Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2021, 256 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2021, 256 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op een goede uitvoering van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid («diergezondheidswetgeving») (Pb EU 2016, L 84)), nodig is enkele onderdelen van de Wet dieren te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
0A
Aan artikel 2.1, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder een redelijk doel wordt in elk geval niet begrepen het kunnen houden van dieren in een bepaald houderijsysteem of een bepaalde wijze van huisvesting.
1A
In artikel 2.2, tiende lid, onderdeel b, wordt na subonderdeel 4 een subonderdeel ingevoegd, luidende:
4a°. de brandveiligheid;
2A
Aan artikel 2.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onverminderd het eerste lid kunnen bij ministeriële regeling voorts regels worden gesteld over het fokken van en het voor de fok gebruiken van dieren behorende tot bij die regeling aangewezen diersoorten of diercategorieën die betrekking hebben op onder meer een geheel of gedeeltelijk verbod op het fokken of het voor de fok gebruiken van dieren, voor zover zonder een dergelijk verbod de gezondheid of het welzijn van het dier door uitzonderlijke omstandigheden ernstig in het geding komt.
A
Artikel 2.11 vervalt.
B
Artikel 2.12 komt te luiden:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor de uitvoering van bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen regels gesteld over het melden van een dierziekte, zoönose, ziekteverwekker of ziekteverschijnsel.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het onderwerp, bedoeld in het eerste lid, regels worden gesteld die betrekking hebben op onder meer:
a. een verplichting om een besmetting of een vermoedelijke besmetting te melden;
b. de te melden dierziekten, zoönosen, ziekteverwekkers of ziekteverschijnselen;
c. de personen voor wie de meldingsplicht geldt;
d. de termijn waarbinnen de melding plaatsvindt, en
e. degene tot wie de melding wordt gericht.
3. Het eerste en tweede lid zijn tevens van toepassing op dierziekten, zoönosen, ziekteverwekkers of ziekteverschijnselen bij andere dan gehouden dieren.
C
In artikel 5.1, vierde lid, wordt «krachtens dit hoofdstuk getroffen maatregelen» vervangen door «acute maatregelen ter preventie of bestrijding van besmettelijke dierziekten, zoönosen of ziekteverschijnselen of bestuurlijke maatregelen als bedoeld in paragraaf 5.3».
D
In artikel 5.2, vijfde lid, wordt «Een krachtens dit hoofdstuk te treffen besluit» vervangen door «Een krachtens dit hoofdstuk of een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, te treffen besluit».
E
Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «door hem aangewezen dierziekten, zoönosen en ziekteverschijnselen» vervangen door «door hem aangewezen dierziekten, zoönosen en ziekteverschijnselen bij door hem aangewezen diersoorten of diercategorieën».
2. In het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. zij zijn aangewezen in een EU-rechtshandeling betreffende overdraagbare dierziekten en naar het oordeel van Onze Minister niet kan worden volstaan met de bij of krachtens die EU-rechtshandeling voorgeschreven maatregelen.
F
Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan per dierziekte of zoönose als bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, onderdeel d, worden geregeld in welke gevallen er bij een dier sprake is van besmetting of van verdenking van besmetting.»
2. Aan het vijfde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Ten aanzien van een bedrijf waar dieren aanwezig zijn die van besmetting verdacht zijn verklaard, kan Onze Minister het tijdstip vaststellen waarop de verdenking is ontstaan en waarop zij is geëindigd, en welke, dan welk hoeveel van de op het bedrijf aanwezige dieren of het eerstgenoemde tijdstip besmet en van besmetting verdacht waren, voor zover het gaat om een besmetting of verdenking van een besmetting met een dierziekte of zoönose als bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, onderdeel d.»
G
In artikel 5.7 wordt «De op grond van deze paragraaf getroffen maatregelen» vervangen door «De op grond van deze paragraaf of artikel 5.1, vierde lid, getroffen maatregelen ter preventie of bestrijding van besmettelijke dierziekten, zoönosen of ziekteverschijnselen».
H
In artikel 5.8, eerste lid, wordt «krachtens deze paragraaf» vervangen door «krachtens deze paragraaf of een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid,».
I
In artikel 6.4, eerste lid, wordt na «2.10, derde lid,» ingevoegd «2.12, tweede lid,».
J
In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt «5.1, derde lid, tweede volzin,» vervangen door «5.1, derde lid, tweede volzin, en vierde lid».
K
In artikel 9.3, eerste lid, onderdeel c, wordt «op grond van artikel 5.3, eerste lid, voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekten» vervangen door «krachtens artikel 5.3, eerste lid, of in een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, aangewezen besmettelijke dierziekten».
L
Artikel 9.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «de uitvoering van de maatregelen bedoeld in artikel 5.6, derde lid, onderdelen a tot en met d» vervangen door «het plaatsen van waarschuwingsborden en borden ter vooraankondiging, het aanbrengen van kentekenen bij gebouwen, ruimten, terreinen, gebieden en andere onroerende zaken, het plaatsen van materialen ter voorkoming of bestrijding van besmettelijke dierziekten of zoönosen of ter werking van ziekteverwekkers en het reinigen en ontsmetten,».
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel c wordt «bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2» vervangen door «, bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, of hoofdstuk 5, paragraaf 2» en wordt «op grond van artikel 5.3 aangewezen dierziekten, zoönosen en ziekteverschijnselen» vervangen door «een op grond van een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, of artikel 5.3 aangewezen dierziekte, zoönose en ziekteverschijnsel».
b. In onderdeel d wordt «op grond van artikel 5.3 aangewezen dierziekten, zoönosen of ziekteverschijnselen» vervangen door «een op grond van een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, of artikel 5.3 aangewezen dierziekte, zoönose of ziekteverschijnsel».
M
In artikel 9.5 wordt «maatregelen, getroffen krachtens hoofdstuk 5, paragraaf 2,» vervangen door «maatregelen, getroffen krachtens een EU-rechtshandeling als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, of hoofdstuk 5, paragraaf 2».
N
In artikel 9.7, eerste lid, onderdeel b, wordt «de krachtens artikel 92 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren opgelegde verplichtingen» vervangen door «de krachtens paragraaf 9.4 opgelegde verplichtingen».
O
In artikel 9.11 wordt «maatregelen, als bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2,» vervangen door «maatregelen als bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, of hoofdstuk 5, paragraaf 2,».
P
De artikelen 11.1a tot en met 11.8, 11.11 en 11.12 en het opschrift van paragraaf 11.2 vervallen.
Q
Na artikel 11.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 11.1 is op besluiten met betrekking tot de diergezondheidsheffing, genomen op of na 1 januari 2018 maar voor het tijdstip van inwerkingtreding van paragraaf 9.4, het recht zoals dat gold onmiddellijk voorafgaand aan laatstbedoeld tijdstip van toepassing.
Als artikel 9.19, tweede lid, van de Wet dieren in artikel II, onderdeel C, van de Wet van 5 juli 2017 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve van de kosten van de bestrijding en het weren van besmettelijke dierziekten, zoönosen en zoönoseverwekkers (herziening heffingenstelsel Diergezondheidsfonds) (Stb. 2017, 313) in werking treedt of is getreden, wordt in dat lid «de kosten, bedoeld in artikel 9.14, onderdelen a tot en met g» vervangen door «de kosten, bedoeld in artikel 9.15, onderdelen a tot en met g».
In artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene douanewet vervalt «de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren».
In bijlage 2, artikelen 4, 7 en 11, bij de Algemene wet bestuursrecht vervallen de zinsneden die betrekking hebben op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt ingetrokken.
In de artikelen 1, eerste lid, onderdeel oo, en 23, derde lid, van de Meststoffenwet wordt «krachtens de artikelen 4, 96 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde regels» vervangen door «krachtens artikel 2.4, eventueel in samenhang met artikel 6.4, eerste lid, van de Wet dieren gestelde regels».
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel 1° vervalt de zinsnede die betrekking heeft op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
b. In onderdeel 2° vervalt de zinsnede die betrekking heeft op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en vervalt in de zinsnede die betrekking heeft op de Wet dieren «2.11, eerste en tweede lid,».
c. In onderdeel 4° vervalt de zinsnede die betrekking heeft op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Artikel IV, tweede lid, van de Wet van 5 juli 2017 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve van de kosten van de bestrijding en het weren van besmettelijke dierziekten, zoönosen en zoönoseverwekkers (herziening heffingenstelsel Diergezondheidsfonds) en de aanduiding «1» voor het eerste lid vervallen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 26 mei 2021
Willem-Alexander
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Uitgegeven de tweede juni 2021
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-256.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.