Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 25 februari 2022, DE/220 555 65, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (digitale radio-omroep laag 6)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

Annex 3 van de bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 3 november 2014, DGETM-TM/ 14179469, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 2014 (Nationaal Frequentieplan 2014), wordt als volgt gewijzigd:

A

In nationale voetnoot HOL006 vervalt ‘Onverminderd de eerste alinea, zijn deze allotments in elk geval bestemd voor het ongewijzigd en gelijktijdig uitzenden van krachtens artikel 17 van het Frequentiebesluit aangewezen radioprogramma’s van de in de eerste alinea van deze voetnoot bedoelde radioomroepen.’.

B

De nationale voetnoot HOL007B wordt als volgt gewijzigd:

1. De frequentietabel luidende:

Frequentieblok

Frequentiebanden

5A

174.000 – 175.784 MHz

5C

177.496 – 179.208 MHz

6A

181.000 – 182.792 MHz

7B

189.784 – 191.496 MHz

8B

196.792 – 198.504 MHz

8C

198.504 – 200.216 MHz

9B

203.784 – 205.496 MHz

10B

210.792 – 212.504 MHz

10C

212.504 – 214.216 MHz

11B

217.784 – 219.496 MHz

12D

228.304 – 230.000 MHz

wordt vervangen door:

Frequentieblok

Frequentiebanden

5A

174.000 – 175.784 MHz

5C

177.496 – 179.208 MHz

6A

181.000 – 182.792 MHz

6B1

182.880 – 184.416 MHz

6C2

184.592 – 186.128 MHz

6D

186.304 – 187.840 MHz

7B

189.784 – 191.496 MHz

8A1

195.168 – 196.704 MHz

8C

198.504 – 200.216 MHz

8D2

200.304 – 201.840 MHz

9B

203.784 – 205.496 MHz

10B

210.792 – 212.504 MHz

10C

212.504 – 214.216 MHz

11A

216.160 – 217.696 MHz

11B

217.784 – 219.496 MHz

12D

228.304 – 230.000 MHz

X Noot
1

De frequentieblokken 6B en 8A zijn vanaf 1 september 2022 beschikbaar voor digitale radio in laag 6.

X Noot
2

De frequentieblokken 6C en 8D zijn van 1 juni 2022 tot 1 september 2022 tijdelijk bestemd voor digitale radio in laag 6.

2. De afbeelding behorende bij de frequentietabel:

wordt vervangen door:

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

TOELICHTING

Het Nationaal Frequentieplan

Bij besluit van 3 november 2014 is op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2014 (hierna: NFP), vastgesteld. In het NFP licht de rijksoverheid de systematiek van de ordening van het frequentiespectrum toe, en beschrijft de doelstellingen van het frequentiebeleid en frequentiebeheer; het vermijden van schadelijke interferentie (storing) tussen frequentiegebruikers is hierbij de hoofddoelstelling.

Het belangrijkste onderdeel van het NFP is de frequentietabel, waarin per frequentieband wordt aangegeven voor welk type gebruik deze band is bestemd en volgens welk verdeelmechanisme deze band beschikbaar wordt gesteld voor frequentiegebruikers. In feite is het NFP een bestemmingsplan voor het radiospectrum. Op basis van dit plan wordt de vergunningverlening, het gebruik en het beheer van het spectrum uitgevoerd.

Aanleiding en inhoud van het besluit

Deze wijziging heeft betrekking op de frequentieruimte in de frequentieband 174 – 230 MHz. Deze frequentieruimte is bestemd voor digitale omroep. Een deel van deze frequentieruimte is reeds uitgegeven en bestemd voor landelijke en niet-landelijke commerciële radio-omroep, vanwege de koppeling met FM-vergunningen en de digitaliseringsverplichting. Er is eveneens reeds een tijdelijke laag gecreëerd bestaande uit lokale allotments die bij uitstek geschikt is voor het uitzenden van lokale radioprogramma’s. Deze laag wordt aangeduid als laag 6. Momenteel zijn delen van deze laag reeds tijdelijk uitgegeven en zijn daarvoor vergunningen verleend.

Er vinden wijzigingen plaats in de zogenoemde DAB-laag 4 voor de regionale publieke omroepen en de niet-landelijke commerciële omroepen. Deze wijzigingen hebben hun beslag gekregen in de NFP-wijziging van 26 augustus 2021.1 Daarmee is uitvoering gegeven aan de uitkomsten van de Taskforce digitale radio, die was ingesteld naar aanleiding van een wens van de Tweede Kamer.2 Op 26 maart 2019 is in de Taskforce definitief overeenstemming bereikt over een andere indeling van de DAB-lagen die bestemd zijn voor digitale radio. Als gevolg van het advies van de Taskforce gaan de niet-landelijke commerciële omroepen over naar een indeling die gebaseerd is op de provinciegrenzen. Daarmee is deze laag frequentie-technisch beter toegesneden op de wensen van de niet-landelijke partijen.

De wijzigingen in DAB-laag 4 hebben tot gevolg dat de frequentieblokken 5A, 5B, 6A, 7C, 8B en 12B voor DAB-laag 4 beschikbaar worden gesteld. De vergunninghouders in DAB-laag 4 kunnen vanaf 1 juni 2022 omstemmen naar deze nieuwe frequentieblokken. Door de wijzigingen in DAB-laag 4 moet een aantal vergunninghouders in DAB-laag 6 uiterlijk op 1 juni 2022 van frequentieblok wisselen. Partijen die het betreft zullen na publicatie van dit besluit in de Staatscourant ook per brief over de betreffende frequentiewisselingen worden geïnformeerd.

De bovengenoemde wijziging van het NFP maakt het mogelijk dat er aanpassingen plaatsvinden in de frequentieblokken die beschikbaar zijn voor DAB-laag 6, zodat het noodzakelijke wisselen van frequentieblokken kan plaatsvinden.

De volgende frequentieblokken worden toegevoegd: 6B, 6D, 8A, en 11A. Het frequentieblok 8B verdwijnt. Frequentieblokken 6B, 6D, 8A en 11A kunnen door deze wijziging van het NFP worden gebruikt tot 1 september 2024, met dien verstande dat de frequentieblokken 6B en 8A voor DAB-laag 6 pas beschikbaar per 1 september 2022 zijn, omdat ze tot dat moment gebruikt mogen worden in DAB-laag 4.

Met deze wijziging worden tevens de frequentieblokken 6C en 8D van 1 juni 2022 tot 1 september 2022 beschikbaar gesteld voor tijdelijk gebruik in DAB-laag 6, zodat met het gebruik van deze twee frequentieblokken vergunninghouders in DAB-laag 6 daar waar nodig meer flexibiliteit krijgen voor de migratie van hun netwerk naar een nieuw frequentieblok. Frequentieblok 6C is tot 1 september 2022 ook bestemd voor DAB-laag 4. In dit uitzonderlijke specifieke geval is het, vanwege de omstandigheid dat hier feitelijk geen gebruik van wordt gemaakt door vergunninghouders in laag 4, mogelijk dat dit frequentieblok gedurende een korte periode ten behoeve van twee lagen wordt gebruikt. Frequentieblok 8D is op dit moment nog geheel niet in gebruik. In de afbeelding behorende bij frequentietabel zijn de allotments geel gekleurd, waarvoor de frequentieblokken 6C en 8D beschikbaar worden gesteld voor tijdelijk gebruik. Met de pijltjes in de geel gekleurde allotments zijn de frequentieblokken voor tijdelijk gebruik en de nieuwe frequentieblokken weergegeven.

Ten slotte wordt met artikel I, onderdeel A, in HOL006 een kennelijke verschrijving hersteld die is ontstaan naar aanleiding van het Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 26 augustus 2021, nr. DGBI/ DE/212 14 205, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (Wijziging NFP ten behoeve van verlenging FM-vergunningen) (Stcrt. 2021, 38957). Hierbij was abusievelijk een wijzigingsinstructie geformuleerd die niet geheel juist was, waardoor een zin is blijven staan, die had moeten vervallen. Met artikel I, onderdeel A, is deze zin alsnog vervallen. Dit heeft geen inhoudelijke gevolgen.

Openbare voorbereidingsprocedure

Dit wijzigingsbesluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat het voorgenomen besluit zes weken, namelijk van 10 december 2021 tot en met 21 januari 2022, ter inzage heeft gelegen zodat eenieder zijn of haar zienswijze hierop kon geven. Er zijn geen zienswijzen ingebracht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
2

Zie Kamerstukken II, 2017–18, 24 095, 422, d.d. 11 december 2017 en Kamerstukken II, 2017–18, 24 095, 421, d.d. 9 oktober 2017.

Naar boven