A. TITEL

Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië anderzijds, met bijlagen, protocollen en verklaringen:

Brussel, , 24 november 1997

B. TEKST

De Nederlandse tekst van Overeenkomst, bijlagen, Protocollen en verklaringen is geplaatst in Trb. 1998, 136.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 28 augustus 1998 (Kamerstukken II 1997/98, 26 142, nr. 1) is de Overeenkomst in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken D. A. BENSCHOP.

In een brief gedateerd 24 september 1998 heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal aan de Minister van Buitenlandse Zaken medegedeeld dat 35 leden van de Kamer de wens te kennen hadden gegeven dat de Overeenkomst aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zou worden onderworpen (vergelijk Kamerstukken II 1998/99, 26 142, nr. 2).

Artikel 1 van de Wet van 8 juli 1999 (Stb. 323) luidt als volgt:

„De op 24 november 1997 te Brussel totstandgekomen Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lid-staten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1998, 136, wordt goedgekeurd voor Nederland.".

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Buitenlandse Zaken a.i. E. L. HERFKENS en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken D. A. BENSCHOP.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1998/99, 26 142; Handelingen II 1998/99, blz. 5135–5147; Kamerstukken I 1998/99, nr. 276; Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 6 juli 1999.

E. BEKRACHTIGING

Een kennisgeving als bedoeld in artikel 107, eerste lid, tweede alinea, is gedaan door:

Spanje 5 maart 1999
Finland28 april 1999
Zweden 3 juni 1999
Portugal 8 juli 1999
Jordanië30 september 1999
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brit- tannië en Noord-Ierland22 oktober 1999
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) 8 november 1999
Denemarken19 april 2000
Italië 5 juni 2000
Duitsland 4 juli 2000
Oostenrijk24 juli 2000
Luxemburg25 augustus 2000
Griekenland20 september 2000
Ierland 8 november 2000
Frankrijk10 augustus 2001
België 4 maart 2002
de Europese Gemeenschap25 maart 2002
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal26 maart 2002

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst, zijn ingevolge artikel 107 op 1 mei 2002 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst alleen voor Nederland.

Verwijzingen

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 2001, 179.

Voor de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977, zie ook Trb. 1996, 313.

In rubriek J van Trb. 1998, 136 dient in de vierde regel van de vermelding inzake de op 26 oktober 1961 te Rome tot stand gekomen Internationale Overeenkomst ter bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en radio-omroeporganisaties, voor „zie ook Trb. 1995, 16" te worden gelezen „zie ook Trb. 1996, 16".

Voor het op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Herzien Internationaal Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom zie ook Trb. 1996, 308.

Voor het op 19 juni 1970 te Washington tot stand gekomen Verdrag tot samenwerking inzake octrooien zie ook, laatstelijk, Trb. 2002, 63.

Voor de op 24 juli 1971 te Parijs tot stand gekomen Herziene Berner Conventie van 9 september 1886 voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst zie ook Trb. 1996, 312.

Voor de op 18 januari 1977 te Brussel tot stand gekomen Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, zie ook Trb. 2002, 116.

Voor de op 18 januari 1977 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, zie ook Trb. 2002, 117.

Voor het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978 en 19 maart 1991, zie ook Trb. 1998. 116.

Uitgegeven de eerste juli 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven