Besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank van 27 februari 2023, tot wijziging van de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016, zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB mei 2022 (Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023)

De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,

Gelet op artikel 34, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 2.1.3 van de Wet langdurige zorg, artikel 47a van de Participatiewet, artikel 8a van de Remigratiewet, de paragrafen 3 en 4 van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW, artikel 20 van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 en artikel 9 van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom, alsmede gelet op het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;

Besluit:

ARTIKEL I

Onder bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016 wordt in dit besluit verstaan: de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608), zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB mei 2022 (Stcrt. 3 juni 2022, nr. 14656).

ARTIKEL II

1. De volgende onderdelen van de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016 wijzigen: SB1010, SB1021, SB1022, SB1029, SB1030, SB1031, SB1038, SB1042, SB1044, SB1049, SB1058, SB1075, SB1076, SB1078, SB1092, SB1096, SB1100, SB1243, SB1251, SB1253, SB1260, SB1297, SB1301, SB1302, SB1303, SB1309, SB1310, SB1334, SB2124, SB2126, SB2146, SB2150, SB2155, SB2169, SB2191, SB3196 en SB3197.

2. De gewijzigde onderdelen, genoemd in het eerste lid, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL III

1. De volgende onderdelen worden toegevoegd aan de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016: SB1335, SB1401, SB1402 en SB1403.

2. De nieuwe onderdelen, genoemd in het eerste lid, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL IV

De volgende onderdelen van de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2016 vervallen: SB1065, SB1066, SB1067, SB1068, SB1069, SB1070, SB1071, SB1072, SB1073, SB1074, SB1283, SB1284 en SB1307.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL VI

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die kan worden ingezien bij het hoofdkantoor en de locaties van de Sociale verzekeringsbank.

Amstelveen, 27 februari 2023

De voorzitter van de Raad van bestuur, S.T. Sibma

TOELICHTING

Inleiding

De Sociale verzekeringsbank (SVB) publiceert sinds 1997 het beleid dat zij hanteert bij de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen. Sinds 2008 publiceert de SVB haar beleidsregels in de vorm van een website, waarbij ieder onderdeel een SB-nummer heeft.

Tot 2017 vond publicatie van de SVB Beleidsregels plaats door bekendmaking van een besluit, waarin de Raad van bestuur van de SVB alle SB-nummers opnieuw vaststelde. De volledige verzameling SB-nummers werd opgenomen als bijlage bij het besluit. De beleidsregels zijn voor de laatste keer op deze wijze vastgesteld in het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608).

Met ingang van 2017 stelt de Raad van bestuur van de SVB alleen gewijzigde, toegevoegde en vervallen SB-nummers vast. De bijlage bij het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023 bevat daarom uitsluitend deze SB-nummers. Het Besluit Beleidsregels SVB 2016 (Stcrt. 5 september 2016, nr. 45608), zoals laatstelijk gewijzigd door het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB mei 2022 (Stcrt. 3 juni 2022, nr. 14656) blijft de grondslag voor de ongewijzigde SB-nummers.

De SVB Beleidsregels kunnen worden geraadpleegd op de website www.svb.nl/beleidsregels. De SVB Beleidsregels kunnen ook worden ingezien bij het hoofdkantoor en de locaties van de SVB. Daar kan ook de bijlage bij dit besluit worden ingezien.

Inhoud en reikwijdte van de beleidsregels

De beleidsregels hebben niet uitsluitend betrekking op de toepassing van zuiver discretionaire bepalingen (zogenaamde ‘kan-bepalingen’), maar ook op de uitleg van wettelijke bepalingen in situaties waarin deze meerdere interpretaties toestaan. Ook ten behoeve van een uniforme uitleg van jurisprudentie zijn regels geformuleerd.

De beleidsregels zoals de SVB die hanteert, zijn ook verwerkt in instructies gericht aan de directie Dienstverlening Sociale Verzekeringen. Deze instructies bevatten daarnaast administratieve en procedurele instructies. Dergelijke instructies hebben een zuiver intern karakter en worden veelvuldig aangepast, waardoor ze niet geschikt zijn voor bekendmaking aan derden. De SVB Beleidsregels worden weergegeven zonder de interne administratieve en procedurele aspecten.

Daarnaast is van belang dat de SVB Beleidsregels geen uitputtend beeld geven van het beleid van de SVB. Beleid dat nog niet is uitgekristalliseerd, of uitsluitend om strategische redenen wordt gevoerd, bijvoorbeeld om jurisprudentie uit te lokken, is bijvoorbeeld niet opgenomen. Ook de omvang van de beschrijving van de regels verschilt. De reden hiervan is gelegen in het feit dat sommige bepalingen, doordat ze al veel langer bestaan of door veelvuldiger toepassing, meer ontwikkeld zijn dan andere.

Ten slotte kan de SVB niet garanderen dat alle beleidsregels volledig actueel zijn. Er kan sprake zijn van wetswijzigingen of nieuwe rechterlijke uitspraken die nog niet zijn verwerkt. Dit is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de besluitvorming en de feitelijke publicatie van nieuwe beleidsregels enige tijd vergen.

De beleidsregels zijn afgesloten naar de stand van zaken op 30 juni 2022.

Herijking van de beleidsregels in het kader van het project Bestuursrecht op Maat

In 2022 is de SVB begonnen met het herzien van de SVB Beleidsregels in het kader van het programma Bestuursrecht op Maat. Dit programma vloeit voort uit het gelijknamige rapport Bestuursrecht op maat dat de Universiteit Leiden in 2021 publiceerde.1 In het programma worden de komende jaren alle beleidsregels herijkt vanuit het burgerperspectief. Hierdoor worden de beleidsregels (voor zover mogelijk) eenvoudiger en burgervriendelijker. Ook wordt de leesbaarheid van de beleidsregels vergroot door beleidsregels samen te voegen en de tekst van de beleidsregels te vereenvoudigen.

Dit wijzigingsbesluit voegt drie nieuwe beleidsregels toe aan de SVB Beleidsregels die zijn herijkt in het kader het programma Bestuursrecht op Maat. Deze gaan over de aanvraag van uitkeringen (SB1401), het toekennen van voorschotten (SB1402) en de ingangsdatum van de uitkering (SB1403). SB1401 en SB1402 zijn niet inhoudelijk gewijzigd, maar wel herschreven. Uit onderstaande tabel blijkt welke beleidsregels zijn vervallen naar aanleiding van deze herijking.

Beleidsregels die vervallen vanwege Bestuursrecht op Maat

SB1065

Toekenning op aanvraag

Verwerkt in SB1401

SB1066

Postume aanvraag

Verwerkt in SB1401

SB1067

Toekenning zonder aanvraag

Verwerkt in SB1401

SB1068

Toekenning van voorschotten

Verwerkt in SB1402

SB1069

Ingangsdatum uitkering

Verwerkt in SB1403

SB1070

Terugwerkende kracht van meer dan een jaar

Verwerkt in SB1403

SB1071

Bijzonder geval

Verwerkt in SB1403

SB1072

Hardheid

Vervallen

SB1073

Mate van terugwerkende kracht

Verwerkt in SB1403

SB1074

Ingangsdatum remigratie-uitkering

Verwerkt in SB1403

SB1283

Ingangsdatum ouderdomspensioen bij bereiken 65-jarige leeftijd vóór 1 april 2012

Vervallen

SB1284

Ingangsdatum overbruggingsuitkering

Verwerkt in SB1403

SB1307

Ingangsdatum bij aanvraag AIO-aanvulling

Verwerkt in SB1403

Het vervallen van beleidsregels SB1065, SB1068, SB1070, SB1071, SB1072, SB1073 en SB1307 leidt tot enkele technische wijzigingen van beleidsregels SB1038, SB1044, SB1075, SB1076, SB1078, SB1100, SB1302, SB1309, SB1310, SB2126, SB2155 en SB3197. In SB1302 is de verwijzing naar SB1307 vervangen door een verwijzing naar SB1403. In SB3187 is de verwijzing naar SB1065 vervallen en de verwijzing naar SB1068 vervangen door een verwijzing naar SB1402. In de SB1038, SB1044, SB1075, SB1076, SB1078, SB1100, SB1309, SB1310, SB2126 en SB2155 zijn verwijzingen naar de meest recente versie van een beleidsregel (dynamische verwijzingen) vervangen door verwijzingen naar de versie van een beleidsregel zoals deze luidde voor het vervallen van de beleidsregel (statische verwijzingen).

Overzicht van wijzigingen en toevoegingen

Onderstaande toelichting ziet op wijzigingen en toevoegingen die inhoudelijk relevant zijn.

Deel I (AOW, Anw, AKW, Wlz, Participatiewet, OBR, Remigratiewet, TAS 2014 en TNS) bevat de volgende wijzigingen:

  • In SB1010 (Pleegkinderen/pleegouderlijke zorg) is een uitspraak van de CRvB van 17 december 2020 verwerkt. Daaruit blijkt dat de Regeling gelijkstelling pleegkinderen niet van toepassing is op de Anw.

  • In SB1049 (Inkomenstoets, herleiding naar maandinkomen, wisselkoersen) is de invoering van het arbeidsvoorwaardenbedrag verwerkt. Een incidentele betaling zoals het arbeidsvoorwaardenbedrag neemt de SVB in beginsel in aanmerking als in mindering te brengen inkomen in de maand waarin deze is uitbetaald. Als dit bedrag deels is opgebouwd voordat recht ontstond op een nabestaandenuitkering of overbruggingsuitkering, laat de SVB het gedeelte van het bedrag dat is opgebouwd voor het ontstaan van het recht buiten beschouwing.

  • In SB1058 (Export van uitkeringen) is de inwerkingtreding van artikel 35d van het sociaalzekerheidsverdrag met Marokko verwerkt. Daarnaast is de inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol bij het sociaalzekerheidsverdrag met Israël verwerkt. Vanaf 2 januari 2021 respectievelijk 1 mei 2021 staan deze verdragen niet meer in de weg aan de toepassing van artikel 7b AKW.

  • Aan SB1096 (Kinderbijslagbetaling bij gescheiden huishoudens; echtscheiding en co-ouderschap) is toegevoegd hoe de SVB het begrip ‘overwegend in gelijke mate onderhouden’ uit artikel 10 lid 1 Besluit uitvoering kinderbijslag uitlegt. In dit nieuwe beleid wordt aangesloten bij de vastgestelde kinderalimentatie of de verdeling van de zorg voor de kinderen. Daarnaast is het beleid over het wisselen van aanvrager bij co-ouderschap aangevuld. Voor het wisselen van aanvrager is in beginsel toestemming van de huidige aanvrager nodig. Naar aanleiding van een uitspraak van de CRvB van 20 mei 2021 worden hierop twee uitzonderingen gemaakt. Als uit bepaalde documenten blijkt dat het de bedoeling is dat de andere co-ouder het kindgebonden budget ontvangt, of als alleen de andere co-ouder een financieel voordeel heeft bij wisseling van aanvrager, wisselt de SVB ook van aanvrager zonder toestemming van de huidige aanvrager.

  • In SB1243 (Vaststellen van de boete naar draagkracht) wijkt de SVB ten voordele van de AOW-gerechtigde af van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betaling. Voor het berekenen van de beslagvrije voet moet de SVB artikel 475da Wetboek van burgerlijke rechtsvordering toepassen. Volgens deze bepaling bedraagt de beslagvrije voet, ook voor AOW-gerechtigden, 95 procent van de bijstandsnorm voor niet AOW-gerechtigden genoemd in artikel 21 Participatiewet. Voor het vaststellen van de boete voor AOW-gerechtigden past de SVB de hogere bijstandsnorm voor AOW-gerechtigden genoemd in artikel 22 Participatiewet toe.

  • In SB1251 (Termijnen van verrekening en uitstel van betaling) maakt de SVB geen onderscheid meer tussen vorderingen lager dan 2.400 euro en hogere vorderingen. Ook past de SVB bij een schending van de inlichtingenplicht artikel 3 van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betaling toe in plaats van artikel 4 van de regeling. Wegens kennelijk onredelijk resultaat treft de SVB een afwijkende betalingsregeling, indien er nog een betalingsregeling loopt welke ziet op een betalingsachterstand van energie- en waterrekeningen, huur, hypotheek of zorgpremie.

  • In SB1253 (Schuldregeling en schuldsanering) is een wijziging uit de Verzamelwet SZW 2022 verwerkt. De SVB werkt mee aan een minnelijke schuldregeling die leidt tot (gedeeltelijke) kwijtschelding van een terugvordering, ook als die terugvordering is ontstaan door een schending van de mededelingsplicht. Als sprake is van opzet of grove schuld, werkt de SVB niet mee aan de totstandkoming van een minnelijke schuldregeling.

  • Aan SB1297 (Incidentele stijging van het inkomen) is toegevoegd in welke situaties de SVB een incidentele stijging van inkomen aanneemt in geval van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Als sprake is van een afname van de fiscale oudedagsreserve, de verkoop van een bedrijfsmiddel of bedrijfspand of een door de Belastingdienst gehonoreerd verzoek om middeling van het inkomen, neemt de SVB een incidentele stijging van het inkomen aan.

  • In SB1301 (Toepassing van het woonlandbeginsel in de Anw en AKW) is de inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol bij het sociaalzekerheidsverdrag met Israël verwerkt (zie hierover ook de toelichting bij de wijziging in SB1058). Als gevolg daarvan is Israël geschrapt uit de lijsten van landen waarvoor het woonlandbeginsel Anw en AKW niet van toepassing zijn.

  • Aan SB1303 (Inkomen) is een uitspraak van de CRvB van 18 oktober 2016 toegevoegd. Bij het vaststellen van het inkomen van een AIO-gerechtigde met een eigen onderneming, houdt de SVB ook rekening met privéonttrekkingen.

  • In SB1334 (Compensatieregeling vervallen hoge Anw-uitkering) is een uitspraak van de CRvB van 21 april 2022 verwerkt. Deze uitspraak onderschrijft het beleid van de SVB om de compensatie niet te laten herleven als na een onderbreking van het recht weer aan de voorwaarden wordt voldaan.

  • SB1335 (Vreemdelingen die woonden aan boord van een zeeschip met een Nederlandse thuishaven) is een nieuwe beleidsregel. In verschillende besluiten uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen werd een direct onderscheid naar nationaliteit gemaakt ten nadele van vreemdelingen die behoorden tot de bemanning van een zeeschip met een Nederlandse thuishaven en aan boord van dat schip woonden. Uit een uitspraak van de CRvB van 12 november 2020 blijkt dat dit onderscheid naar nationaliteit niet mag doorwerken bij de vaststelling van het AOW-pensioen van de betrokkenen, als in hun situatie een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer tot stand is gekomen. In deze beleidsregel staat hoe de SVB beoordeelt of een dergelijke band is ontstaan.

  • SB1403 (Ingangsdatum uitkering) is een nieuwe beleidsregel in het kader van Bestuursrecht op Maat. Deze beleidsregel vervangt de oude beleidsregels SB1069, SB1070, SB1071, SB1073, SB1074, SB1284 en SB1307. De beleidsregels SB1072 en SB1283 zijn vervallen en komen niet terug in de nieuwe beleidsregel. Het beleid is herschreven en sluit beter aan bij het denk- en doenvermogen van burgers. Voor te laat aangevraagde AOW- en Anw-uitkeringen is van belang dat het begrip ‘bijzonder geval’ is versoepeld en dat het hardheidsbeleid is geschrapt. Verder is de termijn om een AIO-aanvulling aan te vragen verruimd.

Deel II (Internationaal) bevat de volgende wijzigingen:

  • Aan SB2124 (Onderdanen van landen buiten de Europese Unie) is toegevoegd dat de SVB voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1231/2010 niet alleen kijkt naar legaal verblijf, maar ook naar legaal werken.

  • In SB2146 (Verzoek tot het sluiten van een artikel 16-overeenkomst) is het beleid op grond waarvan de SVB geen artikel 16-overeenkomst sloot tijdens lopende bezwaar- of beroepsprocedures geschrapt.

  • In SB2169 (Wonen of werken buiten het grondgebied van de verdragsluitende staten) is een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 februari 2022 verwerkt. Naar aanleiding daarvan past de SVB de conflictregels uit verdragen voortaan ook toe op personen die buiten het grondgebied van de verdragsluitende staten wonen, mits zij onder de personele werkingssfeer van het verdrag vallen en het verdrag zelf geen beperking bevat. Daarnaast zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd in de titel en de tekst van deze beleidsregel.

  • SB2191 (Eigendomsrecht) is in overeenstemming gebracht met de werkwijze van de SVB. Deze werkwijze houdt in dat de SVB de onevenredig zware last in het kader van de leeftijdsverhoging AOW onderzoekt als de betrokkene hierom verzoekt en hij de leeftijd van 64 jaar en zes maanden heeft bereikt.

Deel III (Awb) bevat de volgende wijziging:

  • In 3196 (Aanvulling van de aanvraag) is verwerkt dat de SVB een verzoek tot vaststelling van de toepasselijke wetgeving nooit buiten behandeling stelt.

De voorzitter van de Raad van bestuur, S.T. Sibma


X Noot
1

Zie het tussenrapport en het eindrapport Bestuursrecht op Maat in de bijlagen bij Kamerstukken II 2020–21, 29 362, nr. 289.

Naar boven