Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 maart 2017, nr. 17025997, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van graszaad tegen ereprijs (Veronica), akkerviooltje (Viola) en dovenetels (Lamium spp.) (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van graszaad tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels, 2017)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Fox 480 SC (bifenox 480 g/L) ter bescherming van de teelt van graszaad tegen ereprijs (Veronica), akkerviooltje (Viola) en dovenetels (Lamium spp.).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt na 120 dagen.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van graszaad tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels, 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Fox 480 SC (werkzame stof bifenox, 480 g/L)

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Het middel is tijdelijk toegelaten uitsluitend als onkruidbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering* middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Graszaadteelt

Na opkomst

ereprijs, akkerviooltje en dovenetels

0,65 l/ha

1

* Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is vastgesteld voor de genoemde dosering per toepassing en niet voor verlaagde doseringen.

Overige toepassingsvoorwaarden

Beschermende handschoenen dragen tijdens mengen/laden.

Dit middel toepassen van het 3-bladstadium (BBCH 13) tot uitstoeling (BBCH29).

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten en planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van ten minste 75%-driftreducerende techniek of spuitdoppen en een teelvrije zone van 25 cm in combinatie met een kantdop.

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag geen beweiding worden toegepast en mag het gewas niet vervoederd worden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Onvoldoende bestrijding van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels geeft kwantitatieve schade als gevolg van concurrentie van het onkruid met het gewas, waardoor de graszaadopbrengst lager kan worden. De kwantitatieve waarde wordt geschat op 20–25% van de financiële opbrengst.

Daarnaast treedt kwalitatieve schade op, als gevolg van vermenging van het graszaad met onkruidzaden. Onkruidzaden worden in een partij graszaad niet getolereerd en de zaden van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels zijn lastig uitschoonbaar. Door kwaliteitsachteruitgang, zal de export schade oplopen. Tenminste 80% van het in Nederland geproduceerde graszaad wordt geëxporteerd.

Alternatieven

Niet-chemisch

Preventieve maatregelen zoals het kiezen van percelen met een lage onkruiddruk en het aanleggen van een ‘vals’ zaaibed zijn niet afdoende of niet uitvoerbaar.

Mechanische onkruidbestrijding is om diverse redenen nauwelijks toepasbaar of werkt niet afdoende (schade aan gewas, vochtigheid bodem, slechte berijdbaarheid, rijafstand gewas en wanneer een zogenaamde dekvrucht aanwezig is, mag deze niet beschadigd worden).

Chemisch

In de teelt van graszaad zijn tegen eenjarige breedbladige onkruiden verschillende middelen toegelaten. Middelen op basis van pendimethalin, iodosulforon-methyl-natrium en glufosinaat-ammonium hebben een werking tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels. Deze middelen zijn om verschillende redenen beperkt inzetbaar. Ze mogen alleen pleksgewijze toe gepast worden, zijn niet op de markt in Nederland of ze zijn niet toegelaten in Engels Raaigras dat veruit de grootste graszaadteelt is. Met de toepassing van deze middelen kunnen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels niet afdoende bestreden worden.

Bijzondere omstandigheden

Tot 1 september 2014 was een middel op basis van mecoprop-p en bifenox beschikbaar in de teelt van graszaad en graszoden. Het middel is sinds september 2014 vervallen vanwege risico voor zoogdieren en had een opgebruiktermijn tot 1 september 2015.

De toelatinghouder en sector leveren inspanningen om te komen tot een toelating. Er is perspectief voor de toelating van Fox 480 SC in de teelt van graszaad waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van graszaad in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden voor de bestrijding van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van graszaad is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk.

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van bifenox in de teelt van graszaad waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

De tijdelijke vrijstelling van Fox 480 SC voor het bestrijden van ereprijs, akkerviooltje en dovenetels in de teelt van graszaad voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen indien handschoenen gedragen worden door de toepasser tijdens mengen/laden.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezin voor het gebruik in de graszaadteelt:

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag geen beweiding worden toegepast en mag het gewas niet vervoederd worden.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Er wordt een acceptabel risico verwacht voor vogels, zoogdieren, bijen, regenwormen, bodemmicro-organismen en actief slib.

Voor waterorganismen, is het risico acceptabel wanneer minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen worden toegepast.

Voor niet-doelwitarthropoden is het risico acceptabel wanneer er minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen worden toegepast.

Voor niet-doelwit planten is er een mogelijk risico, maar voor deze vrijstelling wordt het risico acceptabel geacht indien minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop worden toegepast.

De restricties voor waterorganismen, niet-doelwit arthropoden en niet-doelwit planten kunnen worden gecombineerd tot de volgende restrictiezin:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten en planten te beschermen is toepassing in de teelt van graszaad uitsluitend toegestaan wanneer op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van ten minste 75% driftreducerende techniek of spuitdoppen in combinatie en een teelvrije zone van 25 cm in combinatie met een kantdop.

Conclusie

De beoordeling is positief met inachtneming van risicoreducerende maatregelen en restrictiezinnen voor het gebruik in de teelt van graszaad.

Advies

Het College adviseert een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC in de teelt van graszaad te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Beschermende handschoenen dragen tijdens mengen/laden.

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag geen beweiding worden toegepast en mag het gewas niet vervoederd worden.

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten en planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van ten minste 75%-driftreducerende techniek of spuitdoppen en een teelvrije zone van 25 cm in combinatie met een kantdop.

3 Overwegingen

Een hernieuwde tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de teelt van graszaad op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen ereprijs, akkerviooltje en dovenetels. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van graszaad bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel op basis van bifenox.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Op 12 februari 2016 (Staatscourant van 12 februari 2016, nr. 16015816) is eerder vrijstelling verleend voor het gebruik van Fox 480 SC in teelt van graszaad.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC ter bescherming teelt van graszaad tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoederbeet.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt na 120 dagen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven