Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 maart 2025, nr. 2025-0000152771, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen in verband met de inwerkingtreding van de nabestaandenregeling

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 7.2 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

nabestaande:

partner van een overleden aanvrager als bedoeld in artikel 2.9a van de Wet hersteloperatie toeslagen of kind van een overleden aanvrager als bedoeld in artikel 2.9b van de Wet hersteloperatie toeslagen;

B

In artikel 2, onderdeel a, wordt ‘gedupeerden, toeslagpartners en ex-partners’ vervangen door ‘gedupeerden, nabestaanden, toeslagpartners en ex-partners’.

C

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘gedupeerden, toeslagpartners en ex-partners’ vervangen door ‘gedupeerden, nabestaanden, toeslagpartners en ex-partners’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

TOELICHTING

1. Hoofdlijnen van deze regeling

Deze regeling strekt ertoe de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen te wijzigen. De wijziging houdt verband met de inwerkingtreding van de onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking hebben op nabestaanden van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag. Deze onderdelen houden in dat nabestaanden van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag onder meer aanspraak kunnen maken op uitbetaling van compensatie indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ook hebben nabestaanden recht op de kwijtschelding van publieke schulden, voor zover deze van de overleden aanvrager op de nabestaande zijn overgegaan. Onder deze schulden vallen ook gemeentelijke schulden.

Uitgangspunt is dat alle gederfde belastinginkomsten van gemeenten die het rechtstreekse gevolg zijn van kwijtschelding in verband met de afwikkeling van de kinderopvangtoeslagaffaire door het Rijk worden vergoed. Daartoe is in 2021 de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen in werking getreden.1 Op grond van die regeling wordt een specifieke uitkering aan gemeenten verstrekt ter bekostiging van de kwijtgescholden belastingen van gedupeerden en toeslagpartners. In 2023 is de regeling uitgebreid met de doelgroep ‘ex-partners’.2 In de toelichting bij deze wijzigingsregeling is reeds aangekondigd dat de regeling op een later moment zou worden uitgebreid met de doelgroep ‘nabestaanden’. Inmiddels zijn de onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking hebben op nabestaanden in werking getreden (m.i.v. 1 januari 2025).3 Om te bewerkstelligen dat ook de kwijtgescholden gemeentelijke belastingen van nabestaanden door het Rijk worden vergoed, dient de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen te worden uitgebreid met de doelgroep ‘nabestaanden’. Dit wordt met onderhavige regeling geregeld.

Overigens ontvangen gemeenten op grond van de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen ook een vergoeding voor uitvoeringskosten: € 150 per gedupeerde of ex-partner. Met deze wijzigingsregeling wordt niet geregeld dat gemeenten ook uitvoeringskosten voor nabestaanden ontvangen. Reden hiervoor is dat gemeenten reeds uitvoeringskosten voor de overledene vergoed krijgen.

2. Advies en consultatie

De Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen is in 2021 tot stand gekomen na uitvoerig overleg met de VNG en ambtenaren uit de gemeentelijke praktijk. Omdat de reeds bestaande werkwijze ook toepasbaar is voor de nieuwe doelgroep (nabestaanden) zullen er geen grote gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van gemeenten zijn. Er is daarom voor deze wijzigingsregeling geen formele consultatie gehouden. Wel is wederom met de VNG samengewerkt aan de totstandkoming van deze wijzigingsregeling.

3. Gevolgen

Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten voor burgers en het bedrijfsleven met zich mee, omdat de regeling enkel betrekking heeft op gemeenten.

4. Inwerkingtreding

Aangezien de onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking hebben op nabestaanden met ingang van 1 januari 2025 in werking zijn getreden, werkt deze regeling tot die datum terug. De terugwerkende kracht is niet bezwaarlijk, omdat de wijziging begunstigend van aard is. Gemeenten kunnen als gevolg van deze wijziging immers meer kosten declareren: de kosten die verband houden met de kwijtschelding van belastingschulden van nabestaanden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark


X Noot
3

Stb. 2024, 401 (inwerkingtredingsbesluit).

Naar boven