14 (1960) Nr. 42

A. TITEL

Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot de regeling van de met de grens verband houdende vraagstukken en andere tussen beide landen bestaande problemen

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken,

(Grensverdrag);

(met Bijlagen en Slotprotocol)

’s-Gravenhage, 8 april 1960

B. TEKST

De Nederlandse en de Duitse tekst van het Algemeen Verdrag zijn geplaatst in Trb. 1960, 67.

De Nederlandse en de Duitse tekst van het Grensverdrag, met Bijlagen en Slotprotocol, zijn geplaatst in Trb. 1960, 68.

De Nederlandse en de Duitse tekst van het op 30 oktober 1980 te Bonn tot stand gekomen Eerste Verdrag inzake grenscorrecties ter herziening van het Grensverdrag zijn geplaatst in rubriek B van Trb. 1981, 9.

De Nederlandse en de Duitse tekst van het Verdrag tot wijziging van het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag) zijn geplaatst in Trb. 2002, 90.

Uitvoeringsverdragen

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 3 december 1971 te Herwen totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1973, 12.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 20 september 1972 te Kranenburg totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1973, 12.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 6 april 1973 te Terborg totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1973, 160.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 8 juni 1973 te Lochem/Ahaus totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1974, 33.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 12 september 1975 te Tüddern totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1976, 27.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 16 oktober 1975 te Nordhorn/Almelo totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1978, 56.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 9 juni 1976 te Hardenberg totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1977, 2. Zie voor correcties in de Duitse tekst rubriek J van Trb. 1979, 110.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 14 februari 1978 te Terborg/Münster totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1978, 112.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 19 oktober 1978 te Lochem/Borken totstandgekomen waterschapsovereenkomsten ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1979, 110. Zie voor een correctie in de Duitse tekst rubriek J van Trb. 1980, 94.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 16 november 1979 te Venlo totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1980, 94.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 21 maart 1980 te Weeze totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1980, 137.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 7 september 1981 te Almelo/Gronau totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1981, 257.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 8 maart 1983 te Coevorden totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1983, 137.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 12 maart 1986 te Almelo//Nordhorn/Achterberg totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1987, 43.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 21 januari 1988 te Vlodrop totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1989, 72.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 21 september 1988 te Herwen totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1989, 72.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 5 juni 1989 te Druten totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1990, 66.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 25 september 1990 te Sittard totstandgekomen waterschapsovereenkomsten ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1991, 66.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 29 september 1992 te Sittard totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1993, 165.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 7 december 1993 te Bergen (Duitsland) totstandgekomen waterschapsovereenkomst ter uitvoering van het Grensverdrag zie rubriek J van Trb. 1997, 92.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 24 maart 1994 te Sittard totstandgekomen Overeenkomst tot wijziging van de op 12 september 1975 te Tüddern totstandgekomen waterschapsovereenkomst zie rubriek J van Trb. 1994, 236.

Voor de Nederlandse en de Duitse tekst van de op 22 mei 2008 te Doetinchem totstandgekomen waterschapsovereenkomst zie Trb. 2009, 76.


Op 8 december 2008 is te Doetinchem een Overeenkomst tot stand gekomen tot aanpassing van de op 3 december 1971 te Herwen totstandgekomen waterschapsovereenkomst. De Nederlandse en de Duitse tekst van deze Overeenkomst luiden als volgt:


Overeenkomst tussen het Wasserverband Netterdenscher Kanal en het waterschap Rijn en IJssel inzake het gemaal Kandia

Het Wasserverband Netterdenscher Kanal (hierna te noemen: het Wasserverband), vertegenwoordigd door de voorzitter en het waterschap Rijn en IJssel (hierna te noemen: het waterschap), vertegenwoordigd door de dijkgraaf gaan van de volgende overwegingen uit:

  • a. Op 3 december 1971 is tussen het Duitse Wasserverband Netterdenscher Kanal en het Nederlandse Polderdistrict Oude Rijn de overeenkomst getekend inzake de bouw en exploitatie van het gemaal Kandia.

  • b. De rechten en plichten uit deze overeenkomst zijn overgegaan op het Wasserverband en het waterschap.

  • c. Het Wasserverband en het waterschap hebben besloten de overeenkomst inzake het gemaal Kandia, getekend op 3 december 1971 aan te passen in verband met noodzakelijke renovatie en ecologische verbetering.

  • d. Deze aanpassingsovereenkomst heeft betrekking op het gebied dat is aangegeven op de bij deze overeenkomst behorende en gewaarmerkte kaart.

    Het in Duitsland gelegen gebied met een omvang van 3782 hectare is met de kleur geel aangegeven. Het in Nederland gelegen gebied met een omvang van 6053 hectare is met de kleur rood aangegeven. De kaart is als bijlage 1 bijgevoegd en maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.

  • e. Om de bij hoge waterstanden van het Pannerdensch Kanaal optredende afwateringsmoeilijkheden en overstromingen tegen te gaan, achten het Wasserverband en het waterschap het noodzakelijk een goede afwatering – in het bijzonder bij hoge waterstanden – te continueren door renovatie van het gemaal aan de monding van de Oude Rijn.

  • f. Dit gemaal wordt door het waterschap gerenoveerd, bediend, beheerd en onderhouden, alsmede zonodig uitgebreid en verbeterd. Het Wasserverband draagt in de daardoor ontstane kosten bij naar rato van haar aandeel in het gezamenlijke stroomgebied.

Dienovereenkomstig sluiten het Wasserverband en het waterschap met inachtneming van hoofdstuk 4, artikel 59, van het Grensverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland van 8 april 1960, een aanpassingsovereenkomst (hierna te noemen: de overeenkomst).

Artikel 1

  • 1. Het waterschap is verplicht het gemaal aan de monding van de Oude Rijn in het Pannerdensch Kanaal te renoveren en dit, indien nodig, uit te breiden of te verbeteren, eveneens verbeteringen voor de ecologie.

  • 2. Het waterschap is bovendien verplicht, het gemaal te bedienen, te beheren en te onderhouden.

Artikel 2

  • 1. De renovatie van het gemaal en alle mogelijke uitbreidingen of verbeteringen worden uitgevoerd overeenkomstig plannen, die door het Wasserverband en het waterschap in onderlinge overeenstemming worden opgesteld.

  • 2. Bij het nakomen van zijn verplichting tot exploiteren, beheren en onderhouden als bedoeld in artikel 1, tweede lid, zal het waterschap de overeenkomst, getekend door het Wasserverband Netterdenscher Kanal op 21 mei 2008 en getekend door Waterschap Rijn en IJssel op 22 mei 2008, nakomen. Deze overeenkomst is als bijlage 2 bijgevoegd en maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.

Artikel 3

  • 1. Voor het begin van elk rekeningsjaar (kalenderjaar) maakt het waterschap met voorafgaande instemming van het Wasserverband

    • a. een raming op van de kosten voor de verwachte renovatie-, verbeterings- en uitbreidingswerkzaamheden.

    • b. een begroting op van de overige verwachte inkomsten en uitgaven met de uitvoering van deze overeenkomst in verband staande, en van de dienovereenkomstig ten laste van het Wasserverband komende bijdrage in de kosten. De uitgaven dienen binnen de voormelde raming en begroting te blijven.

  • 2. Uitgaven, waarin in de raming of begroting niet, of tot een lager bedrag, is voorzien, behoeven de voorafgaande toestemming van het Wasserverband; indien verhoging van de bemalingskosten noodzakelijk is, doch de omstandigheden bijzonder snel optreden vereisen, is de voorafgaande toestemming van de voorzitter van het Wasserverband voldoende.

  • 3. Voor 30 juni van elk jaar legt het waterschap het Wasserverband een afrekening voor van alle inkomsten en uitgaven van het verstreken rekeningsjaar.

  • 4. Het Wasserverband is gerechtigd om met twee vertegenwoordigers deel te nemen aan de beraadslaging in de vergaderingen van het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap over aangelegenheden, die verband houden met de uitvoering van deze overeenkomst. Het waterschap zendt de uitnodiging voor de vergadering met inachtneming van een voldoend ruime termijn.

    Het waterschap Rijn en IJssel is eveneens gerechtigd om met twee vertegenwoordigers deel te nemen aan de beraadslaging in de vergaderingen van de bestuursorganen van het Wasserverband over aangelegenheden, die verband houden met de uitvoering van deze overeenkomst. De uitnodiging voor de vergadering wordt verzonden met inachtneming van een voldoend ruime termijn.

  • 5. De wettige vertegenwoordiger van het Wasserverband of de door hem hiertoe aangewezen personen hebben het recht zich te allen tijde van de toestand van het gemaal, alsmede van de exploitatie het beheer en het onderhoud daarvan te overtuigen; zij hebben het recht inzage te nemen van de daarmede verband houdende bescheiden van het waterschap.

Artikel 4

  • 1. Het Wasserverband verbindt zich een aandeel van 39 procent te dragen van de kosten welke het waterschap maakt ter nakoming van de in artikel 1 omschreven verplichtingen (uitvoeringskosten). De ingevolge de vorige volzin bepaalde kosten worden verhoogd met 10% geldende als beheerskosten.

  • 2. Indien ten gevolge uitgevoerde werkzaamheden de waterhoeveelheden in het gemeenschappelijke stroomgebied aanmerkelijk zouden toenemen, treffen het Wasserverband en het waterschap ter zake van de hieruit voortvloeiende kostenverhoging een nieuwe regeling.

  • 3. Het Wasserverband onderscheidenlijk het waterschap zijn verplicht elkaar tijdig op de hoogte te brengen van de aanvang van werkzaamheden als boven bedoeld.

Artikel 5

  • 1. Het aandeel in de kosten voor de uitvoering van de renovatie en van mogelijke uitbreidings- en verbeteringswerkzaamheden dient het Wasserverband onverwijld doch in elk geval binnen 30 dagen na overlegging van de rekeningen te betalen.

  • 2. De betalingen geschieden in euro’s.

Artikel 6

  • 1. Wanneer de verhouding tussen de oppervlakken van de delen van het stroomgebied meer dan 5% wordt gewijzigd, zullen het Wasserverband en het waterschap een dienovereenkomstige wijziging vast te stellen van de in het eerste lid van artikel 4 gegeven kostenverdeling.

  • 2. De wijziging ingevolge het eerste lid behoeft geen goedkeuring van de van de regering van het koninkrijk der Nederlanden en van de regering van de Bondsrepubliek Duitsland.

Artikel 7

  • 1. Het Wasserverband en het waterschap kunnen zelf voor betere bemaling van hun gebieden op hun eigen kosten aanvullende inrichtingen bouwen en exploiteren.

  • 2. Een betere bemaling dient te worden aangemerkt, als een handeling in de zin van het tweede lid van artikel 4.

  • 3. Dat geldt niet voor de normale natuurlijke of door middel van kunstwerken geregelde afwatering van voor landbouwdoeleinden gebezigde gronden.

Artikel 8

Na beëindiging van de overeenkomst zal het waterschap aan het Wasserverband diens aandeel in de kosten voor de bouw/renovatie van het gemaal en mogelijke verbeteringen en uitbreidingen terugbetalen. De grootte van het aandeel wordt vastgesteld aan de hand van de boekwaarde die het gemaal ten tijde van het beëindiging van de overeenkomst heeft.

Artikel 9

  • 1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor 30 jaar. Als zij niet drie jaar voor de afloopdatum wordt opgezegd, wordt zij telkens voor tien jaar stilzwijgend verlengd.

  • 2. De opzegging dient te geschieden per aangetekende brief.

Artikel 10

Deze overeenkomst treedt in werking op het tijdstip dat het Wasserverband en het waterschap in onderling overleg bepalen.

Bijlagen:

  • 1. Kaart Overeenkomst gemaal Kandia, stroomgebieden, december 2008.

  • 2. Overeenkomst inzake de streefpeilen op de Oude Rijn, d.d. 21 mei en 22 mei 2008.1)

Aldus in viervoud opgemaakt, elk in de Nederlandse en de Duitse taal ondertekend, waarbij beide teksten gelijkelijk gezaghebbend zijn.

Doetinchem, 8 december 2008

De dijkgraaf,

H. VAN BRINK

Waterschap Rijn en IJssel

Emmerich-Hüthum, 4 december 2008

De voorzitter,

C. ALBERS

Wasserverband Netterdenscher Kanal



Vereinbarung zwischen dem Wasserverband Netterdenscher Kanal und der Waterschap Rijn en IJssel über das Pumpwerk Kandia

Der Wasserverband Netterdenscher Kanal (im folgenden, der Wasserverband genannt), vertreten durch den Vorsitzenden und die Waterschap Rijn en IJssel (im folgenden die Waterschap), vertreten durch den Deichgräf, gehen von folgenden Überlegungen aus:

  • a. Am 3. December 1971 wurde die Vereinbarung bezüglich des Baus und der Unterhaltung des Pumpwerkes Kandia zwischen dem deutschen Wasserverband Netterdenscher Kanal und dem niederländischen Polderdistrict Oude Rijn unterschrieben.

  • b. Die Rechte und Pflichten aus dieser Vereinbarung sind auf den Wasserverband und die Waterschap übertragen worden.

  • c. Der Wasserverband und die Waterschap haben beschlossen, die Vereinbarung bezüglich des Pumpwerkes Kandia, unterschrieben am 3 Dezember 1971, aufgrund der notwendigen Sanierung und zur ökologischen Verbesserung zu überarbeiten.

  • d. Diese Ergänzungsvereinbarung bezieht sich auf das Gebiet, welches auf der dieser Vereinbarung zugehörigen und entsprechend gekennzeichneten Karte dargestellt ist. Das in Deutschland gelegene Gebiet, mit einer Gröβe von 3782 ha ist in Gelb dargestellt. Das in den Niederlanden gelegene Gebiet, mit einer Gröβe von 6053 ha ist in Rot dargestellt. Der Plan ist als Anlage 1 beigefügt und ist Bestandteil dieser Vereinbarung.

  • e. Um die bei erhöhten Wasserständen des Pannerden’schen Kanals auftretenden Vorfluterschwernisse und Überströmungen zu verhindern, halten der Wasserverband und die Waterschap es für erforderlich, eine gute Entwässerung – insbesondere zu Hochwasserzeiten – durch die Sanierung des Pumpwerkes an der Mündung des Oude Rijns sicher zu stellen.

  • f. Dieses Pumpwerk wird durch die Waterschap saniert, bedient, verwaltet und unterhalten, sowie erforderlichenfalls erweitert und verbessert. Der Wasserverband leistet seinen Beitrag zu den hierdurch enstehenden Kosten seinem Anteil entsprechend von ihm an dem Gesamteinzugsgebiet.

Dem gemäβ schlieβen der Wasserverband und die Waterschap unter Beachtung von Kapitel 4, Artikel 59 des Grenzvertrages zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlanden vom 8. April 1960, eine ergänzende Vereinbarung (im folgenden die Vereinbarung).

Artikel 1

  • 1. Die Waterschap ist verpflichtet das Pumpwerk an der Mündung des Oude Rijns in den Pannerden’schen Kanal zu sanieren und dieses wenn erforderlich zu erweitern oder zu verbessern, wie z.B. hinsichtlich die ökologischen Verbesserung.

  • 2. Die Waterschap ist darüber hinaus verpflichtet, das Pumpwerk zu betreiben, zu verwalten und zu unterhalten.

Artikel 2

  • 1. Die Sanierung des Pumpwerkes sowie alle etwaigen Erweiterungen oder Verbesserungen sind nach Plänen auszuführen, die durch den Wasserverband und die Waterschap im beiderseitigen Einvernehmen aufgestellt werden.

  • 2. Bei der Erfüllung seiner Pflicht zum Betrieb sowie zur Verwaltung und Unterhaltung im Sinne von Artikel 1, Absatz 2 wird die Waterschap die Vorschriften, beschrieben in der Vereinbarung unterschrieben am 21. Mai 2008 durch den Wasserverband Netterdenscher Kanal und unterschrieben durch die Waterschap am 22. Mai 2008, nachkommen. Diese Vereinbarung ist als Anlage 2 beigefügt und ist Bestandteil dieser Vereinbarung.

Artikel 3

  • 1. Vor Beginn eines jeden Rechnungsjahres (Kalenderjahr) stellt die Waterschap im vorherigen Einvernehmen mit dem Wasserverband

    • a. für die voraussichlichen Sanierungs-, Verbesserungs-, und Erweiterungsarbeiten einen Kostenvoranschlag.

    • b. über die übrigen, mit der Durchführung dieser Vereinbarung zusammenhängenden voraussichtlichen Einnahmen und Ausgaben und die dem gemäβ vom Wasserverband zu tragenden Lasten einen Haushaltsplan auf.

    Die Ausgaben haben sich nach diesem Kostenvoranschlag und dem Haushaltsplan zu richten.

  • 2. Über- und auβerplanmäβige Ausgaben bedürfen der vorherigen Zustimmung des Wasserverbandes; bei der erforderlichen Erhöhung der Pumpkosten reicht jedoch im Falle besonderer Eilbedürfigkeit die vorherige Zustimmung des Vorsitzenden des Wasserverbandes aus.

  • 3. Spätestens bis zum 30. Juni eines jeden Jahres legt die Waterschap dem Wasserverband eine Abrechnung über alle Einnahmen und Ausgaben des vergangenen Rechnungsjahres vor.

  • 4. Der Wasserverband hat das Recht, mit zwei Vertretern an allen Sitzungen des Vorstandes oder des geschäftsführenden Ausschusses der Waterschap teilzunehmen, soweit die Sitzungen Gegenstände dieser Vereinbarung betreffen. Zu diesen Sitzungen lädt die Waterschap unter Einhaltung einer ausreichenden Frist ein.

    Die Waterschap hat ebenfalls das Recht mit zwei Vertretern an allen Sitzungen des Wasserverbandes teilzunehmen, soweit die Sitzungen Gegenstände dieser Vereinbarung betreffen. Der Wasserverband lädt zu der Sitzung unter Einhaltung einer ausreichender Frist ein.

  • 5. Der satzungsgemäβe Vertreter des Wasserverbandes oder die von diesem hierzu beauftragten Personen sind berechtigt, sich jederzeit vom Zustand des Pumpwerkes sowie von dessen Betrieb, Verwaltung und Unterhaltung zu überzeugen; sie haben das Recht, in die entsprechenden Akten und Unterlagen der Waterschap Einsicht zu nehmen.

Artikel 4

  • 1. Der Wasserverband verpflichtet sich einen Anteil von 39% der Kosten, die die Waterschap hat in Folge der Verpflichtungen, die in Artikel 1 aufgeführt sind, zu tragen (Ausführungskosten). Auf die in dem vorgehenden Satz festgesetzten Kosten wird ein Verwaltungskostenzuschlag von 10% erhoben.

  • 2. Sollten sich in Folge der ausgeführten Arbeiten die Wassermengen im gemeinsamen Einzugsgebiet erheblich erhöhen, so treffen der Wasserverband und die Waterschap über die hieraus zu erwartenden Mehrkosten eine neue Regelung.

  • 3. Sowohl der Wasserverband als auch die Waterschap sind verpflichtet einander rechtzeitig über den Umfang der Eingriffe, wie oben erwähnt, zu informieren.

Artikel 5

  • 1. Der Kostenanteil für die Durchführung der Sanierung und die eventuellen Erweiterungs- und Verbesserungsarbeiten hat der Wasserverband unverzüglich, spätestens jedoch innerhalb von drei Monaten nach Vorlage der Rechnungen, zu zahlen.

  • 2. Die Zahlungen werden in Euro geleistet.

Artikel 6

Ändert sich das Gröβenverhältnis der Einzugsgebietsteile zueinander um mehr als 5%, werden der Wasserverband und die Waterschap eine entsprechende Änderung der in Artikel 4 Absatz 1 getroffenen Kostenverteilung vereinbaren.

Artikel 7

  • 1. Der Wasserverband und die Waterschap können selbst zur besseren Entwässerung ihrer Gebiete auf ihre Kosten zusätzliche Einrichtungen errichten und betreiben.

  • 2. Eine bessere Entwässerung ist als Einwirkung im Sinne von Artikel 4 Absatz 2 anzusehen.

    Das gilt nicht für die normale natürliche oder künstliche Entwässerung landwirtschaftlich genutzter Flächen.

Artikel 8

Nach Beendigung der Vereinbarung wird die Waterschap dem Wasserverband dessen Anteil an den Kosten für den Bau/Sanierung des Pumpwerkes sowie für etwaige Verbesserungen und Erweiterungen zurückerstatten. Die Gröβe des Anteils berechnet sich nach dem Buchungswert, den das Pumpwerk zur Zeit der Beendigung der Vereinbarung besitzt.

Artikel 9

  • 1. Diese Vereinbarung wird auf die Dauer von dreiβig Jahren geschlossen. Wird sie nicht drei Jahre vor Ablauf ihrer Dauer gekündigt, verlängert sie sich stillschweigend jeweils um weitere zehn Jahre.

  • 2. Die Kündigung hat durch eingeschriebenen Brief zu erfolgen.

Artikel 10

Dieser Vereinbarung bedarf der Genehmigung der Regierung des Königreichs der Niederlanden und der Regierung der Bundesrepublik Deutschland. Sie tritt in Kraft zu dem Zeitpunkt die der Wasserverband und die Waterschap nach gemeinsame Beratung bestimmen.

Anlagen:

  • 1. Karte Vereinbarung Pumpwerk Kandia, Einzugsgebiete, Stand Dezember 2008.

  • 2. Vereinbarung über die einzuhaltenden Wasserstände oberhalb des Pumpwerkes Kandia im Oude Rijn, vom 21 und 22 Mai 2008.

In 4-facher Ausfertigung, in niederländischer und deutscher Sprache aufgestellt und unterschrieben, wobei jeder Wortlaut gleichermaβen verbindlich ist.

Doetinchem,

Der Deichgräf,

H. VAN BRINK

Waterschap Rijn en IJssel

Emmerich-Hüthum, 4. dez. 2008

Der Vorstehe,

C. ALBERS

Wasserverband Netterdenscher Kanal

trb-2010-83-001.png

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1963, 114 en voor de wijzigingsverdragen van 30 oktober 1980 en 25 februari 2002 Trb. 1982, 163 respectievelijk Trb. 2004, 146.

Zie voor de uitvoeringsverdragen de rubrieken J van Trb. 1973, 12 en 160, Trb. 1974, 33, Trb. 1976, 27 en 70, Trb. 1977, 2, Trb. 1978, 56 en 112, Trb. 1979, 55, 110 en 171, Trb. 1980, 94 en 137, Trb. 1981, 152 en 257, Trb. 1982, 163, Trb. 1983, 137, Trb. 1984, 26, Trb. 1987, 43, Trb. 1989, 72, Trb. 1990, 66, Trb. 1991, 66, Trb. 1994, 236, Trb. 1997, 92 en Trb. 2009, 76.

In overeenstemming met artikel 13, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen is de op 22 mei 2008 te Doetinchem tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Nederlandse Waterschap Rijn en IJssel (het voormalige Polderdistrict Oude Rijn) en het Duitse Wasserverband Netterdenscher Kanal, inzake de streefpeilen op de Oude Rijn medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 20 juli 2009.


De Overeenkomst van 8 december 2008 behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1963, 114, Trb. 1976, 27 en 70, Trb. 1978, 56, Trb. 1979, 55 en 171, Trb. 1981, 152 en 203, Trb. 1982, 163, Trb. 1984, 26 1) en 51 en 92, Trb. 1989, 72, Trb. 1991, 66, Trb. 1997, 248, Trb. 2004, 147 en Trb. 2009, 76.

De bepalingen van de Overeenkomst van 8 december 2008 zijn op 1 april 2009 in werking getreden.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en overige verdragsgegevens Trb. 1960, 68, Trb. 1963, 115, Trb. 1973, 12 en 160, Trb. 1974, 33, Trb. 1976, 27 en 70, Trb. 1977, 2, Trb. 1978, 56 en 112, Trb. 1979, 110, Trb. 1980, 94 en 137, Trb. 1981, 203 en 257, Trb. 1983, 137, Trb. 1987, 43, Trb. 1989, 72, Trb. 1990, 66, Trb. 1991, 66, Trb. 1993, 165, Trb. 1994, 236, Trb. 1997, 92, Trb. 2004, 147 en Trb. 2009, 76.

Uitgegeven de zestiende maart 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

Noot redactie Tractatenblad: de Overeenkomst is opgenomen in Trb. 2009, 76.

XNoot
1)

In Trb. 1984, 26 is abusievelijk vermeld dat de op 7 september 1981 te Gronau tot stand gekomen Overeenkomst over het onderhoud van de Dinkel in het grensgebied bij Gronau op 10 oktober 1983 in werking is getreden. Dit dient 10 november 1983 te zijn.

Naar boven