Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 mei 2023, nr. IENW/BSK-2023/105726, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing toezichthouders markttoezicht Wegenverkeerswet 1994 in verband met de uitvoering van onder andere verordening (EU) 2019/1020 en verordening (EU) 2020/740 (Wijziging Besluit aanwijzing toezichthouders markttoezicht Wvw 1994 in verband met de uitvoering van EU-wetgeving)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 158, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit aanwijzing toezichthouders markttoezicht Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden in de alfabetische volgorde en met oplopende nummering van de verordeningen de volgende begrippen met de daarbij behorende begripsomschrijvingen ingevoegd:

Richtlijn 1994/94:

Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto’s (PbEG 1999, L12);

Verordening (EU) 167/2013:

Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PbEU 2013, L 60);

Verordening (EU) 168/2013:

Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2013, L 60);

Verordening (EU) 2018/858:

Verordening (EU) nr. 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151);

Verordening (EU) 2019/1020:

verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169);

Verordening (EU) 2020/740:

Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘artikelen 20f, 20g, 27, 29, 30 en 33 van de wet’ vervangen door: ‘artikelen 20f, 20g, 20ga, 27, 29, 29a, 30, 30a, 33, 34, 34a en 35 van de wet’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 29 van de wet wordt daaronder in elk geval verstaan:

    • a. het markttoezicht op de volgende EU-kaderverordeningen in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen:

      • 1°. Verordening (EU) nr. 167/2013;

      • 2°. Verordening (EU) nr. 168/2013;

      • 3°. Verordening (EU) nr. 2018/858;

    • b. de hieronder genoemde verordeningen die deel uitmaken van verordening (EU) 2018/858, indien en voor zover die verordeningen in verband met de goede uitvoering daarvan en met inachtneming van artikel 10 juncto artikel 41 en bijlage II van verordening (EU) 2019/1020 tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers nopen:

      • 1°. Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2007, L 171);

      • 2°. Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188);

      • 3°. Verordening (EU) nr. 540/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PbEU 2014, L 158);

      • 4°. Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PbEU 2019, L 325); en

    • c. de hieronder genoemde richtlijnen die deel uitmaken van verordening (EU) 2018/858, indien en voor zover die richtlijnen in verband met de goede uitvoering daarvan en met inachtneming van artikel 10 juncto artikel 41 en bijlage II van verordening (EU) 2019/1020 tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers nopen:

      • 1°. Richtlijn 70/157/EG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PbEG 1970, L 42) tot 1 juli 2027;

      • 2°. Richtlijn 2005/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEG 2005, L 310);

      • 3°. Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU 2006, L 161).

3. Na het tweede lid, worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor het toezicht op de naleving van de artikelen 29a en 35 van de wet wordt daaronder ook verstaan het markttoezicht op verordening (EU) 2019/1020 indien en voor zover die verordening in verband met de goede uitvoering ervan, naast de genoemde artikelen uit de wet, tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers noopt.

  • 4. Voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 34 van de wet wordt daaronder ook verstaan het markttoezicht op richtlijn 1994/94/EG indien en voor zover die richtlijn in verband met de goede uitvoering ervan, naast het genoemde artikel uit de wet, tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers noopt.

  • 5. Voor het toezicht op de naleving van artikel 35 van de wet wordt daaronder ook verstaan het markttoezicht op verordening (EU) 2020/740 indien en voor zover die verordening in verband met de goede uitvoering ervan, naast het genoemde artikel uit de wet, tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers noopt.

C

Artikel 3 vervalt.

D

In artikel 6 wordt ‘toezichthouders’ vervangen door ‘toezichthouder’.

ARTIKEL II

In artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie vervalt ‘, met uitzondering van het toezicht op de naleving van het Besluit etikettering energiegebruik personenauto’s waarmee de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn belast’.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met de dag van inwerkingtreding van artikel 2.6 van de Wet uitvoering markttoezichtverordening.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

1. Inleiding

Op grond van diverse artikelen van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) is de Minister van infrastructuur en Waterstaat (IenW) belast met de handhaving van artikelen van die wet. Op grond van artikel 158, eerste lid, van de Wvw 1994 kunnen bij besluit van de Minister van IenW personen worden aangewezen die met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wvw 1994 worden belast, voor zover dat in dat besluit is bepaald. In artikel 158a van die wet is geregeld dat onder toezicht tevens markttoezicht wordt verstaan. In verband daarmee is met ingang van 1 september 2020 het Besluit aanwijzing toezichthouders markttoezicht Wegenverkeerswet 19941 (hierna: Aanwijzingsbesluit) in werking getreden. Dit besluit was nodig in verband met de wijziging van de Wvw 1994 die met ingang van 1 september 2020 in werking is getreden in verband met de gelijktijdige inwerkingtreding van de Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/8582.

De onderhavige wijziging van het Aanwijzingsbesluit is noodzakelijk in verband met:

  • 1. de uitvoering van de algemene markttoezichtverordening 2019/10203 (hierna: markttoezichtverordening) die met ingang van 16 juli 2021 van toepassing is;

  • 2. de uitvoering van de verordening die betrekking heeft op de etikettering van banden van motorvoertuigen4 (hierna: etiketteringsverordening) die met ingang van 1 mei 2021 van toepassing is;

  • 3. het onder de Wvw 1994 brengen van het Besluit etikettering energiegebruik personenauto’s dat dient als implementatiewetgeving van richtlijn etikettering brandstofgebruik en CO2-uitstoot motorvoertuigen5;

  • 4. de inwerkingtreding van de algemene veiligheidsverordening6 en het gelijktijdig vervallen van enkele EU-verordeningen7 die betrekking hebben op de (type)goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen, en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (hierna: goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanverwante producten) die met ingang van 6 juli 2022 van toepassing is; en

  • 5. het beëindigen van de tijdelijke aanwijzing van de Dienst Wegverkeer (RDW) als markttoezichthouder.

In verband met de inwerkingtreding van de onder 1 en 2 genoemde verordeningen en de wijziging genoemd onder 3 is ook een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) nodig. Deze wijziging is opgenomen in artikel 2.6 van de Wet uitvoering markttoezichtverordening8 (hierna: Uitvoeringswet markttoezichtverordening) die op 19 april 2023 in werking is getreden9.

In verband met de Uitvoeringswet markttoezichtverordening en de onder 1 tot en met 4 genoemde punten is daarnaast ook een wijzing van de Regeling voertuigen noodzakelijk. De wijziging van het Aanwijzingsbesluit en de wijziging van de Regeling voertuigen zullen, met ingang van de dag van plaatsing van deze regelingen in de Staatscourant in werking treden. Ze krijgen terugwerkende kracht tot 19 april 2023.

2. ILT aangewezen als (markt)toezichthouder Wvw 1994

In de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/85810, was aangegeven dat de ILT met ingang van 1 september 2020 als markttoezichthouder voor de Wvw 1994 en daarmee ook voor alle relevante verordeningen waarop markttoezicht zou moeten worden gehouden, zou worden aangewezen. Bij de uitvoerings- en handhavingstoets in het kader van die Uitvoeringswet heeft ILT laten weten om diverse redenen meer tijd en capaciteit nodig te hebben om de taak van markttoezichtautoriteit goed te kunnen uitvoeren. Daarnaast vervulde de RDW op grond van de Warenwet ook markttoezichttaken. In verband daarmee is er in 2020 voor gekozen tijdelijk twee (markt)toezichthouders aan te wijzen, te weten de ILT en de RDW. Nadat was besloten alle markttoezichttaken bij de ILT neer te leggen, heeft de ILT aangegeven dat zij deze taak met ingang van 1 januari 2023 zou kunnen uitvoeren. Met ingang van die datum is de tijdelijke aanwijzing van de RDW die gold tot dat moment, van rechtswege komen te vervallen.

