Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 17 november 2022, nr. WJZ/ 22514694, tot wijziging van de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen in verband met aanpassing van de wijze van uitkering en aanvulling van de bijlage met verstrekkingen over 2022

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling minister komt te luiden:

minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat.

2. In de alfabetische volgorde worden drie begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

bestuurlijke afspraken:

bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 die zijn gemaakt tussen de minister, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en zeven gemeenten in het aardbevingsgebied en de provincie Groningen (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 830);

Convenant Batch 1.588:

convenant van 11 maart 2019 dat is gesloten tussen de minister, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Midden-Groningen en Groningen (Stcrt. 2019, 18984);

gemeente:

één van de gemeenten, genoemd in artikel 2, eerste lid.

B

In artikel 2 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Uitkeringsplafond, uitkering, verdeling en wijze van betaling

  • 1. Het uitkeringsplafond bedraagt € 2.266.000.000.

  • 2. De minister verspreidt de uitkering over meerdere kalenderjaren. Uiterlijk op 1 oktober van het desbetreffende kalenderjaar dienen de gemeenten en de provincie gezamenlijk per op grond van artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met f, te verstrekken uitkering een voorstel voor de verdeling van die uitkering over de gemeenten en provincie en over de activiteiten voor het desbetreffende kalenderjaar in bij de minister. De minister neemt de hoogte en de verdeling van de uitkering per kalenderjaar op in de bijlage bij dit artikel.

  • 3. De verstrekking van de uitkering voor het desbetreffende kalenderjaar vindt uiterlijk op 1 december van dat kalenderjaar plaats. De bedragen worden binnen twee weken na het verzenden van de verstrekking uitbetaald.

D

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

‘Bijlage bij artikel 4, tweede lid, van de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen.’

2. Voor de tekst wordt op een aparte regel ingevoegd “Tranche 2021:”.

3. Er wordt een tekst toegevoegd, luidende:

Tranche 2022:

  • 1. De specifieke uitkering, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 13.612.906, waarvan:

      • 1°. € 4.947.539 voor de uitvoering van projecten uit het programma Toukomst, waarvan:

        • € 28.439 voor de uitvoering van het project Stee(vast) in de regio;

        • € 25.000 voor de uitvoering van het project Pioniers in de provincie;

        • € 50.000 voor de uitvoering van het project Op weg naar een kruidenrijke Toukomst voor weidevogels;

        • € 41.300 voor de uitvoering van het project Waterstofbanen in de maakindustrie;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Oost van Groningen;

        • € 2.000.000 voor de uitvoering van het project Gronings Vuur;

        • € 1.500.000 voor de uitvoering van het project Kansen voor kinderen in Groningen;

        • € 300.000 voor de uitvoering van het project Makeport Mercurius;

        • € 50.000 voor de uitvoering van het project Energiehub050 met Experience Zone;

        • € 200.000 voor de uitvoering van het project Route 2040;

        • € 413.000 voor de uitvoering van het project Groninger films;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Groningen Werkt Circulair (voorbereidend project);

        • € 180.000 voor de uitvoering van het project Stille Goud;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Kiekn & Doun; en

        • € 41.300 voor de uitvoering van het project Nieuwe Zaaiplaatsen;

        en

      • 2°. € 8.546.867 voor de uitvoering van projecten in de Provincie Groningen, waarvan:

        • € 1.900.244 voor de uitvoering van het project Tijd voor toekomst;

        • € 1.000.000 voor de uitvoering van het project ZESS Hub Groningen deel provincie Groningen;

        • € 600.000 voor de uitvoering van het project Regiomarketing Oost-Groningen;

        • € 3.800.000 voor de uitvoering van het project Groene waterstof op weg in Groningen;

        • € 325.000 voor de uitvoering van het project Impuls vrijetijdseconomie & Gebiedsontwikkeling;

        • € 906.623 voor de uitvoering van het project Verbetering mentale gezondheid in Groningen; en

        • € 15.000 voor de uitvoering van het project Sociale, mentale en gezondheidsondersteuning;

        en

      • 3°. € 118.500 voor de uitvoering van project Hackatons (eerste tranche) bij het Programmabureau;

    • b. de gemeente Oldambt: € 1.102.169 waarvan:

      • € 802.169 voor de uitvoering van het project Pilot IJslandspreventiemodel; en

      • € 300.000 voor de uitvoering van het project Regiomarketing Oost-Groningen (deel Oldambt);

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 7.500.000 voor de uitvoering van het project Dorps- en wijkplannen;

    • d. de gemeente Het Hogeland: € 3.940.837 waarvan:

      • € 2.904.272 voor de uitvoering van het project Nieuw Roakeldais; en

      • € 1.036.565 voor de uitvoering van het project Proces opstellen lokaal programma Het Hogeland;

    • e. de gemeente Groningen: € 3.404.840, waarvan:

      • € 1.654.840 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst (deel van gemeente Groningen);

      • € 1.250.000 voor de uitvoering van het project Uitvoeringsprogramma projecten versterken openbare ruimte en ruimtelijke structuur in Beijum; en

      • € 500.000 voor de uitvoering van het project ZESS Hub (deel van gemeente Groningen);

    • f. de gemeente Eemsdelta: € 3.744.917 waarvan:

      • € 606.200 voor de uitvoering van de Campusontwikkeling het Festival;

      • € 242.000 voor de uitvoering van het project de Stille Rijkdom van De Ploeg en de Amsterdamse School;

      • € 282.000 voor de uitvoering van het project JongGOUD;

      • € 1.473.967 voor de uitvoering van het project Ruimte voor bewonersinitiatieven; en

      • € 1.140.750 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst Eemsdelta college.

  • 2. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Groningen: € 5.388.872 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • b. de gemeente Het Hogeland: € 5.115.021 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 2.519.636 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • d. de gemeente Eemsdelta: € 33.170.922 waarvan:

      • 1°. € 13.740.000 voor Sloop/Nieuwbouw;

      • 2°. € 19.318.422 voor tegemoetkomingen; en

      • 3°. € 112.500 voor maatwerk;

    • e. de gemeente Oldambt: € 2.584.300 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B.

  • 3. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 9.335.924 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • b. de gemeente Midden- Groningen: € 2.500.512 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • c. de gemeente Groningen: € 3.438.997 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • d. de gemeente Oldambt € 754.724 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • e. de gemeente Het Hogeland € 2.096.430 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • f. de Provincie Groningen: € 2.197.228 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet.

  • 4. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.500.000 voor van de inpassingskosten uit blok D;

    • b. de gemeente Het Hogeland: € 2.500.000 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 3.175.000 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • d. de provincie Groningen: € 376.012 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • e. de gemeente Groningen: € 5.391.249 voor de inpassingskosten uit blok D; en

    • f. de gemeente Oldambt: € 500.000 voor de inpassingskosten uit blok D.

  • 5. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, wordt verspreid over vier kalenderjaren (2021 – 2024) uitgekeerd en ziet voor 2022 op de volgende bedragen:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.063.132 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 244.972 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • c. de gemeente Groningen: € 365.987 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • d. de gemeente Oldambt: € 121.760 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • e. de gemeente Het Hogeland € 204.150 voor de sociaal economische ondersteuning (specials); en

    • f. de provincie Groningen: € 2.559.000 voor de ondersteuning van de maatschappelijke organisaties.

  • 6. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 81.400.000 voor de uitvoering van batch 1588;

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 20.000.000 voor de uitvoering van batch 1588; en

    • c. de gemeente Groningen: € 700.000 voor de uitvoering van batch 1588.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 november 2022

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

TOELICHTING

1. Aanleiding en inhoud

Met de onderhavige regeling wordt de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen gewijzigd, in verband met aanpassing van de wijze van uitkering en aanvulling van de bijlage met verstrekkingen over 2022.

De activiteiten die de gemeenten en de provincie in de provincie Groningen met behulp van de specifieke uitkering uitvoeren houden verband met de versterkingsopgave, of zijn gericht op de verbetering van de sociale cohesie, of zijn gericht op de toekomstbestendigheid of leefbaarheid van de provincie Groningen.

Deze wijziging brengt de regeling in lijn met de invulling ervan in de praktijk en zorgt er voor dat de gemeenten in 2022 over voldoende middelen beschikken om activiteiten in het kader van deze doeleinden uit te voeren. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in het kader van transparantie te verduidelijken wat het uitkeringsplafond is. De verstrekking en verdeling van de specifieke uitkeringen volgt uit de afspraken in het Nationaal Programma Groningen, de bestuurlijke afspraken 2020 en het Convenant Batch 1588. Het gaat om de volgende maximale bedragen:

  • het Nationaal Programma Groningen (artikel 2, eerste lid, onderdeel a) (1,15 miljard);

  • het wegnemen van verschillen (artikel 2, eerste lid, onderdeel b) (300 miljoen);

  • werkzaamheden van de gemeenten en provincie ten behoeve van de uitvoering van de versterking (artikel 2, eerste lid, onderdeel c) (75 miljoen);

  • inpassingskosten (artikel 2, eerste lid, onderdeel d) (250 miljoen);

  • sociale en emotionele ondersteuning voor bewoners (artikel 2, eerste lid, onderdeel e) (11 miljoen); en

  • de uitvoering van batch 1588 (artikel 2, eerste lid, onderdeel f) (480 miljoen).

Het totale uitkeringsplafond is opgenomen in artikel 4, eerste lid. Het oorspronkelijke artikel 4 komt te vervallen, om de regeling aan te laten sluiten bij de wijze waarop de uitkeringen in de praktijk worden verstrekt. De uitkeringen worden namelijk in jaarlijkse tranches verstrekt op voorstaan van de gemeenten en de provincie zelf, er worden geen voorschotten verleend. In het gewijzigde artikel 4, tweede lid, is opgenomen dat de verstrekking van de totaalbedragen wordt verspreid over meerdere kalenderjaren en dat jaarlijks in de bijlage bij de regeling het uit te keren bedrag per kalenderjaar en de verdeling van de bedragen over de gemeenten en de provincie wordt bekend gemaakt.

De bijlage, bedoeld in het gewijzigde artikel 4, wordt jaarlijks aangevuld met de publicatie van een nieuwe tranche. Het publiceren van de tranches heeft ten doel het bedrag toegekend aan specifieke gemeenten als gevolg van de (jaarlijkse) verdeling van de totaalbedragen transparant weer te geven.

2. Regeldruk

De wijziging van deze regeling brengt geen regeldrukeffecten met zich. Aangezien deze regeling specifieke uitkeringen betreft, en daarom uitkeringen aan medeoverheden, worden er geen uitvoeringslasten voor burgers en bedrijven verwacht. Medeoverheden kunnen met behulp van de uitkering activiteiten ontplooien waarbij ze derde partijen inschakelen, en dat kunnen burgers en bedrijven zijn. Die zullen dan in het kader van hun gebruikelijke dienstverlening optreden. De wijziging is noodzakelijk omdat de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de decentrale overheden in het aardbevingsgebied van voldoende middelen wil voorzien om hun taken uit te voeren.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat er naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk zullen zijn.

3. Inwerkingtreding

Voor inwerkingtreding van de regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd doordat de decentrale overheden gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding. De te verstrekken bedragen die voortvloeien uit de wijziging van deze regeling zijn tot stand gekomen in samenspraak met de gemeenten en provincie die de bedragen ontvangen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven