Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915

Nader Rapport

8 december 2023

3727147-1052998-WJZ

Directie Wetgeving en Juridische Zaken

Aan de Koning

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 25 september 2023, no. 2023002208, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 22 november 2023, no. W13.23.00289/III, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een redactionele wijziging in de toelichting aan te brengen en een enkele wijziging van technische aard in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten door te voeren.

Ik bied U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers.

Advies Raad van State

No. W13.20.00289/III

’s-Gravenhage, 22 november 2023

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 25 september 2023, no. 2023002208, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende de wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van ..... houdende de wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 september 2023, kenmerk 3696390-1052998-WJZ;

Gelet op artikel 13 van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ....., no. .....);

Gezien het nader rapport van Onze Minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport van ....., kenmerk .....;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling ‘verordening (EG) 1881/2006: Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364)’ vervalt.

2. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd, luidende:

verordening (EU) 2023/915:

Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119);

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2 van verordening (EEG) 315/93.

2. Het negende en tiende lid vervallen.

C

In artikel 18, vierde lid, wordt ‘de afdelingen 3, 4 en 6 van de bijlage bij verordening (EG) 1881/2006’ vervangen door ‘de onderdelen 3, 5.1, 5.2 en 5.3 van bijlage I bij verordening (EU) 2023/915’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Dit besluit strekt er toe het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen te wijzigen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119) (hierna: verordening (EU) 2023/915). Verordening (EU) 2023/915 is per 25 mei 2023 in werking getreden. In het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt verwezen naar verordening (EG) 1881/20061 en is overtreding van voorschriften uit verordening (EG) 1881/2006 strafbaar gesteld. De uitvoering van verordening (EU) 2023/915 en de intrekking van verordening (EG) 1881/2006 nopen tot wijzigingen van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. De wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

2. Consultatie

Het ontwerp van dit besluit is niet voorgelegd ter (internet)consultatie, omdat het implementatie van EU-regelgeving betreft.2 Het ontwerp van dit besluit is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).3

3. Gevolgen voor regeldruk

Dit besluit introduceert geen nieuwe (beleids)effecten die gevolgen voor de regeldruk voor de burger of het bedrijfsleven met zich brengen. De kennisnemingskosten zijn nihil.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van dit besluit is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Gelet op de technische aard van de wijzigingen acht de NVWA een toets van het ontwerpbesluit op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid niet nodig en kan deze achterwege gelaten worden.

5. Transponeringstabel

Verordening (EU) 2023/915

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op keuze bij invulling van beleidsruimte

Artikel 1

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 2, eerste en tweede lid

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 2, derde en vierde lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 3, eerste en tweede lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 3, derde lid

Deze bepaling richt zich tot de lidstaten

Lidstaten kunnen voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters strengere maximumgehalten vaststellen

Nederland maakt vooralsnog geen gebruik van deze ruimte

Artikel 4

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 5

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 6, eerste en tweede lid

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 6, derde lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 7

De bepalingen richten zich tot enkele lidstaten

   

Artikel 8

De bepalingen richten zich tot de lidstaten

   

Artikel 9

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering.

   

Artikel 10

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 11

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Bijlage I

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Bijlage II

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en C

De artikelen 1 en 18 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen worden gewijzigd in verband met de implementatie van verordening (EU) 2023/915. Door het intrekken van verordening (EG) 1881/2006 vervalt de verwijzing naar deze verordening en wordt vervangen door verwijzing naar verordening (EU) 2023/915.

Artikel I, onderdeel B

In het huidige artikel 2, vierde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met de artikelen 1, eerste lid, 3, en 5, van verordening (EG) 1881/2006 verboden.

In het huidige artikel 2, negende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met artikel 1, eerste lid, eerste en derde alinea, van verordening (EG) 124/2009 verboden.

In het huidige artikel 2, tiende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met artikel 2, eerste en tweede lid, van verordening (EEG) 315/934 verboden.

Zowel verordening (EG) 1881/2006 als verordening (EG) 124/2009 zijn ter uitvoering van artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 vastgesteld. Door de nieuwe formulering van artikel 2, vierde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2 van verordening (EEG) 315/93 verboden. Hiermee wordt bewerkstelligd dat ook alle handelingen in strijd met de op basis van dat artikel vastgestelde voorschriften, strafbaar of beboetbaar zijn. Alle in de toekomst nog vast te stellen voorschriften vallen vanaf het moment dat zij van kracht worden eveneens onder het verbod. Omdat er geen misverstand over kan bestaan welke verordeningen hun grondslag vinden in artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 is voldoende kenbaar welke gedragingen als verboden zijn aangemerkt.

Tot op heden zijn op grond van artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 vijf verordeningen vastgesteld, te weten:

  • Verordening (EG) nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 1997, L 37); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EG) nr. 466/2001.

  • Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 2001, L 077); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EG) nr. 1881/2006.

  • Verordening EG) Nr. 124/2009 van de Commissie van 10 februari 2009 tot vaststelling van maximumgehalten voor coccidiostatica en histomonostatica in levensmiddelen als gevolg van niet te voorkomen versleping van die stoffen naar niet-doeldiervoeders (PbEU 2009, L 40);

  • Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EU) 2023/915.

  • Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119).

Artikel II

Implementatie van bindende EU-rechtshandelingen is een uitzonderingsgrond met betrekking tot de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving (Ar 4.17, vijfde lid, onder d). Derhalve treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364).

X Noot
2

Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

X Noot
3

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
4

Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 1993, L 037).

Naar boven