Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 november 2012, nr. IENM-BSK/2012-195899, houdende aanwijzing van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 158, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport belast met toezicht.

Artikel 2

Het Besluit aanwijzing toezichthouders artikel 34 Wegenverkeerswet 1994 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders artikelen 34 en 35 Wegenverkeerswet 1994.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Met dit besluit zijn ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport, belast met toezicht, aangewezen als toezichthouders op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 158, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens diezelfde wet zijn belast de bij besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen personen, voor zover bij dat besluit is bepaald. Van deze wettelijke grondslag wordt gebruik gemaakt nu de handhaving van de bovengenoemde verbodsbepalingen niet langer wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, maar door de inspectie die onder het ministerie van Infrastructuur en Milieu ressorteert. De ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, zijn reeds op grond van artikel 1:1, vijfde lid, van de Algemene Douanewet bevoegd als toezichthouder.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven