A. TITEL

Verdrag tot wijziging van het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag);

Venlo, 25 februari 2002

B. TEKST

Verdrag tot wijziging van het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Bondsrepubliek Duitsland,

Voornemens het Verdrag van 8 april 1960 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken te wijzigen,

Geleid door de wens de goede nabuurschappelijke betrekkingen te bevorderen,

Met het doel, onder instandhouding van de tot dusver in het grensverdrag vervatte bijzondere bepalingen, de transitweg Schinveld–Koningsbosch aan te sluiten aan het Duitse wegennet (Landesstraße 228, Bundesstraße 56 en Bundesstraße 56 n) en het onderhoud aan deze weg over te dragen aan de naar Duits recht bevoegde dienst belast met de bouw, het beheer en het onderhoud van wegen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

1. Artikel 48 van het Grensverdrag wordt doorgehaald en niet vervangen.

2. Artikel 49 van het Grensverdrag wordt als volgt opnieuw geformuleerd:

„Artikel 49

1. De bevoegde Duitse autoriteiten zullen alleen in overeenstemming met de Nederlandse Rijkswaterstaat verkeersbeperkingen gelasten op de weg Schinveld-Koningsbosch.

2. Ten behoeve van de uitoefening van het verkeerstoezicht alsmede het politietoezicht en de grensbewaking en het douanetoezicht op deze weg mogen de bevoegde Duitse politie- en douanebeambten zich over Nederlands grondgebied begeven. De tweede en derde volzin van artikel 38 zijn van overeenkomstige toepassing. Dit laat onverlet de artikelen 20 en 21 van de Overeenkomst van 18 december 1997 opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nummer C 24/2 van 23 januari 1998) en de artikelen 40 en 41 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990."

3. Artikel 50 van het Grensverdrag wordt als volgt opnieuw geformuleerd:

„Artikel 50

De in artikel 33, letters a tot en met g, genoemde wegen worden, voorzover zij gelegen zijn op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland door de naar Duits recht bevoegde dienst belast met de aanleg, het beheer en het onderhoud van wegen behoorlijk onderhouden en vernieuwd in overeenstemming met de verkeersbehoeften. Op verkeersrechtelijke bijzonderheden op de weg Schinveld–Koningsbosch voor transitverkeer wordt gewezen met behulp van verkeersborden per rijrichting van de verkeersdeelnemers op het Duitse en Nederlandse grondgebied."

Artikel 2

Overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties doet de Bondsrepubliek Duitsland dit Verdrag onverwijld na de inwerkingtreding ervan registreren bij het Secretariaat van de Verenigde Naties. De andere Verdragsluitende Staat wordt onder vermelding van het VN-registratienummer in kennis gesteld van de registratie zodra deze bevestigd is door het Secretariaat van de Verenigde Naties.

Artikel 3

Dit Verdrag geldt voor dezelfde duur als het Grensverdrag.

Artikel 4

1. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd; de akten van bekrachtiging worden zo spoedig mogelijk uitgewisseld in Berlijn.

2. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de uitwisseling van de akten van bekrachtiging.

GEDAAN te Venlo op 25 februari 2002, in twee exemplaren, in de Nederlandse en de Duitse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) T. NETELENBOS

Voor de Bondsrepubliek Duitsland

(w.g.) CHRISTOPH ZÖPEL

(w.g.) HANS JÜRGEN HUBER


Vertrag über die Änderung des Vertrages vom 8. April 1960 zwischen dem Königreich der Niederlande und der Bundesrepublik Deutschland über den Verlauf der gemeinsamen Landgrenze, die Grenzgewässer, den grenznahen Grundbesitz, den grenzüberschreitenden Binnenverkehr und andere Grenzfragen (Grenzvertrag)

Das Königreich der Niederlande

und

die Bundesrepublik Deutschland,

in der Absicht, den Vertrag vom 8. April 1960 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über den Verlauf der gemeinsamen Landgrenze, die Grenzgewässer, den grenznahen Grundbesitz, den grenzüberschreitenden Binnenverkehr und andere Grenzfragen zu ändern,

in dem Wunsch, die guten nachbarschaftlichen Verbindungen zu fördern,

mit dem Ziel, unter Aufrechterhaltung der bisher im Grenzvertrag enthaltenen Sonderregelungen, die Transitstraße Schinveld-Koningsbosch an das deutsche Straßennetz (Landesstraße 228, Bundesstraße 56 und Bundesstraße 56 n) anzuknüpfen und die Baulast an dieser Straße an den nach deutschem Recht jeweils zuständigen Baulastträger zu übertragen –

sind wie folgt übereingekommen:

Artikel 1

1. Artikel 48 des Grenzvertrages wird ersatzlos gestrichen.

2. Artikel 49 des Grenzvertrages erhält folgende Fassung:

»Artikel 49

1. Die zuständigen deutschen Behörden werden Verkehrsbeschrän-kungen auf der Straße Schinveld-Koningsbosch nur im Einvernehmen mit dem niederländischen »Rijkswaterstaat« anordnen.

2. Zur Ausübung der Verkehrsaufsicht sowie der grenzpolizeilichen und zollrechtlichen Überwachung auf dieser Straße dürfen die zuständigen deutschen Polizei- und Zollbeamten niederländisches Hoheitsgebiet überqueren. Artikel 38 Satz 2 und Satz 3 gelten entsprechend. Unberührt hiervon bleiben Artikel 20 und 21 des Übereinkommens vom 18. Dezember 1997 aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union über gegenseitige Amtshilfe und Zusammenarbeit der Zollverwaltungen (Amtsblatt der Europäischen Gemeinschaften Nummer C 24/2 vom 23. Januar 1998) und Artikel 40 und 41 des Schengener Durchführungsübereinkommens vom 19. Juni 1990.«

3. Artikel 50 des Grenzvertrages erhält folgende Fassung:

»Artikel 50

Die in Artikel 33 Buchstabe a bis g bezeichneten Straßen werden, soweit sie im Gebiet der Bundesrepublik Deutschland belegen sind, von dem nach deutschem Recht jeweils zuständigen Baulastträger in einer dem Verkehrsbedürfnis entsprechenden Weise ordnungsgemäß unterhalten und erneuert. Auf verkehrsrechtliche Besonderheiten der Straße Schinveld–Koningsbosch für den Transitverkehr wird durch ein Hinweisschild jeweils in Fahrtrichtung der Verkehrsteilnehmer auf deutschem und niederländischem Hoheitsgebiet hingewiesen.«

Artikel 2

Die Registrierung dieses Vertrages beim Sekretariat der Vereinten Nationen nach Artikel 102 Charta der Vereinten Nationen wird unverzüglich nach seinem Inkrafttreten von der Bundesrepublik Deutschland veranlasst. Der andere Vertragsstaat wird unter Angabe der VN-Registrierungsnummer von der erfolgten Registrierung unterrichtet, sobald diese vom Sekretariat der Vereinten Nationen bestätigt worden ist.

Artikel 3

Dieser Vertrag gilt für dieselbe Dauer wie der Grenzvertrag.

Artikel 4

1. Dieser Vertrag bedarf der Ratifikation; die Ratifikationsurkunden werden so bald wie möglich in Berlin ausgetauscht.

2. Dieser Vertrag tritt am ersten Tag des zweiten Monats nach Austausch der Ratifikationsurkunden in Kraft.

GESCHEHEN zu Venlo am 25. Februar 2002 in zwei Urschriften, jede in niederländischer und deutscher Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.

Für das Königreich der Niederlande

(gez.) T. NETELENBOS

Für die Bundesrepublik Deutschland

(gez.) CHRISTOPH ZÖPEL

(gez.) HANS JÜRGEN HUBER


D. PARLEMENT

Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.

E. BEKRACHTIGING

Bekrachtiging van het Verdrag is voorzien in artikel 4, eerste lid.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 4, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na de uitwisseling van de akten van bekrachtiging.

J. GEGEVENS

Het Verdrag dient tot wijziging van:

Titel:Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken; 's-Gravenhage, 8 april 1960
Tekst:Trb. 1960, 68 (Nederlands en Duits)
Laatste Trb. :Trb. 1997, 248

Uitgegeven de derde mei 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven