Wijziging van Leidraad Invordering 2008

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 25 juli 2022, nr. 2022-196575

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M. De wijziging betreft enkele (tijdelijke) wijzigingen van het saneringsbeleid voor ondernemers.

ARTIKEL I

Het besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juni 2022, nr. 2022-167170 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 26.3.5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

Om de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden van ondernemers te bevorderen, neemt de ontvanger van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 genoegen met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente crediteuren wordt aangeboden. Voor de toepassing van dit artikel moet daarom voor verzoeken om sanering die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen, in plaats van het dubbele uitkeringspercentage, hetzelfde uitkeringspercentage dat aan concurrente crediteuren op hun vordering zal worden uitgekeerd, worden beoordeeld.

B

Na artikel 26.3.5, wordt tijdelijk het volgende nieuwe artikel ingevoegd:

26.3.5a. Tijdelijk uitkeringspercentage bij saneringsakkoorden

Om de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden van ondernemers te bevorderen, neemt de ontvanger van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 genoegen met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente crediteuren op hun vorderingen wordt aangeboden.

Voor een saneringsakkoord als bedoeld in artikel 21 van de regeling (zie ook artikel 26.3.1) betekent dit dat de ontvanger daarmee in kan stemmen, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld, ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren die in het akkoord zijn betrokken, op hun vorderingen wordt aangeboden. Dit is van overeenkomstige toepassing in de situatie bedoeld in artikel 26.3.8, tweede gedachtestreepje.

Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op verzoeken om sanering als bedoeld in artikel 21 van de regeling (zie ook artikel 26.3.1) die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen, voor zover het verzoeken betreft van ondernemers die hun onderneming voortzetten.

C

Aan de opsomming van artikel 26.3.8 wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

  • Publieke schuldeisers, indien en voor zover die een vordering hebben op belastingschuldige waarop artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is en die daarom niet mag worden kwijtgescholden, tenzij die vordering vanwege het verwijtbaar handelen of nalaten van belastingschuldige is ontstaan of onbetaald gebleven.

D

Na artikel 73.3a.2 wordt tijdelijk het volgende nieuwe artikel ingevoegd:

73.3a.2a. Tijdelijk uitkeringspercentage WHOA

Om de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden te bevorderen, neemt de ontvanger van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 genoegen met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente schuldeisers op hun vorderingen wordt aangeboden.

Voor akkoorden die in het kader van de WHOA (artikel 370, eerste lid, FW) aan de ontvanger worden aangeboden, betekent dit dat de ontvanger daarmee in kan stemmen, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren die in het akkoord zijn betrokken, op hun vorderingen wordt aangeboden. Bij de beoordeling van het akkoord houdt de ontvanger rekening met de zogenoemde 20%-regel als bedoeld in artikel 374, tweede lid, FW. De ontvanger kan daardoor onder omstandigheden ook medewerking verlenen aan een akkoord als bedoeld in artikel 370 FW, ondanks dat hij niet ten minste hetzelfde percentage ontvangt als hetgeen aan concurrente crediteuren als bedoeld in artikel 374, tweede lid, FW, op hun vorderingen zal worden uitgekeerd.

Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op verzoeken om instemming met een akkoord als bedoeld in artikel 370, eerste lid, FW die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen, voor zover het akkoord is gericht op het voortzetten van de onderneming. Deze maatregel kan bovendien van toepassing worden geacht als de rechtbank wordt verzocht om het akkoord te homologeren (zie artikel 383, eerste lid, FW), indien en voor zover de ontvanger reeds had ingestemd met het akkoord dat aan de rechtbank ter homologatie wordt voorgelegd.

E

Na artikel 73.5.1 wordt tijdelijk het volgende nieuwe artikel ingevoegd:

73.5.1a. Tijdelijk uitkeringspercentage MSNP voor ondernemers

Om de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden van ondernemers te bevorderen, neemt de ontvanger in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 genoegen met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente crediteuren op hun vorderingen wordt aangeboden.

Voor schuldregelingen als bedoeld in artikel 73.5.1, die ten behoeve van een natuurlijk persoon, zijnde ondernemer, tot stand komen, betekent dit dat de ontvanger daarmee in kan stemmen, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren die in het akkoord zijn betrokken, op hun vorderingen wordt aangeboden.

Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op minnelijke schuldregelingen waarbij de onderneming wordt voortgezet en waarvan een afschrift van de stabilisatieovereenkomst, een schriftelijke mededeling dat een schuldregelingsovereenkomst tot stand is gekomen of een schriftelijk aanbod van het akkoordbedrag in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 is ontvangen. Deze maatregel kan bovendien van toepassing worden geacht als de belastingschuldige de rechtbank verzoekt om een akkoord aan de gezamenlijke schuldeisers op te leggen (zie artikel 287a, eerste lid, FW) en de ontvanger reeds had ingestemd met het door hem te ontvangen bedrag in het akkoord dat aan de rechter wordt voorgelegd.

F

Na artikel 73.6.4 wordt tijdelijk het volgende nieuwe artikel ingevoegd:

73.6.4a. Tijdelijk uitkeringspercentage buitengerechtelijk akkoord voor ondernemers

Om de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden van ondernemers te bevorderen, neemt de ontvanger in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 genoegen met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente schuldeisers wordt aangeboden.

Voor een akkoord als bedoeld in artikel 22a van de regeling, betekent dit dat de ontvanger daarmee in kan stemmen, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld, ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren op hun vorderingen wordt aangeboden die in het akkoord zijn betrokken.

Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op akkoorden als bedoeld in artikel 22a van de regeling voor zover deze zijn gericht op het voortzetten van een onderneming en in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen. Deze maatregel kan bovendien van toepassing worden geacht als de belastingschuldige de rechtbank verzoekt om een akkoord aan de gezamenlijke schuldeisers op te leggen (zie artikel 287a, eerste lid, FW) en de ontvanger reeds had ingestemd met het akkoord dat aan de rechter wordt voorgelegd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt op 1 augustus 2022 in werking. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 juli 2022

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken

TOELICHTING

Artikel I, onderdelen A, B, D, E en F betreffen tijdelijke wijzigingen van het saneringsbeleid voor ondernemers ten aanzien van het uitkeringspercentage waarmee de ontvanger genoegen neemt in minnelijke saneringsakkoorden.

De coronacrisis heeft aanzienlijke en uitzonderlijke gevolgen gehad voor Nederlandse ondernemers. De Belastingdienst zet zich daarom al vanaf de start van de coronacrisis in om ondernemers te ondersteunen, onder meer door een ruimhartig uitstelbeleid te voeren en verzoeken om sanering van ondernemers met een welwillende blik te beoordelen.1

Sluitstuk van deze coulance is dat de Belastingdienst in minnelijke saneringsakkoorden tijdelijk genoegen neemt met een lager uitkeringspercentage. Dit heeft het kabinet reeds bij brief van 11 oktober 2021 aangekondigd.2

Hiermee wordt beoogd de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden te bevorderen. Het betreft uitdrukkelijk een tijdelijke tegemoetkoming die in de eerste plaats is bedoeld om in de kern gezonde ondernemingen met een problematische schuldenlast, extra te ondersteunen in de nasleep van de coronacrisis en het daarmee verband houdende ruimhartige uitstelbeleid. Daarnaast wil het kabinet voorkomen dat in de kern gezonde ondernemingen die steun hebben genoten, nu alsnog failliet gaan, waardoor de verleende steun in feite verloren zou gaan.

De belastingschulden die door de coronacrisis zijn ontstaan, verschillen daarnaast wezenlijk van karakter met reguliere belastingschulden. Het ruimhartige generieke corona-uitstelbeleid stond ondernemers toe om gedurende een bepaalde periode bepaalde belastingen niet te betalen.3 Deze maatregel had tot doel om ondernemers tijdelijk extra liquiditeiten te verschaffen waarmee zij onder meer hun noodzakelijke vaste lasten konden voldoen. Feitelijk heeft de Belastingdienst daarmee als kredietverstrekker opgetreden, waardoor een grotere schuldenlast kon ontstaan bij ondernemers.

Alles overwegende acht het kabinet het passend om tijdelijk toe te staan dat de Belastingdienst genoegen neemt met ten minste hetzelfde uitkeringspercentage als hetgeen aan concurrente crediteuren op hun vordering wordt aangeboden in minnelijke saneringstrajecten. Het kabinet verwacht dat minnelijke saneringsakkoorden voor ondernemingen die hiervoor in aanmerking komen, met deze maatregel makkelijker en sneller gerealiseerd kunnen worden. Dat vergroot de overlevingskansen van in de kern gezonde ondernemingen en biedt de ondernemer perspectief. Het tijdelijke karakter van de maatregel brengt de directe relatie van deze maatregel met de coronacrisis tot uitdrukking.

Voor de volledigheid merk ik nog op dat deze goedkeuring alleen van toepassing is op minnelijke saneringstrajecten waarbij de onderneming wordt voortgezet.4 Daarnaast merk ik op dat hoewel de goedkeuring is gericht op het bevorderen van de totstandkoming van minnelijke saneringsakkoorden, de maatregel ook van toepassing is in situaties waarin de ontvanger reeds had ingestemd met een akkoord als bedoeld in artikel 22a van de regeling, of een akkoord als bedoeld in artikel 370 FW, maar het akkoord desondanks toch aan de rechtbank wordt voorgelegd met het verzoek het akkoord aan de gezamenlijke schuldeisers op te leggen, respectievelijk het akkoord te homologeren.

Met dit wijzigingsbesluit geef ik dus gevolg aan de eerdere toezegging van het kabinet5 en keur ik een aantal maatregelen goed. Dit brengt de volgende concrete wijzigingen met zich mee.

Artikel I, onderdeel A, wijzigt tijdelijk artikel 26.3.5, zodat het in lijn is met het tijdelijke beleid, dat de Belastingdienst in minnelijke saneringsakkoorden genoegen neemt met een lager uitkeringspercentage in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023.

Artikel I, onderdeel B, introduceert tijdelijk artikel 26.3.5a, zodat de ontvanger zijn medewerking kan verlenen aan een akkoord als bedoeld in artikel 21 van de regeling (zie ook artikel 26.3.1), waarbij de onderneming wordt voortgezet, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld, ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren op hun vordering wordt aangeboden die in het akkoord zijn betrokken. Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op verzoeken om sanering als bedoeld in artikel 21 van de regeling (zie ook artikel 26.3.1) die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen.

Artikel I, onderdeel D, introduceert artikel 73.3a.2a, waardoor de ontvanger kan instemmen met een akkoord in het kader van de WHOA (artikel 370, eerste lid, FW) als hem ten minste hetzelfde percentage wordt aangeboden als hetgeen aan concurrente schuldeisers op hun vordering wordt aangeboden. De ontvanger houdt bij de beoordeling van het akkoord rekening met de zogenoemde 20%-regel als bedoeld in artikel 374, tweede lid, FW. De ontvanger kan daardoor onder omstandigheden ook zijn medewerking verlenen aan een akkoord als bedoeld in artikel 370 FW, ondanks dat hij niet ten minste hetzelfde percentage zal ontvangen als wat concurrente schuldeisers als bedoeld in artikel 374, tweede lid, FW, op hun vordering zullen ontvangen. Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op verzoeken om instemming met een akkoord als bedoeld in artikel 370, eerste lid, FW, die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen.

Artikel I, onderdeel E, introduceert artikel 73.5.1a. Met de introductie van dit nieuwe artikel kan de ontvanger ook zijn medewerking verlenen in een MSNP-traject als bedoeld in artikel 73.5.1, dat ten behoeve van een ondernemer zijnde een natuurlijk persoon wordt uitgevoerd, als het door de ontvanger te ontvangen deel van de belastingschuld, ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren op hun vorderingen wordt aangeboden. Hierbij merk ik op dat de betrokken schuldhulpverlener niet noodzakelijkerwijs een NVVK lid of gemeente moet zijn. Zie in dit verband artikel 73.5.1, letter b en artikel 73.5a. Deze maatregel is van toepassing op MSNP-trajecten waarvan een afschrift van de stabilisatieovereenkomst, een schriftelijke mededeling dat een schuldregelingsovereenkomst tot stand is gekomen of een schriftelijk aanbod van het akkoordbedrag in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 is ontvangen. Dit heeft te maken met het specifieke en langdurige karakter van MSNP-trajecten. Een MSNP-traject als bedoeld in artikel 73.5.1 bestaat namelijk uit verschillende formele onderdelen, waardoor het kan voorkomen dat na een lange stabilisatieperiode de schuldregelingsovereenkomst pas tot stand komt en daaropvolgend een akkoordbedrag kan worden aangeboden. Daarom is deze maatregel ook van toepassing als de stabilisatieovereenkomst of schuldregelingsovereenkomst reeds voor 1 augustus 2022 tot stand is gekomen.

Met artikel I, onderdeel F, wordt tijdelijk artikel 73.6.4a geïntroduceerd, zodat de ontvanger zijn medewerking kan verlenen aan een akkoord als bedoeld in artikel 22a van de regeling waarbij de onderneming wordt voortgezet, als het door hem te ontvangen deel van de belastingschuld, ten minste hetzelfde percentage bedraagt als hetgeen aan concurrente crediteuren op hun vordering wordt aangeboden die in het akkoord zijn betrokken. Deze tijdelijke maatregel is van toepassing op verzoeken om instemming met een akkoord als bedoeld in artikel 22a van de regeling die in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 zijn ontvangen.

Verder wordt met artikel I, onderdeel C, invulling gegeven aan de op 1 juli 2022 aangekondigde maatregel dat de Belastingdienst bij verzoeken om sanering zijn medewerking kan verlenen, ondanks de omstandigheid dat bepaalde publieke schuldeisers, zoals UWV en RVO, geen finale kwijting van hun vordering kunnen verlenen. De Belastingdienst ontving signalen dat, nu kwijtschelding van NOW- en TVL-schulden juridisch niet mogelijk lijkt in verband met Europese staatssteunregels, schuldsaneringen mogelijk niet tot stand komen, die anders wel tot stand zouden komen.6 Dat vind ik niet gewenst.

NOW- en TVL-terugvorderingen komen voort uit de gehanteerde voorschotsystematiek die noodzakelijk was om ondernemers snel van steun te voorzien ten tijde van de Coronapandemie. Deze terugvorderingen zijn voor ondernemers daarom lang niet altijd te voorkomen of het gevolg van verwijtbaar handelen. Omdat de NOW en TVL subsidies zijn, gelden er strengere regels ten aanzien van kwijtschelding. Het zou wrang zijn als een door corona gedupeerde ondernemer, die aan alle overige voorwaarden voldoet en in de kern financieel gezond is, alleen vanwege een NOW- en/of TVL-schuld niet in aanmerking zou kunnen komen voor sanering van zijn schulden, inclusief de belastingschuld. Om dit te voorkomen, regelt deze wijziging dat de Belastingdienst toch akkoord kan gaan met een saneringsakkoord als een of meer publieke schuldeisers, die een vordering hebben die vanwege Europese Staatssteunregels niet mag worden kwijtgescholden, niet meedoen aan het saneringsakkoord. Dit geldt echter niet als de vordering vanwege het verwijtbaar handelen of nalaten van de belastingschuldige is ontstaan of onbetaald gebleven. Anders dan de overige maatregelen van dit wijzigingsbesluit, betreft dit overigens geen tijdelijke maatregel omdat deze maatregel ook zonder de coronacrisis wenselijk is. Bovendien is niet te voorzien hoe lang er nog ondernemers zullen zijn met NOW en TVL schulden.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging(en). Deze datum is gesteld op 1 augustus 2022. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling.7

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken


X Noot
1

Kamerstukken II, 2020/21, 35 420 nr. 217 p. 13.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2021/22, 35 420 nr. 412 p. 4.

X Noot
3

Besluit van 26 januari 2022, nr. 2022-20850 Stcrt. 2022, 3142.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2021/22, 35 420 nr. 1067.

X Noot
5

Zie noot 2.

X Noot
6

Zie noot 4.

Naar boven