Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 november 2023, nr. 2023-0000653070 tot instelling van de regeringscommissaris Omgevingswet (Instellingsbesluit regeringscommissaris Omgevingswet)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1 (Begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

regeringscommissaris:

regeringscommissaris Omgevingswet, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 (Instelling)

  • 1. Er is een regeringscommissaris Omgevingswet.

  • 2. De regeringscommissaris is onder verantwoordelijkheid van de minister belast met advisering over de kwaliteit, eenheid en doorontwikkeling van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet.

  • 3. De regeringscommissaris wordt ingesteld tot 1 januari 2029. De minister kan de instellingsduur eenmalig met ten hoogste vijf jaren verlengen.

  • 4. De regeringscommissaris ressorteert rechtstreeks onder de secretaris-generaal.

Artikel 3 (Taken)

De regeringscommissaris heeft de volgende taken:

  • a. gevraagd en ongevraagd adviseren van de minister en de ministers die het mede aangaat over en het doen van voorstellen voor de kwaliteit, eenheid of doorontwikkeling van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet;

  • b. signaleren en agenderen van belangrijke ontwikkelingen rondom het wettelijk stelsel van de Omgevingswet; en

  • c. bij de uitvoering van de taken onder a en b: zorgen voor verbinding met de uitvoeringspraktijk, bestuur, wetenschap en rechterlijke macht.

Artikel 4 (Ondersteuning)

De regeringscommissaris wordt voor de werkzaamheden ondersteund door de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving en heeft een budget voor de toebedeelde taken. De middelen hiervoor worden verstrekt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5 (Inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 6 (Citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit regeringscommissaris Omgevingswet.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

Op 1 januari 2024 treedt het stelsel van de Omgevingswet in werking. Daarmee wordt de wet- en regelgeving van het omgevingsrecht gebundeld in één wet, vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en één ministeriële regeling. Het stelsel van de Omgevingswet bevat regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Deze regels gaan zowel over de gebouwde omgeving (zoals bouwwerken, infrastructuur, erfgoed) als de natuurlijke omgeving (water, bodem, lucht, natuur). Ze zijn gericht op de duurzame ontwikkeling van Nederland. Het nieuwe stelsel bevat daarvoor geharmoniseerde regels, procedures en instrumenten.

In november 2019 heeft de Integrale onafhankelijke Adviescommissie Omgevingswet het eindadvies ‘Recht doen aan de Omgeving(swet)’ uitgebracht, over de specifieke wetgevingsproducten binnen het omgevingsrecht.1 In dit eindadvies heeft de Integrale onafhankelijke Adviescommissie Omgevingswet de aanbeveling gedaan om een externe partij in te stellen die adviseert over het bewaken van de kaders van het stelsel. Naar aanleiding van dit advies heeft het kabinet besloten om deze aanbeveling over te nemen. In de brief van 24 juni 20202 is het voornemen aangekondigd om een regeringscommissaris Omgevingswet in te stellen. Zie hiervoor ook de beantwoording van Kamervragen en andere brieven over dit onderwerp.3 Het voornemen om een regeringscommissaris in te stellen voor de borging van de eenheid en kwaliteit van het stelsel heb ik tevens bevestigd tijdens het debat met de Eerste Kamer op 7 maart 2023.4 Dit besluit voorziet in de instelling van de functie van een regeringscommissaris Omgevingswet en geeft daarmee uitvoering aan het voornemen.

Taken regeringscommissaris Omgevingswet

De regeringscommissaris handelt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de stelselverantwoordelijke minister voor het stelsel van de Omgevingswet.

De regeringscommissaris ondersteunt bij het bewaken en borgen van de kwaliteit en eenheid van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet. Daarnaast bevordert de regeringscommissaris dat de potentie van het wettelijk stelsel optimaal wordt benut. Ook doet de regeringscommissaris voorstellen voor de doorontwikkeling van het stelsel. Dit met inbegrip van de (verbeter)doelen, uitgangspunten, instrumenten en procedures. Gelet daarop behoren tot de taken van de regeringscommissaris het onafhankelijk en deskundig, gevraagd en ongevraagd adviseren over belangrijke ontwikkelingen rondom het wettelijk stelsel van de Omgevingswet. De adviezen zijn gericht op een goede werking van het wettelijk stelsel en kunnen zowel aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als aan andere bewindslieden worden uitgebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een advies over het benutten van het wettelijk stelsel voor de energietransitie. De regeringscommissaris houdt daarbij ook verbinding met de uitvoeringspraktijk. De adviezen hebben geen betrekking op de inhoud van de normstelling (mate van bescherming, hoogte van een norm, etc.) en de politiek-beleidsinhoudelijke afwegingen. Ook hebben die geen betrekking op financiële gevolgen, organisatorische of implementatievraagstukken en de feitelijke of technische werking van het digitaal stelsel Omgevingswet.

De regeringscommissaris houdt met nadruk verbinding met de uitvoeringspraktijk. Dat is van belang voor de goede werking van het stelsel voor de uitvoeringspraktijk. De regeringscommissaris vervult een professioneel juridische rol, vergelijkbaar met de regeringscommissaris die was ingesteld voor de Algemene wet bestuursrecht. De regeringscommissaris Omgevingswet legt verbanden met (nieuwe) maatschappelijke behoeften en opgaven, opgedane ervaringen in de praktijk, en resultaten van monitoring en evaluatie.

Ten slotte kan de regeringscommissaris ook voor stelselgerelateerde aspecten ondersteuning bieden bij de voorbereiding van wet- en regelgeving.

Verhouding met de onafhankelijke evaluatiecommissie Omgevingswet en de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur

Op grond van artikel 23.9 van de Omgevingswet is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verplicht, in overeenstemming met de ministers die het aangaat, om binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet, en vervolgens na vijf jaar aan beide Kamers der Staten-Generaal een verslag te zenden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Daartoe is de onafhankelijke Evaluatiecommissie Omgevingswet ingesteld.5 De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (hierna: Rli) is daarnaast een onafhankelijk adviescollege dat aan de regering en het parlement strategisch beleidsmatig advies uitbrengt op het terrein van de fysieke leefomgeving.6 De Rli adviseert op verzoek van de regering en het parlement maar kan ook ongevraagd advies uitbrengen.

Zowel de Evaluatiecommissie Omgevingswet, de Rli als de regeringscommissaris zullen een oordeel vormen over het functioneren van het wettelijk stelsel en hierover aanbevelingen doen, maar de invalshoek is anders. De commissie kijkt primair terug op basis van onderzoek. De regeringscommissaris adviseert vooraf en tijdens het wetgevingsproces. De adviezen van de regeringscommissaris hebben geen betrekking op de inhoud van de normstelling en de politiek-beleidsinhoudelijke afwegingen. Ook hebben die geen betrekking op onder meer financiële gevolgen, organisatorische of implementatievraagstukken en de feitelijke of technische werking van het digitaal stelsel Omgevingswet. De taakopdracht van de regeringscommissaris omvat ook andere elementen: ondersteunen, uitdragen en verbinden. Gezien de verschillen in functie is de regeringscommissaris dan ook geen lid van de Evaluatiecommissie of de Rli.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2

In het eerste lid van dit artikel is de regeringscommissaris Omgevingswet in het leven geroepen.

In het tweede lid is bepaald dat deze regeringscommissaris zijn taken uitvoert onder verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het derde lid bepaalt de instellingsduur van de regeringscommissaris. De regeringscommissaris wordt ingesteld tot 1 januari 2029. Deze instellingsduur betekent dat de regeringscommissaris wordt ingesteld voor in ieder geval de eerste vijf jaren na inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet. Het stelsel van de Omgevingswet treedt namelijk op 1 januari 2024 in werking. Dit lid voorziet ook in de mogelijkheid voor de minister om de instellingsduur eenmalig te verlengen met vijf jaren.

De regeringscommissaris ressorteert onder de secretaris-generaal. Gezien de zelfstandige rol van deze regeringscommissaris binnen de organisatie wordt deze administratief onder de secretaris-generaal gepositioneerd. Er zal geen inhoudelijke aansturing vanuit de secretaris-generaal plaatsvinden, maar de regeringscommissaris legt slechts in beheersmatige zin verantwoording af aan de secretaris-generaal.

Artikel 3

De taken van de regeringscommissaris zijn omschreven in artikel 3 van het besluit. Binnen de omschreven taakopdracht valt onder meer het geven van advies en het doen van voorstellen over:

  • de voor het wettelijk stelsel belangrijke juridische ontwikkelingen (in (inter)nationale wet- en regelgeving, jurisprudentie, verhouding met aanpalende wetgeving, algemeen bestuursrecht, etc.);

  • stelselvragen, bijvoorbeeld over instrumentkeuze, bij de ontwikkeling van omgevingsrechtelijke wet- en regelgeving (tijdens de ambtelijke voorbereiding, bij consultatie of advisering, parlementaire fase, etc.);

  • een samenhangend en toekomstgericht wetgevingsbeleid met het oog op het ‘bij de tijd houden van’ en verder ontwikkelen van het wettelijk stelsel, waaronder het agenderen van onderwerpen voor wijziging of aanvulling van het wettelijk stelsel;

  • ontwikkelingen in de uitvoering van het wettelijk stelsel op centraal en decentraal niveau, met inbegrip van experimenten;

  • uitkomsten van (onderdelen van) de wettelijke evaluatie door de Evaluatiecommissie.

De adviezen en voorstellen van de regeringscommissaris hebben betrekking op de eenheid, kwaliteit en doorontwikkeling van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet.

De regeringscommissaris vormt daarnaast een verbindende schakel tussen alle bestuursorganen van de bij de Omgevingswet betrokken overheden, de uitvoeringspraktijk, de rechterlijke macht en de wetenschap. Daartoe behoort ook het leveren van bijdragen in literatuur en tijdens vakcongressen, waardoor er een verbinding wordt gelegd tussen onderwijs en onderzoek. Dit ter stimulering van de kennisontwikkeling binnen het rechtsgebied. Dit is in onderdeel c tot uitdrukking gebracht.

Artikel 4

Artikel 4 gaat over de ondersteuning voor een regeringscommissaris. De aard van de taken en werkzaamheden brengen niet met zich mee dat de regeringscommissaris over een eigen organisatieonderdeel hoeft te beschikken. De regeringscommissaris zal worden ondersteund door de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook ontvangt de regeringscommissaris een budget voor het inschakelen van externe deskundigen, bijvoorbeeld voor extern onderzoek vanuit de wetenschap of de rechtspraktijk.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 33 118, nr. 123, bijlage 1, p. 15.

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 33 118, nr. 148, p. 11.

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 30 985, nr. 48, p. 5, en bijlage 1 bij Kamerstukken II 2022/23, 33 118, nr. 259.

X Noot
4

Handelingen I 2022/2023, nr. 21, item 9.

X Noot
6

Artikel 2, eerste lid, van de Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.

Naar boven