Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 15 november 2023, MINBUZA-2023.20128-7, tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) en tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Zesde openstelling, wijziging beleidsregels en wijziging aanduiding Subsidieprogramma DHI)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 7.2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Aanvragen voor subsidie in de zesde openstelling van het Subsidieprogramma DHI1 worden ingediend vanaf 15 januari 2024 tot en met 31 december 2024 aan de hand van een door de minister beschikbaar gesteld formulier en voorzien van de op dat formulier gevraagde bescheiden2.

Artikel 2

Voor subsidieverlening in het kader van de zesde openstelling van het Subsidieprogramma DHI geldt een subsidieplafond van € 4,5 miljoen voor het ondersteunen van Nederlandse MKB-ondernemingen die zich richten op nieuwe activiteiten in opkomende en ontwikkelde markten en € 4 miljoen voor activiteiten in ontwikkelingslanden.

Artikel 3

Het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019 tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023)3 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ’31 december 2023’ vervangen door ’31 december 2025’.

B

In artikel 2 wordt ‘DHI 2019–2023’ telkens vervangen door ‘DHI’.

C

In artikel 3 wordt ‘DHI 2019–2023’ telkens vervangen door ‘DHI’.

D

In artikel 5 wordt ‘DHI 2019–2023’ vervangen door ‘DHI’.

E

In artikel 7 wordt ‘1 januari 2024’ vervangen door ‘1 januari 2026’.

F

De Bijlage wordt gewijzigd als volgt:

1. In paragraaf 1 wordt ‘Subsidieprogramma DHI 2019–2023 (hierna DHI)’ vervangen door ‘Subsidieprogramma DHI (hierna DHI)’.

2. In paragraaf 3 wordt ‘Focuslanden: de landen met een focus op private sector ontwikkeling, zoals vermeld op: www.rvo.nl/dhi’ vervangen door ‘Brede ontwikkelingsrelatie landen: de landen waarmee Nederland een brede ontwikkelingsrelatie heeft, zoals vermeld op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking/partnerlanden-en-focuslanden’.

3. In de titel van paragraaf 4 wordt ‘Subsidieprogramma DHI 2019–2023)’ vervangen door ‘Subsidieprogramma DHI)’.

4. In paragraaf 4.5.3. wordt bij het derde aandachtsstreepje ‘van’ ingevoegd tussen ‘omvang’ en ‘ten’.

5. In paragraaf 4.5.4. wordt de laatste zin vervangen door ‘Voorts wordt geen subsidie verleend voor steenkolenprojecten en voor de exploratie en ontwikkeling van nieuwe voorraden olie en gas in het buitenland alsmede voor activiteiten op bestaande voorraden olie en gas, behalve daar waar sprake is van verbetering van de milieuprestatie en/of veiligheid en/of gezondheid en op voorwaarde dat de economische levensduur van de fossiele infrastructuur niet wordt verlengd.’.

6. Paragraaf 4.7. wordt gewijzigd als volgt:

a. In de eerste alinea wordt ‘focuslanden’ vervangen door ‘brede ontwikkelingsrelatie landen’.

b. De vierde, vijfde en zesde alinea komen te luiden:

Positief betekent dat de kernactiviteit bijdraagt aan één of meer van de in het Toetsingskader genoemde categorieën van vergroeningsdoelen en een substantiële bijdrage levert aan de betreffende vergroeningsdoelen, zonder daarbij schade te berokkenen aan de andere categorieën.

Met kernactiviteit wordt bedoeld: de specifieke technologie (product/aanpak/dienst) die centraal staat in de DHI-aanvraag. Met DHI wordt een onderneming geholpen om een ‘technologie’ op een nieuwe markt te brengen. Die technologie, of de directe uitwerking ervan, moet vergroenend zijn, ten einde in aanmerking te kunnen komen voor het hogere subsidiepercentage.

Met substantieel wordt hier bedoeld: de bijdrage aan de vergroening moet centraal staan (of op z’n minst een grote rol spelen) bij de implementatie van de betreffende technologie, en mag niet slechts een beperkt neveneffect (bijvangst) zijn.

c. Aan de laatste alinea wordt een zin toegevoegd, luidend: Een financiële bijdrage van derden (bijvoorbeeld van de buitenlandse klant of van een overheidspartij) in de kosten van het project leidt tot een even zo grote verlaging van het subsidiebedrag.

7. In paragraaf 5.1. vervalt, onder vervanging van de puntkomma achter het voorlaatste aandachtsstreepje door een punt, zowel het laatste aandachtsstreepje als de tekst erachter.

8. Paragraaf 5.2., onder b, wordt gewijzigd als volgt:

a. De tekst achter ‘Verblijfskosten:’ komt te luiden:

de maximale vergoeding voor verblijfkosten is het aantal overnachtingen maal de logies- en overige kosten conform de Tarieflijsten verblijfkosten buitenlandse dienstreizen4, geldend op de startdatum van de activiteiten.

b. De tekst achter ‘Kosten derden’ komt te luiden:

tot een maximum van 40% van de totale projectkosten voor wat betreft demonstratieprojecten en van 25% voor wat betreft haalbaarheidsstudies en investeringsvoorbereidingsprojecten. Voornoemde maximering geldt niet voor de kosten derden die bestaan uit personele kosten van met de aanvrager dan wel de penvoerder en/of partners verbonden ondernemingen.

9. Paragraaf 5.3. wordt gewijzigd als volgt:

a. ‘licentiekosten;’ wordt vervangen door ‘kosten van eigen software van de aanvrager dan wel de penvoerder en/of partners;’.

b. Na licentiekosten wordt in de opsomming ingevoegd:

  • kosten voor aanschaf van licenties en software, voor zover deze niet exclusief voor het project worden aangeschaft;.

10. De ‘Annex – Resultaatketen’ vervalt.

11. De ‘Annex 1 – Focuslanden’ vervalt.

12. Annex 2 – Resultaatketen wordt vernummerd tot Annex 1 en komt te luiden:

Annex 1 – Resultaatketen

De gekozen methodiek voor het soort projecten onder DHI is de resultaatketen. Deze fungeert tevens als basis voor de monitoring en evaluatie. De resultaatketen beschrijft de logische stappen tussen de input van het project en korte- en langetermijneffecten die ermee worden beoogd. De resultaatketen bestaat uit de volgende hieronder beschreven afzonderlijke stappen.

Inputs

Activiteiten uitvoerder

Immediate outcomes

Outcomes

Impact

Financiering (DHI-subsidie)

Tijdinvestering Posten en Bedrijven

Projectwerving

Projectselectie

Project ondersteuning

Project subsidiëring

Monitoring- en Effectmeting

Verantwoording

Afgeronde DHI-projecten, resulterend in:

– Nieuwe contacten (partners, klanten)

– Meer marktkennis (marktvraag, zaken doen)

– Betere positionering (heldere business case)

- Hogere investerings-bereidheid

Succesvolle marktintroductie in het doelland, resulterend in:

– Marktdifferentiatie

– Toename export uit Nederland

– Investeringen in het doelland

– Capaciteitsopbouw

– Werkgelegenheid

Hoger duurzaam verdienvermogen Nederlandse private sector

Private sectorontwikkeling (SDG 8), Armoedebestrijding (SDG 1) in doellanden

13. Annex 3 wordt vernummerd tot Annex 2.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat de bijlage bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019 tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit van toepassing blijft op reeds voor die dag ingediende aanvragen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, De directeur-generaal Internationale Samenwerking, P. Grotenhuis

De directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, M. Sweers

TOELICHTING

Met dit besluit wordt de looptijd van het subsidieprogramma DHI, dat oorspronkelijk liep tot en met 2023 met twee jaar verlengd. Omdat de aanduiding Subsidieprogramma DHI 2019–2023 gelet daarop niet meer passend is en nog niet vaststaat tot wanneer het subsidieprogramma in de toekomst zal doorlopen, is de tenaamstelling van het subsidieprogramma gewijzigd in Subsidieprogramma DHI.

Uit een recente evaluatie blijkt dat Nederlandse ondernemingen een betere marktpositie verwerven door dit subsidieprogramma en daarmee goede kansen hebben gekregen om te internationaliseren. Wel kan op dit moment voor de DGGF landen nog niet goed gemeten worden wat de precieze ontwikkelingsimpact van het subsidieprogramma is. Dat zal het onderwerp voor de evaluatie de komende twee jaar zijn. Daar zal de komende twee jaar aan worden gewerkt. De intentie is om het DHI programma, in enige vorm, ook na 2025 te continueren.

Nu het subsidieprogramma doorloopt wordt bij dit besluit een zesde aanvraagronde opengesteld voor aanvragen om subsidie in het kader van het subsidieprogramma DHI. Er is in totaal € 8,5 miljoen beschikbaar voor het verlenen van subsidies voor aanvragen ingediend in deze openstelling, waarvan € 4,5 miljoen beschikbaar is voor het ondersteunen van Nederlandse MKB-ondernemingen die zich richten op nieuwe activiteiten in opkomende en ontwikkelde markten en € 4 miljoen voor activiteiten in ontwikkelingslanden. Voor de beoordeling en selectie van aanvragen in de zesde openstelling gelden grotendeels dezelfde vereisten en criteria. Op enkele punten worden deze bijgesteld.

Eén van de wijzigingen betreft de vervanging van ‘Focuslanden’ door ‘Brede ontwikkelingsrelatie landen’. In het subsidieprogramma zoals dit luidde voorafgaand aan deze wijziging kregen projecten in focuslanden en fragiele staten extra subsidie. De focuslandenlijst is verouderd sinds de publicatie van de laatste beleidsnota ‘Doen waar Nederland goed in is’ en daarom worden de focuslanden vervangen door de brede ontwikkelingsrelatie landen. In brede ontwikkelingsrelatie landen is het lastiger voor bedrijven om zaken te doen en daarom krijgen projecten in deze landen extra subsidie. Projecten in fragiele landen krijgen in de vernieuwde regeling eveneens nog steeds extra subsidie.

Andere aanpassingen betreffen aanscherpingen van de clausule voor uitsluiting van subsidiëring van projecten in de steenkolen-, olie- en gasindustrie en van de vergroeningscriteria.

Ten slotte zij vermeld dat naar verwachting spoedig een nieuwe de-minimisverordening (zie de definitie in paragraaf 3 van het subsidieprogramma) zal worden vastgesteld. Zodra deze inwerking zal zijn getreden zullen de beleidsregels daarop worden aangepast en zal deze verordening in de uitvoering van DHI worden toegepast.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, De directeur-generaal Internationale Samenwerking, P. Grotenhuis

De directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, M. Sweers


X Noot
1

Stcrt. 2019, 1360; gewijzigd bij besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 25 november 2019, Stcrt. 2019, nr. 65567, bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 januari 2022, MINBUZA-2021.11176-41, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) (Vierde openstelling en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma DHI 2019–2023) en bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 november 2022, MINBUZA-2022.14625-28, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) (Vijfde openstelling en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma DHI 2019–2023);

X Noot
2

www.rvo.nl/dhi.

X Noot
3

Stcrt. 2019, 1360; gewijzigd bij besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 25 november 2019, Stcrt. 2019, nr. 65567, bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 januari 2022, MINBUZA-2021.11176-41, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) (Vierde openstelling en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma DHI 2019–2023) en bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 november 2022, MINBUZA-2022.14625-28, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 januari 2019, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma DHI 2019–2023) (Vijfde openstelling en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma DHI 2019–2023);

Naar boven