Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022

BR/REG-22152a

Vastgesteld op 1 maart 2022

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wmg, stelt de NZa beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van een vereffeningbedrag als bedoeld in artikel 56b van de Wmg.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder c en e van de Wmg, heeft de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) met brieven van 15 juli 2013 en 13 november 2020, met respectievelijk kenmerk 130899-106615-MC en 1776599-213723-PZo, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een tweetal aanwijzingen op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzingen zijn gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 20624 en 60466.

1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. Regionale ambulancevoorziening (RAV):

de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

b. A1/A2 inzet (spoedeisende ambulancezorg):

een inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance gezien de ernst van de melding binnen 15 minuten (A1) dan wel 30 minuten (A2) ter plaatse dient te zijn. De meldkamer stelt de classificatie vast.

c. Aanwezigheidsdiensten:

een aanwezigheidsdienst is een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uur, waarin het personeel ’s nachts in de bedrijfsruimte op oproep beschikbaar is voor het verlenen van ambulancezorg.

d. Afhijsen brandweer:

een in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde afhijsing van een patiënt naar een ambulance in situaties waarbij de afhijsing niet tot het wettelijk takenpakket van de brandweer behoort. Hiervan is sprake als de RAV aannemelijk kan maken dat de afhijsing noodzakelijk was met het oog op het beperken c.q. bestrijden van een directe bedreiging voor het leven of de gezondheid van de patiënt, die zich zou voordoen indien de patiënt op niet-horizontale wijze naar de ambulance zou worden vervoerd.1

e. Ambulance:

ambulance, bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

f. Ambulancezorg:

zorg, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen

g. B-inzet (niet-spoedeisende ambulancezorg):

een inzet in opdracht van de meldkamer die vooraf is aangevraagd bij de meldkamer en waarbij geen sprake is van een spoedclassificatie.

h. Mobiel zorgconsult:

een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot hulpverlening en/of vervoer van één of meerdere slachtoffers/patiënten, waarbij de noodzaak tot vervoer, na onderzoek dan wel hulpverlening ter plaatse, niet gebleken is. Inzetten uitgevoerd met piketauto’s en MICU-ambulances zijn geen mobiele zorgconsulten.

i. Budget:

het betreft een budget voor de vergoeding van de kosten van de ambulancezorg en van de meldkamer.

j. Kilometer:

het aantal verreden kilometers voor alle soorten inzetten gezamenlijk. Dat wil zeggen declarabele en niet-declarabele inzetten, inclusief mobiele zorgconsulten, loze inzetten en voorwaardenscheppende inzetten. Kilometers verreden met piketauto’s en MICU-ambulances vallen hier niet onder.

k. Loze inzet:

een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot vervoer, waarbij tijdens de inzet of op de plaats van bestemming blijkt dat geen indicatie voor ambulancezorg (meer) aanwezig is.

l. Meldkamer:

meldkamer als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet voor zover het gaat om de meldkamer ambulancezorg.

m. Meldkamerlocatie:
  • Monolocatie: meldkamerlocatie die alleen wordt gebruikt door de RAV.

  • Bilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV en politie of brandweer.

  • Trilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV, politie en brandweer.

n. Melding:

een bericht c.q. aangifte bij de meldkamer ambulancezorg waarbij een inzet toegekend wordt. Het aantal meldingen (dat voor de vergoeding meldkamer wordt gehanteerd) wordt gebaseerd op de som van het aantal A1/A2-inzetten, B-inzetten en mobiele zorgconsulten, exclusief de loze inzetten.

o. MICU-ambulance:

een Mobile Intensive Care Unit, bestaande uit een MICU-trolley en een IC-ambulance, ten behoeve van vervoer van een IC-patiënt tussen zorginstellingen.

p. Overtocht per (veer)boot:

een overtocht per (veer)boot (niet ingericht voor het vervoer van patiënten) om de patiënt en evt. de ambulance over water te vervoeren.

q. Parate diensten:

bij een parate dienst is het personeel direct inzetbaar. Het personeel is meestal op de standplaats aanwezig.

r. Piketauto:

piketauto's zijn auto's die worden ingezet ten behoeve van de tijdige beschikbaarheid van personeel voor de ambulancezorg.

s. Inzet:

een ambulance inzet die in opdracht van de meldkamer wordt uitgevoerd. De opdrachtverstrekking door de meldkamer bepaalt of sprake is van spoedeisende ambulancezorg of niet-spoedeisende ambulancezorg. Het aantal inzetten (dat voor de vergoeding ambulancezorg wordt gehanteerd) is gelijk aan de som van het aantal A1/A2 inzetten, B inzetten en mobiele zorgconsult inzetten, exclusief de loze inzetten.

t. Retourinzet:

een inzet waarbij de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

u. Referentiekader spreiding en beschikbaarheid (S&B):

het referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021 zoals opgesteld door het RIVM2 en vastgesteld door de Minister van VWS.

v. Representerende verzekeraar(s):

zorgverzekeraars die door de leden van Zorgverzekeraars Nederland zijn aangewezen om namens hen een overeenkomst af te sluiten.

w. SARS-CoV-2 virus:

Het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2. De World Health Organization heeft deze naam gegeven aan het novel coronavirus 2019-nCov. Dit novel coronavirus (2019-nCov) is aangemerkt als behorende tot groep A, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet publieke gezondheid. Covid-19 is een infectieziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2.

x. Standplaats:

door RAV gebruikte locatie waar vandaan de ambulances vertrekken en waar voorzieningen zijn voor ambulancepersoneel en -materieel.3

y. Stand-by inzet:

inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance zich verplaatst naar een bepaalde gebeurtenis of evenement vanwege de openbare orde of veiligheid.

z. Voorwaardenscheppende rit:

een inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance naar een door de centralist bepaalde plaats rijdt om de beschikbaarheid van ambulancezorg te waarborgen.

aa. Vereffeningbedrag:

het bedrag als bedoeld in artikel 56b Wmg. Bij een positief opbrengstresultaat (opbrengstoverschot) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. De betreffende zorgverzekeraar kan op basis van deze beschikking een bedrag ter hoogte van het positief opbrengstresultaat bij de betreffende RAV terug doen vorderen.

ab. Verrekenbedrag:

bij een negatief opbrengstresultaat (opbrengsttekort) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. Een RAV kan op basis van de beschikking een bedrag ter hoogte van het negatief opbrengstresultaat bij de betreffende verzekeraar in rekening brengen.

2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is het beleid van de NZa vast te leggen met betrekking tot de vaststelling van prestaties en tarieven voor ambulancezorg geleverd door of vanwege de RAV-en. Daarnaast wordt met deze beleidsregel het beleid vastgelegd met betrekking tot de opbrengstverrekening tussen RAV-en en zorgverzekeraars.

3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op ambulancezorg geleverd door of vanwege een Regionale ambulancevoorziening dat in Nederland aanvangt en eindigt of dat bestaat uit spoedeisend grensoverschrijdend vervoer vanaf of naar de Belgische of Duitse grens.4

4. Procedure vaststelling budget en opbrengstresultaat

De onderstaande procedure heeft betrekking op de vaststelling van het totale budget. De RAV ontvangt één budget met daarin de vergoeding voor zowel de ambulancezorg als de vergoeding voor de meldkamer.

4.1 Voorlopig opbrengstresultaat

Indien een risico bestaat op liquiditeitstekorten of -overschotten als gevolg van een verwacht (voorspelbaar) opbrengsttekort of opbrengstoverschot, is het mogelijk om vóór 1 januari jaar (t) een aanvraag voor voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening bij de NZa in te dienen voor jaar (t). Daarnaast is het mogelijk vóór 1 oktober jaar (t) eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening aan te vragen ten behoeve van onvoorziene opbrengsttekorten of opbrengstoverschotten jaar (t). Voor deze aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

Voor het vaststellen van de verrekeningen voor het voorlopig opbrengstresultaat hanteert de NZa de procedure zoals bepaald in artikel 4.2.1 van deze beleidsregel. In het geval van twee eenzijdige aanvragen wordt, indien het voorlopig opbrengstresultaat negatief is, het laagste aangevraagde voorlopig opbrengstresultaat als uitgangspunt genomen. De NZa kan hiervan afwijken indien de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De aanvraag voor het overeengekomen opbrengstresultaat (zowel de maandelijkse verrekening als de aanvullende) is optioneel. In tegenstelling tot artikel 4.2.1 zal de NZa daarom partijen niet aanschrijven indien indiening uitblijft.

4.1.1 Aanvraag en vaststelling overeengekomen maandelijks voorlopig opbrengstresultaat

Vóór 1 oktober van jaar (t-1) maakt de NZa via haar website de voorlopige indexcijfers voor jaar (t) bekend. Daarnaast stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar uiterlijk in oktober jaar (t-1). De NZa geeft bij goedkeuring van het ingevulde formulier in begin jaar (t) een beschikking af met maandelijkse verreken- of vereffenbedragen.

Indien partijen een tussentijdse maandelijkse verrekening, ofwel de voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening wensen voor jaar (t), ontvangt de NZa de aanvraag vóór 1 april jaar (t). Op basis van deze aanvraag en de rato van marktaandelen van jaar (t-2) geeft de NZa beschikkingen af waarmee de RAV met betreffende zorgverzekeraars een deel van het voorlopige opbrengstresultaat maandelijks onderling kan verrekenen.

4.1.2 Aanvraag en vaststelling overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Uiterlijk in juli jaar (t) stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar. RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen dit formulier vóór 1 oktober jaar (t) bij de NZa indienen met het verzoek om eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening vast te stellen. De NZa geeft bij goedkeuring aanvullende beschikkingen af met eenmalige verreken- of vereffenbedragen die RAV en zorgverzekeraars onderling kunnen afrekenen ten behoeve van het opbrengstresultaat jaar (t).

4.2 Procedure aanvraag definitief budget

Het budget met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Het nacalculatieformulier bevat de nacalculatieposten op hoofdlijnen. Na verwerking van de nacalculatie met betrekking tot jaar (t) wordt het budget met betrekking tot jaar (t) of onderdelen daarvan niet meer gewijzigd. Vóór 1 juli jaar (t+1) leveren de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) gezamenlijk de overeengekomen definitieve bedragen aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). Bij deze aanvraag dienen de RAV en zorgverzekeraar(s) gebruik te maken van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

4.2.1 Tweezijdige aanvraag

Aanvragen die tweezijdig zijn ingediend, worden door de NZa in behandeling genomen. Het tweezijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.2 Enkele eenzijdige aanvraag

Bij ontvangst van slechts één eenzijdige aanvraag wordt partijen verzocht om binnen vier weken gezamenlijk tot een definitief budget te komen en de eventueel bereikte overeenstemming in de vorm van een tweezijdige aanvraag bij de NZa in te dienen. Indien binnen de termijn van vier weken geen tweezijdige aanvraag wordt ingediend, neemt de NZa het eenzijdige verzoek in behandeling.

Het eenzijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.3 Eenzijdige aanvraag RAV en zorgverzekeraar

Indien de zorgverzekeraar(s) en RAV afzonderlijk van elkaar een afwijkende aanvraag indienen, zal de NZa de laagst ingediende aanvraag verwerken. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregels hiertoe aanleiding geven en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.4 Meerdere soorten aanvragen

Indien binnen de indieningstermijn meerdere van bovenstaande situaties zich voordoen, zal de NZa de laatst ingediende aanvraag in behandeling nemen.

Daarnaast geldt dat ingediende aanvragen na de indieningstermijn niet in behandeling worden genomen indien eerder al een aanvraag door de NZa binnen de gestelde indieningstermijn is ontvangen.

4.2.5 Geen of onvolledige aanvraag

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft de gegevens om tot vaststelling van het definitieve budget te komen. Indien geen aanvraag wordt ingediend, dan wel indien de aanvraag onvolledig is, schrijft de NZa de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) aan om alsnog binnen vier weken een gezamenlijke aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren.

Indien na vier weken wederom geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, stelt de NZa het budget vast op 80% van het vastgestelde budget van jaar (t-1).

Wanneer de NZa binnen bovenstaande termijn alsnog een tweezijdige aanvraag, eenzijdige aanvraag, of meerdere eenzijdige aanvragen ontvangt, geldt de op die situatie betrekking hebbende procedure van bovenstaande artikelen. Echter, bij de enkele eenzijdige aanvraag wordt deze niet nogmaals voorgelegd aan de partij die de aanvraag niet heeft ondertekend, maar neemt de NZa de eenzijdige aanvraag in behandeling.

4.3 Definitief opbrengstresultaat

Het opbrengstresultaat met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV haar definitieve opbrengsten jaar (t) aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). De NZa legt het definitief opbrengstresultaat vast in een beschikking.

4.3.1 Aanvraag opbrengsten

Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) met betrekking tot jaar (t) aan bij de NZa.

Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier. Dit formulier maakt onderdeel uit van het nacalculatieformulier.

De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. Dit betreffen de declaraties van de volgende prestaties:

I001 – Beladen vervoerskilometer

I002 – Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

I003 – Stand-by

I005 – Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

I006 – MICU-vervoer

I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

De opbrengsten bevatten niet de gedeclareerde verrekenbedragen (dus niet prestatie I020 en I021).

Zie voor de verplichting tot aanlevering van de opbrengsten: de Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen.

4.3.2 Procedure vaststelling opbrengstresultaat

Ten behoeve van de opbrengstverrekening stelt de NZa gelijktijdig met vaststelling van het definitief budget jaar (t) in najaar (t+1) het positieve dan wel negatieve opbrengstresultaat jaar (t) vast. Dit resultaat is gelijk aan het totaal van de gedeclareerde tarieven jaar (t) minus de som van het definitieve budget jaar (t).

De onderstaande bepalingen gelden bij de definitieve vaststelling van het opbrengstresultaat.

4.3.2.1 Volledige aanvraag

Ten behoeve van het vaststellen van het definitieve opbrengstresultaat jaar (t) worden de werkelijke opbrengsten (gelijk aan het totaal van gedeclareerde tarieven ter dekking van het budget jaar (t)) door de RAV opgegeven met bijbehorende controleverklaring door de externe accountant. Bij de werkelijke opbrengsten wordt ook de verdeling van deze opbrengsten over de verzekeraars in jaar (t) opgegeven. Op basis van deze gegevens kan de NZa per RAV de marktaandelen van de verzekeraars berekenen. Deze marktaandelen gebruikt de NZa voor de definitieve opbrengstverrekening.

4.3.2.2 Geen of onvolledige aanvraag

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is, of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft tenminste de gegevens zoals deze ten aanzien van de opbrengsten in het beschikbaar gestelde formulier worden opgevraagd.

Indien geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, schrijft de NZa de RAV aan om alsnog binnen vier weken een aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt voor vaststelling van het opbrengstresultaat de hiernavolgende systematiek gevolgd.

Indien binnen vier weken alsnog geen aanvraag wordt ingediend, dan wel wordt aangevuld, gaat de NZa over tot ambtshalve vaststelling wegens het ontbreken van informatie van het opbrengstresultaat en daarmee ook tot ambtshalve vaststelling van het definitieve vereffening- dan wel verrekenbedrag voor de betreffende RAV en zorgverzekeraar. De NZa stelt de opbrengsten daarbij vast op 120% van het definitieve budget, tenzij uit nadere informatie blijkt dat een ander percentage als meer gerechtvaardigd wordt beoordeeld door de NZa. Partijen dienen dergelijke informatie zelf aan te dragen.

4.4 Definitieve opbrengstverrekening

De definitieve opbrengstverrekening jaar (t) wordt volgend op de vaststelling van het definitief budget jaar (t) en het opbrengstresultaat jaar (t) vastgesteld. Op basis van de definitieve opbrengstverrekening jaar (t) in jaar (t+1) en eventuele tussentijdse verrekeningen, wordt door partijen onderling bepaald welke verrekening nog plaats moet vinden met betrekking tot jaar (t).

4.4.1 Vereffeningbedrag

De NZa berekent het definitief terug te vorderen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve vereffeningsbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het vereffeningbedrag kan de zorgverzekeraar het door de NZa berekende (resterende) opbrengstoverschot in rekening brengen bij de betreffende RAV.

4.4.2 Verrekenbedrag

De NZa berekent het definitief in rekening te brengen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve verrekenbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het verrekenbedrag kan de RAV het door de NZa berekende (resterende) opbrengsttekort in rekening brengen bij de betreffende zorgverzekeraar.

5. Vergoeding ambulancezorg

De vergoeding voor ambulancezorg is opgebouwd uit vijf onderdelen: een loonkostenvergoeding, wagenparkvergoeding, productievergoeding, vrije marge en restvergoeding. Deze onderdelen worden achtereenvolgens toegelicht:

5.1 Loonkostenvergoeding

De loonkostenvergoeding bestaat uit zes onderdelen:

  • S&B-vergoeding

  • Flexibilisering S&B-vergoeding

  • Vergoeding ouderenbeleid

  • Opleidingsvergoeding

  • Overige loonkosten

  • Vergoeding MICU-chauffeur

5.1.1 S&B-vergoeding

De S&B-vergoeding wordt genormeerd op basis van de parameteraantallen (diensten) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021.

De NZa classificeert alle individuele standplaatsen in een regio naar ‘paraatheidsdienst’ of ‘aanwezigheidsdienst’. Hiervoor gebruikt de NZa de inwoneraantallen en gewogen omgevingsadressendichtheid (OAD) 2020 van het RIVM. Bij de classificatie hanteert de NZa een dagindeling gebaseerd op 3 blokken (van 0 tot 8 uur, van 8 tot 16 uur, van 16 tot 24 uur). In het dagdeel 8–16u worden alle standplaatsen gefinancierd op basis van paraatheidsdienst.

Voor de overige tijdsblokken geldt:

  • Standplaatsen met een inwonersklasse van 3 en hoger én een gewogen omgevingsadressendichtheid klasse van 3 en hoger worden op basis van paraatheidsdienst gefinancierd.

  • Alle overige standplaatsen worden op basis van aanwezigheidsdiensten gefinancierd.

Zie onderstaande tabellen voor de klasse-indelingen.

Klasse-indeling inwoneraantal

Klasse

Van

Tot

1

0

15.000

2

15.000

42.500

3

42.500

95.000

4

95.000

160.000

5

160.000

Klasse-indeling omgevingsadressendichtheid

Klasse

Van

Tot

1

0

350

2

350

750

3

750

1.250

4

1.250

2.000

5

2.000

Afhankelijk van de uitkomst van de classificatie van de standplaats vermenigvuldigt de NZa het aantal ambulances per dagdeel, zoals in het referentiekader opgenomen, met de in onderstaande tabel vermelde loonkostenbedragen (prijspeil voorlopig 2022, afgerond in euro’s). Een optelling van deze bedragen vormt de S&B-vergoeding, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Loonkostenbedragen S&B-vergoeding per dagdeel
 

Aanwezigheid

Paraatheid

Aanwezigheid

Paraatheid

Paraatheid

 

0–8u

8–16u

16–24u

0–8u

16–24u

Werkdag

€ 146.215

€ 235.907

€ 240.944

€ 284.911

€ 258.354

Zaterdag

€ 32.411

€ 53.412

€ 55.793

€ 61.217

€ 59.384

Zondag

€ 41.609

€ 72.326

€ 68.266

€ 72.326

€ 72.326

5.1.2 Flexibilisering S&B-vergoeding

RAV en representerende verzekeraar(s) kunnen in uitzonderingssituaties gezamenlijk een loonkostenvergoeding overeenkomen voor het oplossen van specifieke knelpunten in de ambulancezorg. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze vergoeding wordt niet in behandeling genomen.

5.1.3 Vergoeding ouderenbeleid

De vergoeding ouderenbeleid is gelijk aan de vergoeding ouderenbeleid jaar (t-1), tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.4 Opleidingsvergoeding

De opleidingsvergoeding wordt berekend als 3,89% van de maximaal berekende S&B-vergoeding (5.1.1), tenzij lager overeengekomen in overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.5 Overige loonkosten

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021 kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst:

 

AWD

Paraat

P/AWD

Paraat*

Paraat*

 

0–8u

8–16u

16–24u

0–8u

16–24u

Werkdag

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

€ 14.673

Zaterdag

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

€ 3.011

Zondag

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

€ 3.389

5.1.6 Vergoeding MICU-chauffeur

De vergoeding MICU-chauffeur is gelijk aan de vergoeding MICU-chauffeur jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.2 Wagenparkvergoeding

De wagenparkvergoeding wordt genormeerd op basis van het aantal ambulances.

  • Kosten per ambulance: € 44.144,–.

De wagenparkvergoeding wordt berekend op basis van het aantal ambulances in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3 Productievergoeding

De productievergoeding bestaat uit 4 onderdelen:

  • Productievergoeding kilometers

  • Productievergoeding inzetten

  • Productievergoeding afhijsingen brandweer

  • Productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter

5.3.1 Productievergoeding kilometers

De productievergoeding kilometers wordt genormeerd op basis van het aantal kilometers van alle inzetten gezamenlijk. Inzetten met piketauto’s en MICU’s vallen hier niet onder.

  • Materiële kosten per kilometer: € 0,31

  • Brandstofkosten per kilometer: € 0,255

De productievergoeding kilometers wordt berekend op basis van het aantal kilometers in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3.2 Productievergoeding inzetten

De productievergoeding inzetten wordt genormeerd op basis van het totaal aantal inzetten.

  • Kosten per inzet: € 20,12

De productievergoeding inzetten wordt berekend op basis van het aantal inzetten in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Het aantal inzetten wordt overeengekomen in het overleg tussen RAV en de zorgverzekeraar(s). Indien geen overeenkomst tot stand komt, gelden de bepalingen in artikel 4.2.

5.3.3 Productievergoeding afhijsingen brandweer

De component productievergoeding afhijsingen brandweer bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde hijswerkzaamheden van de patiënt. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding afhijsingen brandweer van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Deze component wordt berekend op basis van het aantal overeengekomen afhijsingen en het overeengekomen bedrag per afhijsing. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.3.4 Productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter

De component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door derden uitgevoerde overtochten per (veer)boot van de patiënt en eventueel ambulance, of door middel van een ambulancehelikopter. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze component wordt berekend op basis van het overeengekomen aantal overtochten per (veer)boot of ambulancehelikopter en het overeengekomen bedrag per overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.4 Vrije marge ambulancezorg

De vrije marge is bedoeld voor innovatie, verbetering van de zorgkwaliteit en verbetering van de prestaties en wordt door de RAV en de zorgverzekeraars gezamenlijk overeengekomen en bedraagt ten hoogste 4,5% van de S&B-vergoeding.

5.5 Restvergoeding

De restvergoeding bestaat uit de volgende componenten:

  • Huisvesting

  • Piketauto’s

  • Directie en administratie

  • Rentevergoeding

  • Controleprotocol

  • Afschrijving dubieuze debiteuren

  • Initiële scholing

  • Overige kosten

  • Wijziging aanbod acute zorg

  • Vergoeding verbruikskosten AED’s

  • Pilots voor zorg op de juiste plaats

  • Meerkosten covid-19

5.5.1 Huisvesting

Afschrijving huisvesting:

De afschrijving voor huisvesting is gelijk aan de afschrijving huisvesting uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Materiële kosten huisvesting:

De materiële kosten huisvesting zijn gelijk aan de materiële kosten huisvesting jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.2 Vergoeding piketauto’s

De component piketauto’s is gelijk aan de component piketauto’s jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.3 Directie en administratie

De component directie en administratie is gelijk aan de component directie en administratie uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.4 Rentevergoeding

De rentevergoeding is gelijk aan de rentevergoeding in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.5 Controleprotocol

Deze component is gelijk aan de component controleprotocol uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.6 Afschrijving dubieuze debiteuren

Deze component is gelijk aan de afschrijving dubieuze debiteuren uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.7 Initiële scholing

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de initiële scholing voor de instroom van ambulancemedewerkers. Initiële scholingskosten voor verpleegkundig centralisten zijn ook opgenomen in deze post. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het referentiekader spreiding en beschikbaarheid 2021 kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst:

  • werkdagen: € 16.355,–

  • zaterdag en zondag: € 3.271,–

5.5.8 Overige kosten
  • 1. Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige kosten. Deze post dient ter vergoeding van kosten waar de budgetonderdelen zonder maximumvergoeding, geen ruimte voor bieden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen onder deze component tijdelijk de kosten voor ambulancezorg met psychiatrische hulpverlening worden afgesproken indien de overige budgetparameters waarvoor een maximum geldt, daarvoor geen ruimte bieden.

5.5.9 Wijziging aanbod acute zorg

Deze post bevat de aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg.

RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen hiervoor gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvraag bevat extra middelen voor zowel loon- als materiële kosten, en kapitaallasten.

Voor de aanvraag gelden de volgende criteria.

  • 1. Er is daadwerkelijk sprake van een (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg in de veiligheidsregio van de RAV.

  • 2. De zorgplicht van de zorgverzekeraar wordt geborgd met uitbreiding van ambulancezorg. Dit blijkt uit een doorrekening van het RIVM, waarin het effect van de voorgestelde uitbreiding van de ambulancezorg op de aanrijdtijden vergeleken wordt met de situatie zonder de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg.

  • 3. De voorgestelde oplossing is besproken in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ).

  • 4. De aanvraag voor budgetuitbreiding heeft alleen betrekking op spoedvervoer binnen de regio.

  • 5. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Eén enkele eenzijdige aanvraag voor een RAV wordt niet in behandeling genomen. Bij meerdere eenzijdige aanvragen voor een RAV gelden de bepalingen zoals genoemd in artikel 4.2 van deze beleidsregel.

