Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 maart 2024, nr. WJZ/ 45554212, houdende aanwijzing van vogelgriep bij varkens als een dierziekte als bedoeld in artikel 5.3 van de Wet Dieren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikelen 5.3 en 10.1, eerste lid, van de Wet Dieren en artikel 1.30 van het Besluit houders van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling diergezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.1, onderdeel a, wordt na ‘aviaire chlamydiose’ de volgende rij ingevoegd:

hoogpathogene avaire influenza varkens (Suidae)

B

Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt na ‘zoogdieren’ ingevoegd ‘met uitzondering van varkens’.

2. In het eerste lid wordt na ‘zoogdieren’ ingevoegd ‘met uitzondering van varkens’.

C

Na artikel 2.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.5 Vrijstelling meldingsplicht vogelgriep bij varkens

Aan eenieder wordt vrijstelling verleend van de verplichting van melding, bedoeld in artikel 1.30, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Besluit houders van dieren van hoogpathogene avaire influenza bij varkens voor zover sprake is van een vermoeden van besmetting.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 maart 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling maakt het mogelijk dat bij een onverhoopte besmetting van varkens met hoogpathogene aviaire influenza (hierna ‘HPAI’), de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd is om met het oog op preventie en bestrijding de nodige wettelijke maatregelen te treffen op grond van de Wet dieren. Daartoe is de voornoemde ziekte bij varkens aangewezen in de Regeling diergezondheid.

2. Inhoud regeling

2.1. Aanleiding en achtergrond

HPAI is een zeer besmettelijke virusziekte die gevaarlijk is voor veel verschillende vogelsoorten. Op grond van verordening (EU) 2016/4291 en verordening (EU) 2018/18822 is deze ziekte bij vogels door de Europese Unie aangewezen als zogeheten a- en e-dierziekte. Op grond van artikel 1.29 van het Besluit houders van dieren geldt hiervoor de meldingsplicht.

Bij regeling van 13 juli 20233 is een meldingsplicht ingevoerd voor positieve laboratoriumuitslagen van HPAI bij (in het wild levende of gehouden) zoogdieren, op grond van artikel 1.30, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit houders van dieren. Deze meldingsplicht draagt bij aan het verkrijgen van een zo compleet mogelijk beeld van besmettingen met HPAI onder zoogdieren. Het gaat hier zowel om monsters, genomen van dode dieren, als om monsters van levende dieren.

In het Intensiveringsplan preventie vogelgriep4 is aangegeven dat HPAI bij varkens zal worden aangewezen op het moment dat het beleidsdraaiboek voor een uitbraak van HPAI bij varkens gereed is. Het beleidsdraaiboek is op 29 januari 20245 gepubliceerd.

Artikel 5.3 van de Wet dieren voorziet in de bevoegdheid om dierziekten en zoönosen aan te wijzen als de ziekte besmettelijk is en verspreiding ervan niet kan worden voorkomen met normale bedrijfsmiddelen, of de ziekte naar het oordeel van de minister een gevaar voor de diergezondheid kunnen opleveren, of als de ziekte naar het oordeel van de Minister van VWS een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Zoogdieren kunnen besmet worden met HPAI. Varkens zijn gevoelig voor verschillende influenzavirussen en zijn een potentieel mengvat. Dit betekent dat zij gelijktijdig besmet kunnen worden met een varkensinfluenzavirus, een humaan influenzavirus en/of een aviair influenzavirus, waarbij deze virussen kunnen vermengen tot een nieuwe variant met potentieel zoönotische eigenschappen. Een besmetting met HPAI bij varkens kan dus een risico opleveren voor de volksgezondheid. Daarom is het wenselijk om bestrijdingsmaatregelen te kunnen treffen in geval van een besmetting met HPAI bij varkens, zodat de kans op het ontstaan van eventuele nieuwe virusvarianten of de verspreiding daarvan wordt verkleind. De aanwijzing van HPAI bij varkens als besmettelijke dierziekte vindt plaats op basis van artikel 5.3, tweede lid, onderdeel c van de Wet Dieren. De regeling is daarom afgestemd met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2.2. Uitwerking in regeling

Met onderhavige regeling is de aparte meldingsplicht voor positieve laboratoriumuitslagen van een test voor HPAI bij zoogdieren (artikel 2.4 van de Regeling diergezondheid) gewijzigd in die zin dat deze meldingsplicht alleen nog geldt voor de zoogdieren met uitzondering van varkens. Voor HPAI bij varkens geldt die meldingsplicht immers nu op grond van artikel 1.30, eerste lid, onderdeel a van het Besluit houders van dieren.

Door de aanwijzing als dierziekte als bedoeld in artikel 5.3 Wet dieren wordt het mogelijk om in bepaalde gevallen, mocht dit nodig zijn, bestrijdingsmaatregelen te treffen. Hoofdstuk 5 van de Wet dieren biedt hiervoor de grondslag. Hierbij kan gedacht worden aan allerhande maatregelen die op grond van artikel 5.4 tot en met 5.7 van de Wet dieren kunnen worden genomen, zoals epidemiologisch (vervolg)onderzoek, een bezoekersverbod, een vervoersverbod van en naar de besmette inrichting van levende dieren, (levende) producten van levende dieren en mest, aanvullende bioveiligheidsmaatregelen, een eventuele opstalplicht, het doden van besmette dieren of het ruimen van het besmette bedrijf. Omdat de aanwijzing van HPAI bij varkens als besmettelijke dierziekte plaatsvindt op basis van de potentiële risico’s voor de volksgezondheid, zal besluitvorming over eventuele maatregelen plaatsvinden in overeenstemming met de Minister van VWS (artikel 5.3, vijfde lid, van de Wet dieren).

Deze aanwijzing geldt alleen voor varkens, en dus niet voor andere zoogdiersoorten. De huidige meldplicht voor HPAI bij zoogdieren biedt voldoende handvatten voor een adequate monitoring van HPAI bij andere zoogdiersoorten.

Bij een besmetting met HPAI bij varkens zijn er zowel veterinaire maatregelen, als maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid nodig. Het doel van deze maatregelen is te voorkomen dat HPAI enzoötisch wordt of dat er door vermenging van verschillende virussen een nieuwe virusvariant ontstaat die verder verspreidt.

In het algemeen worden er bij varkens en andere zoogdieren die besmet zijn met HPAI naast neurologische verschijnselen algemene ziekteverschijnselen, zoals koorts, luchtwegklachten, sloomheid of een oogontsteking waargenomen. Dit zijn verschijnselen die ook vaak voorkomen bij andere ziekten. Meldingen van vermoedens van HPAI-besmetting bij varkens zouden daarmee tot zeer veel onnodige meldingen kunnen leiden. Om die reden is voorzien in een vrijstelling van de meldingsplicht wanneer er alleen sprake is van een vermoeden. De meldingsplicht geldt dus in de praktijk alleen bij een positieve uitslag van een H5 en/of H7 specifieke ELISA-, HAR- of PCR-test van een onderzoek en van monsters van varkens. Er is geen verplichting om varkens die verschijnselen vertonen die passen bij HPAI te onderzoeken op HPAI. Het is wel verplicht om, als dit onderzoek wel wordt uitgevoerd en de uitslag positief is, deze positieve uitslag te melden. Dat betekent bijvoorbeeld dat wanneer een laboratorium onderzoek doet van een monster van een varken en uit dat onderzoek blijkt dat het varken besmet is met HPAI, het laboratorium alleen dan dit moet melden aan de NVWA.

Aangezien deze regels zijn vastgesteld in het kader van de aanpak van dierziektecrises, is afgezien van een adviesaanvraag aan het Adviescollege toetsing regeldruk, en van publicatie en inwerkingtreding op een vast verandermoment. Ook is er geen notificatie bij de Europese Commissie vereist in het kader van richtlijn 2015/15356 en van de Dienstenrichtlijn7.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Verordening (EU) 2016/429 van het Europees parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot

wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU L 84).

X Noot
2

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in

de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van

soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PbEU L 308).

X Noot
3

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 juli 2023, nr. WJZ/ 27812325, houdende invoering van een plicht tot het melden van besmettingen met hoogpathogene vogelgriep bij zoogdieren.

X Noot
6

Richtlijn nr. 2015/1535 van het Europees parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU L 241).

X Noot
7

Richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376).

Naar boven