3. Relatie met Warenwetbesluit algemene productveiligheid

Naast het markttoezicht op grond van de Wvw 1994 is op dit moment ook artikel 2b, tweede lid, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid van kracht. Hierin wordt geregeld dat de RDW voor de toepassing van de artikelen 21, 21a en 21b van de Warenwet als toezichthouder is aangewezen voor motorrijtuigen die bestemd zijn voor gebruik op voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden, aanhangwagens, onderdelen en uitrustingstukken van deze motorrijtuigen en aanhangwagens, alsmede voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, die een gevaar opleveren en voor zover hieraan bij of krachtens de Wvw 1994 eisen worden gesteld. Dit artikel 2b, tweede lid, dateert van voor het markttoezicht op voertuigen en aanverwante producten zoals dat thans op grond van de verschillende verordeningen en de Wvw 1994 van kracht is. Daarnaast is het met dit artikel beoogde markttoezicht aanzienlijk beperkter (alleen voor zover er sprake is van gevaarlijke situaties) dan het markttoezicht zoals thans wordt voorgestaan. Voor de toepassing van dit Aanwijzingsbesluit wordt ervan uitgegaan dat artikel 2b, tweede lid, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid, alleen nog van toepassing zal kunnen zijn, indien de markttoezichtbepalingen van de Wvw 1994 hier niet in voorzien. In overleg met de ILT en zo nodig RDW, wordt bezien of intrekking, handhaving of aanpassing van artikel 2b, tweede lid, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid, noodzakelijk is.

4. Consultatie

Op verzoek van de Minister van IenW heeft de ILT een toets op een concept van dit besluit uitgevoerd. De ILT maakt opmerkingen met betrekking tot de aanwijzing als (markt)toezichthouder voor artikel 33 (voorheen artikel 34) van de Wvw in artikel 2, eerste lid, van dit Aanwijzingsbesluit. Artikel 33 heeft betrekking op voorzieningen die zijn bestemd voor de opsporing van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde misdrijven of overtredingen te belemmeren, te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren, te vervoeren of te gebruiken. Op grond van artikel 2 van het Besluit voertuigen heeft dit sinds 2004 betrekking op radarapparatuur (Stb. 2003, 464) en sinds 1 juli 2021 op apparaten die geschikt zijn om de teller van een motorrijtuig stil te zetten of op andere wijze te manipuleren (Stb. 2021, 214). De ILT is hiervoor sinds 2012 aangewezen als toezichthouder (zie Stcrt. 2012, 23619). Voorheen waren de ambtenaren van de Voedsel en Warenautoriteit hiervoor aangewezen (Stcrt. 2003, 248). Het toezicht waarvoor de ILT sindsdien is aangewezen heeft betrekking op handhaving van deze verboden via de reguliere verkoopkanalen van apparatuur en het verbod om deze apparaten aanwezig te hebben in of aan een rijdend motorrijtuig. Deze laatste taak wordt door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (thans ILT) meegenomen in de reguliere werkzaamheden (zie nota van toelichting bij Stb. 2003, 464). Alhoewel er begrip is voor de opmerkingen van de ILT omtrent de nadere concretisering van de huidige reikwijdte van het verlangde toezicht, vallen deze opmerkingen buiten de in punt 1 genoemde doelen van de wijziging van deze aanwijzing. De opmerkingen zullen in een ander kader worden besproken.

Daarnaast worden door de ILT opmerkingen gemaakt over de verplichting bedoeld in artikel 20g van de Wvw, waarvoor de ILT als sinds september 2020 als markttoezichthouder is aangewezen. Alhoewel er begrip is voor de opmerkingen van de ILT omtrent de nadere concretisering van de reikwijdte van het verlangde toezicht, vallen deze opmerkingen buiten de in punt 1 van deze toelichting genoemde doelen van de wijziging van deze aanwijzing. De opmerkingen zullen in een ander kader worden besproken.

Vervolgens maakt de ILT opmerkingen over de aanwijzing als markttoezichthouder op richtlijnen, het niet expliciet noemen van Verordening 2019/1020, Verordening 2020/740 en Richtlijn 1994/94, in artikel 2, tweede lid, van het Aanwijzingsbesluit en de terugwerkende kracht van dit Aanwijzingsbesluit. In verband hiermee is de tekst van de aanwijzing en de toelichting op een aantal punten aangevuld. De opmerkingen van de ILT met betrekking tot Warenwetbesluit algemene productveiligheid zijn, onder verwijzing naar hetgeen hierover al is opgemerkt onder punt 3, voor dit moment ter kennisneming aangenomen. De door ILT opgemerkte gemiste en onjuiste verwijzing, zijn alsnog opgenomen respectievelijk gecorrigeerd.

5. Inwerkingtreding (artikel III)

Dit besluit treedt gelijktijdig in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Het werkt terug tot en met de dag van inwerkingtreding van artikel 2.6 van de Wet uitvoering markttoezichtverordening, namelijk 19 april 2023. Omdat het implementatie van EU-wetgeving betreft, kan worden afgeweken van de voor wetgeving vastgestelde zogenaamde vaste verandermomenten zowel wat betreft de publicatie als wat betreft de inwerkingtreding ervan.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (wijziging artikel 1 Aanwijzingsbesluit)

Ter bevordering van de leesbaarheid van dit Aanwijzingsbesluit worden in artikel 1 enkele definities toegevoegd.

Onderdeel B (wijziging artikel 2 Aanwijzingsbesluit)
Eerste lid

Als gevolg van de wijziging van de Wvw 1994 door de inwerkingtreding van de Uitvoeringswet markttoezichtverordening, is het nodig de artikelen van de Wvw 1994 en daarmee een aantal EU-verordeningen en -richtlijnen die onder de werking van de Wvw zijn gebracht en waarop de ambtenaren van de ILT markttoezicht moeten houden, uit te breiden.

Toegevoegd is artikel 20ga van de Wvw 1994 dat betrekking heeft op het markttoezicht op de bijzondere bromfiets bedoeld in artikel 20b van de Wvw 1994. Voor de volledigheid wordt hier alvast opgemerkt dat als gevolg van de wijziging van de Wvw 199411 in verband met het laten vervallen van de mogelijkheid tot het aanwijzen van bijzondere bromfietsen die binnen afzienbare tijd in werking zal treden, een volgende wijziging van dit Aanwijzingsbesluit nodig zal zijn. De verwijzing in artikel 2, eerste lid, naar de artikelen 20f, 20g, en 20ga van de Wvw 1994, kan dan vervallen.

Daarnaast is artikel 30a (tot 1 september 2020 artikel 35) van de Wvw 1994 toegevoegd. Dit artikel 35 was per 1 september 2020 ten onrechte vervallen en is bij de inwerkingtreding van artikel 2.6 van de Wet uitvoering markttoezichtverordening als artikel 30a Wvw 1994 weer nieuw ingevoegd. Vanaf november 2012 tot 1 september 2020 was de ILT als (markt)toezichthouder op artikel 35 Wvw 1994 aangewezen (zie Stcrt. 2012, 23619).

Ook toegevoegd is artikel 34 van de Wvw 1994. Het betreft het markttoezicht op de etikettering van het brandstofverbruik en de CO2 bij het op de markt brengen van voertuigen. Tot nu toe was de aanwijzing als markttoezichthouder van de ILT geregeld in het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. Deze aanwijzing komt te vervallen door de wijziging van artikel 1 van dat besluit (artikel II).

Daarnaast is toegevoegd artikel 34a van de Wvw 1994. Het betreft het marktoezicht op diverse artikelen van de etiketteringsverordening autobanden. Tot op heden ontbrak een dergelijke aanwijzing, waartoe het EU-recht wel verplicht.

Tenslotte zijn toegevoegd de artikelen 29a en 35 van de Wvw 1994. Het betreft hier markttoezicht op artikel 7 van de EU-markttoezichtverordening in relatie tot verordeningen en richtlijnen die in de genoemde artikelen van de Wvw 1994 worden bedoeld.

Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet markttoezichtverordening12.

Tweede tot en met vijfde lid

Om duidelijk te maken op welke EU-verordeningen en richtlijnen het markttoezicht dat op artikel 29 van de Wvw 1994 betrekking heeft, worden deze opgesomd in het tweede lid van artikel 2 van het Aanwijzingsbesluit. Hiervoor is gekozen omdat uit de tekst van artikel 29 van de Wvw 1994 niet direct duidelijk is op welke verordeningen en richtlijnen dit toezicht betrekking heeft. Hiervoor wordt via de delegatiebepalingen in artikel 1, eerste lid, onderdeel fd en ff, en artikel 29 van de Wvw 1994 verwezen naar de opgesomde verordeningen en richtlijnen in het nieuwe artikel 1.2a en hoofdstuk 4 van de Regeling voertuigen.

Op grond van artikel 10 juncto 41 en bijlage II van de markttoezichtverordening, dient een markttoezichthouder te worden aangewezen. Anders dan verordeningen, dienen richtlijnen in de nationale wetgeving te worden geïmplementeerd voordat zij toegepast kunnen worden. In de bijlage bij verordening (EU) 2018/858, zijn deze richtlijnen al opgenomen ten behoeve van de EU-goedkeuring van motorvoertuigen. De in onderdeel c genoemde richtlijnen zijn in artikel 3.1.4 van de Regeling voertuigen geïmplementeerd in verband met nationale goedkeuringen. Om die reden zal het markttoezicht op de genoemde richtlijnen in de meeste gevallen via verordening (EU) 2018/858 respectievelijk via artikel 30 van de Wvw 1994 lopen. De aanwijzing van de ILT als markttoezichthouder op deze richtlijnen is alleen van belang voor zover deze richtlijnen daarnaast nog tot afzonderlijk markttoezicht op marktdeelnemers nopen. Voor de verordeningen die geen eigen sanctieverplichting hebben, geldt hetzelfde. Om die reden is in de aanhef van die onderdelen op verzoek van de ILT een passage toegevoegd.

In de artikelen 29a, 34, 34a en 35 van de Wvw 1994 zijn verbodsbepalingen opgenomen. In artikel 2, eerste lid, van dit Aanwijzingsbesluit wordt de ILT als markttoezichthouder op deze artikelen van de Wvw 1994 aangewezen. Op verzoek van de ILT wordt in de leden drie tot en met vijf ook nog een expliciete verwijzing gemaakt naar de in dit kader relevante verordeningen en richtlijnen (resp. verordening 2019/1020, richtlijn 1994/94 en verordening 2020/740).

Onderdeel C (vervallen artikel 3 Aanwijzingsbesluit)

Artikel 3 van het Aanwijzingsbesluit had betrekking op de tijdelijke aanwijzing van de RDW als markttoezichthouder. Deze aanwijzing is met ingang van 1 januari 2023 van rechtswege vervallen. Om die reden kan artikel 3 vervallen. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar punt 2 van het algemeen deel van deze toelichting.

Onderdeel D (wijziging artikel 6 Aanwijzingsbesluit)

Omdat, na het vervallen van de aanwijzing van de RDW als markttoezichthouder, alleen de ILT resteert wordt de citeertitel van de aanwijzing aangepast.

Artikel II

Als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 3.3. van de Uitvoeringswet markttoezichtverordening is het Besluit etikettering energiegebruik personenauto’s, dat diende als implementatiewetgeving van richtlijn etikettering brandstofgebruik en CO2-uitstoot motorvoertuigen, onder de Wvw 1994 gebracht. Om die reden wordt de aanwijzing van de ILT als marktoezichthouder in dit Aanwijzingsbesluit opgenomen. De aanwijzing van de ILT als toezichthouder via het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie vervalt omdat dit nu niet meer logisch is. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar punt 3 op pagina 36 van de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet markttoezichtverordening.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
2

Wet van 8 juli 2020 houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2018/858 en andere besluiten van de Europese Unie betreffende de goedkeuring van en het marktoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kamerstukken II, 35 427).

X Noot
3

Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordening (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).

X Noot
4

Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177).

X Noot
5

Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's (PbEG 1999, L12).

X Noot
6

Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PbEU 2019, L 325).

X Noot
7

Te weten: Verordening (EG) nr. 78/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 2003/102/EG en Richtlijn 2005/66/EG (PbEU 2009, L 35), verordening (EG) 79/2009: Verordening (EG) nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (PB 2009, L 35) en Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PbEU 2009, L 200).

X Noot
8

Wet van 2 november 2022, houdende regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169) en Verordening (EU) 2020/740 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere parameters, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1369 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1222/2009 (PbEU 2020, L 177) (Wet uitvoering markttoezichtverordening) (Stb. 2023, 66).

X Noot
9

Zie Staatsblad 2023, 125.

X Noot
10

Kamerstukken II 2019/20, 35 427, nr. 3, met name de punten 3.3 en 5.3.

X Noot
11

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enige andere wetten in verband met het laten vervallen van de mogelijkheid tot het aanwijzen van bijzondere bromfietsen in hoofdstuk IIA van de Wegenverkeerswet 1994, het mogelijk maken van implementatie van het kader voor lichte elektrische voertuigen en enige andere wijzigingen (Kamerstukken 36 269).

X Noot
12

Kamerstukken II 2021/22, 36 093, nr. 3, pagina 32 en volgende.

Naar boven