Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 16 november 2022, kenmerk 3457390-1038540-PZO, houdende wijzigingen van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG en de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op de artikelen 40b en 65, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling openbare jaarverantwoording WMG wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk 6 komt te luiden:

Hoofdstuk 6. Gevolgen van rechtshandelingen waardoor zorgaanbieders ophouden te bestaan

Artikel 14
  • 1. Indien een zorgaanbieder in het boekjaar partij was bij een rechtshandeling die ertoe leidde dat één of meer zorgaanbieders ophielden zorgaanbieder te zijn, betrekt hij in zijn jaarverantwoording over het boekjaar tevens de gegevens en andere informatie van die één of meer gewezen zorgaanbieders.

  • 2. Een zorgaanbieder geeft in het geval van waarderingsverschillen van activa en passiva in vergelijking met de laatste financiële verantwoording van de betrokken gewezen zorgaanbieder, een toelichting op die verschillen in de financiële verantwoording over het boekjaar.

  • 3. Het eerste en tweede lid gelden niet voor gegevens en andere informatie die:

    • a. zijn betrokken in de jaarverantwoording over het boekjaar van een andere zorgaanbieder die op de in artikel 13 voorgeschreven wijze openbaar is gemaakt; of

    • b. betrekking hebben op een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 5a van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG.

B

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Governancecode Zorg 2017’ wordt telkens vervangen door ‘Governancecode Zorg 2022’.

2. ‘Inspectie SZW’ wordt vervangen door ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’.

C

Bijlage 5 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

In artikel 2 van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG wordt onder vernummering van de onderdelen 10e en 10f tot 10f en 10g een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 10e. artikelen 40a en 40b: persoonsgegevens behorend tot de categorie identificerende persoonsgegevens betreffende zorgaanbieders en bestuurders of medewerkers van zorgaanbieders;.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C

BIJLAGE 5. MELDING DAT OPENBARE JAARVERANTWOORDING IN ERNSTIGE MATE TEKORTSCHIET (DÉSAVEUVERKLARING) ALS BEDOELD IN ARTIKEL 13, VIERDE LID.

Door middel van onderstaand formulier kan de zorgaanbieder melden dat na deponering is gebleken dat de openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet. Het CIBG zal deze mededeling op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl en het portaal van het Landelijk Register Zorgaanbieders plaatsen. De openbaar gemaakte jaarverantwoording wordt door het CIBG niet heropend of vervangen, tenzij het een publicatiefout van het CIBG of schending van de Algemene verordening gegevensbescherming betreft.

Invullen indien van toepassing (alleen de van toepassing zijnde situatie invullen)

Boekjaar

Jaartal

Situatie 1:

Ik meld/Wij1 melden onverwijld dat de door de zorgaanbieder openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (anders dan situatie 2).2

Aanvinken

Situatie 2:

Ik meld/Wij melden onverwijld dat de financiële verantwoording of onderdelen van de daarbij te voegen informatie niet openbaar is/zijn gemaakt.

Aanvinken

Deponeren van de ontbrekende onderdelen:

1. financiële verantwoording en de toelichting daarop;

2. accountantsverklaring;

3. overige gegevens;

4. bestuursverslag;

5. verslag van de interne toezichthouder.

Naam van de bestuurder(s), de venno(o)t(en), de ma(a)t(en) of de eigenaar van een eenmanszaak die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder te vertegenwoordigen

eHerkenning

X Noot
1

Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen.

X Noot
2

De jaarverantwoording schiet bijvoorbeeld in ernstige mate tekort bij een onjuiste waardering of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering of een onjuiste of onvolledige toelichting of indien de andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder als bedoeld in Bijlage 4 in ernstige mate tekort schiet.

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling openbare jaarverantwoording WMG (Stcrt. 2021, 42397) gewijzigd. In deze wijzigingsregeling wordt een bepaling opgenomen om de gevolgen van rechtshandelingen waardoor zorgaanbieders ophouden te bestaan voor de openbare jaarverantwoording te regelen. Verder worden de Bijlagen 4 en 5 gewijzigd.

Daarnaast wordt de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG1 aangevuld in verband met de inwerkingtreding van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: AWtza).

2. Hoofdlijnen van deze wijzigingsregeling

2.1. Uitgangspunten openbare jaarverantwoording

Een openbare jaarverantwoording hoort bij een goede bedrijfsvoering. Het is van belang dat zorgaanbieders investeren in een integere en professionele bedrijfsvoering en in mechanismen die borgen dat de bedrijfsvoering transparant, integer en beheerst is. De verplichting om de jaarverantwoording in zijn geheel openbaar te maken, zorgt ervoor dat eenieder daarvan kennis kan nemen zodat een zorgaanbieder kan worden aangesproken op de continuïteit van de zorgverlening, integriteit en professionaliteit van de bedrijfsvoering.

2.2. Gevolgen van rechtshandelingen waardoor zorgaanbieders ophouden te bestaan voor de openbare jaarverantwoording

De openbaarmakingsplicht voor de zorgaanbieder geldt tot de datum dat een zorgaanbieder ophoudt te bestaan. Met artikel 14 wordt geregeld dat na een rechtshandeling die ertoe leidt dat één of meer zorgaanbieders ophouden te bestaan, de zorgaanbieder die bij de rechtshandeling partij was de gegevens en andere informatie over de zorgaanbieder(s) die ophouden een zorgaanbieder te zijn, in zijn eigen jaarverantwoording openbaart. Een dergelijk geval zal zich voordoen als gevolg van privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals fusie, samenvoeging of splitsing. Met fusie wordt een fusie bedoeld als in artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Bij een fusie is altijd sprake van een verkrijgende rechtspersoon en één of meer verdwijnende rechtspersonen. Met samenvoeging wordt in dit verband bedoeld het samengaan van geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders bedoeld in artikel 40b, zesde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg) (bijvoorbeeld de personenvennootschappen). Ook bij een samenvoeging is altijd sprake van een verkrijgend geen rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband van zorgaanbieders en van één of meer verdwijnende geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders. Bij splitsing kan men denken aan een zuivere splitsing2, een afsplitsing3 of een splitsing dan wel afsplitsing van een geen rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband van zorgaanbieders. Bij een zuivere splitsing is altijd sprake van een verdwijnende rechtspersoon en twee of meer verkrijgende rechtspersonen. Bij een afsplitsing is sprake van één of meer verkrijgende rechtspersonen4 en indien het gehele vermogen van een rechtspersoon overgaat bij het verdwijnen van die rechtspersoon.5

Ook kan gedacht worden aan publiekrechtelijke rechtshandelingen waarbij een zorgaanbieder ophoudt een zorgaanbieder te zijn (bijvoorbeeld ten aanzien van sommige universitaire medische centra, GGD’s of Regionale ambulancevoorzieningen met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid).

Reden voor artikel 14 is om te voorkomen dat over het boekjaar van een zorgaanbieder die ophoudt een zorgaanbieder te zijn, geen maatschappelijke verantwoording over de besteding van collectieve middelen wordt afgelegd, terwijl de zorgaanbieder die partij bij de rechtshandeling was de zorgverlening en de financiële bedrijfsvoering geheel of gedeeltelijk overneemt.

2.3. Deponeren van de ontbrekende financiële verantwoording of onderdelen van de daarbij te voegen informatie

Op grond van artikel 13, vierde lid, en het gewijzigde model van Bijlage 5 moet de zorgaanbieder in het geval dat de financiële verantwoording6 of onderdelen van de daarbij te voegen informatie7 in de openbaar gemaakte jaarverantwoording ontbreken, dit ernstig gebrek onverwijld via het elektronisch platform DigiMV melden en de ontbrekende onderdelen alsnog onverwijld via deze melding openbaren. Een voorbeeld van een ernstig gebrek aan de financiële verantwoording is de situatie dat de openbaar gemaakte financiële verantwoording met de toelichting daarop een leeg of verkeerd document betreft. Een tweede voorbeeld is een zorgaanbieder die geen verslag van de interne toezichthouder via het elektronisch platform DigiMV openbaar heeft gemaakt, maar wel op grond van artikel 3 van de Wet toetreding zorgaanbieders, of artikel 14 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen over een toezichthouder zou moeten beschikken.

2.4. Actualisatie van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG

In de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG wordt geregeld welke categorieën persoonsgegevens de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) voor haar taken en bevoegdheden mag verwerken en welke persoonsgegevens in dat kader door de zorgautoriteit mogen worden verstrekt aan de in artikel 70 Wmg genoemde instanties.

In deze wijzigingsregeling zijn noodzakelijke aanvullingen van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG opgenomen in verband met de inwerkingtreding van de AWtza. Het betreft de verwerking van identificerende persoonsgegevens in verband met het toezicht door de zorgautoriteit op de naleving van de eisen omtrent de transparante financiële bedrijfsvoering, financiële derivaten en openbare jaarverantwoording, bedoeld in de artikelen 40a respectievelijk 40b Wmg. De bij de uitvoering van het toezicht op de naleving van de artikelen 40a en 40b Wmg te verwerken categorieën persoonsgegevens worden in de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG opgenomen, zodat de zorgautoriteit, indien noodzakelijk, over een grondslag beschikt de betreffende persoonsgegevens te verwerken.

3. Verhouding tot hoger recht

3.1. Algemeen

In deze paragraaf is de wijziging van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG tot het hoger recht nader uiteengezet.

3.2. Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Met deze wijziging beschikt de zorgautoriteit over een grondslag om persoonsgegevens behorend tot de categorie identificerende persoonsgegevens betreffende zorgaanbieders en bestuurders of medewerkers van zorgaanbieders te verwerken. Dit is een inmenging van de persoonlijke levenssfeer wat op grond van artikel 8 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) niet zomaar is toegestaan. Artikel 8 voorziet in het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en heeft onder meer tot doel personen te beschermen tegen inbreuken op de persoonlijk levenssfeer. In het tweede lid van artikel 8 EVRM is bepaald dat inmenging is toegestaan voor zover dit bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is voor een in hetzelfde artikellid genoemd belang. De inmenging is bij wet voorzien aangezien Artikel II op basis van artikel 65 Wmg is opgenomen. De inmenging is noodzakelijk in het belang van de bescherming van de gezondheid of goede zeden. Van belang is dat zorgaanbieders een transparante financiële bedrijfsvoering voeren die in dienst staat van hun maatschappelijke doelstelling: het leveren van goede zorg.8 Tevens is het middel passend om het doel te bereiken aangezien de inmenging in de persoonlijke levenssfeer wordt beperkt tot de in het artikel genoemde identificerende persoonsgegevens en deze gegevens alleen worden verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de artikelen 40a en 40b Wmg.9

3.3. Algemene verordening gegevensbescherming

Met de wijziging heeft de zorgautoriteit de bevoegdheid persoonsgegevens te verwerken. Bij de verwerking van persoonsgegevens moet naast artikel 8 EVRM ook de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) in acht worden genomen. De AVG geeft regels voor de verwerking van de persoonsgegevens van natuurlijke personen. Onder persoonsgegevens in de zin van de AVG wordt alle informatie begrepen over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Onder verwerking valt kort gezegd elke handeling met betrekking tot persoonsgegevens die wordt gedefinieerd in artikel 4, tweede lid, AVG.

De bevoegdheid tot het verwerken van persoonsgegevens door de zorgautoriteit als ontvanger van de persoonsgegevens van het CIBG10 of van eenieder die desgevraagd gegevens en inlichtingen over de transparante bedrijfsvoering, financiële derivaten aan de zorgautoriteit dient te verstrekken die redelijkerwijs voor de uitvoering van de Wmg van belang kunnen zijn,11 wordt geregeld met artikel II van deze wijzigingsregeling. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheid door de verwerkingsverantwoordelijke in verband met de inwerkingtreding de artikelen 40a en 40b Wmg. De grondslag voor de verwerking door de zorgautoriteit volgt uit artikel 6, onder e, AVG waarin staat dat de verwerking van persoonsgegeven is toegestaan indien het noodzakelijk is voor de uitoefening van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.

Op grond van artikel 5 AVG moet de verwerking van persoonsgegevens toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt worden tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor de gegevens worden verwerkt. Om die reden wordt in de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG uitsluitend toegestaan dat de persoonsgegevens behorend tot de categorie identificerende persoonsgegevens betreffende zorgaanbieders en bestuurders of medewerkers van zorgaanbieders door de zorgautoriteit kunnen worden verwerkt. Bij het aanwijzen van de categorieën persoonsgegevens is gekeken naar de persoonsgegevens als bedoeld in artikel 60 Wmg die noodzakelijk (kunnen) zijn voor het treffen van individuele beschikkingen. Tevens is gekeken naar de categorieën van persoonsgegevens die noodzakelijk (kunnen) zijn voor het toezicht en zo nodig de handhaving door de zorgautoriteit op de in artikelen 40a en 40b Wmg voorgeschreven wijze van transparantie die de zorgaanbieder moet geven over de gemaakte keuzes in het kader van transparante financiële bedrijfsvoering, aangetrokken financiële derivaten en tijdige, volledige en juiste openbaarmaking van de jaarverantwoording.

4. Inwerkingtreding

Deze wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG treedt voor Artikel I, onderdeel B, en C, op 1 januari 2023 in werking. De wijziging van Bijlage 5 treedt op 1 januari 2023 in werking, omdat de feiten, omstandigheden en in het bijzonder de overtreding niet vóór de inwerkingtredingsdatum liggen. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat de gewijzigde melding gaat gelden vanaf boekjaar 2022. De jaarverantwoording over boekjaar 2022 wordt opgesteld, vastgesteld en openbaar gemaakt na 1 januari 2023, na dit tijdstip kan pas het ernstig gebrek ontstaan.

De wijziging opgenomen in artikel I, onderdeel A, treedt in werking op 1 januari 2024. Voor deze datum is gekozen zodat partijen die het aangaat met deze nieuwe bepaling rekening kunnen houden in de wijze waarop zij hun transparante en ordelijke financiële administratie voeren gedurende boekjaar 2023 en de afspraken die zij maken bij een aanstaande rechtshandeling waardoor één of meer zorgaanbieders ophouden te bestaan.

Ook de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG treedt op 1 januari 2023 in werking.

5. Gevolgen voor de regeldruk

De verplichting voor een zorgaanbieder om na een rechtshandeling waardoor een andere zorgaanbieder ophoudt te bestaan, in zijn eigen jaarverantwoording de gegevens en andere informatie van die één of meer gewezen zorgaanbieders in zijn eigen openbare jaarverantwoording te betrekken, heeft in beperkte mate gevolgen voor de regeldruk.

Voor zorgaanbieders die rechtspersoon zijn in de zin van Boek 2 BW, rusten de verplichtingen omtrent de financiële verantwoording van de verdwijnende zorgaanbieders na de fusie of splitsing reeds op de verkrijgende zorgaanbieders door titel 7 van Boek 2 BW. Als gevolg van artikel 14, eerste lid, moet deze groep zorgaanbieders ook de andere informatie over de bedrijfsvoering (de openbare vragenlijst met basis-indicatoren in bijlage 4) van de verdwijnende zorgaanbieder via hun eigen jaarverantwoording openbaar maken. Artikel 14 is ook van toepassing op zorgaanbieders anders dan rechtspersonen als bedoeld in Boek 2 BW, zoals publiekrechtelijke rechtspersonen of personenvennootschappen. Voor deze zorgaanbieders wordt door artikel 14 de verplichting geïntroduceerd om na een rechtshandeling waardoor één of meer zorgaanbieders ophielden te bestaan de gegevens en andere informatie van de zorgaanbieder die ophoudt een zorgaanbieder te zijn, in de eigen jaarverantwoording te betrekken indien die publiekrechtelijke rechtspersoon of personenvennootschap partij was bij die rechtshandeling.

In de tweede helft van 2019 en in 2020 heeft de zorgautoriteit 243 concentraties in de zorg goedgekeurd.12 Daarvan uitgaande brengen ieder jaar ongeveer 162 zorgaanbieders juridische en bestuurlijke fusies, overnames of een gezamenlijke onderneming tot stand. In een dergelijke situatie zal het ongeveer vier uur extra tijd in beslag nemen om de gegevens en andere informatie in de jaarverantwoording te verwerken. Uitgaande van een uurloon van € 39, is de regeldruk van deze bepaling circa € 156 per verkrijgende zorgaanbieder. De totale regeldruk in de zorgsector betreft circa € 25.272 per jaar. Omdat splitsingen of afsplitsingen niet gemeld hoeven te worden bij de zorgautoriteit of Autoriteit Consument & Markt, is onbekend hoe vaak dit bij zorgaanbieders gebeurt. Geschat wordt dat dit een vergelijkbaar aantal zorgaanbieders is en derhalve vergelijkbare regeldruk betreft.

De wijziging van Bijlage 5 heeft geen regeldrukgevolgen. Deze bijlage bevat een meldingsformulier voor het geval dat de openbaar gemaakte jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet. Dit formulier hoeft alleen te worden gebruikt als de zorgaanbieder een melding doet dat zijn jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet. Bij het berekenen van de gevolgen voor de regeldruk wordt er vanuit gegaan dat de zorgaanbieder zich aan geldende wet- en regelgeving houdt en dit formulier dus niet hoeft te gebruiken.

6. Toetsen

6.1. Fraudetoets

De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor frauderisico.

6.2. Gegevensbeschermingseffectbeoordeling

Gezien de aard van deze wijzigingsregeling is in de fase van beleidsontwikkeling een gegevensbeschermingseffectbeoordeling uitgevoerd. Met behulp hiervan is de noodzaak van gegevensverwerking bekeken en zijn op gestructureerde wijze de implicaties van de wijzigingsregeling op gegevensbescherming in kaart gebracht.

De functionaris voor gegevensbescherming van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft geen opmerkingen bij het concept en de data protection impact assessment (DPIA). Daarbij is opgemerkt dat de nadere invulling van de privacyrisico’s op de uitvoering bij de zorgautoriteit liggen.

6.3. Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de beperkte gevolgen voor de regeldruk in de toelichting toereikend in beeld zijn gebracht.

6.4. Autoriteit Persoonsgegevens

De Autoriteit Persoonsgegevens had geen opmerkingen over het concept van de onderhavige regeling.

6.5. Informele afstemming met de zorgautoriteit, de IGJ en het CIBG

De zorgautoriteit, de IGJ en het CIBG zijn op ambtelijk niveau geraadpleegd en hadden geen bezwaar tegen het concept.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het eerste lid van artikel 14 brengt met zich dat indien een zorgaanbieder in het boekjaar partij was bij een rechtshandeling die ertoe leidde dat één of meer zorgaanbieders ophielden zorgaanbieder te zijn, de gegevens en andere informatie van die één of meer gewezen zorgaanbieders in zijn eigen openbare jaarverantwoording moet worden betrokken. Deze verplichting geldt slechts indien de gewezen zorgaanbieder ophoudt te bestaan als zorgaanbieder en daarmee niet langer openbaarmakingsplichtig is op grond van artikel 40b Wmg. In paragraaf 2.2. van het algemeen deel van deze toelichting, wordt hierop uitgebreider ingegaan.

Wanneer meerdere zorgaanbieders betrokken zijn bij een rechtshandeling die ertoe leidde dat één of meer zorgaanbieders ophielden zorgaanbieder te zijn, dan is het niet opportuun dat ieder van hen verplicht is de gegevens en andere informatie van de zorgaanbieder die ophoudt een zorgaanbieder te zijn, in zijn jaarverantwoording betrekt. Artikel 14, derde lid, onderdeel a, regelt dat indien er sprake is van meerdere bij de rechtshandeling betrokken zorgaanbieders, slechts één van hen die gegevens en andere informatie in zijn jaarverantwoording betrekt.

Indien een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 5a van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG bij een rechtshandeling ophoudt te bestaan dan geldt deze verplichting niet om de gegevens en andere informatie van die zorgaanbieder in de jaarverantwoording te betrekken. Dit volgt uit artikel 14, derde lid, onderdeel b,

Onderdeel B

De Governancecode Zorg 2017 is per 1 januari 2022 vervangen door de Governancecode Zorg 2022. Om die reden wordt ‘Governancecode Zorg 2017’ vervangen door ‘Governancecode Zorg 2022’.

Sinds 1 januari 2022 is de Inspectie SZW voortgezet onder de naam Nederlandse Arbeidsinspectie. Daarom wordt ‘Inspectie SZW’ aangepast naar ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’.

Artikel II

In dit onderdeel wordt een nieuw onderdeel toegevoegd aan artikel 2 van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG waarmee invulling wordt gegeven aan artikel 65 Wmg en waardoor de zorgautoriteit over een grondslag beschikt om de tot deze categorie behorende persoonsgegevens te mogen verwerken.

Artikel III

Deze wijzigingsregeling treedt voor artikel I, onderdeel B en C, en artikel II in werking op 1 januari 2023. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat de genoemde wijzigingen ten aanzien van de jaarverantwoording voor het eerst van toepassing zullen zijn op de openbare jaarverantwoording over het boekjaar 2022, welke jaarverantwoording vóór 1 juni 2023 openbaar moet worden gemaakt.

Voor artikel I, onderdeel A, treedt deze wijzigingsregeling in werking op 1 januari 2024. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat de wijzigingen ten aanzien van de gevolgen van rechtshandelingen waardoor zorgaanbieders ophouden te bestaan voor de jaarverantwoording voor het eerst van toepassing zullen zijn op de openbare jaarverantwoording over het boekjaar 2023, welke jaarverantwoording vóór 1 juni 2024 openbaar moet worden gemaakt.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Regeling categorieën persoonsgegevens Wmg, Stcrt. 2008, nr. 247, laatstelijk gewijzigd op 29 juni 2018 Stcrt 2018, 37242.

X Noot
2

Artikel 2:334a, tweede lid, BW.

X Noot
3

Artikel 2:334a, derde lid, BW.

X Noot
4

Artikel 2:334a, tweede lid, BW.

X Noot
5

Artikel 2:334c, eerste lid, BW.

X Noot
6

Artikel 40b, tweede lid, onderdeel a, Wmg.

X Noot
7

Artikel 40b, tweede lid, onderdeel b, Wmg.

X Noot
8

Kamerstukken II 2019/20, 34 768, nr. 13 (derde nota van wijziging AWtza).

X Noot
9

Artikel 16, onderdeel e, Wmg.

X Noot
10

Artikel 22, eerste lid, Wmg.

X Noot
11

Artikel 61, eerste lid, Wmg.

X Noot
12

Informatiekaart Concentraties in de zorg 2020, van de zorgautoriteit, te raadplegen op https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_645422_22/1/. Onder concentratie wordt verstaan: fusies, overnames of andere vormen van zeggenschapsoverdracht en de oprichting van joint ventures.

Naar boven