Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 juni 2022, nr. WJZ/ 22203827, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de actualisatie van enkele subsidiemodules en de openstelling van subsidiemodule Eurostarsprojecten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, 16 en 50, vijfde lid, van het Kaderbesluit EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.9.11a wordt 'en de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid' vervangen door ', de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, de Vijfde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, de Zesde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, de Zevende tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en de Achtste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid'.

B

Artikel 3.13.12a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1.' geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Met schriftelijke instemming van een financier is de wijzigingen van artikel 6, vierde lid, van bijlage 3.13.1 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 juni 2022, nr. WJZ/ 22203827, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de actualisatie van enkele subsidiemodules en de openstelling van subsidiemodule Eurostarsprojecten (Stcrt. 2022, 16518) eveneens van toepassing op een garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13.7, die voor de inwerkingtreding van de voornoemde regeling tot stand is gekomen tussen de betreffende financier en de Staat.

C

Na artikel 3.13b.12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.13b.12a. Overgangsrecht

Met schriftelijke instemming van een financier is de wijzigingen van artikel 6, derde lid, van bijlage 3.13b.1 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 juni 2022, nr. WJZ/ 22203827, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de actualisatie van enkele subsidiemodules en de openstelling van subsidiemodule Eurostarsprojecten (Stcrt. 2022, 16518) eveneens van toepassing op een garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13b.7, die voor de inwerkingtreding van de voornoemde regeling tot stand is gekomen tussen de betreffende financier en de Staat.

D

Artikel 3.14.12a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1.' geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Met schriftelijke instemming van een financier is de wijzigingen van artikel 10, tweede lid, van bijlage 3.14.1 ingevolge de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 juni 2022, nr. WJZ/ 22203827, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de actualisatie van enkele subsidiemodules en de openstelling van subsidiemodule Eurostarsprojecten (Stcrt. 2022, 16518) eveneens van toepassing op een garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.14.7, die voor de inwerkingtreding van de voornoemde regeling tot stand is gekomen tussen de betreffende financier en de Staat.

E

In artikel 3.24.1 wordt 'instelling als bedoeld in de artikelen 1.3.1, 1.3.2a of 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs' vervangen door 'instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs'.

F

In bijlage 3.13.1 komt artikel 6, vierde lid, te luiden:

  • 4. Per kwartaal wordt een vierde deel van de periodieke provisie, bedoeld in het eerste lid, berekend, uitgaand van de waarde van de leningen op de eerste dag van het kwartaal. Ieder kalenderjaar wordt in het vierde kwartaal de periodieke provisies met de financier vereffend die over betreffend kalenderjaar berekend is.

G

In bijlage 3.13b.1 komt artikel 6, derde lid, te luiden:

  • 3. Per kwartaal wordt een vierde deel van de periodieke provisie, bedoeld in het eerste lid, berekend, uitgaand van de waarde van de leningen op de eerste dag van het kwartaal. Ieder kalenderjaar wordt in het vierde kwartaal de periodieke provisies met de financier vereffend die over betreffend kalenderjaar berekend is.

H

In bijlage 3.14.1 komt artikel 10, tweede lid, te luiden:

  • 2. Per kwartaal wordt een vierde deel van de periodieke provisie, bedoeld in het eerste lid, berekend, uitgaand van de waarde van de leningen op de eerste dag van het kwartaal. Ieder kalenderjaar wordt in het vierde kwartaal de periodieke provisies met de financier vereffend die over betreffend kalenderjaar berekend is.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 wordt onder de rij betreffende titel 3.7, Eurostarsprojecten, een rij ingevoegd, luidende:

 

3.7.2

   

02-07-2022 t/m 23-08-2022

€ 12.521.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 juni 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Aanleiding

Met de onderhavige regeling worden een aantal technische wijzigingen, actualisaties en vereenvoudigingen doorgevoerd in subsidiemodules en bijlages van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES). Verder wordt er een openstelling toegevoegd aan de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022.

2. Inhoud regeling

2.1. Innovatiekredieten

Op grond van de subsidiemodule Innovatiekredieten, die is opgenomen in titel 3.9 van de RNES, worden innovatiekredieten verleend. Het innovatiekrediet is bestemd voor de ontwikkeling van veelbelovende en uitdagende innovaties met een uitstekend marktperspectief. Dit wordt gedaan door subsidie te verstrekken in de vorm van een krediet aan (I) risicovolle klinische ontwikkelingsprojecten enerzijds en (II) technische ontwikkelingsprojecten anderzijds, waarin nieuwe producten, processen of diensten worden ontwikkeld. Het innovatiekrediet kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van een proof-of-concept, alsook projecten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en technisch innovatief en uitdagend zijn.

Artikel 3.9.11a van de RNES bevat een cumulatiebepaling. In dit artikel wordt afgeweken van de anticumulatiebepaling uit artikel 6 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies. Hierdoor is de anticumulatiebepaling uit artikel 6 van het Kaderbesluit niet meer van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van de Eerste, Tweede, Derde en Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid. Met deze wijzigingsregeling wordt voorzien in de actualisatie van dit artikel en worden aan deze opsomming de ondertussen vastgestelde Vijfde, Zesde, Zevende en Achtste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid toegevoegd. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de wijzigingsregeling van 28 september 2021.1

2.2. Mkb-werkplaatsen

De subsidiemodule Mkb-werkplaatsen, die is opgenomen in titel 3.24 van de RNES, bevat de begripsbepaling onderwijsinstelling die verwijst naar de instellingssoorten in de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB). Op dit moment zijn er drie instellingssoorten in de WEB: het regionaal opleidingencentrum, het agrarisch opleidingscentrum en de vakinstelling. Met de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stb. 2021, 548) wordt dit teruggebracht naar twee instellingssoorten: het regionaal opleidingencentrum en het beroepscollege. Artikelen 1.3.2a en 1.3.3 komen daarbij te vervallen. In artikel 1.1.1, onderdeel b, van de WEB is een begripsbepaling opgenomen voor ‘instelling’, waar de definities van de onderwijsinstellingen zijn opgenomen. Met de onderhavige regeling wordt de verwijzing in de bovengenoemde subsidiemodule geactualiseerd.

2.3. Model garantstellingsovereenkomst bij GO en GO-C

De wijzigingen van de subsidiemodule Garantie ondernemingsfinanciering, opgenomen in titel 3.13 van de RNES, subsidiemodule Garantstelling gericht op bankgaranties (hierna samen aangeduid als de GO), opgenomen in titel 3.14 van de RNES, en de subsidiemodule Garantie ondernemingsfinanciering uitbraak coronavirus (hierna: GO-C), opgenomen in titel 3.13b van de RNES, voorziet in de vereenvoudiging van de facturering van de garantieprovisie van de GO en GO-C.

De GO beoogt de toegang tot bankkrediet voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren. Op grond van de GO kunnen banken een garantstelling van de Nederlandse Staat verkrijgen voor kredieten die zij verstrekken aan ondernemers. De GO geldt zowel voor MKB-bedrijven als grote bedrijven. Ook bevat de GO een faciliteit ter zake van bankgaranties die ervoor zorgt dat de Nederlandse Staat garant kan staan voor door banken af te geven garanties voor de nakoming van contractuele verplichtingen van de desbetreffende onderneming. Voor de garantstelling wordt een kostendekkende premie geheven. Als gevolg van het coronavirus is de GO-C opgetuigd. De GO-C kent een hoger garantiepercentage dan de reguliere GO.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) factureert per kwartaal de garantieprovisie aan de banken voor de staatsgarantie die is verstrekt op leningen onder de GO en GO-C. Met deze wijziging wordt de garantieprovisies in één jaarlijkse factuur aan de banken vereffend. Er is ook overgangsrecht opgenomen dat het met instemming van de financier mogelijk maakt dit in op te nemen in garantstellingsovereenkomsten die reeds gesloten waren voor de inwerkingtreding van deze regeling.

2.4 Openstelling subsidiemodule Eurostarsprojecten

Eurostars is een programma van het Eureka netwerk en de Europese Commissie. Eureka is een intergouvernementeel netwerk van meer dan 40 landen en de Europese Unie. De belangrijkste ambitie is het bevorderen van de concurrentiekracht van het MKB en de industrie door technologische R&D samenwerking en innovatie.

Eurostars is een internationaal programma dat zich richt op het ondersteunen van internationale R&D-samenwerkingsprojecten door vooral het MKB. Eurostars is een generiek instrument dat openstaat voor R&D-samenwerkingsprojecten uit alle sectoren. Met de onderhavige openstelling van de subsidiemodule Eurostarsprojecten wordt het mogelijk gemaakt dat Nederlandse partijen deel kunnen nemen aan Eurostarsprojecten in de tweede helft van het jaar 2022. De subsidiemodule Eurostarsprojecten wordt opengesteld van 2 juli 2022 t/m 23 augustus 2022. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 12.521.000. Bij deze call worden de extra middelen die beschikbaar komen voor subsidiemodule Eurostarsprojecten vanuit het Coalitieakkoord (Fonds Onderzoek en Wetenschap) uit de enveloppe EU partnerschappen meegenomen (€ 3.000.000 per jaar van 2022 t/m 2029).

3. Staatssteun

3.1 Innovatiekredieten, Mkb-werkplaatsen en model garantstellingsovereenkomst bij GO/GO-C

De wijzigingen in de subsidiemodules Innovatiekredieten, Mkb-werkplaatsen en GO/GO-C leiden vanwege hun technische aard niet tot enige wijziging betreffende de staatssteun.

3.2 Subsidiemodule Eurostarsprojecten

De subsidie, bedoeld in artikel 3.7.2 van de RNES, bevat staatssteun. De subsidie wordt gerechtvaardigd door artikel 25, tweede lid, onderdeel b en c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Conform dit artikel wordt de subsidie in het kader van het Eurostarsproject verleend voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Ook blijft de subsidiemodule Eurostars binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun en maximum steunintensiteiten. Een transparantiemelding vindt plaats in overeenstemming met artikel 9, eerste lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

4. Regeldruk

4.1 Wijziging subsidiemodules Innovatiekredieten en Mkb-werkplaatsen

De actualiseringen van de subsidiemodules Innovatiekredieten en Mkb-werkplaatsen leiden niet tot wijziging van informatieverplichtingen, en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de subsidiemodule. De regeldruk wordt in kaart gebracht bij de openstelling van de subsidiemodules Innovatiekredieten en Mkb-werkplaatsen.

4.2 Wijziging model garantstellingsovereenkomst bij GO en GO-C

Deze wijziging leidt tot een afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodules.

Voor de GO en GO-C geldt dat de ondernemer afspraken zal moeten maken met de bank over het afsluiten van een lening. De procedure en kosten zijn voor de ondernemer niet anders dan voor het afsluiten van een lening zonder overheidsgarantstelling. Deze regeling heeft derhalve geen invloed op de regeldruk voor de ondernemer. Voor de banken geldt het volgende. Administratief loopt deze regeling via de GO postbus bij RVO. De totale tijdsbesteding bij een reguliere GO bedraagt 2 uur en voor de GO-C 4 uur. Uitgegaan wordt van een uurtarief van € 77. De wijziging heeft tot gevolg dat de tijdsbesteding bij een GO en GO-C met 15 minuten vermindert. Er zijn in totaal 160 GO en GO-C leningen in portefeuille. Vanwege de wijziging leidt dit derhalve tot een afname aan regeldruk van 160*77*0.25 = € 3.080 voor de banken.

4.3 Openstelling subsidiemodule Eurostarsprojecten

De openstelling van de subsidiemodule Eurostarsprojecten heeft regeldrukeffecten. De administratieve lasten voor de openstelling voor Eurostarsprojecten bedragen naar verwachting in totaal € 189.250. De regeldruk is dus 1,99 procent ten opzichte van het beschikbaar gestelde budget van € 9.521.000. De berekening is gebaseerd op de inschatting dat 25 aanvragen worden ingediend en gehonoreerd. De administratieve lasten voor een aanvrager bestaan uit de kosten voor de nationale aanvraag, de (eind)rapportages en de vaststelling van de subsidie. Echter moet er vooraf ook een internationale aanvraag gedaan zijn, dit brengt ook administratieve lasten voor een aanvrager mee maar komen niet voort uit de nationale regeling dus die zijn niet meegenomen in de berekening. Het internationale aanvraagformulier wordt gebruikt voor de internationale evaluatie. Alleen wanneer de aanvraag voldoende hoog op de rankinglijst is geëindigd en alle project partners in aanmerking komen voor nationale financiering, wordt een nationale aanvraag ingediend. Hierbij dient de aanvraag aan de internationale en nationale voorwaarden te voldoen. Uitgegaan wordt van een gemiddeld uurtarief van € 60 en 1,4 projectpartners per gehonoreerd voorstel. Met een verwachte tijdsbesteding van 60 uur per gehonoreerde aanvraag komen de regeldrukkosten per onderneming uit op € 5.407 per aanvraag. Hier komen nog eventueel de kosten van een controleverklaring (€ 2.000) bij.

4.4 Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 28 september 2021, WJZ/21185479, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de toevoeging van een cumulatiebepaling voor de subsidiemodule Innovatiekredieten (Stc 2021, 42207).

Naar boven