Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 21 februari 2022, nr. 22068163, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de zaadteelt van Engels raaigras tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels. (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van graszaad tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels, 2022)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Fox 480 SC (bifenox 480 g/L) ter bescherming van de zaadteelt van Engels raaigras tegen ereprijs (Veronica), akkerviooltje (Viola) en dovenetels (Lamium spp.).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2022 en vervalt op 30 april 2022.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de zaadteelt van Engels raaigras tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels, 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, E. Veldhuis Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT FOX 480 SC (15193N)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering1 middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Graszaadteelt van Engels raaigras

Na opkomst

Ereprijs, akkerviooltje en dovenetels

0,65 L/ha

1

X Noot
1

Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is vastgesteld voor de genoemde dosering per toepassing en niet voor verlaagde doseringen.

Overige toepassingsvoorwaarden

Dit middel toepassen van het 3-bladstadium (BBCH 13) tot uitstoeling (BBCH29).

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag geen beweiding worden toegepast en mag het gewas niet vervoederd worden.

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Onvoldoende beheersing van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels geeft kwantitatieve schade als gevolg van concurrentie van het onkruid met het gewas, waardoor de graszaadopbrengst lager kan worden. De kwantitatieve waarde wordt geschat op 20–25% van de financiële opbrengst.

Daarnaast treedt kwalitatieve schade op, als gevolg van vermenging van het graszaad met onkruidzaden. Onkruidzaden worden in een partij graszaad niet getolereerd en de zaden van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels zijn lastig uitschoonbaar. Door kwaliteitsachteruitgang, zal de export schade oplopen. Tenminste 80% van het in Nederland geproduceerde graszaad wordt geëxporteerd.

Alternatieven

Preventieve maatregelen zoals het kiezen van percelen met een lage onkruiddruk zijn niet afdoende of niet uitvoerbaar. Mechanische onkruidbestrijding is om diverse redenen nauwelijks toepasbaar of werkt niet afdoende (schade aan gewas, bodemvochtigheid, slechte berijdbaarheid en rijafstand gewas). De toepassing van de beschikbare preventieve en niet-chemische maatregelen draagt bij aan de beheersing van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels, maar hiermee kunnen deze onkruiden niet afdoende beheerst worden.

In de zaadteelt van Engels raaigras zijn, middelen op basis van bentazon, clopyralid, florasulam, fluroxypyr-meptyl, ethofumesaat en glyfosaat, of combinaties hiervan tegen eenjarige breedbladige onkruiden toegelaten.

Van de beschikbare middelen hebben de middelen op basis van glyfosaat een werking tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels.

Middelen op basis van glyfosaat zijn niet selectief en mogen daarom alleen pleksgewijs of voor opkomst toegepast worden. Daarmee vormen ze geen goed alternatief gedurende de teelt van het gewas.

Met de toepassing van deze maatregelen en middelen kunnen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels in de zaadteelt van Engels raaigras niet afdoende beheerst worden.

Bijzondere omstandigheden

Tot 1 september 2014 was een middel op basis van mecoprop-p en bifenox beschikbaar in de teelt van graszaad en graszoden. Het middel is sinds september 2014 vervallen vanwege risico voor zoogdieren en had een opgebruiktermijn tot 1 september 2015.

De toelatinghouder en sector leveren inspanningen om te komen tot een toelating in de zaadteelt van Engels raaigras. Er is perspectief voor de toelating van Fox 480 SC in de zaadteelt van Engels raaigras.

NB: Sinds 1 juli 2017 geldt voor nieuwe vrijstellingsaanvragen dat er binnen drie jaar perspectief moet zijn op een oplossing. Voor vrijstellingsaanvragen die voor deze datum zijn ingediend, geldt deze termijn vooralsnog niet. De NVWA constateert dat sinds 2016 het verkrijgen van een reguliere toelating in Nederland van een middel op basis van bifenox zicht gaf op concreet perspectief, maar dat er geen sprake meer is van een kortstondige overbrugging naar een reguliere oplossing. Vanuit het belang van de transitie naar een weerbaar teeltsysteem zoals beschreven in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 is het gewenst dat de aanvrager op korte termijn inzet op alternatieven.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige zaadteelt van Engels raaigras in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot beheersing van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige zaadteelt van Engels raaigras is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk.

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van bifenox in de zaadteelt van Engels raaigras waardoor een noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

De tijdelijke vrijstelling van Fox 480 SC voor het bestrijden van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels in de zaadteelt van Engels raaigras voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezin voor het gebruik in de graszaadteelt:

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag geen beweiding worden toegepast en mag het gewas niet vervoederd worden.

Gras en hooi afkomstig van teelt van graszaad mag binnen 3 maanden na toepassing niet vervoederd worden omdat dan residuen in dierlijke producten niet uitgesloten kunnen worden. Een restrictiezin van deze strekking staat al op het WG van Fox 480 SC en is ook van toepassing op graszaadteelt.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezinnen:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

De beoordeling is positief met inachtneming van risicoreducerende maatregelen en restrictiezinnen voor het gebruik in de zaadteelt van Engels raaigras.

Advies

Het College adviseert een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC in de zaadteelt van Engels raaigras te verlenen onder vermelding van bovenstaande risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen.

3 Overwegingen

Een hernieuwde tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de zaadteelt van Engels raaigras op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van graszaad bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel op basis van bifenox.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Fox 480 SC in teelt van graszaad werd eerder verleend:

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC ter bescherming van de zaadteelt van Engels raaigras tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels.

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2022 en vervalt op 30 april 2022.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, E. Veldhuis Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven