Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 28 september 2021, WJZ/21185479, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de toevoeging van een cumulatiebepaling voor de subsidiemodule Innovatiekredieten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 7, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 3.9.11 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.9.11a. Cumulatie

Bij de toepassing van artikel 6, eerste lid, van het besluit worden bij het verlenen van subsidie op basis van deze titel buiten beschouwing gelaten subsidies op grond van de Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 september 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Deze wijzigingsregeling voorziet in de wijziging van de subsidiemodule Innovatiekredieten, opgenomen in titel 3.9 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES). Het Innovatiekrediet is bestemd voor de ontwikkeling van veelbelovende en uitdagende innovaties met een uitstekend marktperspectief. Dit wordt gedaan door subsidie te verstrekken in de vorm van een krediet aan (I) risicovolle klinische ontwikkelingsprojecten enerzijds en (II) technische ontwikkelingsprojecten anderzijds, waarin nieuwe producten, processen of diensten worden ontwikkeld. Het Innovatiekrediet kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van een proof-of-concept, alsook projecten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en technisch innovatief en uitdagend zijn.

Aan de subsidiemodule Innovatiekredieten is artikel 3.9.11a toegevoegd. In dit artikel wordt afgeweken van de anticumulatiebepaling uit artikel 6 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: Kaderbesluit), dat van toepassing is op de RNES, en dus ook op de subsidiemodule Innovatiekredieten. In artikel 6, eerste lid, van het Kaderbesluit wordt onder meer bepaald dat indien reeds door een bestuursorgaan of de Europese Commissie subsidie, met uitzondering van subsidie aan een financier, is verstrekt voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan, slechts een zodanig bedrag aan subsidie wordt verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het bedrag dat krachtens het Kaderbesluit kan worden verstrekt. Dat betekent dat deze reeds verstrekte subsidies in mindering gebracht moeten worden op de subsidie die krachtens het Kaderbesluit verstrekt kan worden, ook als er nog steunruimte op grond van het toepasselijke Europese staatssteunkader is. Dit is met name nadelig in geval van grote projecten die met het toepasselijke subsidiepercentage uit het staatssteunkader op een hoger subsidiebedrag zouden uitkomen dan het maximale subsidiebedrag per project dat op grond van de RNES mogelijk is.

Afwijking van artikel 6 van het Kaderbesluit is mogelijk op grond van artikel 7, eerste lid, van het Kaderbesluit. In het vervolg zal de anticumulatiebepaling van artikel 6 van het Kaderbesluit niet meer van toepassing zijn op subsidies die worden verstrekt op grond van de Eerste, Tweede, Derde en Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: de NOW-regelingen). Voormelde regelingen richten zich op ondersteuning van ondernemingen tijdens de coronacrisis en het herstel hiervan. Omdat het naast deze subsidies ook gewenst is dat er subsidieruimte beschikbaar is om innovatieprojecten te stimuleren, is cumulatie van subsidies uit de NOW-regelingen met subsidies op grond van de subsidiemodule Innovatiekredieten mogelijk gemaakt.

2. Staatssteun

De subsidiemodule Innovatiekredieten bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 3.9.14 van de RNES). Met artikel 3.9.11a is cumulatie van subsidies uit de NOW-regelingen met subsidies op grond van de subsidiemodule Innovatiekredieten mogelijk gemaakt. Overeenkomstig de artikelen 8 en 22, eerste lid, onderdeel b, van het Kaderbesluit is deze cumulatie vanzelfsprekend uitsluitend mogelijk, voor zover de subsidieverstrekking niet leidt tot een overschrijding van de aanmeldingsdrempel of een overschrijding van de maximale steunintensiteit die van toepassing is op de specifieke steuncategorie, bedoeld in het toepasselijke Europese steunkader (de algemene groepsvrijstellingsverordening). Dit betekent dat een subsidieaanvraag (overeenkomstig artikel 22 van het Kaderbesluit) wordt afgewezen, of het te verlenen subsidiebedrag wordt verlaagd, als niet aan de drempelbedragen en steunintensiteit voldaan is. De toevoeging van artikel 3.9.11a aan de subsidiemodule Innovatiekredieten brengt ook geen verandering in de (overige) staatssteunaspecten, omdat de voorwaarden van de subsidiemodule Innovatiekredieten ongewijzigd blijven.

3. Regeldruk

De aanpassing in de subsidiemodule Innovatiekredieten leidt niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen en heeft (naar verwachting) geen gevolgen voor het aantal aanvragen. De aanpassing leidt dus niet tot extra regeldruk.

Artikel 3.9.11a betreffende cumulatie van subsidies is aan de subsidiemodule Innovatiekredieten toegevoegd om te voorkomen dat reeds verstrekte subsidies onder de NOW-regelingen op grond van artikel 6, eerste lid, van het Kaderbesluit in mindering gebracht moeten worden op de te verstrekken subsidies op grond van de subsidiemodule Innovatiekredieten. Deze samenloop is in de praktijk namelijk in meerdere gevallen voorgekomen en wordt ook voor toekomstige gevallen verwacht. Vanwege deze samenloop wordt de subsidiemodule Innovatiekredieten reeds overeenkomstig het in deze wijzigingsregeling bepaalde uitgevoerd. Hierdoor zal de toevoeging van de cumulatiebepaling uit artikel 3.9.11a geen effect hebben op zowel de hoogte van de te verlenen subsidie als het aantal subsidieverleningen (toename van rapportageverplichtingen en verplichtingen ten aanzien van subsidievaststelling).

Deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk. Het Adviescollege heeft de wijzigingsregeling niet geselecteerd voor formele advisering, omdat deze geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

Naar boven