  • 6. De aangevraagde budgetuitbreiding is voor wat betreft de loonkosten maximaal het bedrag zoals berekend met de parameter-loonkostenbedragen S&B uit artikel 5.1.1 van deze beleidsregel.

  • 7. Bij de aangevraagde budgetuitbreiding wordt voor wat betreft de materiële kosten aangesloten bij de bepalingen in de artikelen 5.2, 5.3 en 5.5 uit deze beleidsregel.

  • 8. Budgetuitbreiding is niet mogelijk als voor het betreffende specialisme en de betreffende locatie aan het ziekenhuis een beschikbaarheidbijdrage SEH of beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde is toegekend.

  • 9. De RAV komt pas voor budgetuitbreiding in aanmerking als de bestaande budgetafspraken het maximum van de beleidsregelruimte binnen het loonkostenbudget benutten.

  • 10. De extra middelen worden door de RAV alleen gebruikt voor ambulancezorg.

  • 11. De aanvraag bevat een Plan van Aanpak, waaruit blijkt dat aan bovenstaande criteria is voldaan. Het Plan van Aanpak bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:

    • situatiebeschrijving waaruit de (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg blijkt;

    • borging van de bereikbaarheid van acute zorg middels uitbreiding van ambulancezorg;

    • analyse van het RIVM, waaruit het effect op de aanrijdtijden van de voorgestelde oplossing blijkt;

    • planning;

    • afspraken binnen het ROAZ over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;

    • afspraken met zorgverzekeraars over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;

    • onderbouwing en specificering van de kosten.

Ad 5

Aanbieders en representatieve zorgverzekeraars zijn het eens over de noodzaak van de extra benodigde middelen en over het Plan van Aanpak. Over de hoogte van het bedrag kunnen zorgaanbieder en zorgverzekeraar wel van mening verschillen, wat resulteert in twee eenzijdige aanvragen. Hierbij honoreert de NZa in principe de laagste aanvraag. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregel hiertoe aanleiding geeft en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld.

Aanvraagprocedure

De ‘Aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg’ worden via het door de NZa beschikbaar gestelde budgetformulier aangevraagd.

De budgetuitbreiding wordt door partijen opgenomen op de regel overige kosten bij de aanvraag van het definitief budget (zie artikel 4 van deze beleidsregel). Hier dient tevens het plan van aanpak te worden ingediend.

5.5.10 Vergoeding gebruikerskosten AED

Deze post bevat de vergoeding van de gebruikerskosten van automatische externe defibrillatoren (AED’s) door AED-eigenaren en een vergoeding voor de administratieve afhandeling hiervan door RAV’s.

De nota’s horend bij de direct aan de inzet van de AED gebonden kosten worden door de RAV rechtstreeks uitbetaald aan de AED-eigenaar, niet zijnde een Wmg-zorgaanbieder. De RAV en representerende zorgverzekeraar komen een bedrag overeen voor de kosten die de RAV maakt voor afhandelen van de ontvangen nota’s.

5.5.11 Pilots voor zorg op de juiste plaats

Deze post bevat de financiële middelen voor pilots ten behoeve van coördinatie van de juiste zorg op de juiste plaats. De pilots komen in overleg met RAV, representerende verzekeraar(s), ZN en AZN tot stand.

De aanvraag voor deze post is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze post wordt niet in behandeling genomen.

5.5.12 Meerkosten covid-19

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar (t) een bedrag overeenkomen voor de kosten die direct verband houden met het SARS-CoV-2 virus. De kosten kunnen alleen worden afgesproken onder deze post als er een schriftelijke afspraak is gemaakt tussen de RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze post kan niet worden gebruikt als compensatie voor de overige budgetparameters in deze beleidsregel.

5.6 Ambulanceinzetten luchthaven Schiphol

In sommige gevallen vervoert de Airport Medical Services (AMS) patiënten vanaf Schiphol naar een dichtbij gelegen instelling over de openbare weg. Deze inzetten worden aangemeld bij de RAV Kennemerland. Deze inzetten zijn als zodanig niet opgenomen in het referentiekader S&B. De financiering van deze inzetten is daardoor niet verwerkt in een budget van een RAV.

Voor de ambulance-inzetten vanaf het terrein luchthaven Schiphol gelden de volgende prestaties:

  • I001 – Beladen vervoerskilometer

  • I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

6. Vergoeding meldkamer

Het budget voor de meldkamer is opgebouwd uit de volgende vier budgetcomponenten:

  • Loonkostenbedragen meldkamercentralisten

  • Overige loonkosten

  • Materiële kosten meldkamersystemen

  • Kapitaallasten

6.1 Loonkostenbedragen meldkamercentralisten

De loonkostenbedragen voor meldkamercentralisten worden weergegeven als een bedrag per meldtafel per dagdeel (prijspeil voorlopig 2022). Het benodigde aantal meldtafels per dagdeel wordt bepaald in onderling overleg tussen RAV en representerend(e) verzekeraar(s). Er is onderscheid tussen het bedrag per meldtafel voor een verpleegkundig centralist ten opzichte van een niet-verpleegkundig centralist.

Het totale budget voor de loonkostenbedragen meldkamercentralisten wordt bepaald door het aantal meldtafels per dagdeel te vermenigvuldigen met het loonkostenbedrag per dagdeel. De som van deze bedragen vormt de vergoeding voor loonkosten

van meldkamercentralisten, tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Loonkostenbedragen per meldtafel voor de verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag VC

€ 161.563

€ 136.546

€ 148.005

Zaterdag VC

€ 34.566

€ 30.581

€ 33.630

Zondag VC

€ 40.668

€ 40.668

€ 40.668

Loonkostenbedragen per meldtafel voor de niet-verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag NVC

€ 134.104

€ 109.087

€ 120.546

Zaterdag NVC

€ 28.932

€ 24.947

€ 27.996

Zondag NVC

€ 34.325

€ 34.325

€ 34.325

6.2 Overige loonkosten

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor het aantal meldkamerdiensten wordt uitgegaan van het overeengekomen aantal meldtafels. Dit wordt vermenigvuldigd met onderstaand normbedrag, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Opslag per meldkamerdienst voor de verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag

€ 9.591

€ 9.591

€ 9.591

Zaterdag

€ 1.968

€ 1.968

€ 1.968

Zondag

€ 2.216

€ 2.216

€ 2.216

Opslag per meldkamerdienst voor de niet-verpleegkundig centralist
 

0–8u

8–16u

16–24u

Werkdag

€ 9.542

€ 9.542

€ 9.542

Zaterdag

€ 1.958

€ 1.958

€ 1.958

Zondag

€ 2.204

€ 2.204

€ 2.204

6.3 Materiële kosten meldkamersystemen

De materiële kosten meldkamersystemen zijn opgebouwd uit de volgende posten:

6.3.1 Kosten voor AVLS-GIS.

Deze component is gelijk aan de component AVLS-GIS uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.2 Kosten voor het triagesysteem.

Deze component is gelijk aan de component triagesysteem uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.3 Kosten voor de planmodule voor B-ritten.

Deze component is gelijk aan de component planmodule voor B-ritten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.4 Kosten voor het landelijk beheer ICT.

Deze component is gelijk aan de component landelijk beheer ICT uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.5 Kosten voor rittensturing en -analyse software

Deze component is gelijk aan de component rittensturing en -analyse software uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.6 Verbindingskosten

Deze component is gelijk aan de component verbindingskosten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.3.7 Overige materiële kosten

Deze component is gelijk aan de component overige materiële kosten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.4 Rentekosten

De rentevergoeding van de meldkamer is gelijk aan de rentekosten in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

7. Prestaties en tarieven

7.1 Prestaties en tarieven

Voor ambulancezorg worden de volgende prestaties gehanteerd.

I001 Beladen vervoerskilometer

Het I001-tarief is een tarief per beladen kilometer voor alle A1/A2 en B-inzetten. Het aantal beladen kilometers is het aantal kilometers met de patiënt in de ambulance, berekend aan de hand van een postcodetabel, met een hieraan gekoppelde routeplanner. Bij de berekening wordt uitgegaan van de snelste route tussen de locatie waar de patiënt wordt opgehaald en de locatie waar de patiënt wordt afgeleverd.

I002 Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

Het I002-tarief is een tarief per inzet indien er sprake is van niet-spoedeisende ambulancezorg. Het I002 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

Onder niet-spoedeisende ambulancezorg valt ook:

  • Interklinisch vervoer, het vervoer van een klinische patiënt met een ambulance tussen instelling A en instelling B, met uitzondering van MICU-vervoer6. De kosten van het interklinisch vervoer zijn voor de verzekeraar, wanneer sprake is van vervoer in verband met

    • (1) WBMV functies (ex. Art. 2 en 8) (zogenaamde topklinische zorg) of,

    • (2) topreferente zorg of,

    • (3) overname van de patiënt door instelling B (dus bij ontslag in instelling A).

    Indien geen sprake is van één van de bovengenoemde redenen tot vervoer, is sprake van onderlinge dienstverlening tussen instellingen (uitbesteding van zorg) en zijn de kosten voor het vervoer voor de uitsturende instelling.

  • Intraklinisch vervoer, het vervoer van een klinisch patiënt met een ambulance tussen verschillende locaties van dezelfde instelling of het vervoer terug naar de instelling van verblijf, met uitzondering van MICU-vervoer. De kosten voor dit vervoer zijn altijd voor de instelling.

I003 Stand-by

Het I003 tarief geldt per uur wachttijd gedurende het stand-by houden van een ambulance in verband met de openbare orde dan wel openbare veiligheid. De opdracht hiervoor wordt gegeven door de meldkamer en valt in het reguliere dienstrooster. Voor uurdelen geldt het tarief naar evenredigheid. Het I003-tarief kan niet worden gedeclareerd voor wachttijd bij een instelling voor het ophalen van een patiënt.

I005 Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

Het I005-bandbreedtetarief is een tarief per uur inzet van een ambulance voor spoedvervoer in het buitenland. De tijd wordt gemeten vanaf het moment van ontvangst van de opdracht tot het moment van overdracht van de patiënt aan de instelling. Het buitenlandvervoer, de repatriëring van patiënten uit het buitenland, valt hier niet onder. Deze inzet telt niet mee in het budget.

I006 MICU-vervoer

Interklinisch vervoer (tussen instelling A en instelling B) van een IC-patiënt met een MICU-ambulance, begeleid door een MICU-team, bestaande uit een IC-arts of intensivist en een MICU-verpleegkundige, beiden aantoonbaar bekwaam in het uitvoeren van MICU-vervoer. MICU vervoer vindt plaats op verzoek van een MICU-coördinatiecentrum.

I010 Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

Het I010-tarief is een tarief per declarabele inzet indien er sprake is van spoedeisende ambulancezorg (A1- of A2-inzet).

Het I010 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

I020 Verrekenbedrag

Prestatie I020 wordt gebruikt om bij een negatief opbrengstresultaat het tekort aan opbrengsten bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen met inachtneming van de tussentijdse verrekeningen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jaar t.

I021 Maandelijks verrekenbedrag

Prestatie I021 wordt gebruikt om een verwacht negatief opbrengstresultaat maandelijks bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen. De hoogte van het tarief maakt onderdeel uit van de aanvraag voor het verrekenbedrag in het najaar van jaar (t-1). De NZa stelt de hoogte van het tarief daarbij vast op aangevraagd tarief gedeeld door 12 en rekent de bedragen toe aan de betrokken zorgverzekeraars op basis van de meest recente beschikbare marktaandelen.

I022 Onderlinge dienstverlening

De prestatie I022 wordt gebruikt door de onderaannemer die in opdracht van de RAV ambulancezorg verleent.

Voor de prestatie onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wmg. De onderaannemer en de RAV maken hiervoor dus zelf een tariefafspraak. De RAV blijft bij onderlinge dienstverlening verantwoordelijk voor de ambulancezorg en brengt de door de NZa vastgestelde prestaties die ter dekking van het budget dienen, in rekening bij de zorgverzekeraar of instelling.

De tarieven zijn opgenomen in de tariefbeschikkingen.

7.2 Prestatiecodes

Bij de declaratie van de onder 7.1 genoemde prestaties zijn de volgende tarieven en prestatiecodes van toepassing.

Prestatiecode

 

Verrichting-

Code

Tarief

I

001

Beladen vervoerskilometer

196001

Zie tariefbeschikking

I

002

Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

196002

Zie tariefbeschikking

I

003

Stand-by (per uur)

196003

Zie tariefbeschikking

I

005

Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances (bandbreedte tarief)

196005

Zie tariefbeschikking

I

006

MICU-vervoer

196006

Zie tariefbeschikking

I

010

Spoedeisende ambulancezorg (A1- / A2-inzet)

196010

Zie tariefbeschikking

I

020

Verrekenbedrag

 

Zie individuele tariefbeschikking

I

021

Maandelijks verrekenbedrag

 

Zie individuele tariefbeschikking

I

022

Onderlinge dienstverlening

190064

Zie tariefbeschikking

7.3 Declaratiebepalingen

7.3.1 Declaratie van een retourinzet

Bij een retourinzet kunnen het tarief per inzet en het beladen vervoerskilometertarief (zie 7.2) voor zowel de heen- als de teruginzet worden gedeclareerd. Er is sprake van een retourinzet als de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

7.3.2 Declaratie van een inzet waarbij meerdere patiënten vervoerd worden

Indien tijdens een inzet meerdere patiënten in één ambulance worden vervoerd kan aan elke patiënt het evenredige deel van 150% van het enkelvoudig inzet- en kilometerbedrag worden gedeclareerd (zie 7.2).

7.3.3 Declaratie van het stand-by tarief

Het stand-by tarief (I003) wordt in rekening gebracht aan de aanvrager van het stand-by houden van een ambulance.

8. Indexatie

Alle in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn op prijspeil voorlopig 2022 vastgesteld, tenzij anders vermeld. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de in artikelen 8.1 t/m 8.3 genoemde indices.

8.1 Indexatie loonkosten

Het totaal van de vergoeding voor loonkosten opgenomen in het budget wordt aangepast met de loonindex op basis van de door de Minister van VWS aangegeven overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova). Zolang de ova nog niet bekend is, past de NZa de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toe.

8.2 Indexatie materiële kosten en kapitaallasten

De NZa baseert de aanpassing van de materiële kosten en de kapitaallasten in jaar (t) op gegevens uit de tabel 'middelen en bestedingen' van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het jaar (t). Deze aanpassing bestaat uit een eindcalculatie voor het jaar (t). Zolang de eindcalculatie nog niet bekend is, wordt de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toegepast. Deze voorcalculatie is een voorlopige versie van de calculatie van middelen en bestedingen van het Centraal Economisch Plan (CEP).

8.3 Brandstofindex

(Alleen van toepassing op ambulancezorg, productiebudget kilometers)

In het definitief budget (nacalculatie) van jaar (t) worden de definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t) gebruikt. Deze worden als volgt berekend:

De definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t-2) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t-1) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t).

De definitieve brandstofindex wordt berekend met behulp van de gemiddelde weekprijzen voor dieselolie die door de Europese Commissie worden gepubliceerd.

8.4 Initiële scholing

Initiële scholing bestaat uit een loonkostendeel en een materiële kostendeel. Indexatie van het loonkostendeel staat benoemd in 8.1. De indexatie van het materiële kostendeel verloopt zoals beschreven in 8.2.

9. Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel, wordt de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022, met kenmerk BR/REG-22152, ingetrokken.

10. Toepasselijkheid voorafgaande beleidregel

De ‘Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2021’, met kenmerk BR/REG-21142a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

11. Inwerkingtreding en bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolgeartikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeerregel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel regionale ambulancevoorziening 2022.

TOELICHTING

Algemeen

De voorliggende Beleidsregel regionale ambulancevoorziening is aangepast voor het jaar 2022.

Alle in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn op prijspeil voorlopig 2022 vastgesteld (tenzij anders staat vermeld).

De Tijdelijke wet ambulancezorg is per 1 januari 2021 vervangen door de Wet ambulancezorgvoorzieningen (Wazv). In de voorliggende beleidsregel is aangesloten bij de terminologie van de Wazv. Het vervangen van de Twaz door de Wazv heeft geen gevolgen voor de wijze waarop de NZa tarieven, prestatiebeschrijvingen en het vereffeningsbedrag als bedoeld in artikel 56b van de Wmg vaststelt.

Naar aanleiding van het kostenonderzoek materiële kosten meldkamer 2021 is artikel 6.3 in deze beleidsregel gewijzigd. In overleg met branchepartijen is geconcludeerd dat er geen beleidsregelwaarden gekoppeld kunnen worden aan de omschreven kosten. Daarom is besloten om bij de nieuwe budgetparameters op te nemen dat deze vrij onderhandelbaar zijn en dat de posten in dit artikel niet met een bedrag zullen worden gevuld.

Artikelsgewijs

Artikel 5.1.2

RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen een vergoeding overeenkomen ten behoeve van uitzonderlijke, incidentele uitbreiding van de loonkosten indien RAV en representerende zorgverzekeraar(s) constateren dat de S&B-vergoeding van artikel 5.1.1 en/of de vergoeding loonkosten meldingen van artikel 6.1 ontoereikend is. Deze middelen zijn alleen tweezijdig aan te vragen. De NZa voert geen toets uit op deze middelen en afspraken.

Deze aanvullende middelen kunnen door de RAV aangewend worden voor bijvoorbeeld de loonkosten van een extra standplaats of ambulance. In lokaal overleg, kunnen bijvoorbeeld de volgende afspraken worden gemaakt:

  • 1) De RAV vult de bestaande capaciteit volgens het referentiekader in.

  • 2) Voordat tot extra inzet van middelen wordt overgegaan wordt een (onafhankelijke) analyse uitgevoerd die inzicht biedt in de

    • a) afwijking tussen S&B-capaciteit en werkelijk geleverde capaciteit;

    • b) reeds genomen maatregelen voor verbetering van het responspercentage;

    • c) samenwerkingsafspraken met lokale (keten)partijen gericht op verbetering van de aanrijtijden;

    • d) samenwerkingsafspraken met de buurregio’s;

    • e) effecten van de punten a t/m d op het responspercentage.

  • 3) Zorgverzekeraar en RAV maken afspraken over inzet, reden, doel, evaluatie, financiën en looptijd.

Artikel 5.1.5 Overige loonkosten

De overige loonkosten bestaan uit een bedrag per dienst. Dit bedrag komt tot stand door de overige personele lasten per fte zoals vermeld in het verantwoordingsdocument herijking loonnormbedragen rijdende dienst te vermenigvuldigen met de som van de benodigde hoeveelheid fte AVP en ACH per dienst.

Artikel 5.5.11

RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen een vergoeding overeenkomen ten behoeve van pilots voor coördinatie van juiste zorg op de juiste plaats. De pilots hebben als doel om de activiteiten gericht op het triëren, afstemmen, regisseren en bewaken van de uitvoering van de zorgverlening aan de patiënt met een acute zorgvraag, te organiseren samen met zorgpartners die betrokken zijn in de acute zorgketen.

Artikel 5.5.12

De RAV’s hebben als gevolg van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus extra kosten gemaakt. Het gaat bijvoorbeeld om aanpassingskosten en kosten voor de aanschaf van beschermingsmaterialen. In deze beleidsregel is voor deze tijdelijke situatie een aparte component opgesteld. Onder deze component kunnen de meerkosten als gevolg van het SARS-CoV-2 virus worden opgevoerd. De andere componenten in de beleidsregel zijn hiervoor niet passend, bijvoorbeeld omdat er een maximumvergoeding geldt. Onder deze tijdelijke component kunnen alle meerkosten ambulancezorg die zijn gemaakt als gevolg van het SARS-CoV-2 virus worden opgevoerd. Deze post kent geen maximum vergoeding. Ook voor de meerkosten (bijvoorbeeld loonkosten) die uiteindelijk boven de maximumvergoeding zouden uitkomen, geldt dat deze onder de tijdelijke component kunnen worden opgevoerd. Een voorwaarde is dat er een schriftelijke afspraak is gemaakt tussen de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) over de meerkosten. Dit betekent dat er geen eenzijdige aanvraag bij de NZa kan worden ingediend ten aanzien van de meerkosten.

Artikel 6.2 Overige loonkosten

De overige loonkosten MKA bestaan uit een bedrag per dienst (en per meldtafel). Dit bedrag komt tot stand door de overige personele lasten per fte zoals vermeld in het verantwoordingsdocument kostenonderzoek MKA te vermenigvuldigen met de benodigde hoeveelheid fte VC of NVC. Aangezien een meldtafel ofwel een VC, ofwel een NVC bevat, maken wij onderscheid tussen het bedrag per dienst VC en per dienst NVC.

Artikel 7.1 Intraklinisch vervoer

Intraklinisch vervoer is het vervoer tussen locaties van dezelfde instelling. Daarnaast is een inzet terug naar de instelling van verblijf ook intraklinisch vervoer. Het gaat hierbij om personen met een rechterlijke machtiging (RM) die zich niet aan de voorwaarden van de RM gehouden hebben en vervoer (terug) naar de instelling nodig hebben.

Als twee ziekenhuizen bestuurlijk fuseren dan blijven de twee ziekenhuizen als aparte juridische entiteiten bestaan. Het strategisch commercieel beleid van deze entiteiten is in handen van een gezamenlijke raad van bestuur en raad van toezicht. Ook in het geval van een bestuurlijke fusie is daarom sprake van intraklinisc vervoer.

Overzicht standplaatsen

Het overzicht met standplaatsen is geactualiseerd met het referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021.

Overzicht proces

Termijn

Processtappen budgetjaar (t)

Optioneel

Wie

Vóór 1 oktober jaar (t-1)

Beschikbaar stellen aanvraagformulier voorlopig opbrengstresultaat

 

NZa

Vóór 1 januari jaar (t)

Indienen overeengekomen verwacht budget, verwachte opbrengsten en verwacht opbrengstresultaat

Optioneel

Zorgaanbieders / verzekeraars

Begin jaar (t)

Vaststellen voorlopig opbrengstresultaat op basis van verwacht opbrengstresultaat

Optioneel

NZa

Juli jaar (t)

Beschikbaar stellen aanvraagformulier aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

 

NZa

Vóór 1 oktober jaar (t)

Indienen formulier aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Optioneel

Zorgaanbieders / verzekeraars

Najaar jaar (t)

Vaststellen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Optioneel

NZa

Februari (t+1)

Beschikbaar stellen nacalculatie formulier

 

NZa

Vóór 1 juli jaar (t+1)

Indienen nacalculatie

Verplicht

Zorgaanbieders / verzekeraars

Indienen opbrengsten (gedeclareerde tarieven)

Verplicht

Zorgaanbieders (evt. verzekeraars)

Indienen opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per verzekeraar

Verplicht

Zorgaanbieder

Augustus – september jaar (t+1)

Vaststellen definitief budget en opbrengstresultaat

 

NZa

Vaststellen definitief vereffeningbedrag / verrekenbedrag

 

NZa

Overzicht standplaatsen

Overzicht standplaatsen conform referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021.

Standplaats

Regionr

RAV

Plaats

Inwoners

Inw klasse

OAD gewogen

OAD-klasse gewogen

9364

Nuis

1

RAV Groningen

25.245

2

367,31

2

9502

Stadskanaal

1

RAV Groningen

34.080

2

779,62

3

9541

Vlagtwedde

1

RAV Groningen

10.960

1

159,81

1

9561

Ter Apel

1

RAV Groningen

30.615

2

307,29

1

9611

Sappemeer

1

RAV Groningen

49.600

3

929,12

3

9641

Veendam

1

RAV Groningen

40.635

2

762,90

3

9672

Winschoten

1

RAV Groningen

51.535

3

696,03

2

9723

Groningen-Zuid

1

RAV Groningen

100.000

4

1.913,67

4

9741

Groningen-Noord

1

RAV Groningen

162.670

5

3.331,45

5

9901

Appingedam

1

RAV Groningen

45.975

3

656,63

2

9951

Winsum

1

RAV Groningen

17.570

2

409,56

2

9965

Leens (De Marne)

1

RAV Groningen

13.540

1

151,17

1

9982

Uithuizermeeden

1

RAV Groningen

16.120

2

318,18

1

8431

Oosterwolde

2

RAV Friesland

33.545

2

374,74

2

8448

Heerenveen

2

RAV Friesland

71.740

3

935,63

3

8471

Wolvega

2

RAV Friesland

29.775

2

593,20

2

8522

Skarsterlan (gem.)

2

RAV Friesland

14.325

1

302,65

1

8531

Lemmer

2

RAV Friesland

17.185

2

520,72

2

8601

Sneek

2

RAV Friesland

65.895

3

1.005,10

3

8723

Koudum

2

RAV Friesland

16.075

2

256,00

1

8871

Midlum (Harlingen)

2

RAV Friesland

44.355

3

720,82

2

8881

Terschelling West

2

RAV Friesland

4.895

1

262,29

1

8899

Vlieland

2

RAV Friesland

1.155

1

205,00

1

8912

Leeuwarden

2

RAV Friesland

44.690

3

1.379,37

4

8924

Leeuwarden

2

RAV Friesland

85.545

3

2.097,52

5

9011

Boarnsterhim (gem.)

2

RAV Friesland

19.710

2

383,73

2

9071

Leeuwarderadeel (gem.)

2

RAV Friesland

27.200

2

381,13

2

9101

Dokkum

2

RAV Friesland

36.735

2

460,08

2

9163

Nes (Ameland)

2

RAV Friesland

3.715

1

257,33

1

9166

Schiermonnikoog

2

RAV Friesland

945

1

318,68

1

9202

Drachten

2

RAV Friesland

66.095

3

1.114,96

3

9219

Smallingerland (gem.)

2

RAV Friesland

28.005

2

433,82

2

9285

Buitenpost

2

RAV Friesland

52.600

3

389,93

2

7741

Coevorden

3

RAV Drenthe

31.125

2

569,55

2

7811

Emmen

3

RAV Drenthe

65.645

3

961,58

3

7891

Emmen (gem.)

3

RAV Drenthe

36.465

2

521,34

2

7903

Hoogeveen

3

RAV Drenthe

71.520

3

943,93

3

7943

Meppel

3

RAV Drenthe

58.950

3

820,03

3

7971

Havelte

3

RAV Drenthe

13.935

1

252,27

1

9301

Roden

3

RAV Drenthe

51.560

3

742,06

2

9401

Assen

3

RAV Drenthe

86.780

3

1.210,26

3

9411

Beilen

3

RAV Drenthe

27.230

2

410,00

2

9468

Annen

3

RAV Drenthe

22.155

2

327,30

1

9531

Borger

3

RAV Drenthe

22.580

2

308,73

1

7418

Deventer

4

RAV Ijsselland

139.060

4

1.394,56

4

7701

Dedemsvaart (Balkbrug)

4

RAV Ijsselland

17.615

2

639,25

2

7711

Nieuwleusen (Rouveen)

4

RAV Ijsselland

17.805

2

609,84

2

7731

Ommen

4

RAV Ijsselland

21.945

2

472,04

2

7771

Hardenberg

4

RAV Ijsselland

38.570

2

535,09

2

8013

Zwolle

4

RAV Ijsselland

94.400

3

2.062,47

5

8014

Zwolle

4

RAV Ijsselland

39.005

2

1.432,32

4

8103

Raalte

4

RAV Ijsselland

50.695

3

599,02

2

8261

Kampen (Ijsselmuiden)

4

RAV Ijsselland

54.425

3

1.406,25

4

8281

Zwartsluis

4

RAV Ijsselland

22.865

2

720,23

2

8331

Steenwijk

4

RAV Ijsselland

38.025

2

592,24

2

7447

Nijverdal (Hellendoorn)

5

RAV Twente

35.360

2

792,16

3

7475

Markelo

5

RAV Twente

71.700

3

863,26

3

7483

Haaksbergen

5

RAV Twente

30.300

2

844,95

3

7541

Enschede

5

RAV Twente

163.855

5

2.025,07

5

7556

Hengelo

5

RAV Twente

117.435

4

1.499,78

4

7572

Oldenzaal

5

RAV Twente

65.790

3

1.042,70

3

7602

Almelo

5

RAV Twente

100.035

4

1.328,94

4

7651

Tubbergen

5

RAV Twente

28.435

2

300,36

1

7681

Vroomshoop

5

RAV Twente

31.155

2

428,57

2

3843

Harderwijk (Ermelo)

6

RAV Noordoost Gelderland

56.080

3

1321,81

4

3852

Ermelo

6

RAV Noordoost Gelderland

56.485

3

855,34

3

7005

Doetinchem

6

RAV Noordoost Gelderland

111.150

4

870,31

3

7051

Varsseveld

6

RAV Noordoost Gelderland

54.250

3

595,29

2

7102

Winterswijk

6

RAV Noordoost Gelderland

49.310

3

1.029,08

3

7207

Zutphen

6

RAV Noordoost Gelderland

82.510

3

1.092,74

3

7271

Borculo

6

RAV Noordoost Gelderland

56.730

3

750,03

3

7311

Apeldoorn

6

RAV Noordoost Gelderland

163.650

5

1721,56

4

8081

Elburg

6

RAV Noordoost Gelderland

53.285

3

725,75

2

8181

Heerde

6

RAV Noordoost Gelderland

71.650

3

714,78

2

3772

Barneveld

7

RAV Gelderland Midden

88.175

3

838,02

3

6661

Elst

7

RAV Gelderland Midden

122.330

4

1.083,12

3

6701

Wageningen (Renkum)

7

RAV Gelderland Midden

57.285

3

1.647,82

4

6711

Ede

7

RAV Gelderland Midden

101.000

4

1.659,61

4

6828

Arnhem

7

RAV Gelderland Midden

189.225

5

1.923,52

4

6901

Zevenaar

7

RAV Gelderland Midden

86.765

3

1.021,94

3

6951

Dieren

7

RAV Gelderland Midden

52.625

3

874,27

3

4002

Tiel

8

RAV Gelderland-Zuid

61.155

3

1.026,10

3

4041

Kesteren

8

RAV Gelderland-Zuid

49.110

3

599,52

2

4101

Culemborg

8

RAV Gelderland-Zuid

37.380

2

1.190,60

3

4191

Geldermalsen

8

RAV Gelderland-Zuid

33.905

2

517,93

2

5301

Zaltbommel

8

RAV Gelderland-Zuid

44.020

3

570,19

2

6524

Nijmegen

8

RAV Gelderland-Zuid

226.305

5

1.975,97

4

6602

Wijchen

8

RAV Gelderland-Zuid

53.380

3

1.336,10

4

6651

Druten

8

RAV Gelderland-Zuid

40.125

2

588,00

2

3436

Nieuwegein

9

RAV Utrecht

122.740

4

1.682,03

4

3447

Woerden

9

RAV Utrecht

82.605

3

1.086,21

3

3561

Utrecht

9

RAV Utrecht

171.875

5

3.433,69

5

3582

Utrecht

9

RAV Utrecht

187.115

5

2.973,48

5

3608

Maarssen

9

RAV Utrecht

146.560

4

1.542,88

4

3645

Vinkeveen

9

RAV Utrecht

47.525

3

737,31

2

3707

Zeist

9

RAV Utrecht

82.145

3

1.422,49

4

3811

Amersfoort Centrum

9

RAV Utrecht

148.830

4

2.118,51

5

3823

Amersfoort Noord

9

RAV Utrecht

136.210

4

1.447,86

4

3903

Veenendaal (Rhenen)

9

RAV Utrecht

76.840

3

1.851,59

4

3941

Doorn

9

RAV Utrecht

88.410

3

897,37

3

4231

Meerkerk

9

RAV Utrecht

41.470

2

794,72

3

1616

Hoogkarspel

10

RAV Noord-Holland Noord

85.980

3

892,27

3

1625

Hoorn

10

RAV Noord-Holland Noord

110.520

4

1.229,53

3

1704

Heerhugowaard

10

RAV Noord-Holland Noord

120.870

4

1.129,22

3

1741

Schagen

10

RAV Noord-Holland Noord

37.865

2

809,39

3

1761

Anna Paulowna

10

RAV Noord-Holland Noord

19.825

2

511,91

2

1771

Wieringermeer

10

RAV Noord-Holland Noord

15.355

2

437,23

2

1786

Den Helder

10

RAV Noord-Holland Noord

60.070

3

1.607,69

4

1791

Den Burg (Texel)

10

RAV Noord-Holland Noord

13.570

1

540,34

2

1823

Alkmaar

10

RAV Noord-Holland Noord

154.040

4

1.883,38

4

1141

Monnickendam

11

RAV Zaanstreek-Waterland

46.590

3

1.192,14

3

1442

Purmerend

11

RAV Zaanstreek-Waterland

105.285

4

1.781,88

4

1502

Zaanstad

11

RAV Zaanstreek-Waterland

122.415

4

2.154,44

5

1521

Zaanstad (gem.)

11

RAV Zaanstreek-Waterland

94.960

3

1.500,21

4

1962

Heemskerk (gem.)

12

RAV Kennemerland

81.950

3

1.966,61

4

1969

Heemskerk

12

RAV Kennemerland

59.020

3

1.991,37

4

1981

Velsen

12

RAV Kennemerland

18.960

2

867,78

3

2015

Haarlem

12

RAV Kennemerland

286.530

5

2.741,65

5

2131

Haarlemmermeer

12

RAV Kennemerland

118.025

4

1.744,32

4

1018

Amsterdam

13

RAV Amsterdam-Amstelland

313.605

5

5.168,72

5

1075

Amsterdam

13

RAV Amsterdam-Amstelland

472.145

5

6.662,62

5

1105

Amsterdam Zuidoost

13

RAV Amsterdam-Amstelland

154.555

4

2.339,12

5

1185

Amstelveen

13

RAV Amsterdam-Amstelland

91.680

3

2.438,03

5

1431

Aalsmeer

13

RAV Amsterdam-Amstelland

69.110

3

1.075,52

3

1213

Hilversum

14

RAV Gooi- en Vechtstreek

136.170

4

2.223,03

5

1404

Bussum

14

RAV Gooi- en Vechtstreek

132.325

4

1.714,62

4

2274

Leidschendam

15

RAV Haaglanden

333.710

5

3.797,36

5

2544

Den Haag

15

RAV Haaglanden

199.860

5

3.789,56

5

2564

Den Haag

15

RAV Haaglanden

183.650

5

5.791,83

5

2627

Delft

15

RAV Haaglanden

142.720

4

2.963,62

5

2671

Naaldwijk

15

RAV Haaglanden

126.765

4

1.475,13

4

2718

Zoetermeer

15

RAV Haaglanden

160.195

5

2.127,36

5

2211

Noordwijkerhout

16

RAV Hollands Midden

126.860

4

1.469,89

4

2333

Leiden

16

RAV Hollands Midden

253.495

5

2.709,92

5

2353

Leiderdorp

16

RAV Hollands Midden

64.785

3

1.919,23

4

2405

Alphen aan den Rijn

16

RAV Hollands Midden

125.770

4

17.86,25

4

2461

Ter Aar

16

RAV Hollands Midden

37.230

2

498,49

2

2801

Gouda

16

RAV Hollands Midden

129.650

4

1.916,04

4

2861

Bergambacht

16

RAV Hollands Midden

46.495

3

730,66

2

2907

Capelle aan den IJssel

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

143.445

4

2.245,71

5

2922

Barendrecht

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

91.600

3

1.989,59

4

3038

Rotterdam Centrum

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

312.965

5

4.370,72

5

3083

Rotterdam Noord

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

290.720

5

3.311,20

5

3118

Schiedam

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

175.345

5

2.893,55

5

3199

Rotterdam Maasvlakte

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

7.765

1

705,45

2

3201

Spijkenisse

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

142.430

4

1.899,68

4

3223

Hellevoetsluis

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

64.115

3

1.251,19

4

3247

Dirksland

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

35.430

2

750,14

3

3252

Goedereede

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

11.960

1

448,76

2

2957

Papendrecht

18

RAV Zuid-Holland Zuid

33.105

2

1.182,18

3

2973

Molenaarsgraaf

18

RAV Zuid-Holland Zuid

33.140

2

1.132,05

3

3286

Klaaswaal

18

RAV Zuid-Holland Zuid

83.850

3

773,54

3

3311

Dordrecht

18

RAV Zuid-Holland Zuid

168.130

5

2.226,30

5

3331

Zwijndrecht

18

RAV Zuid-Holland Zuid

123.125

4

1.855,83

4

4204

Gorinchem

18

RAV Zuid-Holland Zuid

73.710

3

1.145,00

3

4301

Zierikzee

19

RAV Zeeland

26.200

2

591,12

2

4323

Schouwen-Duiveland (gem.)

19

RAV Zeeland

9.195

1

266,14

1

4335

Middelburg

19

RAV Zeeland

47.450

3

1.722,76

4

4354

Vrouwenpolder (Neeltje Jans)

19

RAV Zeeland

15.400

2

249,78

1

4383

Vlissingen

19

RAV Zeeland

56.955

3

1.549,78

4

4401

Yerseke (Reimerswaal)

19

RAV Zeeland

17.385

2

562,46

2

4411

Rilland

19

RAV Zeeland

28.575

2

595,94

2

4462

Goes

19

RAV Zeeland

71.120

3

870,38

3

4501

Oostburg

19

RAV Zeeland

22.985

2

438,62

2

4535

Terneuzen

19

RAV Zeeland

40.490

2

948,03

3

4539

Terneuzen

19

RAV Zeeland

11.655

1

606,16

2

4561

Hulst

19

RAV Zeeland

30.040

2

457,95

2

4695

Sint Maartensdijk

19

RAV Zeeland

23.135

2

501,62

2

4255

Werkendam (gem.)

20

RAV Midden- en West-Brabant

35.615

2

660,59

2

4283

Giessen

20

RAV Midden- en West-Brabant

32.235

2

350,56

2

4611

Bergen op Zoom

20

RAV Midden- en West-Brabant

69.490

3

1.709,87

4

4651

Steenbergen

20

RAV Midden- en West-Brabant

30.445

2

609,21

2

4701

Roosendaal

20

RAV Midden- en West-Brabant

107.165

4

1.410,50

4

4721

Rucphen (gem.)

20

RAV Midden- en West-Brabant

43.110

3

789,99

3

4761

Zevenbergen

20

RAV Midden- en West-Brabant

58.870

3

1.078,02

3

4811

Breda

20

RAV Midden- en West-Brabant

184.530

5

2.036,12

5

4851

Ulvenhout

20

RAV Midden- en West-Brabant

50.980

3

936,71

3

4901

Oosterhout

20

RAV Midden- en West-Brabant

134.900

4

1.298,00

4

5018

Tilburg Centrum

20

RAV Midden- en West-Brabant

221.300

5

2.364,85

5

5047

Tilburg Vossenberg

20

RAV Midden- en West-Brabant

73.090

3

1.664,90

4

5142

Waalwijk

20

RAV Midden- en West-Brabant

92.765

3

1.234,88

3

5231

's-Hertogenbosch

21

RAV Brabant-Noord

231.950

5

1.530,58

4

5281

Boxtel

21

RAV Brabant-Noord

59.000

3

9.51,13

3

5341

Oss

21

RAV Brabant-Noord

57.410

3

1.492,91

4

5343

Oss

21

RAV Brabant-Noord

52.300

3

992,05

3

5363

Velp NB

21

RAV Brabant-Noord

43.085

3

427,84

2

5405

Uden

21

RAV Brabant-Noord

63.220

3

1.028,33

3

5441

Boxmeer

21

RAV Brabant-Noord

76.415

3

691,11

2

5463

Veghel

21

RAV Brabant-Noord

94.585

3

879,26

3

5541

Reusel

22

RAV Zuidoost-Brabant

36.745

2

590,62

2

5571

Bergeijk

22

RAV Zuidoost-Brabant

50.365

3

923,57

3

5611

Eindhoven

22

RAV Zuidoost-Brabant

293.080

5

2.261,64

5

5657

Eindhoven

22

RAV Zuidoost-Brabant

111.945

4

1.341,92

4

5701

Helmond

22

RAV Zuidoost-Brabant

162.320

5

1.337,12

4

5751

Deurne

22

RAV Zuidoost-Brabant

57.900

3

799,96

3

6026

Maarheze

22

RAV Zuidoost-Brabant

42.355

2

586,86

2

5801

Venray

23

RAV Limburg Noord

80.735

3

762,06

3

5854

Bergen (L.)

23

RAV Limburg Noord

16.030

2

280,39

1

5912

Venlo

23

RAV Limburg Noord

88.635

3

1.622,35

4

5935

Venlo

23

RAV Limburg Noord

37.900

2

929,41

3

5981

Panningen/Helden

23

RAV Limburg Noord

62.750

3

509,26

2

6003

Weert

23

RAV Limburg Noord

74.690

3

1.007,33

3

6045

Roermond

23

RAV Limburg Noord

93.470

3

1.066,65

3

6101

Echt

23

RAV Limburg Noord

60.750

3

558,74

2

6166

Geleen

24

RAV Zuid-Limburg

146.935

4

1.172,05

3

6226

Maastricht

24

RAV Zuid-Limburg

152.655

4

1.921,50

4

6229

Maastricht

24

RAV Zuid-Limburg

29.395

2

988,19

3

6291

Mechelen

24

RAV Zuid-Limburg

28.115

2

617,39

2

6411

Heerlen

24

RAV Zuid-Limburg

237.040

5

1.512,14

4

1326

Almere

25

RAV Flevoland

206.305

5

1614,16

4

1343

Almere

25

RAV Flevoland

6.015

1

148,00

1

3899

Zeewolde

25

RAV Flevoland

21.990

2

939,55

3

8223

Lelystad

25

RAV Flevoland

78.585

3

1.367,62

4

8251

Dronten

25

RAV Flevoland

41.535

2

759,77

3

8304

Emmeloord

25

RAV Flevoland

40.560

2

851,81

3

8308

Nagele

25

RAV Flevoland

29.930

2

793,26

3


X Noot
1

Uitspraak Gerechtshof Amsterdam 18 januari 2008. Zie ook circulaire CI/09/22c.

X Noot
2

Kenmerk:RIVM, Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2021, Briefrapport 2021-0183.

X Noot
3

De standplaats is geen parameter in de vergoeding, maar slechts een element in de berekening van het referentiekader S&B.

X Noot
4

Hieronder valt ook het uitvoeren van de meldkamerfunctie.

X Noot
5

Prijspeil 2021.

X Noot
6

Voor MICU vervoer geldt prestatie I006.

Naar boven