Regeling van de Minister voor Natuur en Stikstof van 10 juli 2022, nr. WJZ/22297630, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (snelheidsmaatregel uit stikstofregister)

De Minister voor Natuur en Stikstof,

Gelet op:

  • artikel 5.5a, eerste en vijfde lid, van de Wet natuurbescherming,

  • artikel 2.2 van het Besluit natuurbescherming,

  • de artikelen 2.25, eerste lid, onder a, onder 13°, en 5.18 van de Omgevingswet, in samenhang met artikel 23.6b, eerste lid, van die wet,

  • artikel 20.3, eerste lid, van de Omgevingswet, en

  • artikel III van de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2021, nr. WJZ/ 21288684, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (nieuwe versie AERIUS Calculator en wijziging stikstofregistratiesysteem) (Stcrt. 2022, 713);

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 komt de begripsomschrijving van minister te luiden:

minister:

Minister voor Natuur en Stikstof;

B

Artikel 2.4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties op grond van artikel 4, eerste lid, van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen is een bronmaatregel als bedoeld in artikel 2.3, vierde lid.

C

Artikel 2.4a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de bronmaatregelen’ vervangen door ‘de onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De minister, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, kan:

    • a. depositieruimte die is verkregen door de onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties, ook beschikbaar stellen voor:

      • 1°. woningbouwclusters;

      • 2°. gemelde PAS-projecten;

    • b. depositieruimte die beschikbaar is voor woningbouwclusters of gemelde PAS-projecten, ook beschikbaar stellen voor woningbouwprojecten en tracébesluiten.

D

Artikel 2.9 komt te luiden:

Artikel 2.9

Voordat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat depositieruimte reserveert voor een tracébesluit, stemt hij dat af met gedeputeerde staten van de betrokken provincies.

E

In artikel 2.11, tweede lid, wordt ‘AERIUS Monitor versie 2020’ vervangen door ‘AERIUS Monitor versie 2021’.

ARTIKEL II

De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17a.3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verzamelt gegevens over de stikstofdepositieruimte, uitgedrukt in mol stikstof per hectare per jaar, die beschikbaar is voor Natura 2000-activiteiten als gevolg van de vermindering van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden door de onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties op grond van artikel 4, eerste lid, van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.

B

Artikel 17a.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de bronmaatregelen’ vervangen door ‘de onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Waterstaat, kan:

    • a. depositieruimte die is verkregen door de onomkeerbare sluiting van varkenshouderijlocaties, ook beschikbaar stellen voor:

      • 1°. woningbouwclusters;

      • 2°. gemelde PAS-projecten;

    • b. depositieruimte die beschikbaar is voor woningbouwclusters of gemelde PAS-projecten, ook beschikbaar stellen voor woningbouwprojecten en tracébesluiten.

C

Artikel 17a.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voordat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een reservering van stikstofdepositieruimte registreert voor een tracébesluit, past hij artikel 2.2, eerste lid, van de wet toe.

2. Het derde lid vervalt.

D

In bijlage II bij artikel 1.4 wordt in de tabel in de rij met betrekking tot AERIUS Monitor ‘2020’ vervangen door ‘2021’.

ARTIKEL III

Met ingang van 19 juli 2022 treden in werking:

  • 1. deze regeling, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt op een bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld;

  • 2. artikel I, onderdeel D, onder 2, van de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2021, nr. WJZ/ 21288684, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (nieuwe versie AERIUS Calculator en wijziging stikstofregistratiesysteem) (Stcrt. 2022, 713).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juli 2022

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink

TOELICHTING

Algemeen

1 Inleiding

Deze regeling tot wijziging van de Regeling natuurbescherming (Rnb) en de toekomstige Omgevingsregeling schrapt de begin 2020 ingevoerde landelijke verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen als bronmaatregel die stikstofruimte oplevert voor het stikstofregistratiesysteem (SSRS).1 In samenhang daarmee komt AERIUS Register versie 2021 beschikbaar. Daarnaast wordt met deze regeling AERIUS Monitor versie 2021 voorgeschreven voor de monitoring voor de omgevingswaarde voor stikstofdepositie voor 2030.

2 Schrappen snelheidsmaatregel uit het SSRS

Om op korte termijn de stikstofdepositie te laten dalen, de natuur te herstellen en de vergunningverlening weer op gang te brengen door het creëren van stikstofruimte, kondigde het vorige kabinet op 13 november 2019 een pakket maatregelen aan.2 Een hiervan was de maatregel waarbij de maximumsnelheid overdag op snelwegen naar 100 km/u gesteld werd (hierna: ‘snelheidsmaatregel’).3 Ook besloot het kabinet om een SSRS in te stellen om de toestemmingverlening voor woningbouw en een aantal specifieke MIRT-projecten zo snel mogelijk vlot te trekken. Het SSRS is in maart 2020 gevuld met stikstofruimte die is verkregen door de snelheidsmaatregel en wordt met AERIUS Register versie 2021 aangevuld met het eerste deel van de ruimte ontstaan als gevolg van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv).

Het kabinet is tot de conclusie gekomen dat de stikstof-‘opbrengst’ van de snelheidsmaatregel niet meer voldoet aan de (juridische) voorwaarden om nieuwe vergunningen op te baseren.4 Dat heeft een aantal redenen. Bij het berekenen van de depositieruimte als gevolg van de snelheidsverlaging is uitgegaan van verwachte verkeerscijfers, gebaseerd op historische trends. De prognoses voor wegverkeer zijn o.a. door Covid-maatregelen in de afgelopen jaren echter minder robuust. Verder heeft per 1 maart 2022 een verandering van het verkeersboetestelsel plaatsgevonden. Dit maakt dat bij de jaarlijkse actualisatie de precieze opbrengst van de landelijke snelheidsmaatregel niet op het vereiste detailniveau zeker is. Op die grond is al eerder besloten om in de MIRT-projecten geen gebruik te maken van de stikstofopbrengst van landelijke snelheidsmaatregel.5 Een laatste omstandigheid voor het besluit om de snelheidsmaatregel te schrappen als bronmaatregel voor het SSRS is de omstandigheid dat als gevolg van het eerdere besluit van een maximale rekenafstand,6 er in AERIUS Register lokaal forse veranderingen zouden optreden in de depositie-effecten van de snelheidsmaatregel.

Gezien het bovenstaande is ervoor gekozen om de depositieruimte die vrijkomt vanuit de snelheidsmaatregel niet langer te gebruiken voor toekomstige vergunningverlening. Om dat te regelen, schrapt deze wijzigingsregeling de snelheidsmaatregel als bronmaatregel voor het SSRS. Dat is verwerkt in AERIUS Register versie 2021. De reeds toegedeelde ruimte in onherroepelijke vergunningen wordt door dit besluit niet aangetast; die ruimte was op het moment van toedeling voldoende beschikbaar.

3 Vaststelling AERIUS Monitor versie 2021

De Wet natuurbescherming (Wnb) biedt de mogelijkheid om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over de monitoring van de omgevingswaarden voor stikstofdepositie, bedoeld in artikel 1.12a van die wet. Deze wijzigingsregeling schrijft voor dat de monitoring van de omgevingswaarde die is vastgesteld voor stikstofdepositie in 2030 plaatsvindt met behulp van AERIUS Monitor versie 2021. AERIUS Monitor wordt regelmatig geactualiseerd, zodat deze applicatie goed blijft aansluiten op wetenschappelijke en ecologische inzichten en de juridische en beleidsmatige uitgangspunten. Hierdoor zijn fluctuaties mogelijk in de aantallen stikstofgevoelige hectares. De wijze waarop de gegevens tot stand komen die in AERIUS Monitor 2021 getoond worden, wordt beschreven in de bij deze versie van AERIUS Monitor behorende factsheets. Deze factsheets worden gepubliceerd op de website van AERIUS. Zie voor de situatie na de inwerkingtreding van de Omgevingswet de artikelsgewijze toelichting bij artikel II, onder D.

4 Effecten van de regeling

4.1 Algemeen

Bij de voorbereiding van deze regeling is een inschatting gemaakt van de gevolgen van deze regeling voor de samenleving. Deze paragraaf bevat een beschrijving van de effecten van deze regeling voor de overheid (paragraaf 4.2) alsmede de gevolgen van deze regeling voor de regeldruk voor burgers en bedrijven (paragraaf 4.3) en de MKB-toets (paragraaf 4.4). Ook is een aantal uitvoeringsorganisaties gevraagd naar de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de regeling (paragraaf 4.5).

4.2 Gevolgen voor overheden

De meeste vergunningen die zijn verleend met stikstofruimte van de snelheidsmaatregel, zijn inmiddels onherroepelijk geworden. Onherroepelijke vergunningen worden geacht rechtmatig te zijn.

Ten aanzien van het beperkt aantal in behandeling zijnde vergunningaanvragen geldt dat deze alleen definitief gemaakt kunnen worden op basis van beschikbare ruimte op het moment van het besluit tot het verlenen van een vergunning of toestemming. Na inwerkingtreding van deze regeling wordt de ruimte in AERIUS Register 2021 bepaald door de ingeboekte ruimte vanuit de Srv in plaats van de snelheidsmaatregel en de Srv. Dit leidt verder niet tot wijziging in het gebruik van het SSRS door bevoegde gezagen bij toestemmingverlening.

4.3 Regeldruk

De verplichting om de applicatie AERIUS Monitor versie 2021 te gebruiken voor de monitoring van de omgevingswaarde voor stikstofdepositie voor 2030, heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De monitorings- en rapportageverplichtingen richten zich namelijk niet tot burgers of bedrijven.

Het SSRS blijft, behoudens de in deze wijzigingsregeling beschreven wijzigingen, in stand zoals geregeld in de Rnb. Daardoor zijn er geen substantiële effecten qua regeldruk voor initiatiefnemers te verwachten.

4.4 MKB-toets (gevolgen voor bedrijfsleven)

Voor dossiers met substantiële gevolgen moet een MKB-toets worden uitgevoerd. Daarom heeft het kabinet bekeken of verwacht kan worden dat er (mogelijk) substantiële regeldrukeffecten voor het MKB zullen optreden. De Minister voor Natuur en Stikstof is verantwoordelijk voor de monitoring. Het SSRS blijft in stand zoals in eerdere regelingen is aangegeven. Daardoor zijn er geen regeldrukeffecten voor initiatiefnemers uit het MKB te verwachten.

4.5 Uitvoerbaarheidstoets

Op deze wijzigingsregeling is een uitvoerbaarheidstoets uitgevoerd. Diverse uitvoeringsorganisaties waaronder het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) zijn gevraagd naar de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van deze regeling. Zij hebben aangegeven geen aanleiding te zien een uitvoeringstoets uit te voeren.

5 Consultatie

5.1 Algemeen

Deze regeling is tot stand gekomen met consultatie van relevante organisaties. Bij de voorbereiding van deze regeling zijn het RIVM, het IPO, de VNG en de UvW betrokken. Deze organisaties hebben hun inbreng geleverd voor de ontwikkeling van deze regeling. Van 25 april 2022 tot en met 23 mei 2022 heeft de internetconsultatie en de formele advisering op de ontwerpregeling plaatsgevonden. In totaal zijn 22 reacties ontvangen. Een aantal natuurorganisaties heeft een gezamenlijke reactie ingebracht. Verder waren er reacties afkomstig van 16 particulieren, een belangenbehartiger en een provincie.

De reacties hebben geleid tot verduidelijking van de artikelen en de toelichting. Er werd steun uitgesproken voor het schrappen van de snelheidsmaatregel als bronmaatregel voor het SSRS. Een deel van de inbreng zag overigens niet op de inhoud en strekking van de regelingswijziging, maar op andere achterliggende politiek-bestuurlijke keuzes in het stikstof- of klimaatdossier. In de volgende paragraaf worden de hoofdlijnen van de consultatiereacties beschreven.

Het Adviescollege toetsing regeldruk is gevraagd om advies uit te brengen over de ontwerpregeling op het aspect regeldruk. Het Adviescollege heeft aangegeven dat de effecten van de regeling op de regeldruk voldoende zijn beschreven en heeft besloten om geen formeel advies uit te brengen vanwege de beperkte effecten daarvan.

5.2 Reacties per thema

In deze paragraaf worden de hoofdlijnen van de uitkomsten van de consultatiereacties beschreven.

Maximumsnelheid op rijkswegen overdag

Een aantal insprekers vindt het onduidelijk of maximumsnelheid nu wel of niet overdag omhoog gaat op rijkswegen. Sommige insprekers wijzen daarbij op voordelen die samenhangen met een lagere maximumsnelheid.

Deze regelingswijziging schrapt niet de snelheidsmaatregel zelf, maar schrapt alleen de mogelijkheid om de stikstofopbrengst van die maatregel te gebruiken voor woningbouw- en MIRT-projecten. De stikstofuitstoot in Nederland staat niet toe om de snelheidsmaatregel zelf ongedaan te maken. De niet voor woningbouw-vergunningen gebruikte ruimte van de snelheidsverlaging komt ten goede aan natuur.7

Houdbaarheid stikstofruimte voor nieuwe vergunningen

Natuurorganisaties spreken zich in hun gezamenlijke consultatiereactie ernstige twijfels uit bij de houdbaarheid van het gebruiken van de door de Srv verkregen stikstofruimte voor nieuwe vergunningen en wijzen met name op de additionaliteitseis die in de rechtspraak wordt gesteld aan extern salderen. Volgens deze inspreker moeten de positieve gevolgen van de Srv vooraf vast staan, inhoudende dat varkenshouderijen ook daadwerkelijk gestopt moeten zijn, dat alleen feitelijk gerealiseerde stikstofreductie in het SSRS mag worden opgenomen en dat de stikstofruimte van een gestopte varkenshouderij enkel gebruikt mag worden voor nieuwe vergunningen die op hetzelfde Natura 2000-gebied effect hebben, rekening houdend met de maximale rekenafstand van 25 km. Verder benadrukken de natuurorganisaties dat de stikstofruimte die nodig is voor de compensatie van de negatieve gevolgen van de snelheidsmaatregel niet in het SSRS mag worden opgenomen.

Het structurele pakket zorgt voor natuurbehoud en -herstel. Als uit de natuurdoelanalyses blijkt dat met dit pakket verslechtering (in specifieke gebieden) niet met zekerheid kan worden voorkomen, zijn urgent aanvullende maatregelen nodig. Het structurele pakket zal daarop dan worden aangepast.8 Bij de inwerkingtreding van de onderhavige regeling zal in het SSRS uitsluitend de stikstofruimte zijn opgenomen die is gecreëerd door een eerste deel van de Srv. Het effect van dit gedeelte van deze maatregel is ecologisch beoordeeld. Die beoordeling zal dan ook publiek beschikbaar zijn op de website van BIJ12. De stikstofreductie als gevolg van gestopte varkenshouderijen kan voor maximaal 70% met gebruikmaking van het SSRS worden ingezet om de effecten van woningbouw en een specifiek aantal MIRT-projecten in termen van stikstofdepositie te mitigeren. De depositieruimte die niet voor deze projecten benodigd is, kan benut worden voor het legaliseren van PAS-meldingen en voor het reserveren van ruimte voor woningbouwclusters. Voor ten minste 30% zal de stikstofreductie worden gebruikt om ook bij te dragen aan de vermindering van de stikstofbelasting op de Natura 2000-gebieden en om feitelijke toenames van stikstofdepositie te voorkomen. Het percentage van 30% is gebaseerd op de gemiddelde latente ruimte in vergunningen (25–30%).9 Door toepassen van dit percentage – die aanvullend is op het alleen mogen benutten van de vergunde en feitelijk gerealiseerde capaciteit van de gestopte varkenshouderijen – wordt een toename van depositie voorkomen. In zoverre wordt aangesloten bij de vigerende beleidsregels voor extern salderen. Uitgangspunt is de vergunde gerealiseerde capaciteit. Daarvan is in bijna alle gevallen, te weten die waarin geen plansituatie is overgelegd, zekerheidshalve 15% afgeroomd in verband met de mogelijkheid die deelnemers aan de Srv is geboden om maximaal 15% van de ruimte te benutten middels intern salderen ten behoeve van andere activiteiten dan intensieve veehouderij op de betreffende locatie. Van de resterende 85% van de feitelijk gerealiseerde ruimte komt maximaal 70% beschikbaar voor het SSRS. Capaciteit die niet gerealiseerd is, wordt niet meegenomen. De ruimte komt pas beschikbaar in het SSRS als de productie op de betreffende locatie reeds beëindigd is, en daarmee ook de uitstoot en bijbehorende depositie, en als de betreffende vergunningen (zoals Wnb-vergunning of onderliggende milieuvergunning) zijn ingetrokken. Het bepalen van de beschikbaar komende ruimte vindt in lijn met de beleidsregels voor extern salderen plaats aan de hand van een analyse van de ingetrokken vergunningen en de feitelijke situatie. In het SSRS wordt zorgvuldig geregistreerd welke ruimte beschikbaar is en uitgegeven wordt. De wijze waarop de beschikbaar gekomen depositieruimte in kaart is gebracht, is berekend en is vastgesteld, staat beschreven in een verantwoordingdocument dat openbaar te raadplegen is op een website van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) (www.aanpakstikstof.nl).

Voldoende stikstofruimte voor nieuwe projecten

Een inspreker maakt zich zorgen over het tijdig en adequaat beschikbaar komen van voldoende stikstofruimte voor o.a. woning- en infrabouw en andere economische ontwikkelingen. Met het vervallen van de snelheidsmaatregel als landelijke bronmaatregel vervalt een belangrijke maatregel die in de Randstad stikstofruimte opleverde.

De beschikbaarheid van stikstofruimte in het SSRS is inderdaad locatie afhankelijk. Dat heeft met name te maken met de locaties waar een bronmaatregel, zoals de Srv, effect sorteert en de ligging van die locaties ten opzichte van (bijna) overbelaste hexagonen met voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden en de maximale rekenafstand van 25 km die zowel geldt voor toestemmingsverlening in het kader van de Wnb als voor het berekenen van het effect van een bronmaatregel die ruimte biedt voor toestemmingsverlening. Met het scherper in beeld krijgen van de locaties waar behoefte is aan stikstofruimte zal het kabinet het SSRS verder zo (gebieds)gericht mogelijk aanvullen met de stikstofopbrengst van aanvullende bronmaatregelen (de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden en indien mogelijk de Tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen 2022–2023) zodra die stikstofruimte daadwerkelijk beschikbaar is.10

AERIUS Monitor 2021

Een inspreker wil graag weten of de coronacrisis een rol heeft gespeeld bij de geconstateerde daling in deposities uit buitenlandse bronnen.

De actualisatie van AERIUS Monitor 2020 naar versie 2021 laat een groot verschil zien in de herkomst van depositie vanuit het buitenland, met name Duitsland. Dit is als volgt te verklaren. In het kader van de NEC-richtlijn11 is onder andere door Duitsland aanvullend beleid aangekondigd waarmee een forse emissiereductie richting 2030 zal worden bewerkstelligd. Door de aanpassing in de emissieramingen van het buitenland daalt de verwachte depositie in Nederland.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I (wijziging Regeling natuurbescherming)

Onderdeel A (wijziging artikel 1.1: begripsomschrijving ‘minister’)

De begripsomschrijving van ‘minister’ in artikel 1.1 Rnb is aangepast aan de portefeuilleverdeling van het kabinet-Rutte IV.

Onderdeel B (wijziging artikel 2.4: schrappen snelheidsmaatregel)

Dit onderdeel schrapt de begin 2020 ingevoerde landelijke verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen als bronmaatregel die stikstofruimte oplevert voor het SSRS.

Onderdeel C (wijziging artikel 2.4a: schrappen snelheidsmaatregel en aanpassing aan portefeuilleverdeling kabinet-Rutte IV)

Dit onderdeel schrapt de snelheidsmaatregel in de bepaling over het ‘oormerken’ van stikstofruimte in het SSRS. Het derde lid is aangepast aan de portefeuilleverdeling van het kabinet-Rutte IV.

Onderdeel D (wijziging artikel 2.9 vanwege schrappen snelheidsmaatregel)

Artikel 2.9 bevatte een voorziening voor het tijdelijk reserveren van stikstofruimte voor de in artikel 2.2 genoemde tracébesluiten voorafgaand aan een definitieve reservering als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b, als die ruimte was verkregen door de snelheidsmaatregel. Deze voorziening gaf uitvoering aan de motie-Moorlag.12 Nu de snelheidsmaatregel uit het SSRS wordt gehaald, kan artikel 2.9 worden volstaan met een verplichting voor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om zijn voornemen tot (definitieve) reservering van stikstofruimte af te stemmen met de betrokken provincies. Dat zijn de provincies die aanvragen in behandeling hebben met effect op gebieden waar ook de MIRT-reservering effect op heeft. De betrokkenheid van die provincies bestaat erin dat het in deze gevallen technisch noodzakelijk is om de afhandeling van de MIRT-reservering en de woningbouwaanvragen in AERIUS Register handmatig op elkaar af te stemmen. Hierover worden onderlinge werkafspraken gemaakt.

Onderdeel E (wijziging artikel 2.11: aanwijzing AERIUS Monitor versie 2021)

Artikel 2.11 Rnb regelt dat de monitoring voor de omgevingswaarde voor stikstofdepositie voor 2030, bedoeld in artikel 1.12a, eerste lid, Wnb, plaatsvindt met behulp van AERIUS Monitor versie 2020. Die versie is inmiddels vervangen door versie 2021. Onderdeel E past artikel 2.11 Rnb dienovereenkomstig aan.

Artikel II (wijziging Omgevingsregeling)

Het SSRS wordt na de inwerkingtreding van de Omgevingswet grotendeels geregeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl),13 een algemene maatregel van bestuur onder de Omgevingswet. Het SSRS wordt in het Bkl aangeduid als register stikstofdepositieruimte. ‘Als een voorziening onmiddellijk nodig is’ biedt artikel 23.6b, eerste lid, van de Omgevingswet de mogelijkheid om het SSRS tijdelijk te regelen bij ministeriële regeling, dus in de Omgevingsregeling. Die bepaling is toegepast in de wijzigingsregeling van 8 december 2021,14 door de toevoeging aan de Omgevingsregeling van het tijdelijke hoofdstuk 17a. De onderdelen A, B en C van artikel II wijzigen dat hoofdstuk, opnieuw op grond van artikel 23.6b, eerste lid, van de Omgevingswet. Op grond van het tweede lid van dat artikel moet binnen uiterlijk anderhalf jaar na inwerkingtreding van hoofdstuk 17a worden voorzien in een regeling in het Bkl zelf. De SSRS-regels in het Bkl zullen buiten werking worden gelaten totdat het Bkl is aangepast overeenkomstig het gewijzigde hoofdstuk 17a van de Omgevingsregeling.

Anders dan in artikel I is ervoor gekozen om in artikel II nog geen rekening te houden met het feit dat het onderwerp natuurbescherming inmiddels behoort tot de portefeuille van de Minister voor Natuur en Stikstof en niet meer tot die van de Minister van LNV. Op een later moment zal voor het hele stelsel van de Omgevingswet worden bezien hoe daarin om te gaan met de portefeuilleverdeling van het kabinet-Rutte IV. In artikel II worden dus nog taken en bevoegdheden toegekend aan de Minister van LNV, maar gezien de huidige portefeuilleverdeling gaat het om taken en bevoegdheden van de Minister voor Natuur en Stikstof.

Onderdeel A (wijziging artikel 17a.3: schrappen snelheidsmaatregel)

Dit onderdeel schrapt de snelheidsmaatregel als bronmaatregel die stikstofruimte oplevert voor het SSRS.

Onderdeel B (wijziging artikel 17a.5: schrappen snelheidsmaatregel)

Dit onderdeel schrapt de snelheidsmaatregel in de bepaling over het ‘oormerken’ van stikstofruimte in het SSRS.

Onderdeel C (wijziging artikel 17a.6 vanwege schrappen snelheidsmaatregel)

Het tweede en derde lid van artikel 17a.6 bevatten een voorziening voor het tijdelijk reserveren van stikstofruimte voor de tracébesluiten, genoemd in artikel 17a.2, vierde lid, onder b, voorafgaand aan een definitieve reservering als bedoeld in artikel 17a.3, tweede lid, onder a, als die ruimte was verkregen door de snelheidsmaatregel. Deze voorziening gaf uitvoering aan de motie-Moorlag.15 Nu de snelheidsmaatregel uit het SSRS wordt gehaald, kunnen het tweede en derde lid worden vervangen door een verplichting voor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om zijn voornemen tot (definitieve) reservering van stikstofruimte af te stemmen met de betrokken provincies. Zie nader de toelichting bij de wijziging van artikel 2.9 Rnb (artikel I, onder D).

Onderdeel D (wijziging bijlage II: AERIUS Monitor versie 2021)

Dit onderdeel wijzigt bijlage II bij de Omgevingsregeling zoals die bijlage luidt na de inwerkingtreding van artikel II, onder C, van de wijzigingsregeling van 7 juli 2021.16 Met die regeling wordt ook een artikel 12.83a aan de Omgevingsregeling toegevoegd. Dat artikel regelt dat de monitoring voor de omgevingswaarde voor stikstofdepositie voor 2030, bedoeld in artikel 2.15a, eerste lid, van de Omgevingswet, plaatsvindt met behulp van AERIUS Monitor. Bijlage II bij de Omgevingsregeling schrijft het gebruik voor van AERIUS Monitor versie 2020. Die versie is inmiddels vervangen door versie 2021. Onderdeel D past bijlage II dienovereenkomstig aan.

Artikel III (inwerkingtreding)

Artikel I treedt in werking op 19 juli 2022. Met die datum wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten.17 Deze afwijking is gerechtvaardigd vanwege de wenselijkheid om de in het SSRS beschikbare stikstofruimte zo snel mogelijk weer beschikbaar te stellen voor vergunningen en tracébesluiten. De betrokken bestuursorganen zijn voldoende voorbereid.

De inwerkingtreding van artikel II zal worden geregeld in het besluit dat voorziet in de inwerkingtreding van onder meer de Omgevingsregeling en de Aanvullingsregeling natuur Omgevingswet. Het is de bedoeling om artikel II in werking te laten treden op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.1 van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Dat artikel regelt de intrekking van de Wnb en zal in werking treden zodra de Omgevingswet in werking treedt.

Het schrappen van de snelheidsmaatregel uit het SSRS is verwerkt in AERIUS Register versie 2021. Die versie wordt aangewezen in het nog niet in werking getreden onderdeel 2 van artikel I, onder D, van de wijzigingsregeling van 8 december 2021. Dat onderdeel wijzigt artikel 2.3, tweede lid, Rnb en treedt in werking op een bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip. Artikel III, onder 2, regelt dat die wijziging op dezelfde datum in werking treedt als de wijziging van de Rnb in de onderhavige wijzigingsregeling, dus op 19 juli 2022. Artikel 2.3, tweede lid, Rnb komt dan te luiden: ‘2. Een besluit waarbij een project wordt toegestaan, kan worden genomen met gebruikmaking van in AERIUS Register opgenomen depositieruimte. Daarbij wordt gebruikgemaakt van AERIUS Register versie 2021.’18

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink


X Noot
1

Deze wijzigingsregeling schrapt niet de snelheidsverlaging zelf, maar schrapt alleen de mogelijkheid om de stikstofopbrengst van die verlaging te gebruiken voor woningbouw- en MIRT-projecten. Zie nader paragraaf 5.2 van deze toelichting, onder het kopje ‘Maximumsnelheid op rijkswegen overdag’.

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 35 334, nr. 1.

X Noot
3

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 19 december 2019, kenmerk RWS-2019/45657, Stcrt. 2019, 71032.

X Noot
4

Kamerstukken II 2021/22, 33 576, nr. 265.

X Noot
5

Kamerstukken II 2021/22, 35 925-A, nr. 24, paragraaf 2.1.

X Noot
6

Kamerstukken II 2020/21, 35 334, nr. 158.

X Noot
7

Kamerstukken II 2021/22, 33 576, nr. 265.

X Noot
8

Kamerstukken II 2021/22, 35 334 nr. 175.

X Noot
9

Kamerstukken II 2021/22, 33 576, nr. 269.

X Noot
10

Kamerstukken II 2020/2021, 28 973 nr. 244.

X Noot
11

Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van de Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PbEU L 344).

X Noot
12

Kamerstukken II 2019/20, 35 334, nr. 9.

X Noot
13

In de artikelen 8.74e en 11.70–11.72 Bkl.

X Noot
14

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2021, nr. WJZ/ 21288684, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (nieuwe versie AERIUS Calculator en wijziging stikstofregistratiesysteem) (Stcrt. 2022, 713).

X Noot
15

Kamerstukken II 2019/20, 35 334, nr. 9.

X Noot
16

Regeling van de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 juli 2021, nr. WJZ/ 21068728, tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (stikstofreductie en natuurverbetering) (Stcrt. 2021, 35025).

X Noot
17

Zie aanwijzing 4.17, tweede en vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

X Noot
18

In de Omgevingsregeling wordt AERIUS Register versie 2021 aangewezen in artikel 17a.2, eerste lid, zoals opgenomen in artikel II, onder C, van de wijzigingsregeling van 8 december 2021, Stcrt. 2022, 713.

Naar boven