Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 oktober 2023, kenmerk 3703354-1054959-WJZ, houdende wijziging van de Algemene bij- en toeslagregeling AOR 2002 en de Subsidieregeling donatie bij leven in verband met uitvoering van de Wet invoering minimumuurloon

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 2, tweede lid, van de Algemene bij- en toeslagregeling AOR 2002 wordt ‘artikel 8, eerste lid, onder a’ vervangen door ‘artikel 8, eerste lid, onder b’.

ARTIKEL II

In artikel 1, onderdeel h, van de Subsidieregeling donatie bij leven wordt ‘artikel 8, eerste lid, onderdeel a’ vervangen door ‘artikel 8, eerste lid, onderdeel b’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel B, van de Wet invoering minimumuurloon in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen deel

Met deze regeling worden technische wijzigingen doorgevoerd in twee ministeriële regelingen op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die nodig zijn in verband met de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon1. Belangrijkste gevolg van de inwerkingtreding van deze wet is dat in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna: Wml) een uniform wettelijk minimumuurloon wordt opgenomen.

Met de Wet invoering minimumuurloon wordt voor eenieder die onder de reikwijdte van de Wml valt een uniform minimumuurloon ingevoerd. Dit is geregeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wml.

Tot de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumloon regelt artikel 8, eerste lid, onder a, Wml het minimumloon (per maand). Nu in verschillende lagere regelgeving, waaronder in de Algemene bij- en toeslagregeling AOR 2002 en de Subsidieregeling donatie bij leven verwezen wordt naar het minimumloon moeten deze regelingen op de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon worden aangepast. Onderhavige regeling voorziet dan ook in wijzigingen van de verwijzing naar het minimummaandloon naar verwijzingen naar het referentiemaandloon. Concreet betekent dit dat de verwijzing naar artikel 8, eerste lid, onderdeel a, wordt gewijzigd in een verwijzing naar artikel 8, eerste lid, onderdeel b. Het referentiemaandloon is relevant voor de socialezekerheidswetgeving, maar dit wordt ook gebruikt in regelingen als invulling/uitwerking van een voorwaarde/drempel zoals het geval is bij de Algemene bij- en toeslagregeling AOR 2002 en de Subsidieregeling donatie bij leven.

Uitvoeringstoets

Een concept regeling met aanpassingen op het terrein van verschillende ministeries is voor uitvoeringstoets voorgelegd aan de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB). De SVB acht de wijzigingen uitvoerbaar en handhaafbaar, het betreft namelijk enkel een aantal kleine technische wijzigingen. De SVB stelt vast dat de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2024 haalbaar is. Door de SVB wordt wel als voorwaarde gesteld dat uitgegaan mag worden van het (op het tijdstip van inwerkingtreding) actuele en geïndexeerde bedrag van het minimumloon en niet het in het initiatiefwetsvoorstel invoering minimumuurloon genoemde bedrag van het minimumloon uit 2020. Er dient inderdaad te worden uitgegaan van de actuele bedragen.

Artikel XXXXI, tweede lid, van de Wet invoering minimumuurloon maakt het mogelijk om bij de eerste toepassing de bedragen van het minimumuurloon en het referentiemaandbedrag (artikel 8, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wml) vast te stellen bij ministeriële regeling. Daarmee wordt geregeld dat onafhankelijk van de doorlooptijd van het wetsvoorstel het meest recente minimumloon bij de eerste toepassing van het wetsvoorstel bij ministeriële regeling wordt gegeven. Bij regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 20232 is het referentiemaandbedrag per 1 januari 2024 vastgesteld op € 2.069,40.

Artikelsgewijs

Artikel I en II

Met deze artikelen wordt de verwijzingen naar artikel 8, eerste lid, onderdeel a, Wml in de Algemene bij- en toeslagregeling AOR en de Subsidieregeling donatie bij leven worden vervangen door een verwijzing naar artikel 8, eerste lid, onderdeel b, Wml.

Artikel III

Dit artikel bepaalt dat de wijzigingen in werking treden op het tijdstip dat artikel I, onderdeel B, van de Wet invoering minimumloon in werking treedt. Die wet zal per 1 januari 2024 in werking treden (Stb. 2023, 247).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven