mechanische vormen van bestrijding, zoals het wegzuigen en afbranden van nesten, sta ik positief tegenover ontwikkelingen om natuurlijke vijanden in te zetten voor de beheersing van de eikenprocessierups.

Vraag 3

Zijn er risico’s voor verspreiding van deze parasiet onder rupsen van andere vlindersoorten?

Antwoord 3

Effecten van bestrijding door parasitering op rupsen van andere vlinders zijn niet uit te sluiten, maar dit risico kan worden verkleind met een zorgvuldige timing.

Vraag 4

Is er een vergunning vereist voor het uitzetten van parasieten ter bestrijding van insectensoorten?

Antwoord 4

Producten met insectenparasitaire nematoden mogen worden toegepast zonder een toelating binnen de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Wel is voor het uitzetten van nematoden ontheffing dan wel vrijstelling van de Flora- en faunawet vereist. Voor de nematode in kwestie (Steinernema feltiae) geldt een vrijstelling van de Flora- en faunawet.

Vraag 5

Acht u de klinische symptomen die bij mensen door brandharen van de eikenprocessierups kunnen worden veroorzaakt en door u in de beantwoording van eerdere vragen3 omschreven, slechts overlast of een risico voor de volksgezondheid?

Antwoord 5

Blootstelling aan brandharen van eikenprocessierupsen kan gezondheidseffecten veroorzaken. Het merendeel van de klachten verdwijnt na enkele dagen tot weken. Echter, in zeldzame gevallen is er sprake van een ernstige individuele bedreiging van de gezondheid, bijvoorbeeld bij het optreden van een zware allergische reactie (anafylactische shock), of oogproblemen.

Geconcludeerd kan worden dat de klinische symptomen (zie bijlage4) van de brandharen reële gezondheidsklachten betreffen. De omvang van de effecten op de volksgezondheid wordt bepaald door de omvang van het verspreidingsgebied, de ernst van de besmetting van bomen met rupsen en door de mate waarin burgers risico’s kennen en die weten te vermijden.

Vraag 6

Acht u het in het belang van de volksgezondheid nodig om de eikenprocessierups harder aan te pakken ? Wordt het geen tijd voor een landelijk gecoördineerd bestrijdingsprogramma en meer aandacht voor onderzoek naar de bestrijdingsmogelijkheden? Zo ja, welke stappen kunnen worden verwacht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De klinische symptomen van de brandharen geven reële gezondheidsklachten. Bestrijding heeft tot doel om het verspreidingsgebied en de mate van besmetting van bomen te beperken. Op die manier kan het effect op de volksgezondheid beperkt blijven.

Zie verder mijn antwoord op vraag 1.


XNoot
1

Dit is de dag, 10 mei 2010.

XNoot
2

Tweede Kamer, 2006–2007, Aanhangsel van de Handelingen 2060 en Tweede Kamer, 2004–2005, Aanhangsel van de Handelingen 241.

XNoot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2004–2005, nr. 1933.

XNoot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven