TOELICHTING
1. Inleiding
Iedere EU-burger heeft het recht om één stem uit te brengen bij de verkiezing van
de leden van het Europees Parlement.1 Een EU-burger, niet tevens zijnde Nederlander, die in een Nederlandse gemeente woont,
kan een aanvraag indienen om stemgerechtigd te worden voor de voor Nederland te kiezen
leden van het Europees Parlement. Dit is geregeld in artikel Y 32 van de Kieswet.
De EU-burger maakt voor zijn aanvraag gebruik van het op grond van artikel Y 32, vierde
lid, van de Kieswet vastgestelde formulier: Model Y 32 van de Kiesregeling.
Sinds 29 december 2001 staat in artikel Y 32, vijfde lid, van de Kieswet dat het college
van burgemeester en wethouders EU-burgers, niet zijnde Nederlanders, die zich in het
Europese deel van Nederland vestigen vorenvermeld aanvraagformulier van rechtswege
doet toekomen.2
In artikel Y 32, tweede lid, eerste volzin, van de Kieswet is vastgelegd dat de EU-burger
bij zijn aanvraag moet vermelden ‘(..) zijn adres van verblijf en, voor zover van
toepassing, de plaats in de lidstaat waarvan hij onderdaan is, waar hij het laatst
als kiezer was geregistreerd.’ Met die formulering is in de Kieswet aansluiting gezocht
bij artikel 9, tweede lid, onder b, juncto artikel 2, onder 4, van de Richtlijn 93/109/EG
van de Raad, zoals gewijzigd door Richtlijn 2013/1/EU. Zo blijkt ook uit de memorie
van toelichting.3 Onder het woord ‘plaats’ wordt in artikel Y 32 van de Kieswet begrepen: adres en
woonplaats. Onder ‘de lidstaat waarvan hij onderdaan is’ moet worden verstaan: de
lidstaat waarvan hij de nationaliteit heeft.
Op het in de Kiesregeling vastgestelde Model Y 32 stond evenwel een andere tekst.
Daarop stond: ‘laatste adres en woonplaats in de lidstaat van herkomst’. Dit leidde
in de praktijk tot verwarring. In de eerste plaats omdat de woonplaats niet gelijk
hoeft te zijn aan de plaats waar men als kiesgerechtigde stond geregistreerd. De laatste
is bedoeld. En in de tweede plaats omdat de lidstaat waarvandaan men naar het Europees
deel van Nederland is verhuisd niet noodzakelijkerwijs ook de EU-lidstaat hoeft te
zijn waarvan men de nationaliteit bezit. Bijvoorbeeld omdat men eerder in een andere
EU-lidstaat woonde. Het is daarom wenselijk Model Y 32 van de Kiesregeling te wijzigen
in dier zin dat dit model in overeenstemming met de Kieswet wordt gebracht. Dat wordt
met deze regeling gedaan. Hiertoe bestaat des te meer aanleiding, omdat er een wijziging
van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP) wordt voorbereid die het mogelijk
maakt de hier bedoelde gegevens ook in de basisregistratie personen op te nemen.
2. Consultatie
Over deze regeling is advies gevraagd aan de Kiesraad, de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB).
Ook is een ontwerp van deze regeling via www.internetconsultatie.nl in het openbaar ter advies aangeboden, en wel in de periode 13 december 2022 tot
en met 16 januari 2023. Er zijn geen reacties ontvangen.
De Kiesraad acht de voorgestelde wijziging een verduidelijking van het formulier Model
Y 32 die eraan bijdraagt dat wordt tegengegaan dat de in een Nederlandse gemeente
wonende EU-burger met de nationaliteit van een andere lidstaat, niet tevens zijnde
Nederlander, zowel in de lidstaat van verblijf als in de lidstaat waarvan hij de nationaliteit
heeft, zijn stem uitbrengt bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.
De Kiesraad ziet in de gekozen uitwerking geen reden tot het maken van nadere opmerkingen.
De VNG en de NVVB stemmen ermee in dat de tekst op het formulier Model Y 32 in lijn
wordt gebracht met de tekst van het desbetreffende artikel van de Kieswet en achten
de voorgestelde tekst een verbetering ten opzichte van het onvolledige ‘laatste adres
en woonplaats in de lidstaat van herkomst’ zoals opgenomen op het huidige model. Zij
brengen naar voren dat de tekst op het model verder zou kunnen worden verduidelijkt
zodat de desbetreffende in Nederland wonende niet Nederlandse EU-burger nog beter
begrijpt wat op het formulier moet worden ingevuld. De voorgestelde tekst op het formulier
Model Y 32 sluit aan bij de tekst van artikel Y 32, tweede lid, eerste volzin, van
de Kieswet. Gelet daarop bestaat voor nadere aanpassing van Model Y 32 geen aanleiding.
Een verdere verduidelijking van de bedoeling van het formulier en van de gegevens
die de desbetreffende EU-burger daarop moet invullen, is opgenomen in een begeleidende
brief aan de EU-burger. Deze brief stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties aan gemeenten ter beschikking, zowel in het Nederlands als in
het Engels, het Duits en het Frans. Het ligt in de bedoeling deze brief na vaststelling
van deze regeling aan te passen aan de nieuwe tekst van Model Y 32. Hiermee wordt
invulling gegeven aan het advies van de NVVB en de VNG om het model voor EU-burgers
nog verder te verduidelijken, ook voor hen die het Nederlands minder goed machtig
zijn. Tevens is aldus de suggestie van de Kiesraad ter harte genomen om aangepaste
hulpdocumenten aan te bieden in de erkende Europese talen.
De NVVB heeft in haar advies nog de vraag opgeworpen of het geslacht van de aanvrager
een essentieel identificerend gegeven is en, zo ja, of het niet wenselijk is om, naast
de thans gekende opties ‘man’ en ‘vrouw’, de optie ‘onbekend’ toe te voegen. De VNG
heeft zich bij deze vragen aangesloten. Het model is op dit onderdeel niet aangepast.
Over de op grond van Richtlijn 93/109/EG van de Raad voorgeschreven gegevensuitwisseling
zijn door de EU-lidstaten afspraken gemaakt. Deze afspraken, onder meer over welke
gegevens de EU-lidstaten uitwisselen, zijn neergelegd in de nationale wet- en regelgeving
van alle lidstaten. Voor Nederland is dat, voor zover hier van belang, de Regeling
gegevensuitwisseling verkiezing leden Europees Parlement. Op grond van artikel 2,
eerste lid, onder b, van die regeling is het geslacht van in Nederland stemgerechtigde
EU-burgers, niet zijnde Nederlanders, een van de gegevens die de lidstaat Nederland,
conform de Europeesrechtelijke afspraken, met andere lidstaten uitwisselt. In wijziging
van de Europeesrechtelijke afspraken en aanpassing van de Regeling gegevensuitwisseling
verkiezing leden Europees Parlement is nu niet voorzien. De noodzaak van en wijze
waarop de geslachtsaanduiding wordt vermeld op documenten in het verkiezingsproces
zal worden betrokken bij de aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal toegezegde hoofdlijnennotitie
over de kandidaatstellingsprocedure.4 De suggestie van de NVVB over invullen in blokletters om de kans op een onduidelijk
ingevuld formulier te verkleinen, is overgenomen in die zin dat op het formulier is
vermeld dat dit bij voorkeur in blokletters wordt ingevuld.
3. Administratieve en financiële lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve of financiële lasten voort.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft laten weten het dossier niet te selecteren
voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor
de regeldruk heeft.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 april 2023. Dit is in overeenstemming met aanwijzing
4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Daarin wordt ‘1 april’
genoemd als een van de vaste momenten waarop ministeriële regelingen gewijzigd kunnen
worden. Het vierde lid van de genoemde aanwijzing schrijft voor dat de publicatie
van deze regeling minimaal twee maanden daarvoor, dus uiterlijk 1 februari 2023, dient
plaats te hebben. Mocht deze datum onverhoopt niet gehaald worden, dan heeft dit overigens
geen effect op de datum van inwerkingtreding.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot