Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 april 2024, nr. WJZ/ 45849829, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 vanwege het toevoegen van onderwerpen aan de subsidiemodule Programma Digitaal Europa en het openstellen van het onderwerp digitaal product-paspoort

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, 6, derde lid, 7, eerste lid, 15, 16, 17, derde en vierde lid, en 19 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.28.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

alliantie voor taaltechnologieën:

project inzake een alliantie voor taaltechnologieën zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming:

project inzake het beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

cybersecurity vaardigheden academie:

project inzake het opzetten van een vaardigheden-academie zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Advanced Digital Skills bestrijkt;

dataruimte voor de energie-industrie:

project inzake de EU-markt voor cloud-to-edge-diensten zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

dataruimte voor de Green Deal:

project inzake de implementatie van een dataruimte voor de Green Deal zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

dataruimte voor de maakindustrie (implementatie):

project inzake de implementatie van een dataruimte voor de maakindustrie zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

digitaal product-paspoort:

project inzake ontwikkeling van een digitaal product-paspoort zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

gespecialiseerde Opleidingsprogramma's in Sleutelcapaciteitsgebieden:

project inzake het ontwikkelen van gespecialiseerde Opleidingsprogramma's in Sleutelcapaciteitsgebieden zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Advanced Digital Skills bestrijkt;

hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen:

project inzake de ontwikkeling van hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Cybersecurity bestrijkt;

implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren:

project inzake de implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Cybersecurity bestrijkt;

ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten:

project inzake ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten, inclusief European Digital Infrastructure Consortiums, zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Deployment and Best use bestrijkt;

ontwikkeling van een Citiverse;

project inzake de ontwikkeling van een Citiverse zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;

referentie-implementaties van Europese cloud edge-diensten:

project inzake de referentie-implementaties van Europese cloud edge-diensten voor industriële Internet of Things Edge en Telecommunicatie edge zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling AI bestrijkt;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen:

project inzake het versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen zoals omschreven in een op grond van artikel 24 van verordening (EU) nr. 2021/694 vastgesteld werkprogramma dat de specifieke doelstelling Cybersecurity bestrijkt.

B

Artikel 3.28.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel g vervalt ‘of’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:

  • i. een digitaal product-paspoort;

    • j. de ontwikkeling van een Citiverse;

    • k. hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen;

    • l. de implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren;

    • m. het versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen;

    • n. gespecialiseerde opleidingsprogramma's in sleutelcapaciteitsgebieden;

    • o. een cybersecurity vaardigheden academie;

    • p. ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten;

    • q. referentie-implementaties van Europese cloud edge diensten;

    • r. een dataruimte voor de energie-industrie;

    • s. een dataruimte voor de maakindustrie (implementatie);

    • t. een dataruimte voor de Green Deal;

    • u. een alliantie voor taaltechnologieën; of

    • v. het beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming.

C

Artikel 3.28.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 3.28.3, derde lid, onderdeel h, door een puntkomma wordt aan dit lid het volgende onderdeel toegevoegd:

  • i. € 750.000 voor een aanvraag inzake een digitaal product-paspoort.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In aanvulling op het derde lid bedraagt de subsidie, niet zijnde een subsidie aan een Europese digitale-innovatiehub als bedoeld in artikel 3.28.2, eerste lid onderdeel b, niet meer dan de bijdrage die de Europese Commissie reeds heeft verstrekt als onderdeel van het programma Digitaal Europa.

D

Artikel 3.28.9, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de gegevens over het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waaronder:

    • 1°. de start- en einddatum;

    • 2°. de totale kosten;

    • 3°. de omvang van de gevraagde subsidie en het samenwerkingsverband;

    • 4°. een omschrijving van de subsidiabele activiteiten; en

    • 5°. indien van toepassing: een voorlopige inschatting op welke wijze de staatssteun wordt gerechtvaardigd door een van de artikelen, bedoeld in artikel 3.28.10, derde lid;.

E

Aan artikel 3.28.10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De subsidie, bedoeld in artikel 3.28.2, eerste lid, onderdelen i tot en met v, voor zover deze wordt verstrekt aan een onderneming, bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 17, 18, 25, 26, 26 bis, 27, 28, 29 of 31 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, of de algemene de-minimisverordening.

ARTIKEL II

In de tabel, behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 wordt na de rijen betreffende Titel 3.23: Venture Challenge een rij ingevoegd:

3.28: Programma Digitaal Europa

3.28.2, eerste lid, onderdeel i

   

06-05-2024 t/m 31-05-2024

€ 750.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 april 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De subsidiemodule Programma Digitaal Europa is op 1 juli 2022 in werking getreden (Stcrt. 2022, 17157) en is opgenomen in titel 3.28 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES). Via deze subsidiemodule kan subsidie worden verkregen voor projecten binnen het programma Digitaal Europa. Het programma Digitaal Europa (afgekort en hierna: DIGITAL) is een programma van de Europese Commissie waardoor digitale technologieën beter door ondernemingen, burgers en overheden kunnen worden toegepast. De module betreft cofinanciering: de op grond van deze regeling te verlenen subsidies vormen een aanvulling op de subsidies die de Europese Commissie verstrekt in het kader van DIGITAL.

Voordat een aanvrager een subsidie kan aanvragen op grond van titel 3.28 van de RNES, dient de aanvrager dan ook eerst een subsidie te verkrijgen van de Europese Commissie. Nadat een aanvrager een aanvraag heeft ingediend bij de Commissie, beoordeelt en rangschikt de Commissie de aanvragen. De Europese Commissie verdeelt de beschikbare subsidie op volgorde van rangschikking. Vervolgens kan een aanvrager op basis van de onderhavige subsidiemodule een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). RVO voert de subsidiemodule uit namens de Minister van EZK. Bij de aanvraag moeten in elk geval gegevens over de door de Europese Commissie verstrekte bijdrage worden meegestuurd. RVO verricht slechts een beperkte beoordeling van de aanvragen (bijvoorbeeld of de ingediende begroting correct is).

Per openstelling van de Commissie wordt per onderdeel van DIGITAL een subsidieplafond gepubliceerd. Bij overschrijding van het beschikbare Nederlandse subsidieplafond worden de aanvragen gerangschikt overeenkomstig de rangschikking van de Europese Commissie. Met deze wijzigingsregeling worden de projecten waarvoor op grond van deze subsidiemodule subsidie kan worden verkregen uitgebreid zodat meer onderdelen van DIGITAL voor cofinanciering in aanmerking komen. Ook projecten met betrekking tot een digitaal product-paspoort, de ontwikkeling van een ‘Citiverse’, hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen, de implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren, het versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen, gespecialiseerde opleidingsprogramma's in sleutelcapaciteitsgebieden, een cybersecurity vaardigheden academie, ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten (inclusief European Digital Infrastructure Consortiums; hierna EDIC's), referentie-implementaties van Europese cloud edge-diensten (industriële IoT Edge en Telco Edge), een dataruimte voor de energie-industrie, een dataruimte voor de maakindustrie (implementatie), een dataruimte voor de Green Deal, een alliantie voor taaltechnologieën en het beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming (finetuning), komen na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling (en na openstelling die apart per onderwerp zal worden geregeld) voor subsidie in aanmerking.

De subsidiemodule wordt opengesteld voor een project inzake een digitaal product-paspoort. Deze openstelling gebeurt door een wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 (zie hiervoor artikel II in deze wijzigingsregeling). Voor de overige onderwerpen zal in een later stadium worden bepaald wanneer deze worden opengesteld.

2. Nieuwe projecten waarvoor subsidie verkregen kan worden

Zoals in de vorige paragraaf beschreven wordt met de onderhavige wijzigingsregeling een aantal onderwerpen toegevoegd waarvoor op grond van deze subsidiemodule subsidie verkregen kan worden. Het gaat dan om de volgende toegevoegde onderwerpen:

2.1 een digitaal product-paspoort

Het digitaal product-paspoort is een informatiesysteem dat productgegevens die relevant zijn voor de duurzaamheid van producten toegankelijk maakt in de waardeketen. Deze ondersteuning beoogt het op grote schaal opzetten van een pilotproject voor de implementatie van digitale productpaspoorten in een real-life setting binnen minstens twee waardeketens. Het doel is om essentiële product gerelateerde informatie in de keten te delen, zoals unieke identificatie- of goederencodes, informatie met betrekking tot de fabrikant of handleidingen en veiligheidsinformatie. Deze informatie draagt bij aan het verlengen van de levensduur van producten, het optimaliseren van het ontwerp van producten en de verwerking van producten aan het einde van de levensduur, en helpt zo om een versnelling van de overgang naar een circulaire economie te realiseren. Het project zal daarbij bijdragen aan het creëren van nieuwe kansen voor ondernemers, het helpen van consumenten bij het maken van duurzame keuzes en het in staat stellen van overheden om naleving van wettelijke verplichtingen te verifiëren.

2.2 de ontwikkeling van een ‘Citiverse’

Deze ondersteuning is gericht op het verder verkennen van verschillende gebruiksmogelijkheden van de Citiverse. Een Citiverse is een virtuele wereld, of een reeks onderling verbonden gedistribueerde virtuele werelden, die hun fysieke tegenhangers vertegenwoordigen. Deze virtuele werelden kunnen virtuele goederen, diensten en omgevingen aanbieden aan burgers en andere gebruikers. Het doel van deze ondersteuning is om Europese burgers en industrie bij elkaar te brengen voor de ontwikkeling van VR/AR-werelden die nuttig zijn voor lokale overheden en burgers. De projecten zullen VR/AR- en metaverse-technologieën introduceren om interactie in stedelijke ruimtes mogelijk te maken. Hiermee kan bijvoorbeeld een virtuele omgeving gecreëerd worden om virtuele/echte ruimtelijke planning mogelijk te maken. De focus ligt op het ontwikkelen van concrete use cases.

2.3 hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen

Het doel van de subsidie voor dit onderdeel is de uitvoering van de inmiddels aangenomen (maar nog niet in het Europese publicatieblad gepubliceerde) Cyber Resilience Act (hierna: CRA) te ondersteunen met tools die interne compliance procedures (nalevingsprocedures) vergemakkelijken en waar mogelijk automatiseren. Dit kunnen bijvoorbeeld hulpmiddelen zijn om documentatieverplichtingen te vereenvoudigen of te automatiseren of oplossingen gebaseerd op training modules of technische specificaties. Er zal prioriteit worden gegeven aan oplossingen die gratis of open source beschikbaar worden gesteld.

2.4 de implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren

Deze Europese subsidie is bedoeld om de toepassing van Post kwantum Cryptografie (hierna: PQC) in verschillende sectoren en industrieën mogelijk te maken om zo de cyberbeveiliging van kritieke industriële activa te beschermen. Het overkoepelende doel is om de aan PQC-gerelateerde systemen, apparatuur, componenten, protocollen en netwerktechnologieën te integreren in bestaande digitale beveiligings- en communicatienetwerken. Concreet moeten voorstellen bijdragen aan: de validatie van PQC-systemen en PQC-technologie die klaar zijn voor grootschalige implementatie in specifieke industriële sectoren; bescherming op lange termijn van kritieke activa, informatiebeveiliging en operationele continuïteit in het geval van kwantumcomputers; het opstellen van migratie-checklists en plannen voor PQC in sectoren waar dit nog niet heeft plaatsgevonden.

2.5 het versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen

Het doel van deze Europese subsidie is tweeledig: Europese mkb-ondernemingen ondersteunen bij het versterken van hun capaciteiten op het gebied van cybersecurity en het bevorderen van de implementatie van vereisten van CRA. Voorstellen kunnen gericht zijn op financiële ondersteuning voor MKB-ondernemingen voor CRA-compliance, het ontwikkelen van een openbaar toegankelijk platform met CRA-gerelateerde middelen (zoals richtlijnen en ondersteunende documenten), bijdragen aan de standaardisatie van de CRA of workshops, evenementen of netwerken om de uitwisseling van ervaringen van belanghebbenden te faciliteren

2.6 gespecialiseerde Opleidingsprogramma's in Sleutelcapaciteitsgebieden

Er bestaat in de EU een aanhoudend tekort aan ICT-specialisten en mensen met geavanceerde digitale vaardigheden, terwijl de vraag naar professionals met digitale vaardigheden blijft groeien. Deze ondersteuning moet bijdragen aan het oplossen van deze uitdaging en het behalen de Europese Digitale Decennium doelstelling van 20 miljoen EU ICT-specialisten in 2030. De ondersteuning is primair gericht op het ondersteunen bij het ontwerpen en aanbieden van programma’s voor hoger onderwijs en gerateerde op zichzelf staande modules gericht op belangrijke digitale gebieden en de verwerking van geavanceerde digitale vaardigheden voor specifieke strategische sectoren. Daarnaast kunnen geselecteerde projecten activiteiten omvatten om onderwijzend personeel aan te trekken, beurzen voor studenten aan te bieden, appratuur aan te schaffen of partnerschappen tot stand te brengen.

2.7 een cybersecurity vaardigheden academie

Cybersecurity is een groeiende zorg voor Europese burgers, bedrijven en publieke organisaties. De EU heeft daarom een grotere groep van cybersecurity experts nodig om bedrijven en publieke diensten te beschermen en nieuwe cybersecurity oplossingen te bedenken. Het doel van deze ondersteuning is het oprichten van een overkoepelende Europese Cybersecurity Skills Academy initiatief voor het geven van trainingen gericht op de aanpak van het groeiende tekort aan cybersecurity-experts in Europa. In de trainingen zal vooral aandacht moeten worden gegeven aan de meest gevraagde vaardigheden zoals cyberforensica, cyber ranges, malware-analyse en AI voor cybersecurity. De trainingen moeten zich met name richten op startups, het MKB en overheidsinstellingen. Consortiums van organisaties die actief zijn op het gebied van cybersecurity en universiteiten of aanbieders van opleidingen moeten de activiteiten bedenken en uitvoeren.

2.8 de ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten (inclusief EDIC's)

Multi-Landen Projecten zijn grootschalige projecten die de verwezenlijking van de doelstellingen voor de digitale transformatie van de Europese Unie en het industriële herstel vergemakkelijken en die geen enkele entiteit of lidstaat alleen zou kunnen verwezenlijken. In een multi-landen project zijn ten minste drie lidstaten betrokken. Deze ondersteuning heeft tot doel de implementatie van Multi-Landen Projecten, inclusief EDIC’s, te vergemakkelijken. Geselecteerde projecten moeten hierbij bijdragen aan een van de gebieden waarin het Digitaal Europa Programma cruciale EU-capaciteitsopbouw ondersteunt door middel van grootschalige implementaties.

2.9 referentie-implementaties van Europese cloud edge-diensten (industriële IoT Edge en Telecommunicatie Edge)

Edge computing is een essentiële technologie om de behoefte voor gedistribueerde en gedecentraliseerde dataverwerking mogelijk te maken, zoals beschreven in de Europese Datastrategie. Deze ondersteuning heeft als doel het opzetten van een pilot die de implementatie en voordelen van telecom edge toepassingen en de integratie met industriële IoT-edge-oplossingen demonstreren. De voorstellen moeten zich richten op de uitrol en opschaling van Telco Edge Cloud, inclusief hardware- en softwareframeworks, met demonstraties van interoperabiliteit en toepassingen in cruciale sectoren zoals industriële IoT. Het project zal dienen als een voorbeeld voor de hele EU, waarbij aangetoond wordt hoe de inzet van edge-toepassingen in verschillende sectoren toegevoegde waarde en impact kan creëren.

2.10 een dataruimte voor de energie-industrie

Het doel van deze ondersteuning is het implementeren van een eerste betrouwbare en veilige gemeenschappelijke Europese dataruimte voor energiedata, zoals aangekondigd in de Europese Datastrategie en het EU-Actieplan voor digitalisering van het energiesysteem. Deze dataruimte zal de toegang verbreden tot data om zo onder andere de integratie van hernieuwbare energiebronnen te vergroten, nieuwe innovatieve energiediensten te ontwikkelen die bijdragen aan de optimalisatie van elektriciteitsnetwerken en om de energie-efficiëntie van de gebouwde omgeving te verbeteren. Hierbij wordt voortgebouwd op eerdere Europese, nationale en regionale projecten gericht op de ontwikkeling van (energie) dataruimtes.

2.11 een dataruimte voor de maakindustrie (implementatie)

Het doel van deze ondersteuning is het significant opschalen van de inzet en het gebruik van een of meerdere dataruimtes voor de maakindustrie. Deze dataruimtes moeten industriële gegevensuitwisseling tussen productiebedrijven en dienstverleners versterken om zo bedrijfsactiviteiten te verbeteren en een data-gedreven transitie naar een groenere en circulaire economie te ondersteunen en te versnellen. De implementatie van deze dataruimte moet in overeenstemming zijn met de Europese Data Act.

2.12 een dataruimte voor de Green Deal

Deze ondersteuning is gericht op het creëren van een operationele dataruimte voor de Europese Green Deal. Deze dataruimte moet het delen en hergebruiken van relevante data mogelijk maken om zo nieuwe diensten en toepassingen te creëren die bijdragen aan het bereiken van de Europese Green Deal doelstellingen. Hierbij wordt voortgebouwd op eerdere voorbereidende Europese projecten voor het creëren van een Green Deal dataruimte.

2.13 een alliantie voor taaltechnologieën

Deze ondersteuning is gericht op het verstrekken van data verstrekking en modelaanpassingscapaciteiten voor de inzet van grote taalbasismodellen en hun toepassingen, zoals generatieve AI. Deze ondersteuning zal rond twee werklijnen worden opgezet. Het eerste werkgebied zal zich richten op de verzameling van taaldata en het aanpassen van bestaande grote taalmodellen aan specifieke talen, domeinen of industrieën. Dit om de introductie van nieuwe taaltechnologieën door Europese actoren te ondersteunen. Het tweede werkterrein zal de coördinatie van een ecosysteem voor Europese taaltechnologieën ondersteunen. Deze activiteit zal publieke en private organisaties samenbrengen om infrastructuur en ondersteuning te bieden aan ontwikkelaars en gebruikers van grote taalmodellen, vooral het MKB.

Door de inspanningen van lidstaten te bundelen zal deze ondersteuning bijdragen aan het behoud van de taalkundige en culturele diversiteit in Europa, terwijl tegelijkertijd de doelstellingen van het Europese Gemeenschappelijke Data-infrastructuur en Diensten Multi-Landen Project op het gebied van taaltechnologie effectief worden geïmplementeerd.

2.14 het beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming (finetuning)

De verwachting is dat veel toekomstige ontwikkelingen en toepassingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) gebaseerd zullen zijn op het verdere gebruik van grote AI basismodellen (foundation models). Dit zijn AI-modellen die zijn getraind met grote hoeveelheden data om vervolgens gebruikt te kunnen worden in een breed scala aan AI-toepassingen. Het is daarom belangrijk dat Europese AI-ontwikkelaars en gebruikers gemakkelijk toegang hebben tot betrouwbare en transparante Europese basismodellen die alle officiële talen van de lidstaten omvatten. Deze ondersteuning is gericht op het opschalen van een dergelijk Europees basismodel en op het vervolgens beschikbaar stellen van deze infrastructuur voor de Europese AI-ontwikkelaars en gebruikers van industriële en publieke diensten. Hierbij wordt actief aandacht gegeven aan de prestaties, transparantie en veiligheid van het basismodel, in lijn met de eisen die de AI Act daaraan stelt. Daarbij is deze ondersteuning ook gericht op het ontwikkelen van een sterke gemeenschap voor de verdere ontwikkeling en exploitatie van dit basismodel.

3. Staatssteun

De subsidies voor de toegevoegde onderwerpen die worden verstrekt op grond van deze subsidiemodule kwalificeren voor ondernemingen als staatssteun in de zin van het Verdrag inzake de werking van de EU. De subsidies voor de nieuwe onderwerpen die met deze wijzigingsregeling worden toegevoegd aan de subsidiemodule kunnen worden verleend met toepassing van de Algemene de-minimisverordening, of de artikelen 17, 18, 25, 26, 26 bis, 27, 28, 29 of 31 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv).

4. Regeldruk

4.1 Algemeen

Alle aanvragers van subsidie moeten in eerste instantie een aanvraagformulier inclusief projectplan en begroting bij de Europese Commissie indienen. Alle ontvangers van subsidie zullen vervolgens moeten voldoen aan de verplichtingen van de verordening Digitaal Europa1, eventueel aanvullende verplichtingen in de subsidieovereenkomsten met de Europese Commissie, het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies en de RNES. Er wordt bij deze regeling niet afgeweken van de standaardbepalingen en -formulieren die zijn ingericht op minimale administratieve lasten.

Er dient gedurende de looptijd van een project meerdere malen aan de Europese Commissie gerapporteerd te worden. De intervallen worden vastgelegd in het contract van de subsidieontvanger met de Europese Commissie. De subsidieontvanger informeert RVO met de rapportage, zoals ingediend bij de Commissie, over de voortgang van het project. Bij afronding van het project gelden de vereisten van de Commissie ten aanzien van de eindrapportage. Deze eindrapportage is voor RVO de basis om tot een (inhoudelijk en financieel) eindoordeel te komen over het gerealiseerde project. De eindrapportage voor de Europese Commissie dient vergezeld te gaan van een rapport van bevindingen. Nederland stelt hier dus géén aanvullende eisen om de regeldruk voor indieners zo beperkt mogelijk te houden.

4.2 Berekening regeldruk
4.2.1 Inleiding

De onderhavige subsidiemodule is zo regeldrukarm mogelijk vorm gegeven. RVO beoordeelt de aanvragen op basis van het oordeel van de Europese Commissie en er worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. De aanvrager hoeft derhalve voor de aanvraag van nationale cofinanciering aan minimale administratieve verplichtingen te voldoen. De administratieve lasten zijn in kaart gebracht voor het onderwerp digitaal product-paspoort. De regeldruk met betrekking tot de overige onderwerpen zal in kaart worden gebracht wanneer die onderwerpen worden opengesteld.

De regeldrukkosten die uit deze regeling voortvloeien betreffen:

  • Kennisnamekosten;

  • Kosten in verband met het indienen van de aanvraag;

  • Kosten in verband met de uitvoering;

  • Kosten in verband met monitoring en evaluatie.

Bij het inschatten van de regeldrukkosten is uitgegaan van een gemiddeld uurtarief van € 60.

4.2.2 Verwacht aantal aanvragen

Op basis van eerdere ervaringen met vergelijkbare subsidiemodules en diverse belangstellingsregistraties in het veld is de verwachting dat er 4 partijen belangstelling hebben voor het onderdeel een digitaal product-paspoort en hiervan kennis zullen nemen.

Voor een digitaal product-paspoort zal de Europese Commissie één aanvraag honoreren. Hierbij is slechts sprake van een kleine administratieve handeling. De Europese Commissie verricht reeds een beoordeling van de aanvragen en rangschikt deze van hoog naar laag. RVO volgt deze rangschikking.

4.2.3 Kennisnamekosten

Bedrijven die een aanvraag willen indienen zullen zich op de hoogte moeten stellen van de eisen waaraan zij moeten voldoen. De eenmalige kennisnamekosten komen naar verwachting uit op € 960 voor een digitaal product-paspoort.

4.2.4 Kosten in verband met indienen van de aanvraag

De regeldrukkosten in verband met het indienen van de aanvraag voor een digitaal product-paspoort worden ingeschat op € 1.260. Deze kosten bestaan uit het opstellen van een projectbegroting (inclusief een inschatting van staatssteun uitzonderingen) en het invullen van het nationale aanvraagformulier inclusief bijlages.

4.2.5 Kosten in verband met de uitvoering

Daarnaast zijn er kosten die verband houden met de uitvoerig van de verplichtingen die voortkomen uit de regeling, zoals urenregistratie en kennisoverdracht. Voor een digitaal product-paspoort worden deze kosten ingeschat op € 480.

4.2.6 Eindverantwoording (voor vaststelling)

De kosten voor eindverantwoording worden ingeschat op € 1.020. Deze kosten bestaan uit het inzenden van stukken, het invullen van de realisatie van het nationale begrotingstemplate en mogelijke aanvullende informatie voor de Nederlandse eindverantwoording.

4.2.7 Kosten in verband met monitoring en evaluatie

Tenslotte is er sprake van regeldrukkosten als gevolg van monitoring en het schrijven van tussentijdse rapportages en dienen de aanvragers mee te werken aan evaluatie en effectmeting. De regeldrukkosten die hieruit voortvloeien worden voor een digitaal product-paspoort ingeschat op € 720.

4.2.8 Totale administratieve lasten

De totale regeldrukkosten komen voor een digitaal product-paspoort op € 4.440 (0,59%).

4.2.9 Advies Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) heeft op 21 maart 2024 een advies uitgebracht. In het advies geeft ATR aan geen opmerkingen te hebben met betrekking tot de regeldruk en nut en noodzaak van de regeling. In het advies gaat ATR wel in op een andere omgang met het staatssteunkader na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Normaal gesproken geeft de overheid de duiding van de toepasselijkheid van een staatssteunkader volgens ATR. Van de aanvrager wordt echter na inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling verlangd dat hij met behulp van een door de Minister voorgeschreven middel een motivering geeft van de rechtvaardiging van de verkregen staatssteun indien deze staatssteun wordt gerechtvaardigd door de agvv. ATR geeft aan dat de toelichting geen aandacht besteedt aan mogelijke ondersteuning bij het gebruik van het middel, de duidelijkheid en het gebruiksgemak van het middel en de omvang en professionele bekendheid van de aanvrager met het staatssteunrecht. In de artikelsgewijze toelichting (artikel I, onderdeel D) wordt het advies van ATR geadresseerd.

5. Uitvoering

RVO voert deze subsidiemodule uit namens de Minister van EZK. Naast de afhandeling van de aanvragen betekent dit ook dat RVO toezicht houdt op de naleving van de subsidieverplichtingen. RVO heeft de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van de subsidiemodule getoetst. Deze subsidiemodule wordt uitvoerbaar, handhaafbaar en gebruikersvriendelijk geacht.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A (artikel 3.28.1)

In dit onderdeel zijn de begripsbepalingen opgenomen voor de veertien onderwerpen die in de onderhavige subsidiemodule in artikel 3.28.1 worden opgenomen. Het gaat dan om de onderwerpen met betrekking tot digitaal product-paspoort, ontwikkeling van een ‘Citiverse’, hulpmiddelen voor naleving van CRA-vereisten en -verplichtingen, implementatie van Post-Quantum Cryptografie in systemen in industriële sectoren, versterken van de cybersecurity-capaciteiten van Europese MKB-ondernemingen in lijn met CRA-vereisten en -verplichtingen, gespecialiseerde Opleidingsprogramma's in Sleutelcapaciteitsgebieden, cybersecurity vaardigheden academie, ondersteuning bij de implementatie van Multi-Landen Projecten (inclusief EDIC's), referentie-implementaties van Europese cloud edge-diensten (industriële IoT Edge en Telecommunicatie Edge), dataruimte voor de energie-industrie, dataruimte voor de maakindustrie (implementatie), alliantie voor taaltechnologieën en beschikbaar maken van een hoog presterend open source Europees basismodel voor nauwkeurige afstemming.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3.28.2)

Dit onderdeel regelt de opname in artikel 3.28.2 van de veertien nieuwe onderwerpen(projecten) waarvoor een subsidie kan worden verkregen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 3.28.3)

In dit onderdeel wordt de maximale hoogte van de subsidie voor het onderwerp ‘een digitaal product-paspoort’ geregeld.

Artikel I, onderdeel D (artikel 3.28.9)

Gezien de vele onderwerpen in het Programma Digitaal Europa, gezien het feit dat pas bij de aanvraag bekend wordt welke subsidiabele activiteiten de aanvrager gaat verrichten en gezien het feit dat het niet altijd klip en klaar is bij deze onderwerpen of er überhaupt een rechtvaardiging geldt onder de agvv om staatssteun te kunnen verlenen, is het niet mogelijk om in de onderhavige regeling al per onderwerp exact aan te geven welke rechtvaardigingsgronden er (kunnen) gelden op grond van de agvv. Vanwege deze reden is ervoor gekozen om in artikel 3.28.10, derde lid, voor de nieuw toegevoegde onderwerpen tezamen de mogelijke agvv artikelen die van toepassing kunnen zijn op te sommen. Aan de aanvrager wordt vervolgens verzocht om met behulp van een door de Minister beschikbaar gesteld middel, en met behulp van eerder genoemde opsomming, zelf een eerste inschatting te maken of er een rechtvaardigingsgrond kan gelden op grond van de agvv voor zijn subsidiabele activiteiten.2

Niet alleen kan RVO met deze inschatting sneller bepalen of er een rechtvaardigingsgrond geldt, maar de aanvrager kan met dit middel ook zelf inschatten of er een rechtvaardigingsgrond geldt, en als dit niet het geval is, overwegen of een aanvraag voor hem wel nut heeft. Dit maakt niet dat de aanvrager hiermee zelf verantwoordelijk wordt voor het bepalen van de rechtvaardiging van de staatssteun. Uiteindelijk zal RVO, met behulp van het middel en na eigen onderzoek aan de hand van de ingestuurde gegevens, een definitieve bepaling maken van de rechtvaardigingsgronden in de verleningsbeschikking.

In de subsidiemodule is in artikel 3.28.10 al een eerste inschatting gemaakt van artikelen in de agvv die de verleende staatssteun mogelijk kunnen rechtvaardigen. Het middel dat gebruikt kan worden is zo ingericht dat ook aanvragers waar professionele bekendheid met het staatsteunrecht ontbreekt het middel ook kunnen gebruiken zonder dat dit grote administratieve lasten met zich meebrengt. Daarnaast kunnen aanvragers, indien nodig, bij invulling van het middel op ondersteuning van RVO rekenen. Het middel wordt met aanvragers geëvalueerd en waar mogelijk aangepast om de gebruiksvriendelijkheid te blijven verbeteren en de lasten voor aanvragers verder te verminderen.

Artikel I, onderdeel E (artikel 3.28.10)

Dit onderdeel wijzigt artikel 3.28.10. De subsidie die voor de toegevoegde onderwerpen aan een aanvrager wordt verstrekt bevat staatssteun voor zover de subsidie wordt ontvangen door een onderneming. De staatssteun wordt gerechtvaardigd door de Algemene de-minimisverordening of de artikelen 17, 18, 25, 26, 26 bis, 27, 28, 29 en 31 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel II

Dit artikel wijzigt de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 zodat voor het onderwerp met betrekking tot een digitaal product-paspoort in de weergegeven periode subsidie kan worden aangevraagd. In de tabel wordt tevens het subsidieplafond weergegeven. De overige onderwerpen genoemd in onderdeel B van deze wijzigingsregeling worden nog niet opengesteld omdat er vooralsnog geen subsidie door een partij is aangevraagd bij de Europese Commissie.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden. Ook wordt afgeweken van de systematiek dat een ministeriële regeling minimaal twee maanden voordien bekend moet worden gemaakt. Voor het onderwerp digitaal product-paspoort is dit geen probleem omdat voor dit onderwerp pas subsidie kan worden aangevraagd nadat er al een subsidie voor dit onderwerp is verstrekt door de Europese Commissie. Potentiële aanvragers voor een subsidie voor dit onderwerp weten al dat dit onderwerp met deze wijzigingsregeling wordt toegevoegd aan de subsidiemodule Programma digitaal Europa. Voor de overige onderwerpen geldt dat de Europese Commissie hiervoor nog geen subsidie heeft verstrekt en aanvragers voor deze onderwerpen dan ook nog geen subsidie kunnen aanvragen. Voor hen geldt dat zij nu ruim van tevoren al over de mogelijkheid van een subsidie (in de toekomst) worden geïnformeerd.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240.

X Noot
2

Naar aanleiding van het advies van ATR is ervoor gekozen om te verzoeken om een inschatting in plaats van om een motivering.

Naar boven