Wijziging van het Beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling in verband met de afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting van 13 december 2024, nr. 2024-33245 (Stcrt. 2024, 40471)

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 1 mei 2025 nr. 2025-12240.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het Besluit van 13 december 2024, nr. 2024-33245 (Stcrt. 2024, 40471). De wijziging betreft de verlenging van de werkingsduur van de goedkeuring in het besluit tot 1 januari 2026.

ARTIKEL I

A

Aan het besluit wordt onder de cursieve tekst een alinea toegevoegd, luidende:

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 1 mei 2025, nr. 2025-12240 (Stcr. 2025 nr. 15954). De wijziging betreft de verlenging van de werkingsduur van de goedkeuring in dit besluit tot 1 januari 2026.

B

In onderdeel 2 wordt in de tekst van de goedkeuring de datum ‘1 juli 2025’ vervangen door ‘1 januari 2026’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 mei 2025

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken

TOELICHTING

Dit wijzigingsbesluit wijzigt het Beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling in verband met de afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting van 13 december 2024.1 De wijziging betreft de verlenging van de werkingsduur van dit besluit tot 1 januari 2026.

In het besluit is een goedkeuring getroffen die de toepassing van de overgangsregeling ten aanzien van bepaalde leveringen en diensten binnen cultuur, media en sport zoals opgenomen in artikel LXII van het Belastingplan 2025 opschort tot 1 juli 2025. De overgangsregeling houdt in dat bij betalingen en overdrachten van vouchers in 2025 voor leveringen van goederen en diensten die plaatsvinden vanaf 1 januari 2026 omzetbelasting is verschuldigd naar het algemene btw-tarief (21%). Door deze goedkeuring blijft het verlaagde tarief van toepassing op vooruitbetalingenbetalingen en overdrachten van vouchers voor enkelvoudig gebruik voor de posten a.29, a.30, b.2, b.3, b.14.c, b.14.d, b.14.f, b.17 en b.21 van Tabel I behorende bij de wet op de omzetbelasting 1968. Dit geldt niet voor post b.11 (het verstrekken van logies). Omdat de btw-verhoging daarop wel doorgang vindt, blijft de overgangsregeling op deze post van kracht per 1 januari 2025.

De achtergrond van deze opschorting was de in de Tweede Kamer aangenomen motie nr. 140 waarbij de regering werd verzocht om een alternatieve invulling te presenteren voor de afschaffing van de tabelposten a.29, a.30, b.2, b.3, b.14.c, b.14.d, b.14.f, b.17 en b.21 van Tabel I. In de Voorjaarsnota 2025 is er conform die motie voor gekozen om de btw-verhoging op cultuur, media en sport geheel te schrappen.2 Artikel I verlengt daarom de werkingsduur van de goedkeuring tot 1 januari 2026.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging. Deze datum wordt gesteld op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt.

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken


X Noot
1

Beleidsbesluit gedeeltelijk uitstel overgangsregeling in verband met de afschaffing bepaalde tabelposten verlaagd tarief omzetbelasting’ van 13 december 2024, nr. 2024-33245 (Stcrt. 2024, 40471).

X Noot
2

Kamerstukken II 2024/25, 36 725, nr. 1, p. 11 (Voorjaarsnota 2025).

Naar boven