Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 mei 2022, nr. WJZ/ 22188405, tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de ophoging van twee subsidieplafonds van de innovatiemodule betreffende Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij van titel 2.2, artikel 2.2.2, eerste lid, onderdeel b, betreffende de openstelling voor melkgeitenhouderijondernemingen in de periode van 22 november 2021 tot en met 14 februari 2022, wordt ‘€ 3.000.000’ vervangen door ‘€ 3.436.363’.

2. In de rij van titel 2.2. artikel 2.2.2, eerste lid, onderdeel c, betreffende de openstelling voor melkveehouderij-ondernemingen in de periode van 22 november 2021 tot en met 14 februari 2022, wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 10.073.832’.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij van titel 2.2, artikel 2.2.2, eerste lid, onderdeel b, betreffende de openstelling voor melkgeitenhouderijondernemingen, wordt ‘€ 3.000.000’ vervangen door ‘€ 3.436.363’.

2. In de rij van titel 2.2. artikel 2.2.2, eerste lid, onderdeel c, betreffende de openstelling voor melkveehouderijondernemingen, wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 10.073.832’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 mei 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt een tweetal subsidieplafonds opgehoogd dat behoort bij het subsidie-instrumentarium betreffende Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen (hierna: Sbv), dat met een eerdere wijzigingsregeling1 (hierna: de invoeringsregeling) is ingevoegd in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES)

In titel 2.2 van de RNES zijn twee subsidiemodules opgenomen ten behoeve van brongerichte verduurzaming in de veehouderijsector die verder gaat dan de maatregelen die op dit moment beschikbaar zijn. De eerste subsidiemodule betreft de subsidiemodule Investering in niet-bewezen innovaties (hierna: de innovatiemodule), opgenomen in paragraaf 2.2.2 van titel 2.2 van de RNES. Deze subsidiemodule richt zich op onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten waarbij op representatieve schaal en onder representatieve omstandigheden proof of principle concepten ontwikkeld en getest worden. Deze subsidiemodule is voor de eerste keer opengesteld via de invoeringsregeling. Vervolgens is via latere wijzigingsregelingen de innovatiemodule ook voor een tweede2 en derde keer3 opengesteld. Hierbij is van belang dat de laatste openstelling betrekking had op meerdere type veehouderijondernemingen, waaronder onder meer melkgeitenhouderijondernemingen en melkveehouderijondernemingen.

Met de artikelen I en II van deze wijzigingsregeling wordt een tweetal subsidieplafonds opgehoogd voor de voormelde laatste openstelling, die plaatsvond in de periode van 22 november 2021 tot en met 14 februari 2022. Het beschikbare subsidieplafond voor melkgeitenhouderijondernemingen en melkveehouderijondernemingen wordt opgehoogd van € 3.000.000 naar € 3.436.363 respectievelijk van € 10.000.000 naar € 10.073.832. Met deze ophoging wordt tegemoetgekomen aan de vraag bij deze typen gebruikers van de innovatiemodule die groter was dan verwacht.

Bij de ophoging van deze subsidieplafonds wordt gebruik gemaakt van de financiële middelen uit het klimaatakkoord die overgebleven zijn als gevolg van het niet-uitputten van subsidieplafonds die binnen de Sbv beschikbaar waren voor andere typen veehouderijondernemingen. Op deze wijze wordt beoogd het beschikbare subsidiebudget zo optimaal mogelijk in te zetten. Het betreft hier namelijk financiële middelen die vanuit het Klimaatakkoord beschikbaar zijn gesteld voor het verminderen van de uitstoot van met name broeikasgassen door de gehele veehouderijsector. Het budget kan dan ook (bij het niet-uitputten hiervan) zonder meer overgeheveld worden naar een ander subsidieplafond binnen de Sbv, omdat dit budget niet specifiek aan een bepaald type veehouderijonderneming toegekend hoeft te worden. Voor een nadere beschrijving van het Klimaatakkoord wordt verwezen naar paragrafen 2.1 en 2.2 van het algemeen deel van de toelichting bij de invoeringsregeling.

2. Staatssteun

De subsidie die op grond van de innovatiemodule verstrekt wordt, bevat staatsteun die gerechtvaardigd wordt door artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening4 en de artikelen 14 en 31 van de groepsvrijstellingsverordening landbouw5.

Met deze wijzigingsregeling worden twee subsidieplafonds verhoogd. Omdat er geen andere (inhoudelijke) wijzigingen in deze subsidiemodule worden doorgevoerd, verandert er niets in de staatsteunaspecten.

Van belang is dat van de openstelling van de innovatiemodule een kennisgeving aan de Europese Commissie is gedaan, conform artikel 11, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en artikel 9, eerste lid, van de groepsvrijstellingsverordening landbouw. Bij deze kennisgeving is het totaalbudget voor de openstelling vermeld. Deze eerdere kennisgeving hoeft niet aangepast te worden, omdat de innovatiemodule inhoudelijk niet gewijzigd wordt en het totale budget niet wordt opgehoogd (er is immers slechts sprake van overheveling van budget van subsidieplafonds die niet uitgeput waren naar andere subsidieplafonds die uitgeput waren).

3. Regeldruk

De ophoging van voormelde subsidieplafonds leidt niet tot aanpassing van informatieverplichtingen. Ook zal de ophoging van het subsidieplafond geen aanzuigende werking hebben. Het aantal subsidieaanvragen zal namelijk niet toenemen, omdat de openstellingsperiode inmiddels afgelopen is. De voormelde ophogingen leiden dan ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de voormelde gebruikers van de innovatiemodule.

4. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep van de innovatiemodule van de Sbv gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling. Door het ophogen van een aantal subsidieplafonds kan namelijk tegemoetgekomen worden aan de vraag van de desbetreffende gebruikers van de innovatiemodule.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 mei 2020, nr. WJZ/20022360, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 in verband met de invoering en openstelling van een subsidiemodule betreffende brongerichte verduurzaming van stal- en managementmaatregelen ten aanzien van investeringen in niet-bewezen innovaties, (Stcrt. 2020, 27006).

X Noot
2

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 februari 2021, nr. WJZ/ 21027198, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met de wijziging en openstelling van de subsidiemodule Brongerichte verduurzaming van stal- en managementmaatregelen (Stcrt. 2021, 6599).

X Noot
3

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 oktober 2021, nr. WJZ/ 21225831, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met de wijziging en openstelling van de Innovatiemodule betreffende Brongerichte verduurzaming van stal- en managementmaatregelen (Stcrt. 2021, 43895)

X Noot
4

verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

X Noot
5

Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193).

Naar boven