Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 19146 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 19146 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op artikelen 5.1, eerste en tweede lid, 5.4, 5.6, eerste en tweede lid, 5.7 aanhef en onderdeel b, van de Wet dieren, en 1.31, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van het Besluit houders van dieren;
Besluit:
De Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 komt de begripsbepaling van minister te luiden:
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;.
B
Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘wilde zwijnen’ vervangen door ‘wilde varkens’.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. In afwijking van het verbod op het drijven van dieren in omgevingsvergunningen voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 11.54 van het Besluit activiteiten leefomgeving of in voorkomend geval een programma of omgevingsverordening als bedoeld in de artikelen 11.55 en 11.56 van het Besluit activiteiten leefomgeving, is het toegestaan om wilde varkens te vangen en te doden door middel van een methode waarbij tussen zonsopgang en zonsondergang hoogstens zes personen, in aanwezigheid van ten hoogste drie aangelijnde honden, voor wilde varkens hoorbaar in het gebied aanwezig zijn zonder deze opzettelijk te verontrusten, met het oogmerk om deze dieren binnen het schootsveld van hoogstens zes geweerdragers te bewegen, opdat zij deze dieren kunnen doden.
C
Het tweede lid van artikel 3.10 komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan de inrichting te betreden, indien:
a. er geen risicovogels in de inrichting aanwezig zijn;
b. sprake is van een acute noodsituatie die het betreden noodzaakt; of
c. het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol en de bezoeker, indien die geen onderdeel uitmaakt van het personeel van de inrichting, zich registreert.
D
In de aanhef van artikel 3.14 wordt ‘artikel 2.12, derde lid, van de wet’ vervangen door ‘artikel 1.31, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit houders van dieren’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 28 mei 2025
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Deze regeling wijzigt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen. In het kader van preventieve maatregelen ten aanzien van vogelgriep is voorzien in een extra uitzondering op het landelijk bezoekersverbod voor commerciële inrichtingen waar dat uit veterinair oogpunt niet bezwaarlijk is. Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om verwijzingen naar regelgeving te actualiseren.
Technische verbetering ten aanzien van de afwijking op het verbod op drijven in het kader van preventieve maatregelen ten aanzien van Afrikaanse varkenspest
In artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen stonden verwijzingen naar het verbod op het drijven van dieren in de inmiddels vervallen Wet natuurbescherming (verboden, vrijstellingen, ontheffingen, of opdrachten op grond van de Wet natuurbescherming). Nu is het verbod op het drijven van dieren niet langer opgenomen in de Wet natuurbescherming maar:
– op grond van artikel 8.74s van het Besluit kwaliteit leefomgeving, in de omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 11.54 van het Besluit activiteiten leefomgeving, als die betrekking heeft op het doden van wilde zwijnen; of
– op grond van artikel 11.58, vijfde lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, in een programma of omgevingsverordening als bedoeld in de artikelen 11.55 en 11.56 van het Besluit activiteiten leefomgeving, als dat respectievelijk die betrekking of mede betrekking heeft op het vangen of doden van wilde zwijnen.
Met deze regeling wordt dat geactualiseerd, en wordt verwezen naar de desbetreffende bepalingen in het stelsel van de Omgevingswet.
Inhoudelijk wijzigt de afwijking van het verbod niet.
Afwijking bezoekverbod inrichting waar vogels worden gehouden
Op grond van artikel 3.10, eerste lid, van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen geldt een verbod voor bezoekers om het erf te betreden van een inrichting waar commercieel vogels worden gehouden. Dit om de mogelijke insleep van vogelgriep op de inrichting en de verspreiding vanuit de inrichting zoveel mogelijk te voorkomen. Tot dusverre gold alleen een uitzondering op dit verbod wanneer er overeenkomstig een hygiëneprotocol wordt gehandeld en het bezoek wordt geregistreerd. Gebleken is dat deze regel in de situatie waarin zich geen risicovogels bevinden in de inrichting uit veterinair oogpunt geen toegevoegde waarde heeft. Bovendien kan het gebeuren dat zich een acute noodsituatie voordoet die betreden rechtvaardigt. Voor deze situaties is nu een uitzondering op het verbod opgenomen.
Met deze wijziging is aangesloten bij de afwijkingsmogelijkheden die gelden voor het bezoekverbod van vogelverblijfplaatsen uit artikel 3.8 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen.
Technische verbetering meldingsplicht vogelgriep
Deze regeling bevat daarnaast een technische verbetering met betrekking tot de meldingsplicht voor bepaalde mogelijke ziekteverschijnselen van vogelgriep. De meldingsplicht was in dat artikel gebaseerd op artikel 2.12, derde lid, van de Wet dieren. Dat artikel is echter gewijzigd (Staatsblad 2021, 256). Artikel 2.12, derde lid, van de Wet dieren maakte het mogelijk om bij ministeriële regeling ziekteverschijnselen aan te wijzen, waarvoor vervolgens de in dat artikel genoemde meldingsplicht van toepassing wordt. Die grondslag is bij besluit van 24 maart 2021 opgenomen in artikel 1.31 van het Besluit houders van dieren (Staatsblad 2021, 169). Met deze wijziging wordt de grondslag van de meldingsplicht gewijzigd naar artikel 1.31, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit houders van dieren.
De meldingsplicht is hierdoor inhoudelijk niet gewijzigd.
Aangezien deze regels zijn vastgesteld in het kader van de aanpak van dierziektecrises, is afgezien van een adviesaanvraag aan het Adviescollege toetsing regeldruk, en van publicatie en inwerkingtreding op een vast verandermoment. Ook is er geen notificatie bij de Europese Commissie vereist in het kader van richtlijn 2015/15351 en van de Dienstenrichtlijn2.
De regels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-19146.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.