Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2025, 10437 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2025, 10437 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV subsidies 2025 worden onder de rij van titel 3.25 drie rijen toegevoegd, luidende:
|
Titel 3.28: Programma Digitaal Europa |
3.28.2, eerste lid, onderdeel r |
07-04-2025 t/m 18-04-2025 |
€ 100.000 |
||
|
3.28.2, eerste lid, onderdeel t |
07-04-2025 t/m 18-04-2025 |
€ 1.250.000 |
|||
|
3.28.2, eerste lid, onderdeel u |
07-04-2025 t/m 18-04-2025 |
€ 2.000.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 19 maart 2025
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
De subsidiemodule Programma Digitaal Europa is op 1 juli 2022 in werking getreden (Stcrt. 2022, 17157) en is opgenomen in titel 3.28 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES).Via deze subsidiemodule kan subsidie worden verkregen voor projecten binnen het programma Digitaal Europa.
Het programma Digitaal Europa (afgekort en hierna: DIGITAL) is een programma van de Europese Commissie waardoor digitale technologieën beter door ondernemingen, burgers en overheden kunnen worden toegepast. De module betreft cofinanciering: de op grond van deze regeling te verlenen subsidies vormen een aanvulling op de subsidies die de Europese Commissie verstrekt in het kader van DIGITAL.
Voordat een aanvrager een subsidie kan aanvragen op grond van titel 3.28 van de RNES, dient die aanvrager dan ook eerst een subsidie te verkrijgen van de Europese Commissie. Nadat aanvragers een aanvraag hebben ingediend bij de Europese Commissie, beoordeelt en rangschikt de Europese Commissie de aanvragen. De Europese Commissie verdeelt de beschikbare subsidie op volgorde van rangschikking. Vervolgens kan een aanvrager, die ook subsidie heeft verkregen van de Europese Commissie, op basis van de onderhavige subsidiemodule een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). RVO voert de subsidiemodule uit namens de Minister van Economische Zaken. Bij de aanvraag moeten in elk geval gegevens over de door de Europese Commissie verstrekte bijdrage worden meegestuurd. RVO verricht slechts een beperkte beoordeling van de aanvragen (bijvoorbeeld of de ingediende begroting correct is). Per openstelling van een onderdeel door de Europese Commissie wordt per onderdeel van DIGITAL een subsidieplafond gepubliceerd. Bij overschrijding van het beschikbare Nederlandse subsidieplafond worden de aanvragen gerangschikt overeenkomstig de rangschikking van de Europese Commissie. In een eerder stadium is een aantal onderdelen aan de subsidiemodule Programma Digitaal Europa toegevoegd, waaronder de volgende onderdelen die met deze wijzigingsregeling worden opengesteld: een dataruimte voor de energie-industrie, een dataruimte voor de Green Deal en een alliantie voor taaltechnologieën. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule voor deze onderdelen opengesteld. De openstelling gebeurt door een wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 (hierna: ROES).
De subsidies voor de in de vorige paragraaf genoemde onderwerpen met betrekking tot subsidiemodule Programma Digitaal Europa kwalificeren voor ondernemingen als staatssteun in de zin van het Verdrag inzake de werking van de EU. De subsidies kunnen worden verleend met toepassing van de Algemene de-minimisverordening of met toepassing van de artikelen 17, 18, 25, 26, 26a, 27, 28, 29 of 31 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
Hieronder wordt de berekening van de regeldruk weergegeven van de onderdelen in de subsidiemodule Programma Digitaal Europa die met de onderhavige wijzigingsregeling worden opengesteld. Met het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) is tijdens het toevoegen van de betreffende onderwerpen aan de subsidiemodule (Stcrt. 2024, 13826) afgesproken om de regeldruk in kaart te brengen bij de eerste openstelling.
Alle aanvragers van subsidie moeten in eerste instantie een aanvraagformulier inclusief projectplan en begroting bij de Europese Commissie indienen. Zij zullen vervolgens moeten voldoen aan de verplichtingen van de verordening Digitaal Europa1, eventueel aanvullende verplichtingen in de subsidieovereenkomsten met de Europese Commissie, het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies en de RNES. Er wordt bij deze regeling niet afgeweken van de standaardbepalingen en -formulieren die zijn ingericht op minimale administratieve lasten.
Er dient gedurende de looptijd van een project meerdere malen aan de Europese Commissie gerapporteerd te worden. De intervallen worden vastgelegd in het contract van de subsidieontvanger met de Europese Commissie. De subsidieontvanger informeert RVO met de rapportage, zoals ingediend bij de Europese Commissie, over de voortgang van het project. Bij afronding van het project gelden de vereisten van de Europese Commissie ten aanzien van de eindrapportage. Deze eindrapportage is voor RVO de basis om tot een (inhoudelijk en financieel) eindoordeel te komen over het gerealiseerde project. De eindrapportage voor de Europese Commissie dient vergezeld te gaan van een rapport van bevindingen. Nederland stelt hier dus géén aanvullende eisen om de regeldruk voor indieners zo beperkt mogelijk te houden.
De onderhavige subsidiemodule is zo regeldrukarm mogelijk vormgegeven. RVO beoordeelt de aanvragen op basis van het oordeel van de Europese Commissie en er worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. De aanvrager hoeft derhalve voor de aanvraag van nationale cofinanciering aan minimale administratieve verplichtingen te voldoen. De administratieve lasten zijn in kaart gebracht voor de volgende onderdelen: (i) Een dataruimte voor de Green Deal. (ii) Een dataruimte voor de energie-industrie. (iii) een alliantie voor taaltechnologieën.
De regeldrukkosten die uit deze regeling voortvloeien betreffen:
• Kennisnamekosten;
• Kosten in verband met het indienen van de aanvraag;
• Kosten in verband met de uitvoering;
• Kosten voor de eindverantwoording (voor vaststelling);
• Kosten voor monitoring en evaluatie.
Er wordt per onderdeel verwacht dat er maar één aanvraag zal worden ingediend.
Bedrijven die een aanvraag willen indienen zullen zich op de hoogte moeten stellen van de eisen waaraan zij moeten voldoen. De eenmalige kennisnamekosten komen naar verwachting uit op:
– € 7.920 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 360 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 7.920 voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
De regeldrukkosten in verband met het indienen van de aanvragen worden ingeschat op:
– € 3.660 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 960 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 3.660 voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
Daarnaast zijn er kosten die verband houden met de uitvoering van de verplichtingen die voortkomen uit de regeling, zoals urenregistratie en kennisoverdracht. Voor de vier onderdelen worden deze kosten ingeschat op:
– € 480 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 480 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 480 voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
De kosten voor eindverantwoording worden ingeschat op:
– € 2.940 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 780 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 2.940 voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
Tenslotte is er sprake van regeldrukkosten als gevolg van monitoring en het schrijven van tussentijdse rapportages en dienen de aanvragers mee te werken aan evaluatie en effectmeting. De regeldrukkosten die hieruit voortvloeien worden ingeschat op:
– € 2.160 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 540 voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 2.160 voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
De totale regeldrukkosten komen dan uit op:
– € 17.160 (1,37%) voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de Green Deal’;
– € 3.120 (3,12%) voor het onderdeel ‘een dataruimte voor de energie-industrie’;
– € 17.160 (1,37%) voor het onderdeel ‘een alliantie voor taaltechnologieën’.
ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat is in dit geval gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-10437.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.