Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 februari 2016, nr. 16015816, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van graszaad en graszoden tegen kleine eenjarige onkruiden (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van graszaad en graszoden tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Fox 480 SC (bifenox, gehalte 480 g/l) ter bescherming van de teelt graszaad en graszoden tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Voor de teelt van graszaad: Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2016 en vervalt op 1 mei 2016.

Voor de teelt van graszoden: Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2016 en vervalt op 29 augustus 2016.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van graszaad en graszoden tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet 2016.

Artikel 5

Indien de reguliere toelating van Fox in de teelt van graszaad en graszoden beschikbaar komt voorafgaand aan of gedurende de vrijstellingsperiode dan vervalt dit besluit.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via "mijn.rvo.nl". Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT FOX 480 SC (BIFENOX, 480 G/L)

Het middel is uitsluitend toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0 Ctgb juni 2011) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Voorstel voor de artikel 38 vrijstellingsaanvraag:

Toepassings-gebied

Type toepassing

Werkzaamheid getoetst op

Dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Graszaadteelt

Na opkomst

ereprijs, akkerviooltje, paarse dovenetel en hoenderbeet

0,7 L/ha

1

Graszodenteelt

Na opkomst

ereprijs, akkerviooltje, paarse dovenetel en hoenderbeet

0,7 L/ha

1

Toepassingsvoorwaarden

Toepassingsperiode:

Graszaad: 1 maart tot 1 mei 2016

Graszoden: 1 mei tot 29 augustus 2016

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen (waaronder insecten) en planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

Draag beschermende handschoenen tijdens mengen/laden.

Specifiek voor de graszaadteelt:

  • Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag gras of hooi niet vervoederd worden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Graszaad:

Onvoldoende bestrijding van ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet geeft kwantitatieve schade als gevolg van concurrentie van het onkruid met het gewas, waardoor de graszaadopbrengst verlaagd is. Ook leidt dit tot schade en extra kosten in het volggewas. Ingeschat wordt dat dit leidt tot een verlaging van 20-25% in de financiële opbrengst.

Daarnaast treedt kwalitatieve schade op, als gevolg van vermenging van de partij graszaad met onkruidzaden. De zaden van ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet zijn moeilijk uit te schonen. Met onkruid vermengde partijen graszaad worden door afnemers niet getolereerd. Ten minste 80% van het in Nederland geproduceerde graszaad wordt geëxporteerd.

Door de opbrengstverlaging, de hogere schoningskosten en daarmee gepaard gaande graszaadverliezen is de teelt van graszaad, bij onvoldoende bestrijding van ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet niet meer rendabel in Nederland. De aanvrager verwacht dat de teelt zich dan naar het buitenland zal verplaatsen.

Graszoden:

Onvoldoende bestrijding van ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet geeft kwantitatieve schade in de graszodenteelt als gevolg van concurrentie van het onkruid met het gewas. Deze onkruiden ontwikkelen zich namelijk sterk in de breedte en ontwikkelen en concurreren daarmee met de grasplanten in de graszode. Om een snijdbare en verkoopbare grasmat te krijgen, kunnen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet niet getolereerd worden in de grasmat. Bij een zware aantasting wordt een graszode onverkoopbaar. De schade per ha bedraagt dan circa € 15.000,–.

Alternatieven

Graszaad:

Preventieve maatregelen zoals het kiezen van percelen met een lage onkruiddruk en het aanleggen van een ‘vals’ zaaibed zijn niet afdoende of niet uitvoerbaar.

Mechanische onkruidbestrijding is om diverse redenen nauwelijks toepasbaar of werkt niet afdoende (schade aan gewas, vochtigheid bodem, slechte berijdbaarheid, rijafstand gewas en wanneer een zogenaamde dekvrucht aanwezig is, mag deze niet beschadigd worden).

In de graszaadteelt zijn tegen eenjarige breedbladige onkruiden verschillende middelen toegelaten. Middelen op basis van pendimethalin, iodosulforon-methyl-natrium en glufosinaat-ammonium hebben een werking tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet. Deze zijn om verschillende redenen niet toepasbaar (alleen pleksgewijze toepassing; niet op de markt in Nederland of niet toegelaten in Engels Raaigras dat veruit het meest geteeld wordt). Daarom vormen deze middelen geen goed alternatief.

Graszoden:

Preventieve maatregelen zoals het kiezen van percelen met een lage onkruiddruk en het aanleggen van een ‘vals’ zaaibed zijn niet afdoende of niet uitvoerbaar.

Mechanische bestrijding van onkruiden door middel van schoffelen en wiedeggen is in de graszodenteelt niet mogelijk, omdat dit beschadiging van de zode veroorzaakt. Uit het gras maaien biedt geen oplossing voor ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet omdat deze onkruiden maaien goed verdragen.

In de graszodenteelt zijn tegen eenjarige breedbladige onkruiden middelen toegelaten op basis van ethofumesaat, florasulam, fluroxypyr, mesotrion en metribuzin, of combinaties daarvan. Alleen het middel op basis van metribuzin heeft een werking tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet. Fytotoxiciteit kan niet worden uitgesloten. Daarmee vormt dit middel geen goed alternatief.

Bijzondere omstandigheden

Tot 1 september 2014 was een middel op basis van mecoprop-p en bifenox beschikbaar in de teelt van graszaad en graszoden. Het middel is sinds september 2014 vervallen vanwege risico voor zoogdieren en had een opgebruiktermijn tot 1 september 2015. De toepassing van dit middel in de teelt van graszaad en graszoden was toegestaan van 1 maart tot 1 september. Het middel werd in de graszodenteelt voornamelijk van 1 mei tot 1 september toegepast. In de graszaadteelt werd het middel voornamelijk in het voorjaar toegepast.

De reguliere toelating van een middel op basis van bifenox is in aanvraag maar is naar verwachting niet per 1 maart (graszaad) of per 1 mei (graszoden) 2016 beschikbaar.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • een landbouwkundig doelmatige teelt van graszaad en graszoden in Nederland wordt bedreigd als ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet niet of onvoldoende bestreden kunnen worden;

  • een landbouwkundig doelmatige teelt van graszaad en graszoden is in Nederland met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk;

  • er is perspectief op een reguliere toelating voor het bestrijden van ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet in de teelt van graszaad en graszoden in Nederland.

De tijdelijke vrijstelling van Fox ter bescherming van de teelt van graszoden en graszaad tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen indien handschoenen gedragen worden door de toepasser tijdens mengen/laden.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezin voor het gebruik in de graszaadteelt:

Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag gras of hooi niet vervoederd worden.

Gras en hooi afkomstig van teelt van graszaad mag binnen 3 maanden na toepassing niet vervoederd worden omdat dan residuen in dierlijke producten niet uitgesloten kunnen worden.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Er wordt een acceptabel risico verwacht voor vogels, bijen, regenwormen, bodemmicro-organismen en actief slib.

Voor waterorganismen is het risico acceptabel wanneer er minimaal 75% driftreductie wordt toegepast.

Voor niet-doelwitarthropoden is het risico acceptabel wanneer er minimaal 50% driftreductie wordt toegepast.

Voor zoogdieren is er een chronisch risico geconstateerd voor de teelt van graszaad. De normoverschrijding is gering, een factor 1.05. Het risico voor zoogdieren in de teelt van graszoden is acceptabel.

Voor niet-doelwit planten is in een weight of evidence benadering geconcludeerd dat het risico acceptabel is met 75% driftreductie.

Om het WG zo helder mogelijk te houden wordt de volgende restrictiezin voor alle niet-doelwitorganismen voorgesteld:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten en planten te beschermen is toepassing in de teelt van graszaad- en graszodenteelt uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

Conclusie

De beoordeling is positief met inachtneming van risicoreducerende maatregelen en restrictiezinnen voor het gebruik in de teelt van graszoden.

M.b.t. het gebruik in de graszaadteelt, de normoverschrijding van het chronische risico voor zoogdieren is slechts 1.05 op basis van een risicobeoordeling met worst-case aannames voor bepaalde input parameters. Tevens gaat het in dit geval om een vrijstelling van maximaal 120 dagen en is het te behandelen areaal relatief beperkt (graszaad: 12.000–13.000 ha en graszoden: 2000 ha). Daarom stelt het College voor een vrijstelling te verlenen met inachtneming van risicoreducerende maatregelen en restrictiezinnen.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Fox 480 SC in de teelt van graszaad en graszoden te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

  • Beschermende handschoenen dragen tijdens mengen/laden.

  • Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten en planten te beschermen is toepassing in de teelt van graszaad- en graszodenteelt uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

Specifiek voor de graszaadteelt:

  • Binnen 3 maanden na toepassing van het middel mag gras of hooi niet vervoederd worden.

3 Overwegingen

Een tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Fox is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de teelt van graszaad en graszoden op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van graszaad en graszoden bedreigd.

Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risicobeperkende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Fox te bescherming van de teelt van graszaad en graszoden tegen ereprijs, akkerviooltje, dovenetel en hoenderbeet.

Dit besluit treedt, gelet op het teeltseizoen, in werking:

In de teelt van graszaad: op 01-03-2016 en vervalt op 01-05-2016

In de teelt van graszoden: op 01-05-2016 en vervalt op 29-08-2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven