TOELICHTING
1. Hoofdlijnen van deze regeling
Deze regeling strekt ertoe de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke
belastingen te wijzigen. De wijziging houdt verband met de inwerkingtreding van de
onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking
hebben op ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag. De Wet hersteloperatie
toeslagen (hierna: Wht) is onder meer aangevuld met voorzieningen voor ex-partners
van gedupeerden, hetgeen inhoudt dat voormalige partners van gedupeerde aanvragers
kinderopvangtoeslag onder meer aanspraak kunnen maken op een compensatie van € 10.000
indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ook hebben de ex-partners recht op de
kwijtschelding van publieke schulden waaronder de gemeentelijke belastingenschulden.
Uitgangspunt is dat alle gederfde belastinginkomsten van gemeenten die het rechtstreekse
gevolg zijn van kwijtscheldingen in verband met de afwikkeling van de kinderopvangtoeslagaffaire
door het Rijk worden vergoed. Daartoe is in 2021 de Regeling specifieke uitkering
kwijtschelding gemeentelijke belastingen in werking getreden. Op grond van die regeling
wordt een specifieke uitkering aan gemeenten verstrekt ter bekostiging van de kwijtgescholden
belastingen van gedupeerden en toeslagpartners. Om te bewerkstelligen dat ook de kwijtgescholden
gemeentelijke belastingen van ex-partners door het Rijk worden vergoed, dient die
regeling te worden uitgebreid met de doelgroep ex-partners. Verder ontvangen gemeenten
op grond van de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen
een tegemoetkoming in de kosten die verband houden met de uitvoering van de kwijtscheldingsregeling.
Gemeenten ontvangen hiertoe een normbedrag van € 150 per gedupeerde in de gemeente.
Hierbij worden ook de gedupeerden meegeteld waarbij uiteindelijk niet tot kwijtschelding
van gemeentelijke belastingen is overgegaan. Voordat kan worden overgegaan tot kwijtschelding
dient immers eerst bij gedupeerden geverifieerd te worden of sprake is van een gemeentelijke
belastingschuld die voor kwijtschelding in aanmerking komt. Aangezien inmiddels ook
ex-partners recht hebben op de kwijtschelding van publieke schulden, zullen gemeenten
tevens uitvoeringskosten gaan maken om te bepalen welke van deze ex-partners recht
hebben op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Daarom dient geregeld te
worden dat een gemeente ook een normbedrag van € 150 ontvangt per ex-partner in de
gemeente. Met onderhavige regeling wordt de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding
gemeentelijke belastingen hiertoe aangepast.
Ten aanzien van de uitvoeringskosten wordt verder opgemerkt dat tot en met 2021 gold
dat gemeenten zelf in Sisa1 dienden te verantwoorden hoeveel gedupeerden aanwezig waren in de gemeente. Na analyse
van de SiSa-verantwoording over 2021 bleek echter dat er bij twee derde van de gemeenten
verschillen bestonden tussen de aantallen die gemeenten verantwoordden en de door
de Belastingdienst opgestelde jaarlijst met het aantal gedupeerden per gemeente. Hierop
is besloten een uitvraag tot heraanlevering te doen. Na overleg tussen het Ministerie
van SZW2, het Ministerie van BZK en de VNG is besloten de vergoeding voor de uitvoeringskosten
vanaf het jaar 2022 te bepalen op basis van de jaarlijst van de Belastingdienst. Dit
betekent dat gemeenten niet meer zelf in Sisa het aantal gedupeerden en nu ook ex-partners
hoeven aan te leveren.
Tot slot wordt opgemerkt dat de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen
tevens voorzieningen bevat voor nabestaanden van overleden gedupeerden. Dit betreft
een wijziging van de Wht die op dit moment nog niet in werking is getreden. Als de
relevante artikelen in werking zijn getreden, kan het voorkomen dat gemeentelijke
belastingen van nabestaanden moeten worden kwijtgescholden. Het ligt voor de hand
dat eventuele gederfde belastinginkomsten die daarmee verband houden ook door het
Rijk worden gecompenseerd. Op dit moment is echter nog niet duidelijk op welk moment
de nabestaandenregeling in werking treedt (al is het uitgangspunt dat de inwerkingtreding
niet eerder plaatsvindt dan 1 januari 2024).3 Als de relevante artikelen in werking zijn getreden, zal de Regeling specifieke uitkering
kwijtschelding gemeentelijke belastingen hierop worden aangepast.
2. Advies en consultatie
De Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen is in 2021
tot stand gekomen na uitvoerig overleg met de VNG en ambtenaren uit de gemeentelijke
praktijk. Omdat de reeds bestaande werkwijze ook toepasbaar is voor de nieuwe doelgroep
(ex-partners) zullen er geen grote gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de gemeenten
zijn. Er is daarom voor deze wijzigingsregeling geen formele consultatie gehouden.
Wel is wederom met de VNG samengewerkt aan de totstandkoming van deze wijzigingsregeling.
3. Gevolgen
Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten voor burgers en het bedrijfsleven met
zich mee, omdat de regeling enkel betrekking heeft op gemeenten. Het Adviescollege
toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies,
omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
ARTIKELSGEWIJS
Artikel I, onderdeel A tot en met C
Met deze wijzigingsonderdelen wordt de doelgroep ‘ex-partners’ aan respectievelijk
artikel 1, artikel 2, onderdeel a, en artikel 3, eerste lid, van de Regeling specifieke
uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen toegevoegd. Op deze wijze wordt
bewerkstelligd dat gemeenten ook de gederfde belastinginkomsten vergoed krijgen die
verband houden met de kwijtschelding van belastingschulden van ex-partners van gedupeerden.
Verder wordt artikel 3, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding
gemeentelijke belastingen gewijzigd om te bewerkstelligen dat gemeenten voor de ‘uitvoeringscomponent’
van de specifieke uitkering niet enkel € 150,– per gedupeerde ontvangen, maar ook
€ 150 per ex-partner. Hierbij wordt zekerheidshalve geëxpliciteerd dat € 150 wordt
ontvangen per gedupeerde of ex-partner ‘die in de gemeente woonachtig is’.
Artikel II
In dit artikel is geregeld dat deze regeling terugwerkt tot en met 15 juli 2023. Dit
houdt verband met het feit dat de relevante delen van de Wet aanvullende regelingen
hersteloperatie toeslagen die zien op de ex-partners ook met ingang van 15 juli 2023
in werking zijn getreden. Dit betekent overigens niet dat vanaf die datum schulden
van ex-partners al kwijtgescholden kunnen worden. Een ex-partner komt namelijk pas
in aanmerking voor de schuldenregeling als deze in aanmerking komt voor de compensatie
van € 10.000 en deze is toegekend. Die compensatie is op aanvraag en de aanvraag kan
pas worden gedaan als een brief is ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen waarin
de ex-partner wordt uitgenodigd om de aanvraag in te dienen.4 Het is dus niet mogelijk dat dit hiervan al sprake is geweest op 15 juli 2023 of
de periode direct daarna. Aangezien deze regeling pas eind november of begin december
wordt gepubliceerd, is het echter niet volledig uit te sluiten dat gemeenten toch
kosten hebben gemaakt vóórdat deze regeling wordt gepubliceerd. Daarom is ervoor gekozen
de regeling zekerheidshalve terug te laten werken tot het moment waarop de relevante
bepalingen van de ex-partnerregeling in werking zijn getreden.
Het feit dat de regeling op het punt van de ex-partners terugwerkt tot en met 15 juli
2023 is niet bezwaarlijk, omdat de wijziging begunstigend van aard is. Gemeenten kunnen
als gevolg van deze wijziging immers meer kosten declareren: de kosten die verband
houden met de kwijtschelding van belastingschulden van ex-partners.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge