Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 13 november 2020, kenmerk 1776599-213723-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de aanwijzing ambulancezorg - Amsterdam Medical Services en de prestatie onderlinge dienstverlening

De Minister voor Medische Zorg

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 15 september 2020 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2020/21, 35 471, nr. 34) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de inbreng van de vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het verslag van een schriftelijk overleg over de brief van 15 september 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 35 741, nr. 36).

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

– regionale ambulancevoorziening;

Regionale Ambulancevoorziening zoals genoemd in artikel 4 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen;

– wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

– zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op ambulancezorg verleend door of vanwege de Regionale Ambulancevoorziening en door een zorgaanbieder vanaf Schiphol.

Artikel 3 Prestatiebeschrijvingen en tarieven

De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2021 de prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening met een vrij tarief vast.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

Ten eerste geef ik met deze aanwijzing de zorgautoriteit de opdracht om een prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening vast te stellen met een vrij tarief. Deze prestatie kan de onderaannemer die in opdracht van de Regionale Ambulancevoorziening (hierna: RAV) ambulancezorg verleent declareren bij de RAV. De RAV brengt vervolgens het landelijk vastgestelde tarief in rekening bij de zorgverzekeraar of een zorginstelling als het gaat om intraklinisch vervoer.

Ten tweede breid ik met deze aanwijzing de werkingssfeer van de eerdere aanwijzing ambulancezorg^* uit naar de spoedeisende ambulancezorg vanaf Schiphol, uitgevoerd door bijvoorbeeld Airport Medical Services (hierna: AMS) (zie ook: Kamerstukken II 2020/21, 35 471, nr. 34). In sommige gevallen levert de AMS namelijk naast de RAV spoedeisende ambulancezorg vanaf Schiphol naar een dichtbij gelegen ziekenhuis over de openbare weg. Zie in dit kader ook de memorie van toelichting bij de Wet ambulancevoorzieningen (Kamerstukken II 2019/20, 35 471, nr. 3).

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel breidt de werkingssfeer uit. De zorgautoriteit reguleert ook ambulancezorg verleend door onderaannemers en de spoedeisende ambulancezorg die een zorgaanbieder verleent vanaf Schiphol.

Artikel 3

In dit artikel geef ik de zorgautoriteit de opdracht om een prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening met een vrij tarief vast te stellen. Hiermee bestendig ik de huidige situatie waarin het mogelijk is dat RAV’s en onderaannemers afspraken maken over een prestatie die een onderaannemer levert. Bijvoorbeeld één rit verzorgen of de beschikbaarheid leveren van een ambulance met medewerkers gedurende een dagdeel. RAV’s en onderaannemers zijn vrij in de prijs die zij afspreken voor deze dienstverlening (oftewel: voor de prestatie die de onderaannemer in opdracht van de RAV levert). Hierbij past een ruim omschreven prestatie, inclusief een vrij tarief. Deze prestatie met een vrij tarief biedt ruimte voor maatwerkafspraken tussen de RAV en de onderaannemer. De RAV moet tijdens de budgetonderhandelingen met de zorgverzekeraar een onderbouwing geven van de kosten.

Zo wordt voorkomen dat er te veel of juist te weinig wordt betaald voor de door de onderaannemers geleverde prestaties.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

---

* De werkingssfeer van de huidige aanwijzing uit 2013 (Stcrt. 2013, 20624) is namelijk beperkt tot ambulancezorg geleverd door RAV’s.