Beleidsregel van de Nederlandsche Bank N.V. van 30 maart 2022 houdende regels met betrekking tot de tijdige indiening van toezichtrapportages

De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft het volgende beleid vastgesteld met betrekking tot de handhaving van overtredingen van rapportageverplichtingen waarop DNB op grond van de artikelen 1:79 en 1:80 van de Wet op het financieel toezicht, artikel 48 van de Wet toezicht trustkantoren 2018, artikelen 175 en 176 van de Pensioenwet en de artikelen 170 en 171 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, een bevoegdheid tot handhaven heeft (Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages).

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In dit beleid wordt verstaan onder:

a. DNB:

de Nederlandsche Bank N.V.;

b. toezichtrapportage:

elke wettelijk verplichte rapportage die een instelling periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen verplicht is in te dienen bij DNB en waarbij DNB de bevoegde autoriteit is;

c. instelling:

eenieder die bij of krachtens wettelijk voorschrift verplicht is een toezichtrapportage bij DNB in te dienen;

d. begunstigingstermijn:

de termijn waarbinnen een instelling aan een last onder dwangsom moet voldoen zonder dat dwangsommen worden verbeurd.

e. basisbedrag:

een bij wet vastgesteld basisbedrag voor boetecategorie 1, 2 en 3;

f. maximumbedrag:

een bij wet vastgesteld maximumbedrag voor boetecategorie 1, 2 en 3;

g. minimumbedrag:

een bij wet vastgesteld minimumbedrag voor boetecategorie 1, 2 en 3;

h. recidive:

de omstandigheid dat tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaar zijn verlopen sinds het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding.

Artikel 2 Reikwijdte

Dit beleid geldt als specifiek boetetoemetingsbeleid als bedoeld in artikel 2 van het Algemeen Boetetoemetingsbeleid DNB van 19 november 2020.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Dit beleid is van toepassing op een instelling.

§ 2. Indiening van toezichtrapportages

Artikel 4 Wijze van indiening

Een instelling dient een toezichtrapportage digitaal in via een daarvoor door DNB ontwikkeld elektronisch rapportagesysteem.

Artikel 5 Tijdige indiening

  • 1. Een instelling dient een toezichtrapportage tijdig bij DNB in.

  • 2. Een toezichtrapportage wordt als tijdig ingediend beschouwd indien deze uiterlijk op de bij of krachtens wettelijk voorschrift vastgestelde indieningsdatum en conform de door DNB bij het elektronisch rapportagesysteem vastgestelde wijze is ingediend. Hiervan is in beginsel sprake wanneer de toezichtrapportage in het elektronisch rapportagesysteem de status ‘voldaan’ heeft gekregen.

  • 3. Indien een toezichtrapportage niet tijdig bij DNB is ingediend, overweegt DNB of het opleggen van een last onder dwangsom en/of een bestuurlijke boete opportuun is.

§ 3. Last onder dwangsom

Artikel 6 Last onder dwangsom

  • 1. DNB legt in beginsel een last onder dwangsom op indien een instelling een toezichtrapportage niet tijdig indient.

  • 2. DNB geeft een begunstigingstermijn van tien werkdagen waarbinnen volledig aan de last moet worden voldaan.

  • 3. Na het verstrijken van de begunstigingstermijn wordt in beginsel een dwangsom verbeurd van EUR 1.250,– per volledige werkdag dat niet volledig aan de last is voldaan, met een maximum van EUR 12.500,–.

§ 4. Bestuurlijke boete

Artikel 7 Boeteoplegging

  • 1. DNB legt in beginsel een bestuurlijke boete op aan een instelling voor het herhaaldelijk binnen een aaneengesloten periode van dertien maanden niet tijdig indienen van een toezichtrapportage.

  • 2. Onder herhaaldelijk wordt verstaan het binnen een aaneengesloten periode van dertien maanden voor de tweede maal niet tijdig indienen van een toezichtrapportage.

Artikel 8 Stappenplan

  • 1. In het kader van dit beleid hanteert DNB onderstaand stappenplan voor het vaststellen van de boetes wegens overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in boetecategorie 2 en 3.

  • 2. Voor het vaststellen van boetes wegens overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in categorie 1, gelden alleen de stappen 1, 4, 6 en 7 van onderstaand stappenplan.

  • 3. Op basis van het stappenplan worden de volgende stappen doorlopen:

    basisbedrag

    (stap 1)

    ernst en/of duur

    (stap 2)

    mate van verwijtbaarheid

    (stap 3)

    recidive

    (stap 4)

    omvang

    (stap 5)

    adequaat getroffen maatregelen

    (stap 6)

    draagkracht

    (stap 7)

  • 4. Bij toepassing van dit stappenplan neemt DNB de bij wet vastgestelde boetemaxima in acht.

    Stap 1: basisbedrag

    • a. DNB stelt een bestuurlijke boete vast op het toepasselijke basisbedrag.

    Stap 2: ernst en/of duur

    • a. In het basisbedrag ligt een gemiddelde ernst en duur van de overtreding besloten.

    • b. Indien een instelling een toezichtrapportage niet tijdig indient, verhoogt DNB het basisbedrag met het percentage als opgenomen in onderstaande tabel.

    Overschrijding indieningstermijn (in aantal werkdagen)

    Percentage verhoging basisbedrag

    1

    0%

    2 – 5

    5%

    6 – 10

    10%

    > 10

    20%

    Stap 3: mate van verwijtbaarheid

    • a. In het basisbedrag ligt een gemiddelde mate van verwijtbaarheid van de instelling besloten.

    Stap 4: recidive

    • a. Indien sprake is van recidive, verdubbelt DNB het op basis van de stappen 1 tot en met 3 berekende boetebedrag.

    Stap 5: omvang

    • a. DNB neemt de omvang van de instelling in acht. Daarbij hanteert DNB de omvangtabel die in bijlage 1 is opgenomen. Het boetepercentage dat op grond van de omvangtabel wordt vastgesteld, wordt toegepast op het op basis van de stappen 1 tot en met 4 berekende boetebedrag.

    • b. Als de voor de toepassing van de omvangtabel benodigde financiële gegevens niet beschikbaar zijn – doordat DNB niet over die gegevens beschikt en de instelling die gegevens ook niet heeft verstrekt – maakt DNB een reële inschatting van de omvang van de instelling. Is een reële inschatting evenmin mogelijk, dan wordt het boetepercentage op grond van de toepasselijke omvangtabel vastgesteld op 6% voor boetecategorie 2 en op 1,2% voor boetecategorie 3.

    Stap 6: adequaat getroffen maatregelen

    • a. DNB kan het op basis van de stappen 1 tot en met 5 berekende boetebedrag in beginsel met 10% verlagen, indien de instelling aantoont dat adequate maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van herhaling van de overtreding.

    Stap 7: draagkracht

    • a. DNB houdt zo nodig rekening met de financiële omstandigheden waarin de overtreder verkeert. Het is aan de overtreder om inzicht te geven in zijn draagkracht, aan de hand van een door DNB bij het boetevoornemen gevoegd draagkrachtformulier. Indien aannemelijk is dat het op grond van de stappen 1 tot en met 6 berekende boetebedrag de draagkracht van de overtreder overstijgt, gaat DNB in beginsel tot matiging over. Bij de beoordeling of aanleiding bestaat tot matiging, kan DNB rekening houden met de omstandigheden waaronder de verminderde of onvoldoende draagkracht is ontstaan alsmede met op korte termijn te verwachten positieve financiële resultaten van de overtreder.

    • b. Uitgangspunt voor de omvang van de matiging is dat DNB de boete niet verder matigt dan tot een bedrag dat de overtreder redelijkerwijs geacht moet worden te kunnen voldoen, zo nodig met het aangaan van een betalingsregeling van maximaal twee jaar. De boete wordt niet vastgesteld op een bedrag lager dan EUR 10.000,– voor rechtspersonen en EUR 5.000,– voor natuurlijke personen. Indien een boete ter hoogte van dit bedrag gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval nog steeds onevenredig hoog is, kan DNB overgaan tot een verdergaande matiging van de boete.

§ 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9 Intrekking Handhavingsbeleid niet-tijdige indiening van toezichtrapportages

Met de vaststelling van dit beleid wordt het Handhavingsbeleid voor tijdige en kwalitatief voldoende financiële toezichtrapportages van onder toezicht staande ondernemingen van 16 mei 2013 ingetrokken, dat op de website van DNB bekend is gemaakt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages.

Dit beleid zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 30 maart 2022

De Nederlandsche Bank N.V., E. Bos Directeur

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Bankwet 1998 als wettelijke taak het uitoefenen van toezicht op financiële instellingen op de voet van de daarvoor geldende wettelijke regelingen. Om deze taak te kunnen uitoefenen maakt DNB mede gebruik van toezichtrapportages. Tijdige indiening van toezichtrapportages is essentieel om de toezichthoudende taak van DNB adequaat uit te kunnen oefenen. Ter bevordering hiervan hanteert DNB het hiernavolgende ‘Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages’.

Het Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages betreft een nadere invulling van het Handhavingsbeleid van de AFM en DNB van 3 november 2020 (Stcrt. 2020, 56540). In het onderhavige beleid wordt de handhaving van DNB in geval van het herhaaldelijk niet tijdig indienen van een toezichtrapportage nader ingekaderd. Het onderhavige beleid neemt overigens niet weg dat DNB eveneens handhavend kan optreden ten aanzien van de kwaliteit van ingediende toezichtrapportages.

Het Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages geldt als specifiek beleid als bedoeld in artikel 2 van het Algemeen Boetetoemetingsbeleid DNB van 19 november 2020 (Stcrt. 2020, 63846). In het onderhavige beleid worden specifieke elementen van het Algemeen boetetoemetingsbeleid DNB nader ingevuld bij de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete, waaronder de ernst en duur van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de compliance-gerichtheid van de overtreder.

Openbaarmaking

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat DNB een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of bestuurlijke boete in beginsel openbaar maakt zodra dit besluit onherroepelijk is geworden. Dit betekent dat het besluit openbaar gemaakt wordt nadat alle rechtsmiddelen (bezwaar, beroep en hoger beroep) zijn uitgeput en het openbaarmakingsbesluit in stand is gebleven (in bezwaar en/of (hoger)beroep). Zie in dit kader de toepasselijke wettelijke kaders als opgenomen in de artikelen 1:97, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, 61, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018, 32f, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, 185, eerste lid, van de Pensioenwet en 180, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

In afwijking hiervan maakt DNB een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom – opgelegd aan een instelling, niet zijnde een pensioenfonds – zo spoedig mogelijk openbaar, indien een dwangsom wordt verbeurd. Zie in dit kader de artikelen 1:97, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht, 61, vijfde lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018 en 32f, vijfde lid van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling kennen een dergelijke verplichting niet. Als gevolg hiervan wordt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom dat onherroepelijk is geworden in beginsel ook openbaar gemaakt als binnen de begunstigingstermijn aan de last is voldaan. Over de openbaarmaking wordt de instelling, los van de boete- of dwangsomprocedure, afzonderlijk geïnformeerd.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4 Wijze van indiening

Momenteel dient een instelling een toezichtrapportage digitaal in via het Digitaal Loket Rapportages (hierna: DLR) van DNB.

Artikel 5 Tijdige indiening

Een toezichtrapportage is niet tijdig bij DNB ingediend indien deze nog in concept staat of niet is geaccepteerd in het DLR.

Artikel 6 Last onder dwangsom

In deze bepaling geeft DNB aan dat DNB in beginsel overgaat tot het opleggen van een last onder dwangsom indien een toezichtrapportage niet tijdig wordt ingediend. Met de woorden ‘in beginsel’ benadrukt DNB dat hierin een afwijkingsmogelijkheid is opgenomen voor bijzondere gevallen.

Mocht een instelling de toezichtrapportage herhaaldelijk niet tijdig indienen, dan behoudt DNB de mogelijkheid om het dwangsombedrag te verhogen.

Artikel 7 Bestuurlijke boete

DNB legt in beginsel een bestuurlijke boete op aan een instelling voor het herhaaldelijk binnen een aaneengesloten periode van dertien maanden niet tijdig indienen van een toezichtrapportage. DNB legt een bestuurlijke boete op voor de laatste toezichtrapportage die niet tijdig is ingediend. Zoals hierboven eveneens toegelicht bij artikel 6, benadrukt DNB met de woorden ‘in beginsel’ dat hierin een afwijkingsmogelijkheid is opgenomen voor bijzondere gevallen.

Artikel 8 Stappenplan

De wetgever heeft overtredingen van rapportageverplichtingen ingedeeld in boetecategorie 1, 2 of 3. Aan elke boetecategorie is een basisbedrag, een minimumbedrag en een maximumbedrag gekoppeld. Voor overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in boetecategorie 1 geldt in beginsel een vast boetebedrag. Voor het vaststellen van boetes wegens overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in boetecategorie 1, gelden alleen de stappen 1, 4, 6 en 7 van het onder artikel 8 uiteengezette stappenplan. Voor overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in boetecategorie 2 en 3, geldt een flexibele boetesystematiek. Het stappenplan dat is uiteengezet in artikel 8 geldt voor het vaststellen van boetes wegens overtredingen van rapportageverplichtingen die zijn ingedeeld in boetecategorie 2 en 3.

Toelichting bij bijlage 1

Aan de hand van het in kolom 2 genoemde criterium wordt de omvang bepaald. Daarbij wordt uitgegaan van de financiële cijfers in het boekjaar voorgaande aan het jaar waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Aan de hand van kolommen 3, 4 of 5 wordt het boetepercentage vastgesteld.

Vanwege de vergelijkbare rapportageverplichtingen hanteert DNB bij omvangtabel I en II in het Handhavingsbeleid DNB voor tijdige indiening van toezichtrapportages vergelijkbare uitkomsten wat betreft de boetehoogtes.

Op de formule in kolom 4 zijn de huidige rekenregels van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorrangsregels: eerst uitrekenen wat tussen haakjes staat, dan kwadrateren en worteltrekken van links naar rechts, dan vermenigvuldigen en delen van links naar rechts, dan optellen en aftrekken van links naar rechts. Bovenstaande rekenregels brengen met zich dat de formule in kolom 4 van links naar rechts uitgerekend wordt. Voorbeeld: bij een bank met een balanstotaal van EUR 100 miljoen, wordt de formule als volgt toegepast (in geval van boetecategorie 2):

  • 1. 100 miljoen (toepasselijke balanstotaal) – 50 miljoen = 50 miljoen

  • 2. 50 miljoen / 200 miljoen = 0,25

  • 3. 0,25 x 3 = 0,75

  • 4. 0,75 + 3 = 3,75

Het toepasselijke boetepercentage is 3,75%.

Het boetepercentage dat uit de omvangtabel volgt, wordt toegepast op het na stappen 1 tot en met 4 berekende boetebedrag. Dit bedrag vormt het na stap 5 berekende boetebedrag.

Amsterdam, 30 maart 2022

De Nederlandsche Bank N.V., E. Bos Directeur

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ ARTIKEL 8, STAP 5, VAN HET HANDHAVINGSBELEID DNB VOOR TIJDIGE INDIENING VAN TOEZICHTRAPPORTAGES

Omvangtabel I ziet op boetes wegens overtredingen van voorschriften die zijn ingedeeld in categorie 2; omvangtabel II ziet op boetes wegens overtredingen van voorschriften die zijn ingedeeld in categorie 3.

Omvangtabel I (boetecategorie 2)

Instelling

Omvangcriterium

Boetepercentage 3%

Boetepercentage tussen 3% en 6%

Boetepercentage 6%

Bank

Balanstotaal

≤ € 50 miljoen

(balanstotaal – 50 miljoen) / 200 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 250 miljoen

Beleggings-onderneming en -instelling

Hoogste kapitaaleis

≤ € 75.000

(hoogste kapitaaleis – 75.000) / 925.000 x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 1 miljoen

Betaaldienstverlener en elektronischgeldinstelling

Hoogste kapitaaleis

≤ € 50.000

(hoogste kapitaaleis – 50.000) / 1,95 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 2 miljoen

Pensioenuitvoerder

Balanstotaal

≤ € 100 miljoen

(balanstotaal – 100 miljoen) / 900 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 1 miljard

Leven(her)- en natura-uitvaartverzekeraar en pensioenuitvoerder

Balanstotaal

≤ € 100 miljoen

(balanstotaal – 100 miljoen) / 900 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 1 miljard

Schade(her) verzekeraar

Premie-inkomen

≤ € 10 miljoen

(premie-inkomen – 10 miljoen) / 240 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 250 miljoen

Zorgverzekeraar

Premie-inkomen

≤ 100 miljoen

(premie-inkomen – 100 miljoen) / 400 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 500 miljoen

Afwikkelonderneming, Centrale tegenpartij en Centrale effectenbewaarinstelling

Omzet

≤ € 6 miljoen

(omzet – 6 miljoen) / 19 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 25 miljoen

Trustkantoor

Omzet

≤ € 100.000

(omzet – 100.000) / 4,9 miljoen x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 5 miljoen

Omvangtabel II (boetecategorie 3)

Instelling

Omvangcriterium

Boetepercentage 0,6%

Boetepercentage tussen 0,6% en 1,2%

Boetepercentage 1,2%

Bank

Balanstotaal

≤ € 50 miljoen

(balanstotaal – 50 miljoen) / 200 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 250 miljoen

Beleggingsonderneming en -instelling

Hoogste kapitaaleis

≤ € 75.000

(hoogste kapitaaleis – 75.000) / 925.000 x 3 + 3 = boetepercentage

≥ € 1 miljoen

Betaaldienstverlener en elektronischgeldinstelling

Hoogste kapitaaleis

≤ € 50.000

(hoogste kapitaaleis – 50.000) / 1,95 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 2 miljoen

Pensioenuitvoerder

Balanstotaal

≤ € 100 miljoen

(balanstotaal – 100 miljoen) / 900 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 1 miljard

Leven(her)- en natura-uitvaartverzekeraar en pensioenuitvoerder

Balanstotaal

≤ € 100 miljoen

(balanstotaal – 100 miljoen) / 900 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 1 miljard

Schade(her) verzekeraar

Premie-inkomen

≤ € 10 miljoen

(premie-inkomen – 10 miljoen) / 240 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 250 miljoen

Zorgverzekeraar

Premie-inkomen

≤ 100 miljoen

(premie-inkomen – 100 miljoen) / 400 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 500 miljoen

Afwikkelonderneming, Centrale tegenpartij en Centrale effectenbewaarinstelling

Omzet

≤ € 6 miljoen

(omzet – 6 miljoen) / 19 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 25 miljoen

Trustkantoor

Omzet

≤ € 100.000

(omzet – 100.000) / 4,9 miljoen x 0,6 + 0,6 = boetepercentage

≥ € 5 miljoen

Naar boven