Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 11 oktober 2023, kenmerk 3702634-1054857-PZO, inzake het terugdraaien van de verwerking van coalitieakkoordmaatregelen over het kwaliteitskader verpleeghuiszorg en het meerjarig contracteren voor het jaar 2024 in de Wlz

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 19 september 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2023–2024, 31 765, nr. 796) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over de coalitieakkoordmaatregelen over het kwaliteitskader verpleeghuiszorg en meerjarig contracteren en budgetafspraken voor het jaar 2024;

Besluit:

Enig artikel:

De Nederlandse Zorgautoriteit geeft voor het jaar 2024 geen uitvoering aan de maatregelen ‘meerjarige contracten en budgetafspraken’ en ‘doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg’ uit het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruit kijken naar de toekomst’¹ zoals beschreven in de aanwijzing van 22 juni 2023².

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

In mijn voorhangbrief van 19 september 2023³ heb ik de achtergrond geschetst van deze aanwijzing.

De doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg krijgt vorm door registratie van een nieuw kwaliteitskader in het register van het Zorginstituut. De registratie is voorzien voor het laatste kwartaal van 2023, waardoor aanbieders onvoldoende tijd hebben om de voorbereidingen voor implementatie in 2024 te treffen. Het kabinet heeft daarom besloten de tariefkorting in de verpleegzorg voortvloeiend uit de maatregel doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg uit het Coalitieakkoord van € 100 mln in 2024 niet door te voeren.

De maatregel meerjarige contracten en budgetafspraken beoogt de doelmatigheid van de sector te verhogen door meerjarige zekerheid aan zorgkantoren en zorgaanbieders te bieden. Een wetsaanpassing is nodig om mogelijk te maken dat de Nederlands Zorgautoriteit (NZa) bij een meerjarig kader voor de Wet langdurige zorg (Wlz), de middelen ook meerjarig over de regio’s verdeelt, op basis waarvan zorgaanbieders en zorgkantoren meerjarige budgetafspraken kunnen maken. Het wetsvoorstel dat dit regelt, is nog niet per 1 januari 2024 van kracht. Als aangegeven in mijn brief van 13 september jl.⁴, leidt de demissionaire status van het kabinet en de recente controversieel verklaring van de afschriften van de (meerjarige) Kaderbrieven er bovendien toe dat ik het budgettair kader Wlz enkel voor 2024 vaststel. Het vaststellen van het budgettair kader voor 2025 en verder is aan een volgend kabinet. Dit kan tot onzekerheid voor aanbieders en zorgkantoren leiden, om daadwerkelijk meerjarenafspraken te maken. Het kabinet heeft daarom besloten de tariefkorting voortvloeiend uit de maatregel meerjarige contracten en budgetafspraken uit het Coalitieakkoord in 2024 (€ 125 mln) niet door te voeren.

Deze aanwijzing strekt ertoe dat de NZa voor het jaar 2024 maatregelen uit het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruit kijken naar de toekomst’⁵,die zagen op meerjarig contracteren en de doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg op de Wlz-tarieven voor het jaar 2024 niet doorvoert. Hiertoe dient de NZa voor het jaar 2024 bepaalde maximum- en bandbreedte tarieven voor de langdurige zorg opnieuw vast te stellen.

De wijze waarop de NZa hieraan eerder wel uitvoering moest geven, staat beschreven in mijn eerdere aanwijzing aan de NZa van 22 juni 2023.⁶ Op dat punt en specifiek voor het jaar 2024 overschrijft deze aanwijzing mijn eerdere aanwijzing van 22 juni 2023. Voor overige jaren blijft deze ongewijzigd.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

---

1 Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77.

2 Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 14 juni 2023, kenmerk 3604293–1049249-PZO, Stcrt. 2023, nr. 17290.

3 Kamerstukken II 2023–2024, 31 765, nr. 796.

4 Kamerstukken II, 2023–2024, 29 389, 122.

5 Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77.

6 Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 14 juni 2023, kenmerk 3604293–1049249-PZO, Stcrt. 2023, nr. 17290.