Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1 mei 2024, ZK-0000060837, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de onbedekte teelt van kers voor de beheersing van suzuki-fruitvlieg (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van kers tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii), 2024)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Tracer ter bescherming van de onbedekte teelt van kers tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii).

Artikel 2

Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 1 zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften en beperkingen verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 augustus 2024.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van kers tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii), 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT TRACER (12567)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2019) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen

kers (onbedekt)

suzuki-fruitvlieg1

0,02%

200 ml/ha

2

7

7

X Noot
1

Drosophila suzukii

Artikel 1: koop

  • 1. De koop van dit middel voor gebruik in de teelt van kers is verboden tenzij de koper voorafgaand aan de koop een melding doet bij een distributeur die is geregistreerd bij Stichting Certificatie Distributie in Gewasbeschermingsmiddelen, Stichting CDG.

  • 2. De koper toont bij de melding aan:

    • a) De hoeveelheid areaal van de betreffende teelt(en) waarvoor deze melding doet op basis van de meest actuele gegevens van de jaarlijkse Landbouwtelling en Gecombineerde opgave1 , 2.

    • b) Dat deze kan voldoen aan de in dit Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) gestelde eisen ten aanzien van driftreductie:

      • i. Met welke driftreducerende techniek, zoals gespecificeerd in de DRT lijst3, koper zelf zal voldoen aan de vereiste driftreductie (99% danwel 97,5%)

      • ii. De koper overlegt daartoe een SKL4 keuringsrapport niet ouder dan 3 jaar, waarbij de koper aangeeft of zoals de DRT-lijst voor de vereiste driftreductie voorschrijft aanvullend gebruik wordt gemaakt van ‘Suzuki-fruitvlieggaas’.

      • iii. In afwijking van het genoemde onder lid 2 sub b ii. wordt voor spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar een aanschafbewijs overlegd waaruit blijkt dat het spuittoestel voldoet aan de in dit WG gestelde eisen ten aanzien van driftreductie.

      • iv. In afwijking van het genoemde onder lid 2 sub b i. geeft de koper in het geval dat hij de bespuiting door een loonwerker laat uitvoeren aan welke loonwerker er zal voldoen aan de vereiste driftreductie.

    • c) Dat deze kan voldoen aan de teeltvrije zone zoals voorgeschreven (300 cm bij het gebruik van 99% driftreductie of 450 cm bij het gebruik van 97,5% driftreductie) middels een ondertekende eigenverklaring waarin verklaard wordt dat de te behandelen percelen beschikken over de juiste teeltvrije zone.

Artikel 2: gebruik of voorhanden hebben

Het is verboden om dit middel voorhanden te hebben voor gebruik in de teelt van kers of in die teelt te gebruiken zonder aan de eisen te voldoen genoemd onder artikel 1.

Artikel 3: verkoop

Het is verboden dit middel te verkopen voor gebruik in de teelt van kers aan een koper die niet aantoont dat hij voldoet aan de eisen genoemd onder artikel 1. Verkoop vindt plaats volgens het regime van gecontroleerde distributie van de Stichting CDG.

Artikel 4: toepassen

In de teelt van kers uitsluitend toepassen met machinaal voortbewogen apparatuur

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van kersen in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik gemaakt wordt van een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 centimeter gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens.

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van kersen in percelen die niet grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 cm gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens; of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Landbouwkundig advies

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een landbouwkundig advies opgesteld bestaande uit (a) een onderbouwing van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en (b) een advies over de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de door het Ctgb voorgeschreven risico reducerende maatregelen / restrictiezinnen.

2.1.1 Noodsituatie op het gebied van gewasbescherming

Gevaar

Suzuki-fruitvlieg komt verspreid over het hele land voor. De larven zitten tijdens de oogst in de vruchten, waardoor de houdbaarheid sterk afneemt. Bovendien is er een nultolerantie bij de afnemers, wat inhoudt dat de hele partij onverkoopbaar is als enkele aangetaste vruchten in een partij aangetroffen worden.

De aantasting van kers door suzuki-fruitvlieg geeft met name in de late oogst vruchtuitval tijdens of na de oogst. De aanvrager schat in dat de economische schade gemiddeld over het hele jaar 50% (zoete kers) tot 60% (zure kers) is.

Alternatieven

Maatregelen

Hygiënische maatregelen, zoals geen fruit op de composthoop gooien, dragen bij aan de beheersing van suzuki-fruitvlieg. Alle rijpe en overrijpe vruchten verwijderen, waardoor deze geen besmettingsbron zijn, is niet uitvoerbaar. In de grote steenfruitbomen lukt het niet om alle vruchten te oogsten. Een open gewas, een kort gemaaide ondergrond en schone zwartstroken zorgen voor minder schaduw en vocht, waardoor de suzuki-fruitvlieg zich minder makkelijk kan vestigen. Ook het verwijderen van waardplanten zoals braam in de directe omgeving in o.a. singels, verminderen de mogelijkheden voor verdere opbouw van de populatie.

Het moment van aantasting kan door innetten worden uitgesteld, waardoor de aantasting uiteindelijk lager uitkomt. Deze maatregel is economisch en technisch goed inzetbaar in 80-90% van de teelt van laagstam zoete kersen en bij zure kers en hoogstam zoete kersen minder snel economisch rendabel. Het innetten is niet overal toegestaan op basis van ruimtelijke ordeningsregelingen.

Volgens de aanvrager is er in de teelt van kers geen meerwaarde van monitoring en waarschuwings- en adviessystemen, omdat suzuki-fruitvlieg algemeen voorkomt, zich zeer goed kan verplaatsen en altijd verschijnt als de vruchten gaan rijpen.

Er loopt onderzoek naar de mogelijkheid om sluipwespen in te zetten voor de beheersing van suzuki-fruitvlieg. Deze maatregel is nog in ontwikkeling.

Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en goedgekeurde basisstoffen

In de onbedekte teelt van kers zijn verschillende insecticiden toegelaten.

Deze middelen hebben geen tot onvoldoende werking tegen suzuki-fruitvlieg of er gelden beperkingen waardoor deze middelen niet voldoen, of niet beschikbaar zijn om suzuki-fruitvlieg te beheersen.

Talk is als basisstof goedgekeurd in de teelt van kers waarbij nevenwerking tegen o.a. suzuki-fruitvlieg aannemelijk is. Het heeft een afstotende werking (d.m.v. een fysieke barrière). De toepassing van talk geeft een wit residu op de vruchten, waardoor deze onverkoopbaar worden.

Met de toepassing van deze maatregelen en middelen kan de suzuki-fruitvlieg niet afdoende bestreden worden.

Bijzondere omstandigheden

De werkzame stof spinosad is goedgekeurd tot 30 april 2023 (lijst van goedgekeurde werkzame stoffen van Verordening (EG) nr. 1107/2009). De toelatinghouder streeft ook in Nederland naar een toelating in kers. Na de renewal van de werkzame stof, die eind 2023 verwacht wordt, zullen de herregistratiedossiers in 2024 ingediend worden. Daarnaast worden de mogelijkheden voor de toelating van een ander middel onderzocht. Deze middelen zijn niet beschikbaar in 2024.

NB: Sinds 1 juli 2017 geldt voor nieuwe vrijstellingsaanvragen dat er binnen drie jaar perspectief moet zijn op een oplossing. Voor vrijstellingsaanvragen die voor deze datum zijn ingediend, geldt deze termijn vooralsnog niet. De NVWA constateert dat sinds 2015 het verkrijgen van een reguliere

toelating in Nederland van een middel op basis van cyantraniliprole zicht gaf op concreet perspectief, maar dat er geen sprake meer is van een kortstondige overbrugging naar een reguliere oplossing. Vanuit het belang van de transitie naar een weerbaar teeltsysteem, zoals beschreven in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030, is het gewenst dat de aanvrager op korte termijn inzet op alternatieven.

De aanvrager heeft aangegeven dat in Europa onderzoek plaats vindt naar sluipwespen voor

toepassing in afgeschermde ruimten. Ook wordt de toepassing van steriele mannetjes van de

suzuki-fruitvlieg onderzocht. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar een alternatieve toedieningsmethodiek van insecticiden.

Conclusie

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van kers in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot beheersing van suzuki-fruitvlieg;

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van kers is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk;

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van spinosad in de onbedekte teelt van kers.

De tijdelijke vrijstelling van Tracer voor het beheersen van suzuki-fruitvlieg in de onbedekte teelt van kers voldoet aan de criteria voor een noodsituatie op het gebied van gewasbescherming.

2.1.2 Naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden

De NVWA heeft een inschatting gemaakt van de mate waarin de voorgeschreven risico reducerende maatregelen nageleefd zullen worden. De NVWA heeft dit gedaan op basis van informatie van de aanvrager, een inschatting van andere overwegingen van de teler om zich wel of niet aan de gebruiksvoorschriften te houden, en eerdere inspectieresultaten.

De verwachte naleving door de teler is laag.

De NVWA heeft op basis van de mogelijkheden op toetsing van de naleving door bedrijfscontrole, toepassingscontrole (heterdaad) en monstername een inschatting gemaakt van de handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden.

De mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) is matig.

Conclusie op basis van de resultante van de verwachte naleving (naleefbaarheid) en de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen (handhaafbaarheid): slecht.

Advies

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA dringend een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Tracer in de teelt van kers niet te verlenen.

2.3 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

In de teelt van kers uitsluitend toepassen met machinaal voortbewogen apparatuur.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Het risico voor waterorganismen is acceptabel met de volgende restrictiezin:

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van kersen in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik gemaakt wordt van een techniek uit de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 cm gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens.

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van kersen in percelen die niet grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT99; of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen zoals hierboven vermeld geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Tracer in de onbedekte teelt van kers te verlenen onder vermelding van de risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen.

3 Overwegingen

Ik constateer dat de vrijstelling al vele jaren eerder is verleend, waardoor in feite niet kan worden gesproken over een onvoorziene noodsituatie. Ik constateer dat de gebruiksvoorschriften die worden gesteld in het verleden door (een aantal van) de kersentelers niet goed zijn nageleefd. Ik constateer echter ook dat er op dit moment geen alternatieven zijn voor de bestrijding van de suzuki-fruitvlieg in kers.

Alles overwegende, en in het bijzonder de laatste inzichten van de cijfers van de NVWA inspecties uit 2023, die een serieuze afname van het aantal geconstateerde afwijkingen laten zien, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen nog éénmaal een tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Tracer voor het bestrijden van de suzuki-fruitvlieg in de teelt van kers.

Ik vind naleving van de gebruiksvoorschriften van gewasbeschermingsmiddelen door de gehele agrarische sector essentieel. Gezien de inspectieresultaten van de NVWA van de afgelopen jaren op het gebied van de naleving van de vrijstellings-voorwaarden, verwacht ik een aantoonbare additionele inzet van de NFO en de kersentelers om de afspraken na te komen. Anders is veilig gebruik niet meer gegarandeerd en ontstaan er risico’s voor het milieu.

Tevens verwacht ik van de sector een pro-actieve en tijdige inzet op communicatie naar haar leden en de agrarische adviseurs om het belang van juiste naleving van de voorschriften extra te benadrukken.

Om ordentelijk gebruik en correcte naleving optimaal te stimuleren, stel ik het verplicht dat de levering van de beide middelen plaatsvindt via gecontroleerde distributie.

Het vervolg voor het gebruik van Tracer in de kersenteelt kan niet anders zijn dan een reguliere toelating, immers: dit is de laatste vrijstelling die ik als Minister van LNV zal verlenen. De sector is meermaals gewezen op het feit dat alle mogelijkheden moeten worden benut om middelen regulier toegelaten te krijgen.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Tracer in de teelt van kers werd eerder verleend:

4 Besluit

In afwijking van het advies van de NVWA en het advies van het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Exirel ter bescherming van de onbedekte teelt van kers tegen suzuki-fruitvlieg.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 augustus 2024.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven