Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 september 2025, nr. 2025-0000203420, tot wijziging van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES 2024 in verband met de verlenging van de regeling [KetenID WGK028166]

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 9 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I.

De Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES 2024 wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Een ingezetene van een openbaar lichaam heeft per tijdvak, bedoeld in artikel 8, eerste lid, eenmaal recht op een tegemoetkoming voor een kind, indien op enig moment gedurende het betreffende tijdvak:

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien voor een ingezetene recht op een tegemoetkoming is vastgesteld op basis van een aanvraag voor een eerder tijdvak, of de Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES, wordt voor de beoordeling van recht op een tegemoetkoming sprake van intensieve zorg voorondersteld.

B.

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Bedrag tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming bedraagt USD 3.982,76 voor het tijdvak in 2025.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming voor een tijdvak na 2025 wordt gebaseerd op de tegemoetkoming van het voorgaande tijdvak, gewijzigd overeenkomstig de wijziging van het kinderbijslagbedrag op grond van artikel 10 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES. Het gewijzigde bedrag wordt bekend gemaakt op www.rijksdienstcn.com.

C.

In artikel 7, vierde lid, wordt ‘op basis van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES’ vervangen door ‘op basis van een aanvraag in een eerder jaar, of de Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES’.

D.

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een aanvraag kan jaarlijks door middel van een door de Minister beschikbaar gesteld aanvraagformulier worden ingediend in het tijdvak van 1 oktober 8:00 lokale tijd tot en met 15 december 17:00 uur lokale tijd.

E.

Artikel 14, tweede lid, vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Ouders van kinderen met een ernstige ziekte of aandoening verlenen extra zorg aan hun kind. Dit brengt extra kosten met zich mee. Om ouders tegemoet te komen in deze kosten, kunnen zij in Europees Nederland op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) recht hebben op het dubbele bedrag van de kinderbijslag: de dubbele kinderbijslag intensieve zorg (DKIZ). DKIZ is er voor thuiswonende kinderen in de leeftijd van 3 tot 18 jaar bij wie sprake is van intensieve zorg in de zin van artikel 7a, eerste lid, van die wet. Deze tegemoetkoming dient daarbij ook als blijk van waardering aan ouders.

Met de Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 is de Wet kinderbijslagvoorziening (KBV) BES gewijzigd, om een wettelijke grondslag te creëren voor een DKIZ BES.1 Die wetswijziging is met ingang van 1 juli 2025 in werking getreden. Het invoeren van de DKIZ BES heeft echter vertraging opgelopen.

Uit de uitvoeringstoets van de Unit Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) SZW bleek dat invoering van de DKIZ BES per 1 juli 2025 niet haalbaar was. Naar verwachting is de beoogde invoering van DKIZ, vanwege de benodigde tijd voor het vormgeven en voorbereiden van de uitvoering, en het vaststellen van noodzakelijke lagere regelgeving, niet eerder mogelijk dan 1 juli 2026.

Met ingang van 1 juli 2025 staat in artikel 5a van de Wet kinderbijslagvoorziening BES de opdracht om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) vast te stellen in welke gevallen aanspraak bestaat op dubbele kinderbijslag. De onderliggende AMvB en regeling zijn nog niet vastgesteld. De bepaling kan dus nog niet worden uitgevoerd. Het gaat hier echter over de doelgroep van deze tijdelijke regeling. Betoogd zou kunnen worden dat ouders die een tegemoetkoming krijgen op basis van de tijdelijke regeling later (met terugwerkende kracht) ook rechten zouden kunnen ontlenen aan de inwerkingtreding van artikel 5a van de Wet kinderbijslagvoorziening BES.

Het verlengen van deze tijdelijke regeling beoogt te voorzien in de rechten die al zouden moeten bestaan op basis van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, maar waar in de uitvoering en in lagere regelgeving nog niet in voorzien is. De regeling wordt van woensdag 1 oktober 2025 tot en met maandag 15 december 2025 opengesteld. Voor ouders die een tegemoetkoming hebben ontvangen op basis van een vorig tijdvak, of de voorganger van deze regeling, die nog steeds recht hebben, zal het recht op een tegemoetkoming ambtshalve worden vastgesteld.

Om te voorkomen dat ouders dubbele bedragen zullen ontvangen, zal bij de start van de uitvoering van de DKIZ BES en inwerkingtreding van de lagere regelgeving de aanspraak op DKIZ BES over de periode vanaf 1 juli 2025 tot en met inwerkingtreding van de relevante lagere regelgeving verrekend worden met de tegemoetkoming op grond van deze regeling.

2. Hoofdlijnen van het voorstel

Deze wijzigingen zien op het openstellen van een nieuw tijdvak, het verhogen van de tegemoetkoming voor dit nieuwe tijdvak en het schrappen van de vervaldatum van de tijdelijke regeling. Hieronder worden de wijzigingen toegelicht.

2.1. Jaarlijks tijdvak

Met deze wijziging wordt een jaarlijks aanvraagtijdvak aan de regeling toegevoegd. Dit tijdvak loopt van 1 oktober 8:00 lokale tijd tot en met 15 december 17:00 lokale tijd.

Wanneer gestart wordt met de uitvoering van de DKIZ BES zal deze tijdelijke regeling worden ingetrokken. Indien dat per 1 juli 2026 is, dan zal dit tijdvak alleen in 2025 benut worden. Als er verdere vertraging optreedt, bestaat op basis van deze regeling ook in 2026 recht op een tegemoetkoming.

2.2 Hoogte tegemoetkoming

De tijdelijke regeling is gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies, artikel 9. Anders dan bij de structurele regeling DKIZ het geval zal zijn is een tegemoetkoming op basis van de Kaderwet SZW-subsidies niet uitgezonderd van de Wet Inkomstenbelasting BES. Bij de toepassing van de loon- en inkomstenbelasting wordt een belastingvrije som gehanteerd.

In 2024 is ervoor gekozen dat alle rechthebbenden een bedrag zouden ontvangen dat ten minste gelijk is aan twaalf maanden dubbele kinderbijslag (2.700 USD), het bedrag dat werd uitgekeerd was 3.879,31 USD. Dit betekende dat de huishoudens met een inkomen onder de belastingvrije som het volledige bedrag ontvangen. Ook ouders met een inkomen boven de belastingvrije som ontvingen 3.879,31 USD maar moeten daarover belasting betalen. Na aftrek van die belasting hielden zij ook 2.700 USD over (3.879,31 minus 30.4% = 2.700).

Rekening houdend met de indexatie van de KBV BES komt de tegemoetkoming voor 2025 neer op 231 USD per maand, ofwel 2.772 USD per jaar. Bruto komt dit neer op 3.982,76 USD.

2.3 Bereik doelgroep

Het is van belang dat ouders op de hoogte zijn van de tijdelijke regeling en dit ook op tijd aanvragen. Daarom wordt ingezet op communicatie aan ouders via verschillende kanalen. Zo worden hulpverleners (zoals jeugdgezondheidszorg en huisartsen) geïnformeerd via de adviseur en middels een nieuwsbrief, zodat zij ouders kunnen attenderen op de regeling. Ook organiseren de adviseurs intensieve zorg en de RCN-unit SZW inloop en voorlichting voor ouders. Verder zal er een persbericht uitgaan en is er aandacht rond het openstellen van de regeling op social media, website(s) en interviews op radio (met medewerking van de adviseur). Alle communicatie-uitingen worden vertaald in het Papiamentu en Engels.

2.4 Partijen en verantwoordelijkheid

Op basis van de ervaringen in het eerste tijdvak worden de afspraken met de betrokken partijen geactualiseerd. Dit heeft geen gevolgen voor de regeling.

3. Verhouding nationale regelgeving en hoger recht

3.1. Wet kinderbijslagvoorziening BES

Met de Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 is de Wet kinderbijslagvoorziening (KBV) BES gewijzigd, om een wettelijke grondslag te creëren voor de invoering van de DKIZ BES. Die wetwetswijziging is met ingang van 1 juli 2025 in werking getreden. Op basis van artikel 5a van de Wet kinderbijslagvoorziening BES heeft een ingezetene recht op verdubbeling van het kinderbijslagbedrag, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens AMvB te bepalen mate van intensieve zorg.

Het invoeren van de DKIZ BES heeft echter vertraging opgelopen. Er is nog tijd nodig om de uitvoering vorm te geven en voor te bereiden. Ook de benodigde lagere regelgeving is nog niet vastgesteld. Dat wil zeggen dat nog niet vaststaat welke mate van intensieve zorg recht geeft op een verdubbeling van het kinderbijslagbedrag op basis van artikel 5a van de Wet kinderbijslagvoorziening BES.

Door de verlenging van deze tegemoetkomingsregeling, wordt voorzien in het recht dat ouders per 1 juli 2025 zouden hebben gehad, als dit wel het geval zou zijn geweest.

Om te voorkomen dat ouders bij de inwerkingtreding van de lagere regelgeving ter uitvoering van de DKIZ BES dubbele bedragen zullen ontvangen, zal de aanspraak op DKIZ BES over de periode vanaf 1 juli 2025 tot en met inwerkingtreding van deze lagere regelgeving verrekend worden met de tegemoetkoming op grond van deze regeling. Dit zal in de regelgeving ter uitvoering van de DKIZ BES verder worden uitgewerkt.

3.2. Gegevensverwerking

Ten behoeve van de uitvoering van deze regeling en haar voorganger worden door de RCN-Unit SZW en de adviseurs (gezondheids-)gegevens verwerkt. In de toelichting bij die regelingen staat op basis van welke grondslag deze verwerking plaatsvindt.2

4. Financiële gevolgen

De tegemoetkoming in 2025 komt neer op 231 USD per maand, ofwel 2.772 USD per jaar. Bruto komt dit neer op 3.982,76 USD.

De verwachting is dat er ongeveer 100 huishoudens recht zullen hebben op de tegemoetkoming. De geraamde uitgaven aan de regeling komen daarmee uit op ongeveer € 390.000. Daarnaast zijn er uitvoeringskosten die op € 100.000 worden geraamd. Een deel daarvan zal besteed worden aan de vergoeding voor de beoordeling van de zorgbehoefte door Akseso en de onderdelen Public Health op de Bovenwinden.

De wijziging van deze regeling heeft geen invloed op de regeldruk voor betrokken partijen.

5. Consultatie en evaluatie

Aan de RCN-unit SZW is gevraagd om een uitvoeringstoets uit te voeren voor de DKIZ BES. Deze is op 9 september 2024 ontvangen. In de uitvoeringstoets wordt geconcludeerd dat de verwachting is dat er uitvoering kan worden gegeven aan de voorgenomen wijziging van het Uitvoeringsbesluit kinderbijslagvoorziening BES en de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg BES, echter niet per de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2025. Dit vanwege benodigde (IT) capaciteit en voorbereidingstijd voor implementatie. Daarom is deze tijdelijke regeling verlengd.

Deze wijziging van de tijdelijke regeling behelst geen aanpassing van de inhoudelijke strekking van de regeling. Daarom is gekozen om deze wijziging niet wederom voor te leggen aan de partijen die bij totstandkoming van de regeling zijn geconsulteerd. De uit de tijdelijke regeling geleerde lessen worden betrokken bij het opstellen van de structurele regeling.

6. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Het eerstvolgende aanvraagtijdvak opent op 1 oktober 2025. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid voor vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden, zoals neergelegd in Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Hiervoor is gekozen om burgers en organisaties zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de tegemoetkoming en eventuele ambtshalve toekenning, en zo lang mogelijk in de gelegenheid te stellen een aanvraag in te dienen.

II Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A t/m D

Wijziging artikel 2, eerste lid, en artikel 8

Met dit wijzigingsbesluit is een jaarlijks tijdvak aan de regeling toegevoegd. Met de toevoeging van dit vaste tijdvak wordt het voor ingezetenen mogelijk om jaarlijks een aanvraag in te dienen voor een tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg. Dit aanvraagtijdvak loopt jaarlijks van 1 oktober, 8:00 lokale tijd, tot en met 15 december, 17:00 lokale tijd.

Wijziging artikel 3

Met deze wijziging is ook een nieuw, geïndexeerd bedrag vastgesteld voor de tegemoetkoming in 2025. Zie voor de toelichting bij de totstandkoming van dit bedrag § 2.2 van het algemeen deel van deze toelichting. (eerste lid)

Voor jaren na 2025 wordt het bedrag van de tegemoetkoming gewijzigd conform de wijziging van het kinderbijslagbedrag op basis van artikel 10 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES. Het nieuwe bedrag zal bekend worden gemaakt op de website van de RCN-Unit: rijksdienstcn.com. (tweede lid)

Wijziging artikel 2, tweede lid, en artikel 7, vierde lid

Om de belasting van ouders zoveel mogelijk te beperken, is er opnieuw voor gekozen geen herbeoordeling plaats te laten vinden van de mate van intensieve zorg voor ouders die in het verleden al een tegemoetkoming hebben ontvangen. Indien het recht op een tegemoetkoming is vastgesteld op basis van een aanvraag in een eerder tijdvak, of de voorganger van deze regeling, kan het recht op een tegemoetkoming ambtshalve worden vastgesteld, als een ingezetene aan de overige eisen van artikel 2 voldoet.

Artikel I, onderdeel E

Er is voor gekozen om de vervaldatum die in de tijdelijke regeling was opgenomen, te laten vervallen. Het vervallen van deze tegemoetkomingsregeling zal geregeld worden door middel van de regeling ter uitvoering van de dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg BES, wanneer deze wordt vastgesteld.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel


X Noot
1

Artikel 5a Wet kinderbijslagvoorziening BES

Naar boven