A. TITEL

Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds;

Brussel, 24 november 1997

B. TEKST

De Nederlandse tekst van Overeenkomst, Bijlagen en Protocollen en verklaringen is geplaatst in Trb. 1998, 136.

De Nederlandse tekst van het op 31 mei 20051) tot stand gekomen Toetredingsprotocol is geplaatst in Trb. 2005, 309.

De Nederlandse tekst van het op 15 juni 2006 tot stand gekomen Besluit Nr.1/2006 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 2007, 158.


Op 21 december 2005 en op 29 januari 2006 zijn te Brussel en Amman brieven gewisseld tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië onder andere houdende wijziging van de Overeenkomst. De Nederlandse tekst van deze brieven2) luidt als volgt:


Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en houdende wijziging van de associatieovereenkomst EG-Jordanië, alsmede de vervanging van de bijlagen I, II, III en IV en de protocollen nrs. 1 en 2 bij de overeenkomst


A. Brief van de Europese Gemeenschap

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd op grond van artikel 15 van de op 1 mei 2002 van kracht geworden Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (hierna „de associatieovereenkomst” genoemd), waarin is bepaald dat de Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië geleidelijk komen tot een grotere liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten.

Deze onderhandelingen zijn gevoerd overeenkomstig de artikelen 10, 15 en 17, waarin is bepaald dat met ingang van 1 januari 2002 de Gemeenschap en Jordanië de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Jordanië met ingang van 1 januari 2003 toe te passen maatregelen om deze grotere liberalisering van de handel tot stand te brengen.

Bij deze onderhandelingen zijn de partijen het volgende overeengekomen:

  • 1. Het volgende artikel wordt ingevoegd na artikel 11 van de associatieovereenkomst:

    „Artikel 11 bis

    • 1. De douanerechten die gelden voor de invoer in Jordanië van de in lijst C van bijlage III bedoelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft met ingang van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Jordanië betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en houdende wijziging van de associatieovereenkomst EG-Jordanië, alsmede de vervanging van de bijlagen I, II, III en IV en de protocollen nrs. 1 en 2 bij de overeenkomst.

    • 2. De douanerechten die gelden voor de invoer in Jordanië van de in lijst D van bijlage III bedoelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden in vier gelijke jaarlijkse fasen, waarvan de eerste op 1 mei 2006 begint, afgebouwd en moeten met ingang van 1 mei 2009 volledig zijn afgeschaft.

    • 3. De douanerechten die gelden voor de invoer in Jordanië van de in lijst E van bijlage III bedoelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden in acht gelijke jaarlijkse fasen, waarvan de eerste op 1 mei 2006 begint, afgebouwd en moeten met ingang van 1 mei 2013 volledig zijn afgeschaft.

    • 4. De douanerechten die gelden voor de invoer in Jordanië van de in lijst F van bijlage III bedoelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden in vijf gelijke jaarlijkse fasen, waarvan de eerste op 1 mei 2006 begint, met 50 % verlaagd en moeten met ingang van 1 mei 2010 50 % van het basistarief bedragen.

    • 5. De douanerechten die gelden voor de invoer in Jordanië van de in lijst G van bijlage III bedoelde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden niet afgeschaft.

    • 6. Met het oog op de in de leden 1 tot en met 5 bedoelde afschaffing van douanerechten, is het basistarief waarop de opeenvolgende verlagingen worden toegepast, het recht dat erga omnes geldt op de dag die voorafgaat aan de datum van ondertekening van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Jordanië betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en houdende wijziging van de associatieovereenkomst EG-Jordanië, alsmede de vervanging van de bijlagen I, II, III en IV en de protocollen nrs. 1 en 2 bij de overeenkomst.

    • 7. Indien na de ondertekening van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Jordanië betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en houdende wijziging van de associatieovereenkomst EG-Jordanië, alsmede de vervanging van de bijlagen I, II, III en IV en de protocollen nrs. 1 en 2 bij de overeenkomst, tariefverlagingen op erga omnesgrondslag worden toegepast, in het bijzonder verlagingen die voortvloeien uit de tariefonderhandelingen in de WTO, komen deze verlaagde rechten vanaf de datum waarop de verlagingen toepassing vinden, in de plaats van de in lid 6 bedoelde basisrechten.”.

  • 2. Het volgende artikel wordt ingevoegd na artikel 14 van de associatieovereenkomst:

    „Artikel 14 bis

    Voor de handel in landbouwproducten tussen de Gemeenschap en Jordanië worden geen nieuwe douanerechten bij invoer, noch andere heffingen van gelijke werking ingesteld.”.

  • 3. Artikel 17, lid 1, wordt vervangen door:

    „1. Met ingang van 1 januari 2009 onderzoeken de Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Jordanië met ingang van 1 januari 2010 toe te passen liberaliseringsmaatregelen, in overeenstemming met de in artikel 15 opgenomen doelstelling.”.

  • 4. De bijlagen I, II, III en IV bij de associatieovereenkomst worden vervangen door de in bijlage A bij deze briefwisseling opgenomen nieuwe bijlagen I, II, III en IV.

  • 5. De protocollen nrs. 1 en 2 bij de associatieovereenkomst en hun bijlagen worden vervangen door de in bijlage B bij deze briefwisseling opgenomen protocollen nrs. 1 en 2 en hun bijlagen.

  • 6. De briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Jordanië over de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen vanonderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief wordt ingetrokken.

Deze overeenkomst is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.

Met de meeste hoogachting,

Namens de Raad van de Europese Unie



B. Brief van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:

(zoals in Brief A)

Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië heeft de eer te bevestigen dat het met de inhoud van deze brief instemt.

Met de meeste hoogachting,

Namens het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2002, 115 en Trb. 2005, 309.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 2002, 115.

Voor het Toetredingsprotocol van 31 mei 2005 zie Trb. 2005, 3091) en Trb. 2007, 158.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2005, 309.

Het in de brieven van 21 december 2005 en 29 januari 2006 vervatte verdrag, met bijlagen, is ingevolge het in de op één na laatste zin van brief A gestelde met ingang van 1 januari 2006 van toepassing.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2002, 115, Trb. 2005, 309 en Trb. 2007, 158.

Het op 15 juni 2006 in werking getreden Besluit Nr.1/2006 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Euro-Mediterrane Overeenkomst is vanaf 1 juli 2006 van toepassing en niet vanaf 1 juli 2007, zoals ten onrechte stond vermeld in Trb. 2007, 158.

De bepalingen van het in de brieven van 21 december 2005 en 29 januari 2006 vervatte verdrag, met bijlagen, zijn op 29 januari 2006 in werking getreden.

J. VERWIJZINGEN

Voor verwijzingen en andere verdragsgegevens zie Trb. 1998, 136, Trb. 2002, 115, Trb. 2005, 309 en Trb. 2007, 158.

Overige verwijzingen

Titel

:

Verdrag tot samenwerking inzake octrooien;

Washington, 19 juni 1970

Laatste Trb.

:

Trb. 2007, 164

   

Titel

:

Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten;

Marrakesh, 15 april 1994

Laatste Trb.

:

Trb. 2007, 191

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het in de brieven vervatte verdrag zal zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de dertiende november 2007.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

In Trb. 2007, 158 stond ten onrechte 31 december 2005 vermeld als datum van totstandkoming van het Toetredingsprotocol.

XNoot
2)

De herziene bijlagen I, II, III en IV en de herziene protocollen nrs. 1 en 2 bij de Overeenkomst liggen ter inzage bij de Afdeling Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

XNoot
1)

In Trb. 2007, 158 stond ten onrechte Trb. 2005, 39 vermeld.

Naar boven