Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 januari 2023, nr. IENW/BSK-2022/267684, tot wijziging van de Waterregeling in verband met wijziging van de kaartenbijlage januari 2023

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met 3.3, en artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorende bij deze regeling:

Kaart:	Kaartnummer:
Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden	98
Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden	177
Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden	178
Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden	179

B

Aan Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) wordt onderstaande kaart toegevoegd, opgenomen in bijlage A, behorende bij deze regeling:

Kaart:	Kaartnummer:
Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden	340

C

In Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorende bij deze regeling:

Kaart:	Kaartnummer:
Beheer waterkwantiteit	98
Beheer waterkwantiteit	177
Beheer waterkwantiteit	178
Beheer waterkwantiteit	179

D

Aan Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) wordt onderstaande kaart toegevoegd, opgenomen in bijlage B, behorende bij deze regeling:

Kaart:	Kaartnummer:
Beheer waterkwantiteit	340

E

In Bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen 3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) wordt de kaart met onderstaand nummer vervangen door de hieronder genoemde kaart met gelijke nummer, opgenomen in Bijlage C, behorend bij deze regeling:

Kaart:	kaartnummer:
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningsplicht gebruik waterstaatwerken	299

F

Aan Bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen 3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) wordt onderstaande kaart toegevoegd, opgenomen in Bijlage C, behorend bij deze regeling:

Kaart:	kaartnummer:
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningsplicht gebruik waterstaatwerken	340

ARTIKEL II

• 1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en voor dat werk of die handeling als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van bijlage II, III of IV bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

• 2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan bevoegd gezag wordt als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet, wordt een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling vervangt in totaal 9 kaarten in bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling. Daarnaast voegt deze regeling een nieuwe kaart toe aan de bijlagen. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer voert.

2. Wijzigingen kaartbijlagen per onderdeel

De aangepaste kaarten van bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling bevatten gewijzigde grenzen voor het waterkwaliteits-, waterkwantiteits-, en waterstaatkundig beheer. De wijzigingen van de beheergrenzen betreffen verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten en de vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken wijzigingen van de beheergrenzen. Daarnaast betreft het een nieuwe kaart met hierin ontbrekende beheergrenzen. Hieronder zijn per regionaal onderdeel van Rijkswaterstaat de wijzigingen en toevoeging toegelicht.

West-Nederland Noord (kaarten nr. 177, 178, 179)

De kaarten 177, 178 en 179 betreffen alle drie kaarten van Amsterdam. In Amsterdam hebben verschillende werkzaamheden plaatsgevonden die veranderingen in de grenzen voor het beheer hebben aangebracht. De volgende werkzaamheden hebben plaatsgevonden waarvoor vervanging van de kaarten noodzakelijk is:

• Aan de zuidzijde van de Aziëhaven in Amsterdam heeft in verband met het realiseren van een nieuwe kade een demping plaatsgevonden.

• In de wijk NDSM in Amsterdam hebben twee dempingen plaatsgevonden ten behoeve van stedelijke ontwikkeling.

• Aan de zuidoever van het Cornelis Douweskanaal en de grens met zijkanaal I in Amsterdam is de datakwaliteit verbeterd door de begrenzingen aan te passen aan de feitelijke situatie (d.w.z. aan de bovenkant van het talud en de kade).

• In zijkanaal G ten zuidoosten van de J.M. den Uylbrug in Zaanstad heeft in verband met het uitbreiden van de kade een demping plaatsgevonden.

• In zijkanaal G ten noordwesten van de J.M. den Uylbrug in Zaanstad lag de begrenzing ten onrechte om een vlonder heen. Nu behoort ook het water onder de vlonder tot het oppervlaktewaterlichaam.

• De Wilhelminasluis in Zaanstad is gerenoveerd, de begrenzing is hierop aangepast.

• In de Voorzaan is ten zuidoosten van de Wilhelminasluis de kade uitgegraven.

Noord-Nederland (kaart nr. 299)

Bij de haven van Den Helder zijn de (Rijks)veerhaven en de Nieuwe Haven per 1 januari 2022 opgenomen als oppervlaktewater in beheer bij het Rijk (waterstaatkundig).¹ Op grond van afspraken met de gemeente Den Helder en de Koninklijke Marine wordt het Nieuwe Diep aangewezen als oppervlaktewater dat in waterstaatkundig beheer is bij een niet tot het Rijk behorend openbaar lichaam art. 3.2a Waterregeling. Het beheer komt te liggen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, dat geheel of gedeeltelijk is belast met het beheer van daarbij aangewezen rijkswateren. Deze situatie is een vorm van gedeeld beheer vergelijkbaar met die van de Theodorushaven bij Bergen op Zoom.² Het openbaar lichaam wordt enkel belast met taken en bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan een beheerder als zodanig zijn toegekend. Dit betreft voornamelijk het zogenaamde ‘actieve’ beheer, de zorg voor de uitvoering van concrete (bagger)werkzaamheden. Het ‘passieve’ beheer, bestaande uit regulering en bestuur (waaronder vergunningverlening) betreffende watersystemen, blijft grotendeels in handen van het Rijk. Daarnaast is de Rijkshavenmeester van Den Helder, tevens Hoofd Maritieme Ondersteuning van het Commando Zeestrijdkrachten van de Koninklijke Marine, aangewezen als bevoegde autoriteit voor het uitvoeren van nautische beheertaken, omdat het Nieuwe Diep ook valt binnen de geometrische begrenzing van het oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk.

Bovenstaande wijziging in beheer is in overeenstemming met afspraken tussen het Rijk (het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Defensie) en de gemeente Den Helder en tevens de havenmeester van Port of Den Helder.

Zee en Delta (kaarten nr. 98 en 340)

Kaart 98 betreft het sluizencomplex Terneuzen. Ter plaatse van het sluizencomplex heeft een aanpassing plaatsgevonden. Conform het vastgestelde tracébesluit is de nieuwe sluis bij Terneuzen gerealiseerd. Het oostelijke deel van het sluisplateau is gerealiseerd en is daardoor niet langer onderdeel van het oppervlaktewaterlichaam. Daarnaast zal de ligging van de primaire waterkering veranderen door de aanleg van de nieuwe sluis. Een deel van het oorspronkelijke sluizencomplex komt daarmee buitendijks te liggen en wordt onderdeel van het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer.

Kaart 340 betreft een kaart met de ontbrekende beheergrenzen voor het waterstaatkundig beheer, waterkwaliteit- en waterkwantiteitsbeheer van de voormalige Hertogin Hedwigepolder. Vanwege ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder hebben er veranderingen plaatsgevonden in de beheergrenzen voor het waterstaatkundig beheer, waterkwaliteit- en waterkwantiteitsbeheer. Deze veranderingen zijn doorgevoerd op de kaarten nummer 96 en 99. Echter, een klein deel van de Hertogin Hedwigepolder ligt buiten het bereik van deze twee kaarten waardoor er voor dit ontbrekende deel geen beheer vastgesteld is. Om deze onvolkomenheid op te lossen wordt de nieuwe kaart 340 met het ontbrekende deel vastgesteld.

3. Gevolgen van deze regeling

Gevolg van het aanpassen van de beheergrenzen is dat gebieden vergunningvrij dan wel vergunningplichtig worden. Het in kaart brengen van de gewijzigde beheergrenzen heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De veranderingen in de vergunningplicht kunnen wel gevolgen voor de regeldruk hebben. Hiervan is bij deze wijziging geen sprake. Daarnaast volgen deze veranderingen reeds uit eerder gemaakte afspraken dan wel uit de toepassing van andere regelgeving op de desbetreffende gebieden. De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven en evenmin voor de bestuurlijke lasten en uitvoeringslasten. De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken bestuursorganen. Voor burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling geen andere ingrijpende gevolgen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Deze zelfde wijziging van de waterbeheerkaarten vindt plaats onder de Omgevingsregeling die in werking treedt zodra de Omgevingswet in werking treedt. Deze kaarten zijn naar aanleiding van die wijziging geconsulteerd via internetconsultatie. Hieruit zijn geen opmerkingen naar voren gekomen.

4. Overgangsrecht

Deze regeling bevat een voor de wijziging van de kaarten in de bijlagen bij de Waterregeling gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging van de beheergrenzen alsnog een watervergunning vereist is. Daarbij geldt de voorwaarde dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan die eisen van de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. In verband met wijzigingen van de beheergrenzen die per die datum noodzakelijk zijn. Er wordt afgeweken van het vaste verandermoment en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden zoals bepaald in 4.17, derde en vierde lid van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De thans aangegeven beheergrenzen op de desbetreffende kaarten bij de Waterregeling zijn echter niet actueel meer. Spoedige wijziging is gewenst met het oog op rechtszekerheid. Tevens zijn geplande werkzaamheden afhankelijk van de wijziging van de waterkaarten. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken overheden en waar relevant met andere betrokkenen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE C

---

1 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 15 december 2021, nr. IENW/BSK-2021/304513, houdende wijziging van de Waterregeling in verband met wijziging van de kaartenbijlagen (2022), Stcrt. 2021, 48737.

2 In de toelichting op de wijziging van Waterregeling van 3 juni 2016 (Stcrt. 2016, 29036) is aangegeven hoe dit gedeeld beheer functioneert.