Besluit van de Minister Klimaat en Energie van 5 april 2022, nr. WJZ/ 21321090, tot vaststelling van de definitieve correctiebedragen Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking voor 2021 (Besluit vaststelling definitieve correctiebedragen voor 2021 bij de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking)

De Minister van Klimaat en Energie,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking;

Besluit:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

netlevering:

elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed;

niet-netlevering:

elektriciteit die op een installatie wordt ingevoed;

openstellingsbesluit 2021:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2021;

regeling:

Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking.

Artikel 2 (vaststelling definitief correctiebedrag)

Voor een categorie productie-installaties als bedoeld in de eerste en tweede kolom van onderstaande tabel wordt het definitieve correctiebedrag, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de regeling, voor 2021 vastgesteld op het bedrag dat is opgenomen in de derde kolom van onderstaande tabel.

1

2

3

Artikel openstellingsbesluit 2021

Omschrijving categorie

Definitief correctiebedrag 2021 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,071

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Netlevering:

0,071

Niet-netlevering:

0,115

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,087

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,103

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,103

Artikel 3 (wijziging Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2022)

In de tabel bij artikel 4 van het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2022 wordt in de vijfde kolom, derde rij, 'Niet-netlevering: 0,060' vervangen door 'Niet-netlevering: 0,070' en in de zesde kolom, derde rij, 'Niet-netlevering: 0,072' vervangen door: 'Niet-netlevering: 0,082'.

Artikel 4 (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel 3 terug tot en met 1 maart 2022.

Artikel 5 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling definitieve correctiebedragen voor 2021 bij de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 april 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit is een nadere uitwerking van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (hierna: regeling). Op basis van de regeling wordt de productie van hernieuwbare energie gestimuleerd door het verschil te subsidiëren tussen de gemiddelde kostprijs van een eenheid elektriciteit, geproduceerd door aangewezen categorieën productie-installaties voor duurzame elektriciteitsproductie, en de gemiddelde marktwaarde daarvan. Het subsidiebedrag is het verschil tussen een basisbedrag (de integrale kostprijs van een eenheid elektriciteit) en een correctiebedrag dat gerelateerd is aan onder meer de elektriciteitsprijs.

De correctiebedragen worden jaarlijks opnieuw berekend om zo de ontwikkeling van de marktwaarde mee te nemen in de hoogte van de subsidie. Als de correctie voor elektriciteitsprijzen lager wordt dan de basiselektriciteitsprijs dan wordt die correctie gelijkgesteld aan de basiselektriciteitsprijs. De basiselektriciteitsprijs, die jaarlijks per type technologie wordt bepaald, is vastgelegd in de afgegeven beschikkingen en blijft gedurende de hele subsidieperiode gelijk.

2. Doel

Met dit besluit worden voor de verschillende categorieën productie-installaties voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit de definitieve correctiebedragen voor het jaar 2021 vastgesteld. De correctiebedragen worden vastgesteld voor coöperaties en verenigingen van eigenaars aan wie subsidie is verleend op grond van het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2021 (hierna: openstellingsbesluit 2021). Onderhavig besluit geeft daarmee invulling aan artikel 6, tweede lid, van de regeling. De jaarlijks vast te stellen correctiebedragen zijn van belang voor de berekening van de jaarlijkse subsidiebedragen voor de verschillende categorieën productie-installaties.

3. Opzet van deze regeling

In dit besluit zijn de definitieve correctiebedragen per categorie productie-installaties weergegeven. Op grond van artikel 6, tweede lid, van de regeling bedraagt het correctiebedrag de som van:

  • a. de elektriciteitsprijs voor elektriciteit die wordt ingevoed op het elektriciteitsnet of de elektriciteitsprijs voor elektriciteit die niet wordt ingevoed op het elektriciteitsnet;

  • b. de waarde van garanties van oorsprong; en

  • c. andere correcties die een substantiële invloed hebben op het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit en die voortvloeien uit maatregelen van de overheid.

De systematiek voor berekening van de definitieve correctiebedragen is identiek aan die van de correctiebedragen voor de voorschotverlening (de voorlopige correctiebedragen, bedoeld in artikel 9 van de regeling). Het enige verschil is dat bij de voorlopige correctiebedragen gebruikt wordt gemaakt van de gemiddelde waarde van elektriciteit in de periode 1 september tot en met 31 augustus voorafgaand aan het kalenderjaar en de profiel- en onbalanskosten zoals vastgesteld in het afgelopen kalenderjaar, terwijl bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen na afloop van het betreffende kalenderjaar gebruik wordt gemaakt van de daadwerkelijke gerealiseerde jaargemiddelde marktwaarde over het betreffende jaar. Zowel de voorlopige als de definitieve correctiebedragen kunnen per categorie productie-installatie verschillen.

De definitieve correctiebedragen staan in artikel 2. De tabel bij artikel 2 bevat in de eerste kolom telkens het artikel uit het openstellingsbesluit 2021, waarin een bepaalde categorie productie-installaties wordt aangewezen. In de tweede kolom is een verkorte omschrijving van de desbetreffende categorie opgenomen. Deze kolom is een hulpmiddel, voor de volledige omschrijving wordt verwezen naar het desbetreffende artikel. De derde kolom geeft bijhorende definitieve correctiebedrag van de categorie productie-installaties aan.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om fout te corrigeren in het besluit tot openstelling van de SCE voor 2022. Voor Zon-PV niet-netlevering waren een verkeerde basisprijs en voorlopig correctiebedrag opgenomen. De oorzaak hiervan was een fout in het betreffende advies van PBL. Met artikel 3 van onderhavig besluit wordt deze omissie hersteld.

4. Rekenwijze en uitgangspunten

Bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen wordt gebruik gemaakt van het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (hierna: PBL) voor de vaststelling van de definitieve correctiebedragen voor de categorieën productie-installaties. Voor een uitgebreide toelichting op de uitgangspunten, de berekeningswijze en de berekeningen zelf wordt verwezen naar het adviesrapport, dat openbaar is en tevens beschikbaar wordt gesteld via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-19702.html - n1 1 Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik van correctiebedragen hierbij wordt tevens verwezen naar paragraaf 2.6.2 van de toelichting op de regeling (Stct. 2021, 11080).

PBL volgt bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen dezelfde berekeningsmethodiek zoals gehanteerd bij de vaststelling van de voorlopige correctiebedragen bij publicatie van het openstellingsbesluit 2021.

5. Administratieve lasten

De regeldruk voortvloeiend uit dit besluit moet in samenhang worden gezien met de bepalingen uit regeling (Stct. 2021, 11080).In paragraaf 4 van de toelichting is een uitgebreide toelichting van de administratieve lasten voortvloeiend uit de onderliggend besluiten opgenomen. De administratieve lasten van de openstellingsronde voor 2021 is geraamd 0,06% van het subsidiebudget.

6. Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding van dit besluit wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Hantering van de vaste verandermomenten zou betekenen dat de regeling vóór 1 februari gepubliceerd zou moeten worden. Op dat moment waren de cijfers over de elektriciteitsprijzen over 2021 nog niet beschikbaar.

Onderhavig besluit werkt voor de correctie van de bedragen in het besluit tot openstelling voor 2022 terug tot 1 maart 2022. Dit is nodig omdat het niet laten terugwerken van deze bepaling tot rechtsongelijkheid zou leiden tussen coöperaties en verenigingen van eigenaars (VvE’s) die voor deze reparatie een aanvraag hebben ingediend, en de coöperaties en VvE’s die dat daarna hebben gedaan. Ook is dit in verband met de uitvoerbaarheid geboden: uit moet worden gegaan van correcte bedragen om overstimulering te voorkomen. De gevolgen van het herstel zullen beperkt omdat er nog geen beschikkingen zijn afgegeven. Aanvragers zullen door RVO, de uitvoerder in deze, op deze aanpassing worden geattendeerd.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven