Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 juli 2024, nr. WJZ/ 63179519, tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 in verband met de openstelling van het onderwerp Ontwikkeling van een Citiverse dat is opgenomen in de subsidiemodule Programma digitaal Europa

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 wordt aan titel 3.28 een rij toegevoegd, luidende:

 

3.28.2, eerste lid, onderdeel j

   

02-09-2024 t/m 30-09-2024

€ 1.000.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 juli 2024

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

TOELICHTING

1. Inleiding

De subsidiemodule Programma Digitaal Europa is op 1 juli 2022 in werking getreden (Stcrt. 2022, 17157) en is opgenomen in titel 3.28 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES). Via deze subsidiemodule kan subsidie worden verkregen voor projecten binnen het programma Digitaal Europa. Het programma Digitaal Europa (afgekort en hierna: DIGITAL) is een programma van de Europese Commissie waardoor digitale technologieën beter door ondernemingen, burgers en overheden kunnen worden toegepast. De module betreft cofinanciering: de op grond van deze regeling te verlenen subsidies vormen een aanvulling op de subsidies die de Europese Commissie verstrekt in het kader van DIGITAL.

Voordat een aanvrager een subsidie kan aanvragen op grond van titel 3.28 van de RNES, dient de aanvrager dan ook eerst een subsidie te verkrijgen van de Europese Commissie. Nadat een aanvrager een aanvraag heeft ingediend bij de Europese Commissie, beoordeelt en rangschikt de Europese Commissie de aanvragen. De Europese Commissie verdeelt de beschikbare subsidie op volgorde van rangschikking. Vervolgens kan een aanvrager op basis van de onderhavige subsidiemodule een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). RVO voert de subsidiemodule uit namens de Minister van EZ. Bij de aanvraag moeten in elk geval gegevens over de door de Europese Commissie verstrekte bijdrage worden meegestuurd. RVO verricht slechts een beperkte beoordeling van de aanvragen (bijvoorbeeld of de ingediende begroting correct is).

Per openstelling van de Europese Commissie wordt per onderdeel van DIGITAL een subsidieplafond gepubliceerd. Bij overschrijding van het beschikbare Nederlandse subsidieplafond worden de aanvragen gerangschikt overeenkomstig de rangschikking van de Europese Commissie.

In een eerder stadium zijn een aantal onderwerpen aan de subsidiemodule Programma Digitaal Europa toegevoegd, waaronder het onderwerp ‘de ontwikkeling van een Citiverse’ (Stcrt. 2024, 13826). Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule voor dit onderwerp opengesteld. De openstelling gebeurt door een wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 (zie hiervoor artikel I in deze wijzigingsregeling).

2. Staatssteun

De subsidies voor het onderwerp ontwikkeling van een Citiverse die worden verstrekt op grond van deze subsidiemodule kwalificeren voor ondernemingen als staatssteun in de zin van het Verdrag inzake de werking van de EU. De subsidies kunnen worden verleend met toepassing van de Algemene de-minimisverordening, of de artikelen 17, 18, 25, 26, 26 bis, 27, 28, 29 of 31 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv).

3. Regeldruk

3.1 Algemeen

Alle aanvragers van subsidie moeten in eerste instantie een aanvraagformulier inclusief projectplan en begroting bij de Europese Commissie indienen. Alle ontvangers van subsidie zullen vervolgens moeten voldoen aan de verplichtingen van de verordening Digitaal Europa1, eventueel aanvullende verplichtingen in de subsidieovereenkomsten met de Europese Commissie, het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies en de RNES. Er wordt bij deze regeling niet afgeweken van de standaardbepalingen en -formulieren die zijn ingericht op minimale administratieve lasten.

Er dient gedurende de looptijd van een project meerdere malen aan de Europese Commissie gerapporteerd te worden. De intervallen worden vastgelegd in het contract van de subsidieontvanger met de Europese Commissie. De subsidieontvanger informeert RVO met de rapportage, zoals ingediend bij de Europese Commissie, over de voortgang van het project. Bij afronding van het project gelden de vereisten van de Europese Commissie ten aanzien van de eindrapportage. Deze eindrapportage is voor RVO de basis om tot een (inhoudelijk en financieel) eindoordeel te komen over het gerealiseerde project. De eindrapportage voor de Europese Commissie dient vergezeld te gaan van een rapport van bevindingen. Nederland stelt hier dus géén aanvullende eisen om de regeldruk voor indieners zo beperkt mogelijk te houden.

3.2 Berekening regeldruk

3.2.1 Inleiding

De onderhavige subsidiemodule is zo regeldrukarm mogelijk vorm gegeven. RVO beoordeelt de aanvragen op basis van het oordeel van de Europese Commissie en er worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. De aanvrager hoeft derhalve voor de aanvraag van nationale cofinanciering aan minimale administratieve verplichtingen te voldoen. De administratieve lasten zijn in kaart gebracht voor het onderwerp ontwikkeling van een Citiverse.

De regeldrukkosten die uit deze regeling voortvloeien betreffen:

  • Kennisnamekosten;

  • Kosten in verband met het indienen van de aanvraag;

  • Kosten in verband met de uitvoering;

  • Kosten in verband met monitoring en evaluatie.

Bij het inschatten van de regeldrukkosten is uitgegaan van een gemiddeld uurtarief van € 60.

3.2.2 Verwacht aantal aanvragen

Op basis van eerdere ervaringen met vergelijkbare subsidiemodules en diverse belangstellingsregistraties in het veld is de verwachting dat er acht Nederlandse partijen belangstelling hebben voor het onderdeel de ontwikkeling van een Citiverse en hiervan kennis zullen nemen.

Voor het onderdeel de ontwikkeling van de Citiverse zal de Europese Commissie in totaal vier aanvragen honoreren. Hierbij is slechts sprake van een kleine administratieve handeling. In drie van deze vier aanvragen zijn in totaal acht Nederlandse partijen aangesloten die in aanmerking zouden kunnen komen voor een subsidie. De Europese Commissie verricht reeds een beoordeling van de aanvragen en rangschikt deze van hoog naar laag. RVO volgt deze rangschikking.

3.2.3 Kennisnamekosten

Bedrijven die een aanvraag willen indienen zullen zich op de hoogte moeten stellen van de eisen waaraan zij moeten voldoen. De eenmalige kennisnamekosten komen naar verwachting uit op € 5.280 voor de ontwikkeling van een Citiverse.

3.2.4 Kosten in verband met indienen van de aanvraag

De regeldrukkosten in verband met het indienen van de aanvraag voor de ontwikkeling van een Citiverse worden ingeschat op € 10.080. Deze kosten bestaan uit het opstellen van een projectbegroting (inclusief een inschatting van staatssteun uitzonderingen) en het invullen van het nationale aanvraagformulier inclusief bijlages.

3.2.5 Kosten in verband met de uitvoering

Daarnaast zijn er kosten die verband houden met de uitvoering van de verplichtingen die voortkomen uit de regeling, zoals urenregistratie en kennisoverdracht. Voor de ontwikkeling van een Citiverse worden deze kosten ingeschat op € 1.440.

3.2.6 Eindverantwoording (voor vaststelling)

De kosten voor eindverantwoording worden ingeschat op € 8.100. Deze kosten bestaan uit het inzenden van stukken, het invullen van de realisatie van het nationale begrotingstemplate en mogelijke aanvullende informatie voor de Nederlandse eindverantwoording.

3.2.7 Kosten in verband met monitoring en evaluatie

Tenslotte is er sprake van regeldrukkosten als gevolg van monitoring en het schrijven van tussentijdse rapportages en dienen de aanvragers mee te werken aan evaluatie en effectmeting. De regeldrukkosten die hieruit voortvloeien worden voor de ontwikkeling van een Citiverse ingeschat op € 5.940.

3.2.8 Totale administratieve lasten

De totale regeldrukkosten komen voor de ontwikkeling van een Citiverse op € 30.840 (3,08%).

3.2.9 Advies Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst (artikel II). Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts


X Noot
1

Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240 (PbEU 2021, L 166).

Naar boven